NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. üeze Courant ver se hi) ut dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Woensdag 17 Maart 1886. N°. 64. Uitgevers: Gebroeders Muré. BIMENLAEDSCHE BERICHTEN. DE BOETVAARDIGE. Leidsche Courant I A BOBS ft! Elft ENT: Voor Leiden, per 3 maanden Franco door het geheele rijk, per 3 maanden Prijs per Nummer 10 ('ent. ADVERTENTIE!»: Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel 0.10. Bureel: Sclieepuiakerssteeg 6. 199e Jaargang. Stads-Bericliten. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente LEIDEN, Gezien de artt. 10, 34 en 35 der Wet van 4 Juli 1850 Staatsblad n°. 37); Brengen ter algemeene kennis, dat de lijsten der personen, die tot het verkiezen van leden van de Tweede Kamer der Staten- Generaal, van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad bevoegd zijn, op heden zijn vastgesteld en gedurende de eerstko mende veertien dagen voor een ieder ter lezing nedergelegd zijn op de plaatselijke Secretarie; terwijl een exemplaar van ieder is aangeplakt op de kleine Pers van het Raadhuis, benevens eene lijst van de per sonen, die op grond dat zij een of meer der voor het kiesrecht gevorderde vereischten verloren hebben of overleden zijn, van de kiezerslijsten zijn afgelaten. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 16 Maart 1886. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN; Gezien art. 5 der Wet van den 28en Juni 1881, zooals die nader is gewijzigd; Brengen ter algemeene kennis, dat door JACOMIMA MARIA RIETKERKEN, huisvrouw van Petrus Vroom, le Leiden woonachlig, een adres is ingediend om vergunning lol ver koop van sterken drank in hel klein in hel perceel Levendaal no. 88. En geschiedt hiervan openbare afkondiging door plaatsing in de Leidsche ouranl. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 16 Maart 1886. STADSNIEUWS. Op de voorloopig vastgestelde kiezers lijsten bedraagt het aantal kiezers voor leden van de tweede kamer der staten-generaal 1333, van de provinciale staten 1329, en van den gemeenteraad in de le afdeeling 806, inde 2e afdeeling 1078. Burg. en weth. geven den gemeenteraad, naar aanleiding van het verzoek van de Leidsche Duinwater-Maatschappijom aan de ingezetenen van Leiderdorp, voor zooverre zij in de onmiddellijke nabijheid van de hoofdbuis der Marepoort wonen, het water onder dezelfde voorwaarden als aan Leidens ingezetenen te mogen leveren, in overweging mede vergunning te verleenen aan genoemde maatschappij. Onder overlegging van het adres van mej. II. Maas, houdende verzoek om vergunning tot het leggen van een hardsteenen stoep voor het perceel aan de Kalvermarkt n°. 8, geven burg. en weth. den gemeenteraad in overweging de gevraagde vergunning te ver leenen, onder voorwaarde, dat de stoep niet meer dan een meter buiten den gevel uit- springe en den bovenkant gelijk met de straat worde gelegd. Daar er volgens oproeping bij advertentie in de dagbladen door curatoren van het gymnasium zich geen enkel sollicitant op gedaan heeft, volgens de wet op het hooger onderwijs bevoegd om in de Fransche en Hoogduitsche talen aan liet gymnasium on derwijs te geven, zoo zijn burg. en weth. met curatoren van oordeel, dat het in het belang van het onderwijs is de jaarwedde aan beide genoemde betrekkingen verbonden thans vastgesteld op f 1000, te verhoogen, zoodat burg. en weth. den gemeenteraad in overweging geven de jaarwedde van de leeraars in de Fransche en Hoogduitsche talen vast te stellen op f 1400, met de pe riodieke verhoogingen bedoeld in art. 3 der verordening na drie- en zes-jarigen diensttijd. Overeenkomstig de betrekkelijke bepalin gen van de verordening op de heffing van schoolgeld, lager onderwijs, geven burg. en weth. den gemeenteraad in overweging aan P. Van Batenburg, naar aanleiding van het door hein ingediend adres wegens vestiging in de gemeente, restitutie te verleenen van betaald schoolgeld over Januari en Februari jl. voor twee kinderen, leerlingen van de leerschool. Door burg. en weth. wordt ter benoeming van een 2den onderwijzer aan de school 3de klasse, n°. 1, den gemeenteraad de volgende voordracht gedaan: Vijver Van Doveren onderwijzer te Wijk; Mattheus De Zeeuw, idem te Rijsoord, en Jan Hoek, idem te Koudekerk. Burg. en weth. geven den gemeenteraad in overweging aan W. G. Meijer, Isten onderwijzer aan de jongensschool 1ste klasse, en aan mej. W. Du Pon, 3de onderwijzeres aan de school der 4de klasse n°. 1eervol ontslag uit hun betrekkingen te verleenen. Daar de inspecteur van politie tevens ambtenaar belast met de richtige invordering der belasting op de honden E H. Grefe, wegens ziekte verhinderd is zijne functiën uit te oefenen, zoo geven burg. en weth. den raad in overweging tot de benoeming van een tijdelijk ambtenaar aan te bevelen den agent van politie tevens onbezoldigd rijks-veldwachter Comelis Diederich Popken. Burg. en weth. zich met een schrijven van den kapitein eerstaanwezend ingenieur te 's Gravenhage betrekkelijk het dempen van de sloot tusschen de Doelenkazerne en de voormalige boomkweekerij en het leggen van een brug over de Groenhazengracht, alsmede het daaromtrent door de commissie van fabricage uitgebracht advies kunnende vereeuigen, geven den gemeenteraad in over weging de vereischte vergunning voor de daarbij bedoelde werken te verleenen onder de door de commissie van fabricage voor gestelde voorwaarden. Burg. en weth. geven den gemeenteraad in overweging aan C. J. Leembruggen, tot wederopzeggens, vergunning te verleenen om den gevraagden grond aan den Zijlsingel in gebruik te nemen onder de door de commissie van fabricage voorgestelde voor waarden. Burg. en weth. geven den gemeenteraad in overweging afwijzend te beschikken op het verzoek van A. Teljeur, om in de sin gelgrachten te mogen visschen met paling fuiken, daar het doel, in de raadszitting van 10 December jl. beoogd, anders niet worden bereikt. Daar blijkens adres van de wed. J. J. Abspoel, zij de huur wenscht te continueeren van de lokalen aan de Hooglandsche kerk n°. 24# en 26 voor eenen huurprijs van f 70 per jaar, zoo geven burg. en weth. den raad in overweging genoemde lokaaltjes aan adressante te verhuren voor den tijd van drie jaren. Den heer J. J. A. A. Frantzen, die wegens zijn benoeming te Amsterdam zijn betrekking als leeraar in het Fransch en Hoogduitsch aan het Gymnasium alhier a. s. Isten April zal neerleggen, werd Zaterdag avond een aangename verrassing bereid. Zijn leerlingenwaardeerend de verdiensten van hun beminden leeraar, boden hem als bewijs hunner dankbaarheid en genegenheid een smaakvol album aan, dat door den heer B. Blankenberg, boekhandelaar alhier geleverd is. Het album bevat op het titelblad een opdracht, die keurig is uitgevoerd. Den heer J. P. F. Kostersteekenonderwijzer en schoonschrijver te dezer stede, strekt die uitvoering tot hooge eer. De minister van financiën maakt be kend dat het saldo van 's rijks schatkist op 13 dezer bedroeg: bij de Nederlandsche Bank f 14,505,193.37* en bij de betaalmeesters 1,855,632.50. Te zamen 16,860,825.87*. De minister van financiën brengt ter kennis van ambtenaren der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen, dat wegens het ontbreken van sollicitanten voor het openge vallen kantoor Amstenrade, ontvangers en andere ambtenaren, die volgens de bestaande bepalingen voor de vervulling van ontvang kantoren in aanmerking kunnen komen, onverschillig of zij overigens bevoegd zijn tot mededinging, zich daarvoor nog tot 27 Maart e. k. bij het departement van finan ciën kunnen aanmelden. Naar men uit Maastricht meldt, is de toestand van den heer Ruys, hoewel bevredigend, toch nog niet van dien aard, dat hij in de eerste dagen de kamerzittin gen zal kannen bijwonen. Het dertiende Zuider-zendingsfeest zal dit jaar gevierd worden op Woensdag 23 Juni, op het landgoed Hondsberg, bij Ois- terwijk, behoorende aan mr. J. van der Felz, van Twelloo. (Stand.) De heer Hora Siccama deelt in een schrijven aan het D. v. Z. en 's Gr. mede, dat hij het plan van eene zeehaven te Sche- veningen nog niet begraven acht. „Wij ge ven", zoo schrijft hij, //den moed nog niet FEUILLETON. 253.) //Waarlijk, dat alles loopt alsof ik het zelf zoo beschikt had. „Maar wat een zonderlinge comëdie heeft dan de graaf onder den naam van Pierre Rousseau tegenover den markies gespeeld! Ik begrijp er niets van. Al de handelingen van dezen man zijn vreemd. Zelfs de een voudigste. Hij doet niets als ieder ander. Bij hem is alles even geheimzinnig, onbe grijpelijk. O, hij is niets veranderd. Hij is op den huidig.en dag wat hij altoos ge weest is: een menschenhater, een waanzin- nige. „De markies heeft geld noodig. Vaidonk verwijst hem naar mijnheer Pierre Rousseau die hem leent. De oude woekeraaar ver koopt zijn schuldbrieven aan ten persoon, die niet bekend wil wezen. Maar het ge heim is nu uitgekomen. Die geheimzinnige kooper is Pierre Rousseau, dat wil zeggen graaf De Lasserre. Dijs leent de graaf aan den markies en wordt zijn eenige schuld- eischer. Waarom? Met welk doel? Tever geefs zoek ik naar den draad in dien dool hof van onbegrijpelijke dingen. „Maar wat kan het mij eigenlijk schelen I Ik ben wel goed om mij aldus het hoofd er mee te breken. Ongetwijfeld heeft de graaf De Lasserre zijn plannen... dwaas of uiet dwaas. Maar hij vermoedt zeker wel niet, dat ik hem den tijd niet zal laten ze uit te voeren." De vicomte hief het hoofd op. Een on heilspellende gloed straalde in zijn oog. Een duivels lachje neep zijn lippen samen, Heeft u mij nog iets te zeggen ten op zichte van den heer Delorme?" vroeg Lory. „Ja wel, en ik wil je wel voorschriften geven omtrent hetgeen je te doen hebt. Kom wat naderbij. Ik geloof wel niet, dat iemand er hier aan denkt ons te beluisteren. Maar men kau niet te voorzichtig zijn. Ik ben het geheel eens met hen, die zeggen, dat de muren ooren hebben." Lory schoof zijn stoel wat dichterbij en boog wat voorover om nog nader bij zijn heer te wezen. Toen hij zag dat zijn handlanger zich zette om aandachtig te luisterenbegon de vicouite zacht tot hem te praten, bijna hem in het oor te fluisteren. Wat de vicomte hem zeide, moest wel verschrikkelijk zijn, want Lory, welk een groote schurk hij ook was, zag er ontsteld uit. Vaalbleek, met groote, wijdgeopende oogen, schoof hij op zijn stoel heen en weer, alsof hij zich niet op zijn gemak gevoelde. Toch liet hij den vicomte ten einde toe uitspreken, zonder hem in de rede te vallen. z/Welnu, heb je mij begrepen?" vroeg deze hem. „Ja, maar.... z/Wat?" „Ziet u, dat is iets heel ernstigs. Men waagt zijn kop er aan." De vicomte trok zijn schouders op. „Men waagt iets als men stom genoeg is zich te laten inrekenen," hervatte hij. „Maar dat zal jou niet gebeuren. Je bent te leep. Doch in het kortik heb je een middel aangewezen om te slagen. Kun je, ja of neen." „Zeker, men zou het kunnen beproeven. Maar om 't even. Ik zou liever iets anders hebben gekozen ,/i Is mogelijk. Maar we hebben geen keus „Ik zie het ook," sprak Lory opstaande. „Nu kan je heengaan, sprak de vicomte op zijn beurt opstaande. „Je hebt al den tijd om je voor te bereiden. Als het oogen- blik van handelen gekomen is, zal ik het je zeggen." Lorydie zeer zwaarmoedig geworden was vertrok hoofdschuddend. Men kon het hem gemakkelijk aanzien, dat hij de nieuwe taak welke zijn meester hem opdroeg, alles be halve naar zijn zin vond. XIV. waar men het spel van den vicomte begint te doorzien. Aurora was lichlgeloovig, zooals men het algemeen op hare jaren is. Haar verstand was verwonderlijk ontwikkeld, maar zij had een beetje van hare argeloosheid behouden. Rein van ziel en gedachtenweigerde zij aan het kwaad te gelooven. Men had haar gezegd: „gij hebt niets te duchten, 't Is integendeel in uw belang en met het oog op uw geluk, dat onbekende vrienden u hebben ontvoerd en hier gebracht." Zij had die leugenachtige woorden aangenomen en zich al te gemakkelijk diets uemaakt, dat zij de waarheid uitdrukten. Trouwens, al wat de Mottige haar gezegd had, kwam haar volkomen waarschijnlijk voor. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1886 | | pagina 1