NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ABONNEMENT:
Woensdag 3 Maart 1886. N°. 52.
ADVERTENTIEN:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
BUITENLANDSCHE BERICHTEN.
DE BOETVAARDIGE.
Leidsche Courant
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden i 1.60.
Prijs per Nummer 10 Cent.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, it contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Bureel: Scheep.makerssteeg 6.
191) Jaargang.
Stads-Bericliten.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN,
Gezien hel adres van P. VREEM, hou
dende verzoek om vergunning lol hel bewaren
van varkens voor de slachtbank bestemd in
liet perceel Langebrug 35.
Gelet alsmede op arl. 152 der Algemeene
Politie verordening van 6 November 1879;
Doen le welen, dal tol hel liooren der
eigenaars en bewoners van de naasl bijgele
gene en belendende panden, len opzichte der
informaliën de commodo et incommododoor
Burgemeester en Wel houders zal worden ge
vaceerd op hel raadhuis dezer gemeenie, op
Maandag den 8en Maart aanst., 's voormiddags
le elf uren zullende de belanghebbenden ver
plicht zijn hunne bezwaren legen dat verzoek
op dien lijd in le brengen, terwijl, bij ver
zuim daarvan, zij gehouden zullen worden zich
tegen de inwilliging niel le hebben verzet.
Burgemeester en Weihouders voornoemd
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST. Secretaris.
Leiden, 2 Maart 1886.
STADSNIEUWS.
Zondagavond jl. is ten huize van den
stadswerker Frans Buitenweg uit diens chif
fonnière ontvreemd een bedrag ad f 400, als
mede een drietal horologes en eenige an
dere gouden sieraden, welk geld toebehoort
aan den zoon van gemelden Buitenweg en de
voorwerpen aan de ouders van deze.
De oudste zoon van Buitenweg en de
broeder van den bestolene zijn daarop door
de Rotterdamsche politie aangehouden en
naar hier overgebracht, nog in het bezit
zijnde van het grootste gedeelte van het
ontvreemde.
Van het bestuur der Christelijke Wiik-
vereeniging hebben wij in dank ontvangen
een boekje tot opschrift voerende //Een dank
betuiging en nog wat." Het bevat een op
gave van inschrijvingen of giften uit Leiden
en van elders, eenige treffende mededeelingen
en een opwekking bij te dragen voor de
vergrooting van het wijkgebouw.
Donderdagavond zullen ^de Klokken
spelers van H. M. de koningin van En
geland" met hunne 131 klokken een groote
uitvoering in de Stadsgehoorzaal geven. De
muziekstukken zullen worden afgewisseld door
duets en solo's. De recensiesdie betref
fende hen in verschillende bladen voorkomen
zijn zóó gunstig, dat zij aan hen, welke
die uitvoering wenschen bij te wonen, een
genoeglijken avond voorspellen.
Geslaagd voor handwerken van nut
mej. Suzanna Lem, kweekelinge in hand
werken aan de openbare school.
Men schrijft ons: Toen Barend de
tuinman voor den heer Kegge eens naar een
blommetje zou kijkenen de opmerking
maakte dat je de natuur niet dwingen kunt,
liep het tegen Kerstmis. Nu is het Maart
en de bloemisten hebben dezen winter onder
vonden dat de natuur niet te dwingen was,
of, je plaag je zelve, zei Barend. Altijd
maar grauw weer, bijna geen zonnetje, sto
ken om er arm van te worden, en toch
geen mooi gebroeid goed. Schaarsch mijn
heer? wel, er is haast geen bloemetje meer
te snijden eu wat er nog is, heeft geen
kleur en is erg zwak. Dan moet je gaande
weg bestelling krijgen van bouquetten en
grafkransen I 't Is of het spul spreekt zoo
akelig is een enkele roos (een Gloire de
Dyon zou als 't gewed was, nog een kleurtje
hebben) en de lelietjes der dalen zien ér even
miserabel uit. Een mensch zou zich ver
doen, zoo naar is het dezen winter met de
bloemen gesteld.
Zou de dooi doorgaan? want bet wordt
tijd, klagen de warmoeziers. Dat is een
wintertje, die menigeen in de oogen zal
druipen. Straks volop werk en handen te
kort; anders hadden we al gezaaid, aard
appelen gelegd en de spinazie kwam boven
den grond. En dan wordt ons spottend nog
gevraagd of de radijs al haast begint aan
te komen. Het is of er een goudmijn bij
het vak te halen is, maar eigenlijk gezeit
is voor de warmoezierderij al lang het vet
van den ketel. En deze winter doet de
deur dicht.
Jongens wat een lange winter, merkt de
boer in zijn gezin en voor de zooveelste
maal tot zijn bouwknechts aan. Anders had
den we al lang met de toemakerij kunnen
beginnen en nu zitten we nog met de han
den in het haar. Komt open weer, het
zal werken worden hals over kop en dan
volgt misschien alles in eens. Wat moeten
we anders in zoo'n langen vaslelavond uit
voeren? Den geheelen dag bij de koeien
hangen, gaat niet, schaatsenrijden gaf ook
niemendal en den Almanak hebben we al
uitgelezen. We zullen in vredesnaam nog
maar een spelletje pandoeren, geef de
kaarten maar ereis Arie, en dan maar
hopen op het nieuwe maantje, dat misschien
in eens met het voorjaar komt aanzetten.
Anders is er niet veel aan te doen dan er
hard voor te bidden en geduld hebben.
Sedert gisteren heeft de scheepvaart
zich niet meer door het ijs kunnen werken.
De stoombooten langs den Rijn hadden tot
Koükerk, de reis beproefd, doch moesten
terugkeeren.
UNIVERSITEIT.
Heden werd bevorderd tot doctor in de
rechtswetenschap, aan de rijks-universiteit
alhier, de heer S. W. Holleman, geb. te
Oisterwijkna verdediging van zijn acade
misch proefschrift, getiteld: //Art. 492 B. R."
De minister van financiën maakt be
kend dat het saldo van 's rijks schatkist op
27 dezer bedroeg: bij de Nederlandsche Bank
f 13,251,991.285 en bij de betaalmeesters
1,470,530.34*. Tezamenƒ14,722,521.63.
De regeering heeft aan de tweede kamer
hare memorie van antwoord ingezonden op
het ontwerp tot tijdelijke belegging van in
's rijks schatkist aanwezige gelden. Zij weder-
legt de bedenkingen tegen dit ontwerp aan
gevoerd. Dat de maatregel onbeteekenende
voordeelen zou afwerpenkan, naar het haar
voorkomt, nimmer eene weigering motivee-
ren om een voorstel goed te keuren, dat,
indien de onderstelling juist is, geene na-
deelen, en, zoo zij onjuist is, voordeelen
zal afwerpen. Zij handhaaft haar voorstel,
maar heeft de redactie van twee artikelen
verduidelijkt. Zoo worden in art. 1, de
woorden: //gelden aan gemeenten te verstrek
ken", alsnu vervangen door: //tot tijdelijke
voorziening in kas-te-korten, gelden voor te
schieten aan gemeenten wegens opcenten
op de rijksbelastingen of het aan haar krach
tens wettelijke bepalingen uit te keeren
bedrag."
Gepensionneerde onderofficieren van de
zeemacht en het korps mariniers die zich in
staat gevoelen om vlug, net en correct kopie-
werk te leveren en geneigd zijn om bij het
departement van marine te 's Gravenhage
werkzaam te worden gesteld, tegen eene
toelage van f 30 's maands boven hun pen
sioen, worden verzocht zich daartoe bij
eigenhandig geschreven request tot den mi
nister van marine te wenden.
Blijkens een bij het departement van
marine ontvangen telegram is Zr. Ms. schroef-
stoomschip Bonaire, onder bevel van hoogst-
derzelver adjudant in gewonen dienst, den
kapitein-luitenant ter zee W. baron Yan
Hogendorp, den Isten dezer van Barbados
vertrokken ter voortzetting der reis naar
Nederland. (Sl. Ct.)
Het rijks Ethnographisch museum te
Leiden heeft door tusschenkomst van Zijne
Excel), den minister van buitenlandsche
zaken van den heer J. Rhein, secretaris-tolk
en waarnemend consul-generaal en zaakge
lastigde a. i. in China te Peking ten ge
schenke ontvangen voorwerpenbetreffende:
Voedsel en opwekkende middelen, kleeding
en opschik, huisraad, handel, nijverheid,
kunstzin, litteratuur, photographien en boe
ken uit Corea.
Voor dit bewijs zijner belangstelling in
's rijks verzamelingen is den schenker de
dank der regeering betuigd.
De promotie bij marine zal, volgens
den Haagschen kroniekschrijver van de A7.
Gron. Ct., in verband staan met het aftre
den van een der hoogste autoriteiten bij
onze vloot en tegelijk aan 's konings mili
tair huis verbonden. Men kondigt het pen-
sionneeren van jhr. Van Capelle, vice-admi-
raal en adjudant-generaal van Z. M.aan.
Ook nog onderscheiden andere hoofdofficieren
zullen, naar men verzekert, weldra onze
marine verlaten.
Zaterdag had, onder voorzitterschap
van den hoogleeraar dr. H. Kern, de ge
wone jaarlijksche algemeene vergadering plaats
van het Koninklijk Instituut voor de taal-
land- en volkenkunde van Ned.-Indië, in
het gebouw dier instelling zelve.
Door den secretaris, dr. Th. C. L. Wijn
malen, werd allereerst het jaarverslag over
1885 uitgebracht. Vervolgens werd de
FEUILLETON.
242.)
Blijkbaar was hij gelukkig een gelegen
heid te hebben om zijn welbespraaktheid te
doen bewonderen.
Hij verhaalde aan de gravin tot in de
kleinste bijzonderheden al wat er den vo-
rigen avond en dienzelfden morgen gebeurd
was, terwijl hij niet verzuimde zijn opmer
kingen er bij te voegen en in het breede
uitwijdde over de wijze, waarop alles zijns
inziens zich had toegedragen.
Sinds," aldus besloot hij zijn wijdloopig,
breedsprakig verhaal, *is de heer Delorme
niet weergekomen. Ongetwijfeld is hij juf
frouw Aurora aan het zoeken. Och, ik ben
wel bang, dat men haar niet gemakkelijk
zal vinden. Mevrouw Delorme is ontroost
baar. Men heeft haar den ganschen dag
niet gezien. Zij zit maar op haar kamer
den heelen dag te schreien. Wat Louis be
treft, die rekent er op, dat zijn uren hier
geteld zijn. Mijnheer Delorme heeft hem
verboden zonder zijn verlof uit te gaan. Hij
durft zich niet meer vertoonen en verbergt
zich in zijn stal. Hij denkt er niet eens
aan zijn partijtje piket te gaan spelen in
het wijnhuis. Nu, het was een beetje al
te forsch, een koetsier: die zich zijn paard
en rijtuig laat afhandig maken. Wie heeft
ooit zoo iets beleefd! Zooeven is een man
komen vragen...."
irlk geloof, dat het iemand van de politie
was," viel de vrouw hem in de rede.
z/Ja, hij maakte op ons beiden den in
druk tot de politie te behooren. Om kort
te gaan, meer dan een uur hebben zij sa
men in het koetshuis gepraat. Maar wat
ze hebben verhandeld, weet ik niet. Zie
daar alles, mevrouw Durand, wat ik u kan
zeggen."
De gravin was nu genoeg op de hoogte.
Zij bedankte de echtelieden Chaminon en
ging heen.
XI.
TEGENOVER ELKANDER.
Den volgenden ochtend te acht uur was
de gravin De Lasserre in de Rue de Gram-
mont.
//Is mijnheer De Sanzac terug?" vroeg
zij aan den portier.
*Ja, mijnheer De Sanzac is van nacht
thuisgekomen, heel laat. Waarschijnlijk
ligt hij nog te bed. Maar als u hem drin
gend moet spreken, hij woont op de tweede
verdieping."
Bleekbevendbeklom de gravin de trap
en schelde aan de deur van den vicomte. De
dienstmaagd deed open. Zij kon een ge
baar van verwondering niet terughouden
bij het zien van een jonge vrouw, die haar
ten eenenmale onbekend was.
z/Wie moet u hebben?" vroeg zij.
,/Den vicomte De Sanzac."
yIk geloof, dat hij zoo juist is opgestaan.
Maar ik weet niet of hij den tijd zal heb
ben u te spreken. Wie is u?""
//Mevrouw Durand."
De dienstbode sloot de deur, nadat zij
de gravin in de zijkamer had gelaten en
ging de bezoekster aandienen.
Op den naam van mevrouw Durand sid
derde en verbleekte de vicomte lichtelijk.
Men kon het hem gemakkelijk aanzien, dat
dit ochtendbezoek hem niet aangenaam was.
Zeker had hij het niet opgenomen in zijn
berekeningen.
z/Moet ik haar laten heengaan?" vroeg
de dienstbode.
#Neen antwoordde hij.
Hij had wederom de heerschapppij over
zich zeiven hernomen en besefte welk voor
deel die omstandigheid hem kon aanbren
gen. Hij maakte spoedig nog wat toilet,
keek even in zijn spiegel, en streek zijn
haren met de handen in orde. Toen hij
dit gedaan hadsnelde hij met een lach op
de lippen en een stralenden blik de kamer
uit en ging de gravin tegemoet.
z/U, u hier, bij mij? U is het wel!"'
riep hijterwijl hij op een bewonderenswaar
dige wijze den verrukte speelde. //Wat een
vreugde. Wat zeg ik, een vreugde? Het
is een geluk, waarop ik niet had durven
hopen/'
De gravin was zoo weinig voorbereid op
zulk een ontvangst, dat zij geheel over
bluft bleef staan.
z/Maar kom toch binnen," hernam de
vicomte, terwijl hij de deur van zijn salon
opendeed.
Toen de jonge vrouw binnen was, en
hij de deur weder gesloten hadging hij
voort, altoos op den toon van iemand, die
in de wolken is:
//Neen, ik kan van mijn verrassing niet
bekomen. Ik ben een en al verrukking.
Maar uw aanwezigheid ten mijnent, me
vrouw, getuigt, dat gij mij noodig hebt,
dat gij mij iets te vragen hebt.
Wordt vervolgd.)