besteden voor boodschappenveel heoger zal zijn dan de som, die zij voor de aan sluiting aan het telefoonnet zullen moeten betalen. De voorzitter behoeftnu de heer Kaiser de voordracht van burg. en weth. zoo goed verdedigd heeft, aan die verdediging niet veel meer toe te voegenAan den concessio naris wordt geen gebouw kosteloos afgestaan. Hij kan er een van de gemeente huren. En wat de voorwaarden aangaat, deze had men aan de beoordeeling van den stadsconsulent onderworpen. Deze voorwaarden nu werden artikelsgewijze in stemming gebracht en be houdens een kleine wijziging in art. 7 goed gekeurd. Wel had de heer Kaiser de schrapping van art. 9 voorgesteld„de „besie toestellen, die op dit gebied te verkrijgen zijn, moeten worden gebruikt, „nadat zij door burg. en weth. zullen zijn ^goedgekeurd"maar dit voorstel kon na de inlichtingen van den voorzitter betreffende de uitdrukking „goedgekeurd" niet de in stemming der vergadering verwerven. Het werd verworpen. Vervolgens werd over het verleenen der concessie op de zooeven aan genomen voorwaarden gestemd. De uitslag was, dat 17 voor en 5 tegen de concessie •temden. De heeren Donner, Van Hoeken, Juta, Krantz en Verster stemden tegen. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. Gedurende de maand December is bij de rijkspostspaarbank ingelegd f 390,432.49 en terugbetaald f 301,506.04, alzoo meer ingelegd dan terugbetaald f 88,926.45. Aan het einde der maand November was ten na;ne der verschillende inleggers ingeschre ven een bedrag van f 6,140,998.676aan rente over 1885 is bijgeschreven f 131,333.28, te samen f 6,2 79,090.956, zoodat de som der inlagen op 31 December 1885 bedroeg f 6,308,017.40'. Bovendien werd gedurende het jaar lb85 aan inleggers, die huu ge- heele tegoed hebben opgevorderd, eene som van f 7,134.26 aan rente uitgekeerd. In den loop der inaand December 1885 werden 2658 nieuwe spaarbankboekjes uitgegeven; 754 werden geheel afbetaald, zoodat er aan het einde der maand 112,308 in om loop waren. Door den heer F. Hammacher, 1ste luitenant der infanterie te Middelburg zijn de volgende voorwerpen aan 's rijks Ethno- graphisch museum te Leiden ten geschenke gegeven. 1. Boek bevattende een geschrift bestaande uit twee handleidingen tot het aanleeren van de Arabische vervoegingen benevens de Awis- nil van Djordjani en de Adjrumijja van Cinhadji; twee bekende Arabische spraak kunsten. De omslag is bekleed inet roode, geelbruin geruite stof. Door den schenker gevonden in eene priesterschool in de XXII Moekims in het jaar 1879 bij gelegenheid eener expeditie. 2. Proeve van snijwerk, model van een Europeesch vaartuig, waarschijnlijk van een kruiser vierde klasse van het blokkade eskader. Door een Atjeher vervaardigd. De minister van staat, minis er van bin- nenlandsche zaken heeft aan den schenker de dankbetuiging der regeering aangeboden. (St.Ct Blijkens een bij het departement van marine ontvangen telegram, is Zr. Ms. schroefstoomschip Bonaire, onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee W. baron Van Hogendorp, adjudant des konings in gewonen dienst, den lOden dezer te Mar tinique aangekomen. Het voornemen bestond aldaar tot den 15den daaraanvolgende te verblijven en vervolgens de reis naar Barbados te vervol gen, waar men rekende 24 dezer maand te zullen aankomen. Blijkens een bij het departement van marine ontvangen telegramheeft Zr. Ms. schroefstoomschip der 1ste klasse Koningin Emma der Nederlandenonder bevel van den kapitein-luitenant ter zee H. Quispel, den 11 den dezer Capetown (Kaap de Goede Hoop) verlaten, ter voortzetting der reis naar Nederland. Naar de B. C. verneemt, is door den heer J. W. J. Zpgers Rijser, kolonel-com mandant van het 3de regiment veld-artillerie; pensioen aangevraagd. Nog een paar bijzonderheden omtrent de voortvluchtige familie v. d. II., te Ma dera aangehouden. De moeder ging met haar kinderen scheep onder den naam van „Da- vister". De bedrogen echtgenoot en vader zette zijne vrouw en kinderen, na ontdek king van hunne vlucht, terstond na. Te Rotterdam vernam hij dat zij naar Antwer pen waren gespoord. Hij ging daarheen en vond het spoor zijner familie, die aan boord van 't stoomschip Leibnitz passage had ge nomen naar Montevideo. Het schip lag ge reed om te vertrekken en v. d. II. spoedde zich naar de haven. Toen hij daar aankwam, had de Leibnitz juist 't anker gelicht, en voor zijne oogen stoomde het zeekasteel sta tig voort, al de zijnen meevoerende. V. d. H. miste de middelen om het schip na te stoomen, en had verzuimd maatregelen te beramen om dit zoo noodig en mogelijk vanwege de politie te laten doen. Bij tijdige voorzorgen ware het misschien nog moge lijk geweest de Leibnitz op de reede van Vlissingen te nadeien en de vluchtelingen aan wal te brengen. (Vad.) De politie te Rotterdam ziet zich in den laatsten tijd weder herhaaldelijk door kwaadwilligen in de uitoefening van haar taak bemoeilijkt, waarvan schermutselingen het gevolg zijn. Zoo zag zij zich ook gis teren middag bij het arresteeren van een drietal beschonken kerels, die zich o. a. zeer onwelvoegelijk tegenover eene dienst bode gedroegen, genoodzaakt de sabel te trekken, ten einde zich een baan te maken. Voor het politiebureau, aan de kaasmarkt, waar de arrestanten werden heengebracht, moest de talrijke menigte, die daar samen schoolde, worden uiteengedreven. Een prachtige ijsbaan is gemaakt nabij Slikkerveer door het onder water zetten van een stuk laag weiland. De baan is 900 meter lang en 300 breed, dus 27 bunders groot, ongeveer de oppervlakte van ons ten toonstellingsterrein in 1885. Fop Smit CV laten extrabooten voor schaatsenrijders varen, die eergisteren wel 900 Rotterdammers naar Slikkerveer brach ten, en in het geheel waren er wel 2000 menschen op de baan. Het was een schilderachtig tafereel, zegt de N. R. Cl. Er heerschte eene opgewekte stemming, en ieder roemde om strijd de lange baan en het prachtige ijs, want ner gens was een spoor van oneffenheid te vin den. Op verschillende afstanden vond uien tentjes. Zelfs waren er kleerrekken op het ijs, waarop zij, die te dik gekleed mochten zijn, zich van het overtollige konden ontdoen. Behalve in den aanblik van zooveel ge oefende schaatsenrijders, kon men zich ook verlustigen in het schouwspel van eenige heeren te zien „zeilen". Dit vermaak be staat hierin, dat men zich een driekant zeil, ter lengte van circa 1 mr.aan het lijf bindt, waarmee men zoodanig manoeuvreeren moet, dat de wind er vrij spel in heeft. De snelheid van zulk een „zeilend" raensch staat, wanneer er een fiksche bries waait, naar sommigen beweren, wel gelijk met die van eene locomotief. Het voornemen beslaat, als de vorst aan houdt, a. s. Vrijdag of Zaterdag eene hard rijderij op schaatsen te houden. Reeds is eene commissie gevormd, waarvan de heei L. Kruyff, burgemeester, tot eerevoorzitter is benoemd. Hierin heeft echter het weer ook een woordje mee te praten. De commissie voor werkverschaffing te Wageningen, die nog aan een 7Ütal per sonen werk verschaft, was dezer dagen ge noodzaakt eenige werklieden te ontslaan, die van hun karig loon nog geld afzonder den (terwijl zij op het werk waren) voor sterken drank. De commissie on'dekte, dat 's morgens te half negen reeds de jene- verflesch werd aangesproken. Gisteren heeft het ijs in de omstreken van '8 Bosch 3 slachtoffers geëischt. Inden polder de Vliert is een knaapje van 9 jaar, door het ijs gevallen en jammerlijk verdron ken, niettegenstaande alle pogingen om hem te redden, zelfs met levensgevaar. Een infanterist moet bij die gelegenheid zich bijzonder hebben onderscheiden. In den polder Bosch veld en May, rechts van den weg naar Vlijmen nabij het stoomgemaal, zijn twee schaatsenrijders verdronken die zich onbe zonnen waagden buiten de baan. De lijken der ongelukkigen zijn met behulp van een bootje van eene voorbijvarende schroefboot reeds opgevischt. (ArA) Dezer dagen zou een landman, die met paard en kar Breda verliet, zich nabij de grens der gemeente nog even laten scheren. Hoewel de politieverordening voor schrijft dat aangespannen paarden niet onbe heerd op den publieken weg mogen blijven staanmaar behoorlijk dienen vastgehouden te worden, vertrouwde onze landman zóózeer op de gehoorzaamheid van zijn „bruintje", dat hij het dier, tijdens de kunstbewerking bij den barbier maar even zonder toezicht liet. Nadat de boer ingezeept en de eene zijde van het gelaat reeds „stoppelvrij" was, begon het paard het wachten te vervelen, en trok het er tusschen uit. De eigenaar, dit ziende, stoot den barbier van zich af en loopt met een half geschoren baard het paard achterna, dat inmiddels reeds een tame lijk eind ver is. Niet onaardig was het, te zien hoe de boer eenige oogenblikken later zegevierend met „bruintje" terugkwam en door een troep jongens hartelijk werd uitgelachen om het dwaze figuur, dat hij gemaakt had. De nog altijd ingezeepte linker wang werd met den noodigen spoed afgekrabt, en ons boertje verliet daarna in allerijl de stad. Door onbekende oorzaak brak in den nacht tusschen 7 en 8 dezer, ongeveer een uur, bij den landbouwer Jan Voet te Deur- sen, een hevige brai d uit, waardoor bin nen een luttel tijds en vóór de noodige hulp aanwezig was, zijn gcheele erf met in boedel, 7 beesten, 3 varkens, de voorraad hooi, koren en tabak eene prooi der vlam men werd. Met moeite werden de bewo ners, waaronder 8 kinderen, gered. Een medebewoner, die voor eenige dagen nog een paar koeien had verkocht, redde zich met een koenen sprong door een ïaam maar inoest al zijn geldswaardig papier zien verbranden. CiltlVE\ll iGE. Door Z. M. is benoemd tot ambtenaar van het openbaar ministerie bij de kanton gerechten in het arrondissement Groningen, ter standplaats Groningen, mr. J. A. G. Gockinga, advocaat en procureur, entevens beëedigd klerk ter griffie van de arrondis- sements-rechtbank te Groningen, en tot notaris te Zevenbergen, A. J, J. C. Van der Poest Clement, thans notaris te Fijnaart. De officier van gez. 2de kl. bij de zee macht J. Keyser, uit Oost Indië in Neder land teruggekeerd, is op non-activiteit gesteld. De minister van justitie zal op 16 dezer geen audiëntie verleenen. 1111. MM. de koning en koningin worden hedenavond bij de tweede opvoering van „Gutenberg" verwacht. De pauze's in dat stuk zullen zooveel mogelijk worden bekort. Hll. MM. de koning en koningin hebben hun jaarlijksch verblijf te Amster dam voorloopig vastgesteld van 27 April aanslaande lot 3 Mei daaraanvolgende. Voor het gerechtshof alhier versche nen gisteren de oude bekenden der justitie J. J., sjouwer te 's llage en L. J. O schoenmaker te Leiden. Zij werden laatste lijk door het hof ieder tot 7 jaren tucht huisstraf veroordeeld, wegens den diefstal ten nadeele van den vleeschhouwer v. d. G., in de Schoolstraat, maar hadden zich nog te verantwoorden aangaande twee diefstallen door beiden bedreven in de tweede helft der maand December 18ï>4. Het eerste feit betrof een klokje met hertje, weggenomen uit het zoogenaamde Boorhuis nabij de Maliebaan, ten nadeele der familie D., het tweede gold twee jasssen, ontvreemd uit de vestibule der woning van jhr. v. T. aan den Langen Vijverberg. Tot het Boorhuis hadden besch. door inklimming door een half openstaand raam toegang weten te ver- krijgenterwijl men voor den laatstgenoem den diefstal een valschen sleutel gebruikte. De gestolen voorwerpen werden verkocht aan v. R eveneens bekend door den diefstal bij v. d. G. De beide besch. konden zich thans niets meer herinneren, de tweede ont kende pertinent; de eerste nam een nller- brutaalste houding aan, niettegenstaande zijn in de instructie afgelegde bekentenis. Adv. gen. jhr. mr. De Savornin Lobman oordeelde het wettig en overtuigend bewijs voldoende geleverd en requireerde voor ieder een celstraf van 1 jaar. Voor den eersten beschuldigde trad als verdediger op mr. Wiercx. 11ij trachtte aan te toonen dat uit het getuigenverhoor wel was gebleken dat er gestolen was, maar niet door wie de feiten waren be dreven. Pleiter meende, dat wanneer de tweede bij gebrek aan bewijs mocht worden vrijge sproken ook zijn cliënt moest vrijgesproken worden. Mr. Heijmans, die den tweeden beschul digde ter zijde stond, was van meening dat het bewijs voor de schuld van dezen be schuldigde, zoo niet geheel, dan toch aan gaande den tweeden diefstal, ontbrak. Zijn conclussie strekte tot vrijspraak. De oppasser van den heer V. d. K. alhier, wien door zijn meesteres een bank biljet van f 200 ter hand werd gesteld, om f 174.78 belasting en 16 waterverbruik te gaan betalen en die, na alleen aan die laatste opdracht voldaan te hebben, met de res- teerende f 194 aan den draai ging, had zich gisteren daarover voor de rechtbank te ver antwoorden. Bekl. beweerde, na het drin gen van een borreltje, zoo in de war te zijn geraakt, dat hij van het eene kwaad tot het andere gekomen was. Subst-off. van justitie mr. Pape requi reerde schuldig-verklaring aanmisbruik van vertrouwen en veroordeeling tot 3 maanden celstraf en een boete van f 12.50. Verder stond terecht J. De G., oud 33 jaren, wonende alhier. Uit de dagvaarding bleek dat bekl. sedeit 1884, te 's Graven- hage, als boekhouder tegen een loon van f 1000 's jaars en vrij woning in dienst was van de Haagsche Tramway-Maatschappij en als zoodanig belast was: 1°. met de ontvangst van de passagiersgelden2°. met die der gelden van de verkochte abonnements-boekjes- 3°. met die der borgtochten en kleedings; gelden van de koetsiers en conducteurs, ten einde daarmede de loopende rekeningen der maatschappij te betalen en de overige gelden te haren behoeve te storten bij haar ban kiers de firma Scheurleer en Zonen alhier, en die behoorlijk te verantwoordendat hij echter bedriegelijkte haren nadeele, op verschillende tijdstippen heeft verduisterd onderscheiden hem in zijn voormelde betrek king als zoodanig ter hand gestelde gel den, bedragende respectievelijk: f 1053.02, f 587 74, f25, f 33.75, f9, f2.50 en f 761.996 alzoo gezamenlijk een totaal van f 2473.016. Bekl. erkende zich aan de hem ten laste gelegde feiten te hebben schuldig gemaakt en voerde tot zijn verontschuldiging aan, dat hij in het begin van 18S4 een enve loppe, inhoudende circa f 1400 aan bank papier en toebehoorende aan voormelde maatschappij, had verloren en nu telkens de tekorten in zijn kas met nieuwe ontvang sten welke hij opzettelijk niet verantwoordde, had gedekt. Het O. M. requireerde 1 jaar eenzame opsluiting en een boete van f 100. Ten slotte had de rechtbank zich voor de tweede maal bezig te houden met de zaak tegen Gerardus Iloogendoorn, door haar op 18 Jan. jl bij verstek schuldig verklaard aan het schrijven van een lasterlijk artikel in n°. 38 van Argus, humoristisch en sati riek weekblad, dd. 19 September jl. en ver oordeeld tot 3 maanden celstraf en een boete van f 25. Bekl. was op 9 Febr. tegen dit vonnis in verzet gekomen en ontkende heden, in strijd met zijn vroeger voor den rechter van instructie afgelegde bekentenis, de schrij ver van het geïncrimineerde stuk te z n. Als reden voor de vroegere bekentenis gaf bekl. op, dat De Hondt hem daartoe had overgehaald, door hem diets te maken dat de zaak toch de snipperinand in zou gaan en bekl. er dus geen kwaad bij kon. Het manuscript, dat tot de vervolging en ver oordeeling aanleiding gegeven had, was zoo beweerde hij door hemop verzoek van De Hondt, voor f 1.50 uit een exem plaar van Argus overgeschreven en wel nadat laatstgenoemde geroepen was, zich ter zake van dat stuk te verantwoorden. Bekl. had drie getuigen décharge meegebracht om zijne opgave daaromtrent te bevestigen Ge tuige De Hondt sprak dit echter ten stel ligste tegen. Subst.-off. mr. Pape maakte bekl. attent op een vroeger door dezen ondergaan vonnis van 8 maanden celstraf en 16 boeten van f 50. Z.E.A. meende dat de rechtbank op deze verzwarende omstandigheid in deze dub bel moest letten, want al bestond het uit zicht dat de uitgave van Argus, door het opdroogen van de bronnen en daaruit voort vloeiend geldgebrek, zou moeten worden gestaakt, kon het toch voorloopig geen kwaad, eens een voorbeeld te stellen aan de mede arbeiders van dat „vuile" blad. Zij zouden er dan wel den schrik voor krijgen om hun diensten aan den uitgever Michiel De Hondt, die zelf achter de schermen bleef en een aix'er voor de scliuid liet opdraaien, te blij ven wijden. Het requisitoir strekte tot schuldigverklaring aan de bij dagvaarding ten laste gelegde feiten en veroordeeling tot 4 maanden celstraf en een boete van f 100. De uitspraak in deze drie zaken is be paald op Donderdag a. s. BÜITE^LAiNDSCHE BERICHTEN. EXG£LA D. De rust is door geheel Londen vol komen hersteld. Tot nu toe zijn alle winkels weder geopend en de zaken gaan als naar gewoonte. De voo.behoeds-maatregelen van wege de autoriteiten blijven van kracht. FRAIV'HRIJ H. In de kamer van afgevaardigden werd gisteren door den heer Basly, die de regee ring interpelleerde over de gebeurtenissen te Decazeville, eene rede voorgelezen, waarin de moord, op den heer Watrin gepleegd, als eene daad van volksgerechtigheid werd geprezen. Van verschillende zijden, vooral rechts en in het centrumwerd tegen deze uitdrukking geprotesteerd; slechts drie leden der linkerzijde betuigden hun bijval. De heer Basly werd twee malen tot de orde geroepen. De heer Baïhaut (minister van openbare werken) hield eene rede met eene aanspo ring, om eene goede verstandhouding tus-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1886 | | pagina 2