NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ABONNEMENT:
ADVERTENTIES:
Woensdag 10 Februari 1886. N°. 34. 199° Jaargang.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
DE BOETVAARDKiK.
Leidssk Oourant
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per Nummer 10 Cent.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingenh contantzonder rabatper regel 0.10.
Unreel.- Scheepmakerssteeg; ft.
Stads-Bcriciitcn.
Vergadering van den Gemeenteraad van
Leiden, »p Donderdag 11 Februari 1886,
des namiddags te twee «nr.
Onderwerpen:
Voordiacht Int aanvulling van hel Regle
ment van de Gemeente inricti'ing voor
de opleiding van O. 1. Ambtenaren. (13)
2. Benoeming van een Directeur van voor
melde instelling (13)
3. Vooidraclit betrekkelijk de herstelling
van een gedeelte walkant aan den Nteu
wen Rijn. (4 eu 23)
4. Verzoek van Slevr. J. J. Iltibreclil-Ver-
sler, om ontslag als regentes van bel
II. G. ol' Arme Wees- en Kmileibuis. (tl)
Stalen van af- en overschrijving op de
begiooling der Bank van Leaning dienst
1885. (14)
Voorstel betrekkelijk de levering van gas
aan ingezetenen van de omliggende ge-
meenten. (213 van 1885 en 2fï)
7. Voorstel lol wijziging van art. 12 der
Verordening betredende de inrichting en
liet bestuur van liet Gymnasium. (17)
8. Verzoek van C. J. Bielien, oin een huis
te leggen door liet Schuttersveld. (20)
9. Voorstel betrekkelijk de overdracht van
de pacht van de opbiengst der tolgelden
aan den Rijnsbiiigervtiet. (21)
10. Idem hein kkelijk de herstelling van de
Morschpoort (II en 21)
11. Idem betrekkelijk hei verleenen van con-
cessie voor den aanleg eu de exploitatie
van een lelel'ooti. (10)
5.
0.
a T A D S A' I E li W S.
In de maand Januari 1886 zijn binnen de
gemeente Leiden geboren: 147 kinderen,
als: 75 zoons en 72 dochters, waaron
der zijn begrepen 2 tweelinggeboorten over
leden 86 personenvan welke 5 elders
woonachtigals13 mannen16 vrouwen
82 zoons en 25 dochters; daarenboven ais
levenloos aangegeven 9. Gehuwd 15 paren.
Gisterenavond werd in het lokaal
„Epliraim" door de smeden- en koperslagers-
vereeniging „Nut door Vriendschap" lianr
veertiende jaarfeest gevierd. Omstreeks half
negen leidde het bestuur met de banieren
van het sinidsgild en de vereeniging onder
de opwekkende tonen van een flink orkest
den beschermheer, den heer J. Van dei
Drift naar de voor hem bestemde eereplaats.
Vervolgens trad, nadat het tooneelgordijn
was opgehaald, de voorzitter, de heer W.
P. Van der Drift, vergezeld door twee leden
van het bestuur, voor het voetlicht, heette
in welgekozen bewoordingen allen welkom
en sprak ziin leedwezen uit, dat zoo weinig
donateurs tegenwoordig waren. Uit het kort
maar zakelijk verslag, dat hierop door den
secretaris, den heer A. C. Bonte, werd uit
gebracht, bleek, dat het ledental verminderd
was en oogenblikkelijk slechts uit 62 bestond
dat de vereeniging drie eereleden en 1S
donateurs telde en dat de finantiëele
toestand hoogst gunstig te noemen was.
Nadat liet bestuur het tooneel verlaten
had, nam de eigenlijk gezegde feest
viering onder het aanheffen van het
.Welkomslied" een aanvang. Het gezel
schap .Van der Vank-Solser" voor dezen
feestavond geëngageerd voerde de onder
scheidene nummers van het programma op
verdienstelijke wijze uit. .Ilct zangvogeltje",
een operette en „een lastige schoonpapa" een
blijspel in één bedrijf, onmogelijke, maar
toch vermakelijke stukjes werden,
terwijl de lachspieren der toeschouwers in
voortdurende beweging waren, vlug en goed
afgespeeld. De komiek Michel Solser" was
vaak onbetaalbaar en oogste vooral in het
nummer „de twee Gardissen van koning
Kakatoe" veel lauweren in. Wat de dames
Josephine en Rosalie betreft zij zongen niet
kwaad en speelden vrij goed. Zij wisten door
zang en spel het publiek te amuseeren. Wij
kunnen dan ook dit gezelschap den vereeiiigin-
gen, die haar leden en genoodigden een ge
noeglijken avond willen verschatten geruste-
lijk aanbevelen.
De feestavond werd met een bal, dat tot
laat in den morgen duurde, besloten. Wij
eindigen dit verslag met den wensch voor de
vereeniging, dat zij in krachten moge win
nen, en met een dankbetuiging aan het
geacht bestuur voor de meer dan gastvrije
ontvangst.
Hedennamiddag te ongeveer een uur
zijn buiten de voormalige Wiltepoort de
kleederen van een 20-jarig meisje, genaamd
J. v. d. W.doordien zij te dicht bij de
locomotief der stoomtram kwam, door daar
uit vliegende vonken in brand geraaktdoch
door het trampersoneel met behulp van de
waterleidingslang gebluscht, zoodat zij met
den schrik is vrijgekomen, en tot herstel
daarna opgenomen bij den lieer De A.aan
de voormalige Wittepoort woonachtig.
BINNENLANDSC1IE BERICHTEN.
De minister van financiën maakt be
kend dat liet saldo van 's rijks schatkist op
6 dezer bedroegbij de Nederlandsche Bank
ƒ14,288,970.875 en bij de betaalmeesters
ƒ1,558,467.72. Te zamen 15,847,488.595.
In de Slaa/tcouranl van 9 Februari
is opgenomen bet verslag, uitgebracht aan
den minister van binnenl. zaken door de
commissie, in 1885 belast met het afnemen
der examens in de Engelsche taal, middel
baar onderwijs, naar aanleiding van het
kon. besl. van 9 Aug. 1879 (Stl/l. N® 149).
Ingevolge bijzonderen last van Z. M.
,den koning heeft de jongstbenoemde ordon-
nance-officier des konings, de 1ste luit. der
cavalerie jhr. Boreel, zich naar Deventer
begeven ten einde uit naam van Z. M. aan
den gepensioneerden kolonel van het aldaar
garnizoen houdende regement hussaren llol-
tius, de onderscheidingsteekenen te overhan
digen van adjudant van Z. M. in buitenge
wonen dienst en kommandeur der orde van
de Eikenkroon. Als officier der hussaren
diende luit. Boreel laatstelijk bij het corps
dat ouder bevel stond van kolonel Hollius.
Mr. Van Gilze wijst in de „Vragen
des Tijds" op hetgeen hij, niet ten onrechte,
noemt een struikelblok voor grondwetsher
ziening. In zijn streven om aan de grondwet
zooveel bestendigheid mogelijk te schenken
heeft de grondwetgever iii 1848 de bepaling
van art. 107 opgenomen, waarbij eene meer
derheid van twee derden der stemmen ge
vorderd wordt voor eene verandering.
liet doel om de grondwet duurzaam te
makenis daardoor voorbijgestreefden nog
grooter gevaar dan eene lichtvaardige wijzi
ging is daaidoor in het leven geroepen. Aan
eene minderheid is eene buitensporige macht
verleend, waaidoor de geleidelijke ontwikke
ling van het staatswezen wordt tegengehou
den. Hij betreurt liet dat de minister Heems
kerk tiians niet meer, gelijk hij vroeger
erkende, voor eene verandering van dat
artikel is.
„Art. 197, al. 2, zegt mr. Van Gilze,
laat aan het meest gewetenlooze obstructio-
nisine vrij spel; zij geeft aan een onvader
landslievende minderheid het wapen in de
hand om zelfs de noodzakelijkste hervormin
gen te verhinderen om het algemeen belang
en het nationaal welzijn voor de bevrediging
van de onbillijkste wonsclien, voor de vol
doening van de onbeschaamdste eischen ten
offer te brengen; oin alleen uit bekrompen
partijzucht het land aan het gevaar van revo
lutie bloot te stellen. Het voor ons bedaarde
Nederland geringere gevaar voor een licht
vaardige grondwetsherziening heeft men in
1848 willen keeren en daarvoor heeft men
het veel grooter gevaar in het leven geroe
pen dat een revolutionaire of eigenzinnige
minderheid door haar koppig obstruclionisine
de rust van het land verstoort en oorzaak
wordt dat de nationale meerderheid, ten
einde raad, zich langs revolutionairen weg
datgene verschaft wat, volgens de parlemen
taire beginselen, niets meer dan haar
recht is."
ilij geeft in overweging om, teneinde
lichtvaardige grondwetsverandering te voor
komen en toch aan liet obstructionisme geen
vrij spel te geven, de volgende bepaling op
te nemen.
„Na afkondiging der wet, dat wijziging
der grondwet verplicht isworden er op
de bij kamerontbinding voorgeschreven wijze
verkiezingen uitgeschreven voor twee grond-
wetkamers, bestaande uit een gelijk getal
leden en op dezelfde wijze verkozen als de
kamers der staten-generaal. Verkiesbaar is
ieder, die voor de gewone kamers verkies
baar isook de leden der staten-generaal.
Deze grondwetkamers behandelen, zonder
recht van amendement, die in eersten aan
leg vastgestelde grondwetswijzigingen en be
slissen elk afzonderlijk, bij volstrekte meer
derheid van stemmen der voltallige ksmer.
Zoolang de grondwetkamers bijeen zijn,
worden de zittingen van de stalen generaal
geschorst."
Evenals voor het wapen der inf. zal
ook voor de cavalerie worden vervaardigd
een handboek voor de miliciens, die tot
dit wapen behooren. De zamenstelling is
FEUILLETON.
227.)
De paarden bleven in gestrekten elraf loo-
pen, zoodat de coupé en de fiaker, die hem
op den voet volgde spoedig den grootcn
straatweg bereikten.
Een eind voorbij Epinay begon het paard
van den coupé een oogenblik te stappen,
klaarblijkelijk om niet te ver den fiaker
acuter zich te latendie midden op den weg
bleef stil houden.
Eluks trad een man, die daar wachtte,
op het voertuig van Colibri tne, opende
het portier zonder een woord te uilen, en
ging in den wagen zitten.
Dadelijk zeiten de beide paarden het we
der in galop.
Het was volslagen nacht geworden; een
sombere nacht, zonder mauiiliclit of sterge-
flonker, en dien een zware mist nog duis
terder maakte.
De beide lantaarns, die men aangestoken
hadwierpen een flauwen glans in den coupé.
Aurora zat in een hoek gedoken met
halfgeloken oogen in gepeins verdiept. Lie
felijke heelden doemden op voor haar geest;
want ieder oogenblik ploo de een vriendelijk
lachje bate lippen. Zij droomde, zooals zij
zeer dikwijls deed als zij alleen was, van
een heerlijke toekomst, die zij hoopte te
zien aanbreken. Die toekomst was zoo vol
van schoone beloften en verborg haar de zor
gen en moeilijkheden, den kommer, bet
verdriet, de teleurstellingen en ontgooche
lingen, die dit leven al te vaak aanbiedt.
Met uitzondering van bet Bois de Bou
logne, de Chainps-Elysees, waar zij geregeld
baar rijtoertjes maakte en de voornaamste
boulevards, kende Aurora, gelijk we weten
Parijs niet. Zij was slechts eenmaal naar
Batignolles gegaan. Misschien bad zij wel
eens een platte grond van Parijs onder de
ongen gehad. Maar zij zou zeker niet heb
ben kunnen zeggen of Batignolles in liet
zuidelijke dan wel in het noordelijk gedeelte
der siad wordt aangetroffen, en nog minder
hoever de boulevard llaussinaun van de Kue
Davy af was.
De coupé reed omstreeks drie kwartier
voort, zonder dat zij er aan gedacht had
zich te verwonderen over den langen duur
der rit. Zij had zich evenmin rekenschap
gegeven van den tijd die er verloopen was.
Op zijn best had zij bespeurddat het don
ker was geworden.
Op eens kreeg het rijtuig een schok; het
stootte tegen een steen.
liet jonge meisje ontwaakte uit haar droo-
merijen, opende de oogën en richtte zich
overeind.
„Maar neen," sprak zij binnensmonds,
„wij zijn er niet. Ik vind dat het wel wat
lang duurt, liet is volslagen nacht. Moe
der zal ongerust zijn."
Zij zag door het glas van het portier
naar huiten.
„'t Is zonderling," zei ze, „ik zie geen
huizen, geen licht."
Zij stak het hoofd vooruit, drukte haar
gelaat tegen het glas en keek.
Niets dan hoornen; groote schimmendie
elkander schenen na te loopen.
Aurora was niet bang; tegen wil en dank
rilde zij toch.
Zij zag naar een anderen kant.
Hetzelfde verschijnsel.
Zij begin onuerust te worden. Zij kreeg
een gevoel alsof haar een gevaar, dat zij
I nog niet kende, dreigde.
„Maar waar zijn wij dan tochvroeg zij
met kloppend hart en benauwde stem.
Zij klopte op het voorpaneel van den coupé
S en riep:
„Louis! Louis!"
Op dat oogenblik lag Louis te snorken
in het wijnhuis, en de ellendeling, die op
zijn plaats zat, wachtte zich wel te ant
woorden.
Toen zij geen antwoord ontving, klopte
zij op nieuw en riep harder:
a Louis 1 Louis!"
Evenmin als den eersten keer, kwam er
antwoord.
„Maar is hij dan ingeslapen!" vroeg zij
zich af.
En nn klopte zij nog harder, met ge
sloten vuist.
Altoos hetzelfde stilzwijgen.
„Louis, hou op! ik wil het, ik gelast
het."
In stede van te antwoorden, legde Lory,
die zich hield alsof hij meende te bespeuien
dat het paard niet hard genoeg liep, de
zweep er over, en de coupé reed met een
duizelingwekkende vaart vourt.
Eensklaps verving een hevige angst bij
Aurora de ongerustheid van straks. Zij werd
akelig bleek en begon te beven. Tevergeefs
poogde zij zich zelve gerust te stellen. Al
lerlei soort van schrikbeelden rezen er voor
haar op.
Wordt vervolgd.)