NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze <011 ra ut verschijnt dagelijks, behalve op h on- en Feestdagen.
ABQUBEHIEIBT:
Maandag 4 Jnuari 1886. W°. 2.
ADVERTENTIES:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
DE BOETVAARDIG.
LeidscSie Courant
j M i
Voor Leiden, per 3 aanden1.25.
Franco door het gehle rijk, per 3 maanden 1.00.
Prijs peiViimmer 10 ('ent.
Van "16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, 4 contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Bureel: Sclieeputakcrssteeg 6.
199e Jaargang.
Vergelijkend Staat van de Veemarkt te Leiden over de jaren 1884 en 1885.
Soort van het
Ter markt gebrac
aantal.
Laagste prijzen.
Hoogste prijzen.
Gemiddelde prijzen
over het geheele jaar.
Vermoedelijk verhandelde waarde.
AANMKRKINSKN.
aangebrachte V ee.
18*4.
188.'
1884.
1885.
1884.
1885.
1884.
1885.
1884.
1885.
Paarden
Veulens
Runderen
Kalveren
Schapen
Lamineren
Varkens (magere)
Biggen
18
42
23627
5758
48059
45773
2618
12992
1
255
67
448
552
25
132
68.—
- 80.—
153.—
- 34.30
- 15.80
7.—
- 15.40
5.50
40.—
- 80.—
147.—
- 28.90
- 15.40
6.70
13.—
5.92
f 100.—
130.—
- 317.—
- 82 20
- 37.60
- 19.—
- 28.20
15.20
170.—
- 124.—
- 295.—
- 77.10
v 30.—
15.30
25.—
- 13.—
f 84.—
- 105.—
235.—
- 58.25
26.70
- 13.—
- 21.80
10 35
f 105.—
101.—
- 221.—
- 53.—
22.70
11.—
19.—
9.46
f 1,512.—
4,410.—
- 5,552,345.—
v 335,403.50
- 1,283,175.30
595,049.—
57.082.40
134,467.20
8925.—
12322.—
5,645,224.-
v 358,651.—
- 1,018,912.20
607,964.—
48,868.—
124,872.—
Totalen
138,887
148,4
Stuks
Vee, vertegenwoordigende eene vermoedelijke waarde van
f 7,963,444.40
7,825,678.20
Gedurende het jaar 1885 is aan Gemeentewaag gewogen: 432,200 kilo boter, 235,256 kilo kaas en 194 7 stuks vette varkens.
Stads-Berichtf.
RURGEMEESTER en WETIUDERS van
LEIDEN
Gezien art. 8, Ie alinea der kt van 2 Juni
1875 Staatsblad no. 95), toregeling van
bel toezicht bij hel oprichten v inrichtingen
welke gevaar, schade ol' hindekunnen ver
oorzaken
Brengen bij deze ter algemee kennis dal
door hen op heden vergunning verleend aan
W. S. MARSMAN en reclnvenjgenilen lot
hel oprichten van eene slaclitiats in hel
perceel aan den Ouden Rijn no.3.
En geschiedt hiervan openbarennisgeving
door plaatsing in de Leidsche rant.
Burgemeester en Wethoudt voornoemd,
DE KANTEItirgemeesler.
E. KIST, Secrelis.
Leiden, 31 December 1885.
De BURGEMEESTER der gemite Leiden;
Gezien art. 21 der Wel vanm 4en De
cember 1872 (Sllil. no. 134);
Brengt Ier algeineeue kennis dsin de alge-
loopen week 4 gevallen van oodvonk
alhier zijn aangegeven en dat yie sterfge
vallen aan deze ziekte voorkwam.
En geschiedt hiervan openbare kondiging
door plaatsing in de Leidsche Count.
De Burgemeesler .ornoemd
DE KAN'R.
Leiden, 2 Januari 1888.
ITADSNIEUlVi
Het getal der in de Stedele Werk
inrichting opgenomenen bedroeg gedurende
de afgeloopen week dagelijks van 57 tot 78
volwassen personen en 12 tot 18 kinderen.
Gedurende het jaar 1885 werden door
het rijkstelegraafkantoor alhier behandeld
32722 telegrammen die werden aangeno
men, 34823 telegrammen die werden ont
vangen en bovendien nog 27 telegrammen
die hier werden opgenomen, doch weder
'/verder geseind, makende te samen 67572
'berichten.
Op Nieuwjaarsdagwerden aan het tele
graafkantoor alhier aangeboden 215 Nieuw
jaarskaarten en 280 ontvangen.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
J. Wittebol, 28 jaren, laatst wonende
te Velzen, arbeider, is bij zijne overbren
ging naar de cellulaire gevangenis te Gorin-
cnem aan een rijksveldwachter ontvlucht.
Hij is bij vonnis der arrond.-rechtbank te
Alkmaar, wegens diefstal, veroordeeld tot
3 maanden cellulaire gevangenisstraf. De
commissaris van politie te Gorinchem ver
zoekt opsporing, aanhouding en opzending.
Thans is, naar het Vad. verneemt,
door den minister Maybachten behoeve
van de Duitsche spoorwegende levering
van negen personenwagens 3e kl. voor
den dienst op de lijnen die te Frankfort
a. M. van materieel worden voorzien
aan onze landgenooten de heeren Beynes te
Haarlem opgedragen.
Met de jongste boot der Castle-stoom-
vaartlijn zijn naar de N. S. C. uit Londen
verneemt, aangekomen drie Transvaalsche
knapen, zoons van den magistraat Koek.
Zij gaan naar Nederland om daar hunne
opvoeding te voltooien, eerst op de school
(e Doetincbem, later op eene hoogeschool,
vermoedelijk Utrecht. Zij willen een tien
tal jaren in ons vaderland doorbrengen, al
vorens naar Pretoria terug te keeren.
Op oudejaarsnacht hebben te 's-Hage
wederom verschillende vechtpartijen en ver
wondingen door dronken personen plaats
gehad. In de Bagijnestraat kreeg de kaste
lein V. d. K. geschil met den veldartillerist
V. G.over de betaling der verteringwaar
van het einde was, dat de herbergier den
militair een hevigen slag met een bierglas
op het hoofd toebracht, waardoor eene
bloedende, doch niet gevaarlijke kwetsuur
aan dit lichaamsdeel ontstond. De verwonde
werd naar het hospitaal gebracht en nog in
den afgeloopen nacht aldaar door den com
missaris van politie omtrent de toedracht
van de zaak in verhoor genomenterwijl de
kastelein, aanvankelijk aangehouden, heden
weer ontslagen is.
In dezelfde straat werd ook een grenadier
door een burger geducht mishandeld. De
ongeregeldheden namen daar in zulk eene
mate toe, dat de politie de hulp der pa
trouille moest inroepen.
In de Lage Nieuwstraat eindigde een
vechtpartij tusschen de personen C. du C.
en H. hiermede, dat eerstgenoemde van den
ander met een mes een snede over het aan
gezicht ontving, die zijne verbinding in het
poliliebureel noodzakelijk maakte.
Op het Plein werd circa half twee ure
slag geleverd met acht man tegenover een
tegenpartij van gelijke getalsterkte. De
vrede werd zonder bloedvergieten gesloten.
Donderdagavond, terwijl bij eene fa
milie te Kralingen de dienstbode bezig was
met het bakken van oliebollen, sloeg de
vlam in de olie. De miid, bevreesd voor
brand (zij was alleen in huis)nam toen den
pot van de kachel om dien op den grond
te zetten. De pot sprong uiteen, met het
gevolg dat de dienstbode vreeselijke brand
wonden bekwam. Haar toestand is niet hope
loos. De brand werd door een paar voor
bijgangers spoedig gebluscht.
Donderdag had voor de arrond.-recht-
bank te Haarlem de behandeling plaats der
zaak tegen E. Lobbes, K. A. Bos en J. A.
Fortuijn, wegens het dragen van vuurwapenen
op den 6 December bij eene bijeenkomst van
sociaal-democraten te IJmuiden.
De beklaagden Lobhes en Bos waren niet
vei schenen. Uit het getuigenverhoor bleek,
dat het wapen van Lobbes niet, de beide
wapenen van Bos wel geladen waren ge
weest. Tegen beiden werd door het O. M.
eene geldboete van flO geëischt, bij niet-
betaling te vervangen door drie dagen ge
vangenisstraf.
Daarna kwam voor J. A. Fortuijn, die bij
de gewone vragen zich winkelbediende heette
en bekende een geladen revolver bij zich te
hebben gehad.
Hij was eerst van plan geweest niet te
verschijnen, maar was gekomen uit deferen
tie voor de rechtbankdie men toch in elk
geval moest eerbiedigen.
Ook tegen dezen beklaagde requireerde
de ambtenaar van het O. M. eene geld
boete van f 10, bij wanbetaling drie dagen
gevangenisstraf.
Uitspraak over acht dagen.
-De Amsterdamsche brandweer bluschte
in het afgeloopen jaar 753 schoorsteen-,
660 kleine, 18 groote binnen-, 28 kleinen,
17 groote uitslaande, 7 scheeps-, 22 bui-
FEU1LLETON.
194.)
Ik keerde mij snel om teneindeen mijn
heer eens flink op zijn voorman zetten.
Doch in plaats van mij beleefd zi veront
schuldigingen aan te bieden, was ij reeds
de straat overgestoken en zag ikem het
huis van mevrouw Delorme binne-ian. Ik
giste, dat hij het was; maar ik y er nog
niet zeker van. Hoe er achter komen?
Ik wist het zelf niet, toen ik deimenier
van mevrouw zag naderen en tot d>portier
hoorde zeggen, dat hij een rijtu moest
halen.
„Een rijtuig?" antwoordde deze baasd.
„Maar u ziet zoo pips, juffertje! 't is er
voor bijzonders aan de hand?"
„Spreek me er niet van, man!" d luidde
het antwoord. „Mijnheer is zoo ist ge
komen, en wij weten niet hoe wel boven
hebben. Ik begrijp niet wat dien jnheer
Delorme scheelt, maar hij is erg bs. Om
kort te gaan hij heeft de onderwijzs weg
gezonden. Die is nu bezig haar Her te
pakken. Voor haar is het, dat jeioedig
een rijtuig moet halen.
„Hoe!" riep de portier. „Zendt hij me
vrouw Durand weg?"
De vicomte, die bezig was ziin overjas
aan te trekkenbleef onbewegelijk staan
met den arm naar achteren uitgestrekt, dien
hij juist in het armsgat van den tweeden
mouw gestoken had.
„Wie zeg je daar?" vroeg hij.
„Ik zei mevrouw Durand. 't Is denaam
der onderwijzeres van juffrouw Delorme,
of liever van die haar onderwijzeres waa;'
daar men haar gisteren op straat gezet
heeft."
Het voorhoofd van den vicomte betrok
eensklaps.
"Ben je wel zeker van die wegzending
vroeg hij.
„Zoo zeker, dat ik den portier een rij
tuig heb zien haleneen grooten koffer en
een klein pakje naar beneden brengen, die
hij naast den koetsier op den bok laadde,
en dat ik vervolgens die mevrouw zelve heb
zien komen, die half dood scheen en in het
rijtuig ging zittenen dat ik haar heb zien
wegrijden."
„Dus heb je die mevrouw Durand goed
kunnen opnemen?" vroeg de vicomte gejaagd.
„Hoe ziet ze er uit?"
„Niet te groot en niet te klein. Jong
nog, zoowat vijf en dertig jaar; zij zag
erg bleek, maar ik kon toch opmerken, dat
zij nog heel mooi was.
„Hoe was zij gekleed?"
„Heelendal in het zwart."
„'t Is wel."
Hij kon er niet meer aan twijfelen, 't Was
de gravin. En zij was de onderwijzeres ge
weest harer dochter.... Wat wilde dat zeg
gen? Nieuw raadsel.... Onmogelijk het te
doorvorschen."
„Bepaald weet de gravin," zoo sprak hij
bij zich zelf, „dat Aurora hare dochter is.
Maar alles schijnt aan te duidendat het
jonge meisje het niet weet. Aha! nn begrijp
ik waarom zij gisteren zoo kalm, zoo rustig
zoo geheel meester van zichzelve bleef, toen
ik haar over hare dochter sprak 1 Ik moet
eerlijk bekennen zij heeft mij beet gehad.
Zij was leeper dan ik. Ik heb als een ezel
met mij laten sollen. Waarachtig de gravin
De Lasserre is een handige vrouw."
't Is goed, heel goed, „ging hij voort,
terwijl hij zijn tanden op elkander klemde,"
mijn beurt zal komen.... Maar waarom,
voor den duivel! heeft die graaf zijn vrouw
heengezonden P Bah 1 men kan nooit zich
rekenschap geven van de invallen van een
gek.... En trouwens, wat kan het mij
eigenlijk schelen? Misschien speelt hij juist
in mijn kleur....
„Heb je die mevrouw Durand achterna
gegaan
„Neen, mijnheer! U had me nooit over
die mevrouw gesproken en ik kon dus niet
vermoeden
„'tls waar. Ik wist zelf nietdat juffrouw
Delorme een onderwijzeres had. Maar je
moet er achter zien te komen waar zij steekt."
„U zult het weten."
„Op hoe'n voet sta je nu met den koet
sier?"
„Op een heel goeden. Wij hebben reeds
menig glaasje geknapt. U hadt gelijk, hij
lust hem. Maar ik heb zijn vertrouw?
nog niet geheel gewonnen. Hij pakt r 11
niet uit." I '10ff
„Maar alles gaat toch naar wenschp'1
„Uitmuntend.... Ik houd reeds zol
van dien besten Louis?veel
„Ik behoef je niet verder de meest u"'
gelijke behoedzaamheid aan te bevelen. O'. 10~
eenige dagen zal ik je een deel mijner plo'er
nen mededeelen en je belasten met een c [a"~
stige zaak." j'rn"
(Wordt >™r;oiget)