NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ABOiyNEmENT: Woensdag 23 December 1885. N°. 301. ADVERTENTIE»: Bureel: Scheepuiakerssteeg 6. Uitgevers; Gebroeders Muré. Stads-Bericliten. Kostelooze Vaccinatie. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. DE BOETVAARDIGE. „Ja." Leidsche Courant Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Prijs per Nummer 10 Cent. Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, contant, zonder rabat, per regel 0.10. 199e Jaargang. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge- meenle LEIDEN brengen Ier kennis van belang hebbenden dat gelegenheid beslaat tot koste looze vaccinatie en revacclnatle voor onvermogendenin het lokaal der Siads-Waag op eiken Woensdag) des namiddags te een uur. Leiden, 6 Februari 1885. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE K XNTERBurgemeester. E. KIST, Secretaris. De minister van financiën maakt be kend dat het saldo van 's rijks schatkist op 19 dezer bedroeg: bij de Nederlandsche Bank ƒ20,973,457.07' en bij de betaalmeesters 2,108,316.55. Tezamen 23, Osl, 773.62'. Door de Leeghwatereene der stoom- booten van Gebroeders Carsjens te Boskoop, welke geregeld tusschen Amsterdam en Lei den varen, is in de vorige week een schip van achteren ingeloopen, zoodat het bijna onmiddellijk zonk. De opvarenden werden nog gered. De lading, bestaande uit onge veer 5000 kooien, eene hoeveelheid uien en eenige vaten zuurkoolis grootendeels be dorven. Het schip zelf, later op de werf gesleept, bleek van achteren tot voren ver nield te zijn, de mast zelfs was door den schok gebroken. De kapiteinde stuurman en de dekknecht der Leeghwater zijn 11. Za terdag door de directie afgedankt. NR. C.) Schipper Keus en zijne manschappen zijn van Ostende te Scheveningen terug; de schipper der Ostendesche sloep N". 103 trachtte het afkappen van de netten te ont kennen, doch de verklaring van Keus en de zijnen werd bevestigd door den schipper van de sloep N°. 14, mede te Ostende thuis behoorende. Keus moest daarop het bedrag van het vischloon en het door de equipage geleden verlies opgeven, wat door de jury werd genoteerd ten bedrage van duizend francs. Hij roemt zeer de zorg, die de commissaris van politie Tilckens voor hem en zijne equipage heeft gehad; hij liet hen door zijne manschappen van het station naar de rechtbank brengen en na afloop weer terug, wat bleek zeer noodzakelijk te zijn geweest, daar de Hollanders anders aan allerlei mishandelingen hadden blootgestaan. (D. v Zll. en 's Or.) De heer H. W. Van der Kas, ge meente-ontvanger te Voorburg, heeft met 1 Februari zijn eervol ontslag gevraagd en verkregen. Te Dalem nabij Gorinchem brak Zon dagavond brand uit, tengevolge van het bijvullen van petroleum in eene brandende lamp, bij den landbouwer L. Muilenburg. Het vuur breidde zich zoo geweldig uit, dat er niets kon gered worden; 4 koeien en een hond kwamen in de vlammen om. Intusschen rukte de brandweer en eene sec tie artillerie met eene brandspuit uit Gorin chem aan; ook de brandspuit van Vuren kwam ter hulp. Niettegenstaande dat sloe gen de vlammen over naar het huis van den landbouwer H. v. d. Giessen, hetwelk met eerstgemelde boerenstalling, waarbij 3 hooi- beigeu, 2 hooimijten en een grooten voor raad graan in de asch werd gelegd. Bij het overloopen van het molenpad werd in den polder GrooteLind, onder de gemeente Zwijndrecht, het zoontje van di molenaar, een aanvallig knaapje van vi jaren, zoodanig door eene der wieken g troffendat hem het hoofd in tweeën we gespleten. De commissaris van politie in de 2i sectie te Amsterdam brengt ter algemee kennis dat aan zijn bureau ter herkennii aanwezig zijn meer dan twee karrevracht nieuwe winkelgoederen van den meest u eenloopenden aard als: manufacturen, schoen werk (49 paren), huishoudelijke artikelen, parapluies, vrouwen- en mauskleederen en sieraden, al hetwelk, voor het meerendeel hoogst waarschijnlijk van diefstal afkomstig, in het bezit is gevonden van eene vrouw, die Zaterdag op heeterdaad bij het plegen van diefstal in arrest is genomen. Uit Bussum wordt gemelddat door de geneeskundigen een revolverkogeltje ver wijderd is uit het been van den heer P. Langerhuizen, op den huize „Zuid-Clrailoo. De inbrekers hadden twee keer geschoten. Het eene schot, dat op het hoofd schijnt gemikt te zijn, miste; de kogel werd den volgenden dag gevonden. Het tweede en lager gemikte schot trof het heen. De ko gels blijken gemakkelijker te vinden te zijn dan de misdadigers. De gemeente-ontvanger B. te Marum, die tevens brievengaarder was, is in laatst genoemde betrekking geschorst, omdat hij gewoon was de postpakketten enz. op eene daarvoor door hem bestemde plaats buiten de deur neder te leggen, opdat, wanneer de postbode van Drachten aldaar 's nachts aankwam, deze niet noodig zou hebben den brievengaarder in zijn slaap te storen. Uit Ter Apel schrijft men aan de N. R. Cl.: Hoe gunstig de keuring van vee en vleesch ook werkt voor den gezondheidstoestand van de stedelingenop het platte land weet men niet eens, dat er zoo iets als toezicht op vleesch bestaat. Wanneer er een varken lijdende is en geen herstel verwacht kan worden, is de eerste raad de beste: slacht, en eet tegen verminderden prijs. Met koe beesten gaat het dikwerf evenzoo, ja zelfs bedelt men om een stuk vleesch van een beest, waarvan men weet dat het aan ziekte gestorven is. Is het mogelijk de koe te slachten vóór den dood, dan is het geen bijzonderheid, dat tegen lagen prijs ieder buur een stuk van het beest koopt. In de laatste jaren is daarbij nog gekomen het slachten van paarden, die te oud en ge brekkig zijn om eenig werk te verrichten en dikwijls aan allerlei kwalen lijden. Zin speelt gij er op, dat zulk vleesch wel eens schadelijk zou kunnen zijn, dat ziet men u aan alsof gij niet recht wijs waart. Te Wittem (Limburg), waar de ge meente-ontvanger wegens een tekort in de kas van f7800 ontslagen is, gebeuren op 't oogenblik rare dingenniet alleen dat vele inwoners met aanmaningen overstelpt worden van nog openstaande gemeentelasten, maar ook ontving dezer dagen een man, die pas gehuwd is, eene aanmaning van wege den thans fungeerenden gemeente-ontvanger, om de nog openstaande schoolgelden van zijn vrouw te komen voldoen. Vele ingezetenen, welke de voorheen ontvangen kwitantiën niet zorgvuldig hebben bewaard, zijn nu de dupe der historie geworden. GRAVEltHACE. Door Z. M. is aan C. H. Peters, rijks bouwmeester te 's Gravenhage, vergunning verleend tot het aannemen en dragen der versierselen van commandeur der orde van Isabella la Catolica, hem in Juli 11. door Z. M. den koning van Spanje geschonken. Door Z. M. is aan mr. A. J. Clant Van der Mijll, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als secretaris-generaal bij het departement van justitie. Door Z. M. zijn benoemd tot burge meester: Van den Dungen, H. Van de Westelaken, secretaris dier gemeente; van Woensdrecht, G. Moors; van Velp, F. Gervers; van Rozendaalmr. It J. C. baron Van Pallandt; van Alblasserdam en van Oud-Alblas, mr. J. Van Lakerveld Bisdom, secretaris dier gemeenten; van Ammerstol, P. J Smits, secretaris dier gemeenten; van Giessen-Nieuwkerk en van Schelluinen, J. D. Van Slijpesecretaris dier gemeenten van Groot-A miners van Langerak en van Nieuwpoort, J. A. Van der Stok, secretaris dier gemeenten; van Oude Tonge, S. E. Anemaet, secretaris dier gemeente; van Ankeveen, van 's Graveland en van Korten- hoef, M. C. Van Pellecomsecretaris dier gemeenten; van Marken, C. De Groot, secretaris dier gemeente, van Noordschar- woudeC. Kroon Mz secretaris dier ge meente; van Schoorl, J. C. Peeck secretaris dier gemeente; van Eede, P. J. Buyck; van iEngwirdenjhr. mr. F. H. Beyma thoe Kingma; van Dalfsen, F. H. baron Mulert, secretaris dier gemeente, van Sehin- nen, R. S. Diederen; van Nieuw Vosmeer, J. A. Martelmans; van Ambt-Doetinchem G. J. Homing, secretaris dier gemeente; van Doorwerth, Ph. F. A. J. baron Van Brakell Doorwerth; van Empel en Meerwijk, W. A. Godschalx, secretaris dier gemeenten. Door Z. M. is aan mr. E. De Vries, op zijn verzoekeervol ontslag verleend als griffier bij het kantongerecht te Zierikzee, en is benoemdtot griffier bij het kanton gerecht te Zierikzee, mr. C. Van Booven, thans griffier bij het kantongerecht te Eind hoven; tot rechter-plaatsvervanger: in de arrond.-rechtbank te Haarlem, mr. J. En schedé Jz.advocaat aldaar; in de arrond.- rechtbank te Utrecht, mr. J. F. E. Claring- FEU1LLETON. 187.) „Ja, uw dochter!" hernam hij. „Ja, ik wist wel dat dit tooverwoord zijn uitwerking niet zou misseu. Daar, ik laat uw armen los. Gij wildet de voorbijgangers te hulp roepen. Waarom dat? Als gij dat hadt ge daan, weet gij wat er gebeurd zou wezen? Men zou ons beide bij den commissaris van politie hebben gebrachten daar zouden wij ophelderingen hebben moeten geven. Gij zoudt hebben moeten zeggen, dat gij gravin De Lasserre zijt, en veel uit het verleden oprakelen. Welnu, heb ik gelijk of ongelijk gehad, met u te beletten te schreeuwen en om hulp te roepen Ik herhaal het ugij hebt niets te duchten. Daarenboven, wat voor kwaad kan ik n doen? Eindelijk be grijpt gij mij, gij zijt veel kalmer. „Zooeven was ik bij Latrade, ik praatte met hemtoen gij er kwaamt. Ik had u terstond herkend. En toch is het zestien jaar geleden, dat ik u het laatst heb ge zien. Maar uw beeld en de herinnering aan u, zijn mij nooit uit de gedachten geweest. „Ik heb Latrade naar u gevraagd, en hij heeft mij verteld wat ik wilde weten. Gij hebt den naam van uw man afgelegd en dien van mevrouw Durand aangenomenen daar gij toch moest leven, hebt ge een be roep gekozen, het ondankbaar beroep van onderwijzeres. Wat kunt ge daarmee ver dienen? Op zijn best genoeg om den kost te halen, en uw kleederen en huishuur te betalen. „Dus heeft graaf De Lasserre u geheel aan uw lot overgelaten! Nu, dat verwondert mij niet. Dat strookt zoo met zijn noes ten aard. En sinds zestien jaren liept gij den ganschen dag les te geven tegen een paar francs per uur. Sedert zestien jaren leidt gij een plantenleven. Ik beklaag en bewonder u tevens. Welk een gelatenheid, welk een wilskracht en welk een moed hebt gij moeten bezitten in den verschrikkelijken strijd om uw onderhoud.... O, je hebt dwaas gedaan met mij te verlaten, en ik deed nog dwazer met je te laten gaan. Ik zei bij mij zelf: Ik zal haar vergeten. Ik bedroog mij. U vergeten, u? Was het mogelijk? Den dag na dat heillooze uur wilde ik u gaan opzoeken. Maar waar heen te gaan? En toch, toch heb ik u lang ge zocht... Altoos... Ja, ik heb niet opge houden u te zoeken. Maar ik kon niet ver moeden, dat gij onderwijzeres waart gewor den en u verborgt onder dien naam van mevrouw Durand. „Welnu, bet toeval heeft mij van daag gediend door mij bij Latrade te brengen. En zoo zijt ge dan daar weêr en ik ben bij u ik heb u teruggevonden!... Verstomd en als wezenloos, liet zij hem praten en luisterde. Hij hervatte: „Als gij wist... Maar neen, het is thans niet het oogenblik u daarover te spreken; later... Het geldt, zooals ik uw zei, uw dochter." De gravin maakte een plotselinge bewe ging, eensklaps uit haar soort van verdoo- ving ontwakende „Wat kunt gij mij zeggen van mijne dochter?" vroeg zij. „Zou het u gelukkig maken, als gij haar zaagt?" „O," sprak zij. De oogen der gravin straalden en haar heldere en doordringende blik trachtte in de oogen van den vicomte te lezen. „Gij weet waar mijne dochter is? riep zij, zich zelve weder geheel meester. „Ja." De gravin schudde droefgeestig het hoofd „Ik zweer het usprak de vicomte. „De ellendeling beraamt de eene of andere nieuwe schurkenstreek," dacht zij. „O, ik moet trachten te weten te komen..." „Maar," hernam hij, „wij kunnen ons gesprek in dit rijtuig niet voortzetten. Wil len wij naar uw huis gaan „Mijn huis? Neen, neen!" „Ik begrijp het. In het huiswaar gij woont, zijn nieuwsgierigen en babbelaars." „Ik zou u wel willen voorslaan naar mijne woning te rijden. Maar gij zoudt dat wei geren. Ik geloof dat het het beste is maar naar een restaurant te gaan. Daar in een afzonderlijke kamer kunnen wij vrij spre ken." „'tls goed," antwoordde de gravin. Zij nam den voorslag aan, in spijt van de minachting, die zij koesterde voor den mandie de oorzaak was van haar onher stelbaar ongeluk. Zij nam dien aan, in weerwil van den afkeerdien hij haar in boezemde. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 1