NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestda«eu.
ABONNEItüENT:
Woensdag 28 October 1885. N°. 253.
ADVERTENTIES:
Hureel: Sclieepmakersstee»; 6.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
DE BOETVAARDIGE.
Leids
Courant
Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per Nummer 10 ('ent.
199e Jaargang.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel ƒ0.10.
M T A SP Si 1 K I
Vrijdag jl. is uit eene tapperij alhier
een koperen koffieketel ontvreemd, alsmede
uit den gang eener woning eene demi-saison,
welke voorwerpen door de politie bij een
opkooper en beleener zijn in beslag genomen,
alwaar ze door den dief waren van de hand
gedaan. Beide diefstallen zijn vermoedelijk
door een en denzelfden persoonalhier niet te
huis behoorende, gepleegd.
Tegen een manspersoongenaamd H.
v. E., alhier niet te huis behoorende, is
ter zake bedelarij door de politie proces
verbaal opgemaakt, waarna hij naar de ge
vangenis te 's Gravenhage is overgebracht.
Nauwelijks is het winterseizoen aan
gebroken, of tal van corporation openen de
rei harer voorstellingen op elk gebied. Zoo
was het gisterenavond de „Leidsche Dilet
tantenclub", waarvan de leden en genoo-
digdcn waren te zamen gekomen in de zaal
van het lokaal Ephraïm, waar allen door
den voorzitter werden welkom geheeten
met den wensch, dat èn door spelers èn
door aanschouwers zou worden medegewerkt
om ook dezen avond tot een aangenamer]
te maken.
Alsnu had de opvoering plaats van een
tweetal tooneelstukjes: '/Een bankbiljet van
1000 gulden", oorspronkelijk blijspel met
zang in twee bedrijven, door A. Ruysch,
en „De weg naar 't hart", blijspel met zang
in een bedrijf, door J. R. Beide stukjes
werden flink en vaardig afgespeeld en ver
schaften den toeschouwers onuitsprekelijk
veel genoegen. Op zeer verdienstelijke wijze
werden de werkende leden ter zijde gestaan
door een tweetal dames, die zich alleraardigst
van hare taak kweten. Dat men voldaan
was, bleek ten duidelijkste uit de bijvals
betuigingen die den vertooners ten deel
vielen.
Voor den aanvang van het nastukje werd
bij monde van den regisseur dank betuigd
aan hen die zich door hun spel de erken
telijkheid der vereeniging hadden waardig
gemaakt en tevens kennis gegeven, dat het
lidmaatschap van verdienste was toegekend
aan mej. Le N. en den heer 11. Barne-
veld. Nadat door den voorzitter het daar
aan verbonden insigne was op de borst
gehecht, gaf een applaus der aanwezigen
te kennen dat men dit besluit op hooge
prijs stelde.
Hoewel het middernachtuur reeds lang
voorbij was toen het bal begonnam men
toch nog lustig deel aan den dans.
Naar wij vernemen zal Maandag aanst.
in den Schouwburg alhier door het Hoog-
duitsche opera-gezelschap uit Rotterdam
een voorstelling worden gegeven, beslaande
in: „Der Trompeter von Sackingen".
De minister van financiën maakt be
kend dat het saldo van 's rijks schatkist op
24 dezer bedroeg: bij de Nederlandsche Bank
ƒ15,001,920.97 en bij de betaalmeesters
ƒ1,855,006.23. Tezamen/16,856;927.20.
Omtrent de aanbieding van een leer
stoel te Genève aan den heer Frantzen
leeraar aan het gymnasium te Leiden, ver
neemt het Vad. nader, dat het de leerstoel,
niet van vergelijkende taalstudie, maar van
vergelijkende nieuwere letterkunde geldt, die
aan de universiteit te Genève door het over
lijden van prof. Marc Monnier is opengevallen.
Voor dezen leerstoel nu is, na het bedanken
van prof. Van Hamel te Groningen, de heer
Frantzen, daartoe uit Nederland warm aan
bevolen, de ernstige candidaat der Geneefsche
letterkundige faculteit. Er zijn echter ook
andere candidaten, en de benoeming ge
schiedt door een politiek lichaam, den kan
tonalen Couseil d'État. De beslissing is
voorloopig uitgesteld tot het aanstaand voorjaar.
In de 13 eerste nummers vanden 19en
jaargang der Katholieke Illustratie vindt
men een tal van actueele platen die allen
betrekking hebben op gebeurtenissen welke
in den laatsten tijd in ons land zijn voor
gevallen. Het veelbesproken prinsesjes num
mer, de tentoonstelling te Delft, de portretten
van wijlen professor Moddermanvan 's ko-
nings beeldhouwer J. Th. Stracké en van
den vroeg ontslapen ingenieur D. D. Veth,
die op zijn tocht in de binnenlanden van
Afrika is omgekomen, de kerkelijke feesten
te Roermond, de gedenksteen van Bilderdijk,
de brand te Raamsdonk, de vliegerwedstrijd
en de wedrennen te Amsterdam, gezichten
op ScheveningenKatwijk enz. Algemeen
wordt den wensch geuit dat de redactie op
den ingeslagen weg moge voortgaan.
Eene juffrouw te Scheveningen ging
om eene boodschap te doen van de Haven
straat naar de Wassenaarscheslraat, toen
zij door een persoon werd aangegrepen die
haar van haar gouden hoofdtooisel wilde
berooven. Zij greep den man vast, en op
haar geschreeuw kwam iemand aanloopen
die hem het hoofdtooisel afnam; doch de
dader ontwrong zich uit zijne handen en
vluchtte weg.
De Vlaardingsche Courant van 24
Oct. schrijft: De haringreederij heeft in de
vorige week aanzienlijke verliezen geleden;
een groot aantal visschersschepen zijn ten
gevolge van stormweder met schade huis
waarts gekeerd. De vangst is over het
algemeen verminderdzoodat men kan aan
nemen dat de vloot dooreen genomen dit
jaar ééne reis minder maakt dan in 1884.
De aanvoer uit zee was anders tot nog toe
beduidend genoeg en bereikte op dit tijdstip
bijna het cijfer van het laatste buitengewoon
overvloedige jaar. Intusschen werd het
ruime débouché bevorderd door de matige
prijzen en de goede kwaliteit van den
haring. Over dit punt schijnt het noo-
dig te wezen eenige ophelderingen te geven,
daar sonimige dagbladen een schrijven uit
New-York hebben opgenomen, dat toteenig
misverstand zou kunnen leiden.
In het vorige jaar was een nooit gekende
overvloed van haring te vangen. De net
ten werden nauwelijks uitgeworpen of men
kon ze volop gevuld aan boord balen. Groote
massa's moesten ongekaakt aan wal gebracht
worden. Die ongekaakt.e zoogenaamde „Steur-
haring" is voor de bokkingbereiding bestemd;
maar ook van bokking was le veel. Aan
de kustplaatsen liet men dien haring kaken,
even als het in Schotland op het land ge
schiedt, en men liet die in tonnen en kleine
vaatjes verpakkenom in Amerika te laten
verkoopen. Doch deze onderneming is totaal
mislukt: Die haring, door den heeten zomer
week en onhoudbaar op zichzelve, in baast
en met opvolgende groote hoeveelheden daar
heen gezonden, werd terecht afgekeurd en
degenen aau wie ze geconsigneerd waren
vonden er zich mede bezwaard. De firma
Rosenstein Brothers te New-York, die van
goede soorten ruim genoeg voorzien werden,
kon de geringe waar niet aan den man bren
gen en moest ze eindelijk ten deele als on
verkoopbaar doen wegwerpen.
Dit gaf haar aanleiding om voor dit jaar
een waarschuwend woord te richten vooral
aan de exporteurs van zoodanige secunda-
waar, en te verzoeken haar te verschoonen
voor toezending daarvan. Deze firma, die
met alle haringhandelaars genoegzaam bekend
is, heeft aan allen deze circulaire geadres
seerd ofschoon ze verreweg voor de meesten
niet noodzakelijk was. Allerminst was die
bestemd in publieke bladen geplaatst te wor
den. In hoever het met de „onkreukbare
goede Hollandsche trouw" die door een der
dagbladen bij deze gelegenheid is te pas ge
bracht, te rijmen is dat men die circulaire
in de dagbladen vertaald heeft medegedeeld,
(men vertaalde o. a. het woord „bösartigen"
Druch aufgute Waare in boosaardigen druk
daarover mag die inzender zichzelve verant
woorden. Wil men eerlijke berichten over
den Hollandschen haring geven en een ge
trouw oordeel over de hoedanigheid uitspre
ken, dan zal men erkennen, zooals vroeger
hier beweerd is, dat daarop niets is afte-
wijzen, en dat, getuige de goede en vlotte
aftrek dit jaar in Amerika, niets valt afte-
dingen op de deugd van den Hollandschen
pekelharing.
Wij begrijpen niet, merkt hierbij terecht
de Maasbode aanhoe de Vlaard. Ct.
tegen den brief uit New-York in eenig ver
zet durft komen. Wat er in staat wordt,
zoover zij dien bespreekt, niet ontkend, en
van andere dingen, als b. v. van slecht vaat
werk, dat den pekel laat wegkropen, zwijgt
zij geheel. Is dat misschien „onkreukbare
goede Hollandsche trouw?''
Toen gisterenochtend omstreeks half
zeven twee jongeheden met eene pont met
zaagsel door de Voorstraatshaven nabij de
Vischbrug te Dordrecht voeren, wilde een
hunner, de 18jarige C. J. S.het vaartuig
met eene roeispaan van een paal duwen
doch de riem gleed uit en S. viel in het
water. Zijn makker stak hem terstond een
haak toe, doch te vergeefs, daar de snelle
stroom den drenkeling medevoerde. Het lijk
is kort daarna, met behulp van een haak,
opgevischt.
FEUILLETON.
144.)
Hij is het, die den heer Van Ossen het
denkbeeld ingaf mij hier te plaatsen, waar
ik, na zoovele jaren te hebbeu gewacht,
mijn dochter heb teruggevonden!
Snel als op het doek van een panorama,
was haar gansche leven in haar herinnering
en onder haar oogen voorbijgegaan.
Onder den naam van mevr. Durand had
zij zich gemakkelijk verscholen. Trouwens,
zij had altoos in volslagen afzondering ge
leefd, en gaf aan de eenzaamheid de voor
keur boven alles. Als zij uitgingomdat
zij dat moest, nam zij de grootste voor
zorgen. Altoos bedekte een dichte sluier
haar gezicht.
Het was niet alleen uit vrees voor den
vicomte De Sanzac, dat zij haar gelaatstrek
ken verborg, maar anderen ook zouden haar
hebben kunnen herkennen. Herkend te wor
den 1 Zij zou dit als een ramp hebben be
schouwd. Daarom ging zij zelden uit en ver
toonde zij zich nooit in het openbaar.
Haar kaarsop het punt 'van uit te gaan
verspreidde nog slechts een zwak en weifelend
licht. Langen tijd, misschien reeds een
uur, was zij daar bij haar slapende doch
ter.
Zij boog zich langzaam, terwijl zij haar
hoofd vooruitstak, voorover, en bare lippen
raakten het voorhoofd der slaapster aan.
Aurora bewoog zich en richtte zich eens
klaps overeind.
Aanstonds werden de armen van het jonge
meisje omhoog geheven en strekten zich uit
als om een beroep te doen op haar teeder-
beid.
„Mama mama!" fluisterde zij.
Hare oogen bleven gesloten. Zij was niet
wakker geworden. Zij sprak in haar droom.
Maar wie kan zeggen, dat zij niet op haar
voorhoofd de kus barer moeder heeft gevoeld
Dronken van vreugde, buiten zichzelf
van geluk, wierp de gravin haar tal van
kushanden toe en verwijderde zich zoo stil
mogelijk.
En toen zij in hare kamer (erug was,
sprak zij met een onbeschrijfelijke gevoel van
verrukking
„Zelfs als zij slaapt, sta ik haar altoos
voor den geest 1"
i XIY.
MARKIES ADRIEN DE VERVEINE.
Wij verplaatsen ons in een groot en fraai
huis der rue Vanneau. Langs een breede
trap klimmen wij naar de tweede verdieping.
Wij overschrijden den drempel eener deur
die ons geleid in een spreekkamer. Wij door-
loopen die, betreden liet daaraan grenzende
salon, daarna de eetkamer en wij bevinden
ons eindelijk in de kamer van den bewoner.
Het geheel is rijk gemeubeld. Hier woont
jle markies Adrien De Verveine.
Zooeven had de pendule twaalf geslagen.
De jonge mandie nog te bed lagwerd
wakker. Na gegeeuwd, de armen uitgerekt
en zich de oogen uitgewreven te hebben,
richtte hij zich overeind en ging zitten.
Toen vertoonde zich den dag, die tusschen
groen fluweelen gordijnen, waarachter de
beide vensters zich verborgendoordrong.
Reeds had zijn kamerdienaar driemaal de
deur zacht geopend en was hij bescheiden
teruggegaandaar hij zijn meester niet wilde
wakker maken.
Hoewel de markies een gedeelte van den
nacht aan het vermaak wijdde, sliep hij nooit
zoolang. Hij stond gewoonlijk tusschen tien
en elf uur op. Toen hij geheel wakker was,
stond hij op stak zijn voeten in kamermuilen
en ging de gordijnen voor zijn ramen op
trekken. Het zonnelicht viel schuins in de
kamer. De volle dag drong er door.
Hij schelde zijn knecht, die onmiddellijk
verscheenen ging aan zijn toilet.
De markies De Verveine was niet meer
de vroolijke, ridderlijke en eenigszins dich
terlijke jongeling vol geestdrift en geloof,
dien wij gekend hebben. Toch waren slechts
vijftien maanden verloopen, sir.ds wij hem
een kus zagen drukken op de lippen van
Aurora, in den tuin van la Cordeliére.
De heillooze invloed van de vicomte De
Sanzac deed zich op een verschrikkelijke wijze
gevoelen.
Wij kennen dat heerschapEen spot
ter en sceptius, stak hij met alles den draak
en vreesde niets, omdat hij niets meer te
verliezen had. Een behendig vleieraange
naam prater en met goede manieren, die
als een volmaakte comediant alle mogelijke
rollen kon spelen, had hij Adrien's vertrou
wen weten in te winnen en op hem een
overwegenden invloed gekregen. Nu was de
jonge man zijn werktuig, de ledepop die hij
naar goeddunken liet bewegen en bandelen.
Wordt vervolgd