NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
iïeze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ABONNEMENT:
Vrijdag 23 October 1885. N#. 249.
ADVERTENTIEN:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
DE BOETVAARDIGE.
ourant
Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per munter 10 ('ent.
Van 16 regelsf 0.90.
Elke regel meer0.15.
Oroote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel ƒ0.10.
Bureel: Sclieepinakersstee»; 6.
199e Jaargang.
Aan onze Lezers.
Men heeft ons meermalen aangesproken
naar aanleiding van een ingezonden stuk
onderteekend H. (toevallig de voorletter van
onzen tegenwoordigen berichtgever). Deze
gelegenheid grijpen wij aan om aan onze
lezers eens en voor goed mede te deelen,
dat stukken, die ouder het hoofd ingezon
den geplaatst wordengeheel buiten de ver
antwoordelijkheid der redactie zijn, zoowel
wat den vorm als wat den inhoud betreft.
Men gelieve dus bij het beoordeelen van
een stuk, in ons blad voorkomende, zich
goed te overtuigen, of het al of niet onder
het duidelijk leesbare hoofd ingezonden ge
plaatst is.
STADSNIEUWS.
Gisteren werd den hoogleeraar dr. L.
W. E. Rauwenhoff, die 21 September 11.
gedachtenis mocht vieren van zijn 25 jarig
professoraat aan de universiteit alhier, ver
eerd met een bezoek van de commissie van
oud-leerlingen en leerlingen, voor de eerste
de hh. ds. J. W. Mees en dr Joh. Dyserinck,
voor de laatste de hh. J. W. A. v. d. Mey
en A. A. Humme, aan welke was opgedra
gen dien hoogleeraar geluk te wenschen
met zijn jubilé en hem een blijk van hulde
aan te bieden. Door bijzondere omstandig
heden was men verhinderd die aanbieding
eerder te doen plaats vinden. Uit aller
naam sprak ds. Mees; met eene schoone
rede droeg hij het geschenk over, dat be
stond in een ebbenhouten schildersezel en
platenkast, benevens eenige platen. De jubi
laris, vereerd met dit blijk van waardeering,
betuigde daarvoor zijnen hartelijken dank.
Gisterenavond had in de Stadszaal de
eerste volksbijeenkomst in dit seizoen plaats
van wege de Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen. De commissie, met de regeling
dier winterbijeenkomsten belast, kweet zich
steeds op meer dan bevredigende wijze van
hare taak. Dat zij onvermoeid wenscht voort
te gaan, bleek gisteren ten duidelijkste. Na
de uitvoering van eenige schoone nummers
voor strijkorchest, werd door den heer N.
Brouwer eene voordracht gehoudenzoodat
het in grooten getale opgekomen publiek
zich aangenaam bezig hield.
De commissie, steeds bedacht datgene te
doen wat nuttig en aangenaam is voor de
bezoekers dier bijeenkomstenmaakt wel
eenige aanspraak op erkentelijkheid Orde
en geregelde aandacht op hetgeen ten ge-
hoore of te aanschouwen zal worden gege
ven is voor haar de schoonste zelfvoldoe
ning en zal ten spoorslag strekken immer
voorwaarts te gaan.
Bij de gisteren alhier gehouden aan
besteding van de levering der benoodigdheden
tot onderhoud en verpleging der gevangenen
in de militaire strafgevangenis, gedurende
1886, zijn de laatste inschrijvingen geweest,
als volgt: gebuild brood f0.127, ongebuild
brood f 0.13, roggebrood f0.074S, alles per
kilogr., aardappelen f 1.55 per 50 kilogr.,
rundvleesch f 0.61rundvet f0.51, kalfs-
vleesch fl.20, boter fl.34, gort f 0.13S*
rijst f 0.1150groene erwten f O.J2S4, groen
ten f0.0 548, zout f0.1349, peper fll.95,
alles per kilogr., azijn f 0.0619 per liter,
kaarsen f0.6S, groene zeep f0.30ss, witte
zeep f 0.426"scheerzeep f 0.90soda f 0.064",
koffie 0.7 999, cichorei 0.22, bruine suiker
f0.52, siroop f 0.15alles per kilogr., eieren
f 0.052S per stuk, zoetemelk fO.Ob50 per
liter, tarwebloem f 0.14 per kilogram,
princessebier f 0.14, roode wijn f 0.73,
witte wijn f 1.50, alles per liter, Engel-
sche haardkolen fl.35, smeekolen f0.73,
steenkolen f 0.70cokes f 1.06, alles per
100 kilogr., baggerturf f4.80, lange turf
f4.40, alles per 1000 stuks, ligstroo f 12.49
per 500 kilogr., zand f 1.05 per stère, stal
bezems f 0.0950, heibezems f 0.08, heiboen
ders f0.03, alles per stuk.
Volgens bij de regeering ingekomen
bericht zal van 4 Mei tot 30 October 1886
te Edinburg, onder het patronaat van H. M.
de koningin Victoria, eene internationale
tentoonstelling van nijverheid gehouden
worden.
De aanvragen om plaatsruimte voor in
zending op deze tentoonstelling moeten
uiterlijk op 15 November l88o bij het se
cretariaat te Edinburg zijn bezorgd.
Tot het bekomen van meerdere inlichtin
gen worden belanghebbenden verwezen naar
de onderstaande adressen, aan welke de om
trent deze tentoonstelling verschenen be
scheiden zijn toegezonden; het hoofdbestuur
der Nederlandsche maatschappij tot bevor
dering van nijverheid te Haarlem; het hoofd
bestuur der vereeniging tot bevordering van
fabriek- en handwerksnijverheid in Neder
land, te 's Gravenhage; het bewind der
vereeniging van en voor Nederlandsche iu-
dustrieelente 's Gravenhage.
In de zitting van de tweede kamer
van 14 dezer werd door de commissie 7oor
de verzoekschriften bij monde van den wel
edelen gestrengen heer mr. Van der Biesen
o. a. verslag uitgebracht over het zeer uit
voerig adres van mr. P. J. M. L. Scheepes
advocaat te Arnhem, betoogende dat het
nieuwe wetboek van strafrecht niet zonder
vele wijzigingen ingevoerd kan worden.
De adressant zegt het verslag heeft
zich den niet geringen arbeid getroost, op
zeer vele artikelen wijzigingen voor te stellen
en deze met de meeste zorg toe te lichten
en verzoekt de kamer, de door hem gestelde
wijzigingen wel in overweging te willen ne
men e:i het nieuwe wetboek van strafrecht,
althans wat die strafposities betreft, niet
ongewijzigd te doen invoeren.
Uwe commissie meent de aandacht uwer
kamer en der commissie van rapporteurs voor
de amendementen op de novelle van het
strafwetboek ten zeerste op het omschreven
belangrijk adres te moeten vestigen.
Bij het adres van eenige zalmvisschers
uit Kralingsche Veer aan de tweede kamer
zijn vier groote zalmen gevoegd, als stuk
ken van overtuiging, die ter griffie zijn
gedeponeerd. Zij moeten strekken ten be
wijze, dat de zalmen, tusschen 1 September
en 15 October gevangen, zijn mager, wit
of geel en voor den handel bijna zonder,
voor de voortteling daarentegen van de
hoogste waarde.
De 25ste lijst van de 7e jaarcollecte
voor de scholen met den bijbel, bereikt met
de vorige opgave een totaal van 105,266.38,
bijeengebracht door 625 locale comité's, waar
onder Leimuiden met Bilderdam ad 20.20.
Naar het D. v. N. met zekerheid ver
neemt, is dr. A. Isebree Moens, geneesheer
te Goes, het ambt van hoogleeraar te Lei
den aangeboden, als opvolger van wijlen
prof. Heynsius. Of dr. Moens genegen zal
bevonden worden zijn tegenwoordigen werk
kring met den hem aangebodene te verwis
selen, schijnt aan twijfel onderhevig.
Willem Joseph Andries Jonckbloet,
wiens overlijden te Wiesbaden wij gisteren
avond mededeelden, werd in Juli 1817 te
's Hage geboren. Ofschoon eerst bestemd
om aan de akademie te Breda het militair
onderwijs te volgen, moest hij daarvan af
zien, daar dit wegens de Belgische onlusten
werd geschorst. In 1835 ging hij te Leiden
studeeren en wel in de geneeskunde, die hij
echter weldra voor de letteren ontrouw werd.
In 1840 tot doctor honoris causa in de
letteren benoemd, maakte hij een buiten-
landsche reis en werd in 1847 professor aan
het Athenaeum te Deventer, in 1854 aan
de hoogeschool te Groningen. In 1864 ge
kozen tot lid van de tweede kamer, legde
hij het hoogleeraarsambt neer en de letteren
moesten een poos voor de politiek wijken
totdat hij na de aanneming der nieuwe wet
op het H. O., in 1877 tot hoogleeraar in
de letteren en wijsbegeerte te Leiden werd
benoemd. Slechts tot het einde van het
vorige jaar bekleedde Jonckbloet dat hoog
leeraarsambt daar hij wegens den zwakken
slaat van gezondheid genoodzaakt was zijn
ambt neder te leggen.
Tal van grootere en kleinere geschriften
over onze letterkunde en geschiedenis wer
den door hem in het licht gegeven.
Jonekbloets dood is een groot verlies voor
de vaderlandsche letterkunde, die in hem
een harer geleerdste en scherpzinnigste be
oefenaars telde.
De overledene was lid van onderscheidene
geleerde genootschappen en ridder der orde
van den Nederlandschen Leeuw, van de
Eikenkroon enz.
Evenals het vorige jaar komen ook
nu weder haringschepen in de haven te
Schiedam om te overwinteren. Gisteren
kwamen reeds een Vlaardingsche en een
Amsterdamsche logger aan.
Te Rotterdam werd Maandagavond
door den socialist W. H. G. Helsdingen
gesproken over „de onmacht der kapitalisten."
Een der aanwezigen vroeg, wat de socialisten
FEUILLETON.
140.)
De gravin kon een kreet van vreugde
niet bedwingen, en maakte een beweging
alsof zij in de armen van haar echtgenoot
wilde vliegen.
Met een wenk hield de graaf haar tegen.
„Ik dank u, mijnheer!" sprak zij, het
koofd buigende.
Na een oogenblik stilte, streek De Lasserre
snel met de hand over zijn voorhoofd, waar
op de zweetdroppelen parelden, en hernam
„Gij zult bij uw dochter blijven, maar op
éen voorwaarde."
„Ik neem die aan."
„Gij zult niet aan Aurora vertellen, dat
gij haar moeder zijt. Gij zult niets doen
waardoor zij het zou kunnen vermoeden."
Een diepe zucht was het eenige antwoord
der gravin.
„Belooft gij het?" vroeg de graaf.
„Ja.
„Zult gij de kracht daartoe bezitten
„Ja."
„Ik heb u niet over mijn plannen te spre
ken. Misschien komt eens de dag dat ik het
zal doen. Maar gij zult begrijpen dat ik
voor het oogenblik geen verandering kan
brengen in het leven vau Aurora. Ik heb
ongelijk gehad, dat erken ik thans, met haar
te zeggen dat mevrouw Delorme haar moeder
is. Maar ik kon onmogelijk voorzien, wat
gebeurd is.
„Wat gij zonder haar te kennenvoor
uwe dochter hebt gedaan, doet mij heel wat
vergeten. Verg nooit meer van mij. Gij
begrijpt mij, niet waar?"
De gravin liet het hoofd op de borst zin
ken.
„Slechts voor Aurora, heb ik geleefd en
leef ik," ging de graaf voort. „Mijn leven
is evenals het uwe, met het hare saamge-
weven. Voor mij bestaat buiten haar niets.
Alles voor haar, voor haar toekomst, voor
haar geluk!"
„Ja, alles voor haar, voor haar toekomst,
voor haar gelukherhaalde de gravin.
,,'t Is heel goed. Wij zijn het dus eens.
't Blijft afgesproken. Voor Aurora, voor
mevr. Delorme, voor de dienstboden, voor
mij zeivenvoor de heele wereld in éen woord
blijft gij mevrouw Durand, de onderwijzeres
van juffrouw Aurora Delorme."
„Ik heb het u beloofd, mijnheer!"
„Goed."
„Ik wil uw gevoelen eerbiedigen, mijn
heer! en aannemen, dat in hel belang van
Aurora al uw bedoelingen goed zijn. Toch
als het mij vergund is een vraag te doen?"
„Ga uw gang."
„Welnu, dan zou ik u willen vragen of
gij reeds hebt gedacht aan het middel om
uit dien toestand te gerakenals gij daartoe
door de omstandigheden gedwongen zult
worden."
«Spreek duidelijker, als ik u verzoeken
mag."
„Weldra zult gij er aan moeten denken
om Aurora uit te huwelijken."
„Zoover zijn wij nog niet."
„Maar zoover zal het toch komen, mijn
heer misschien spoediger dan gij wel denkt.
Dan moet juffrouw Aurora Delorme haar
naam van Lucie De Lasserre weder aan
nemen."
„Is het slechts een veronderstelling die
gij maakt?"
„'t Is een overtuiging, mijnheer!"
„Heeft Aurora u iets in vertrouwen mee
gedeeld
„Wat zij mevrouw Delorme niet heeft ver
teld, heeft zij mij beleden. Ja, mijnheer!
Aurora heeft mij over een jongen man ge
sproken."
„Dus heeft zij hem niet vergeten?" sprak
binnensmonds de grijsaard, wiens wenk
brauwen zich fronsten.
„Integendeel, haar gedachten zijn altoos
bezig met dien jongen man, dien zij Adrien
noemt."
De graaf schudde het hoofd en bewaarde
het stilzwijgen, terwijl hij in gepeins scheen
verzonken.
„U kent hem zeker, dien jongen man?"
hernam de gravin.
„Ja, ik ken hem."
„Als hij Lucie De Lasserre waardig is
„Maar," dus viel de graaf haar levendig
in de rede, „ik weet niet eens wat van hem
geworden isWat zijn de jongelui van on
zen tijd.
„Alle jongelieden zijn niet eender, graaf."
„Bah
„U geeft toch toe, dat er knappe onder
zijn, die werken, die mannen van beteekenis
zullen worden, nuttig voor het land. Daar
gij dien mijnheer Adrien kent, moet u we
ten
„Ik weet niets, 'tls een ramp, dat zij
hem niet vergeten heeft! Zij blijft aan hem
denken.
[Wordt vervolgd