NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Dinsdag 20 October 1885. N°. 246, ADVERTENTIE N: Uitgevers: Gebroeders Muré. BINNENLANDSOHE BERICHTEN. DE BOETVAARDIGE. ABONNEMENT: Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden l.OO. Prijs per Nuuiiiier 10 ('ent. Van 16 regels0.90. Elke regel meer5 0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel ƒ0.10. Hureel: Scheepmakerssteeg G. 199e Jaargang. Stads-Bericliten. De Burgemeesler, Hoofd van het Gemeenle- besluur van Leiden; brengt ter algemeene kennis dat aan den Ontvanger der directe belastingen alhier is ter hand gesteld een suppletoir kohier van de personeele belasting, dienst 188586, executoir verklaard den 17den Oclober 1885 en herinnert voorts de belanghebbenden aan hunne verplichting om hunnen aanslag op den bij de Wet bepaalden voet te voldoen. En geschiedt biervan openbare afkondiging door plaatsing in de Leidsche ourant. De Burgemeesler voornoemd, DE KANTER. Leides, 19 October 1885. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN; Gezien liet adres van P. STOEKE, manu- facluurverver, wonende alhier, houdende ver zoek om vergunning lol het plaatsen van een stoomwerktuig in hel perceel in de Grullerspuort aan de Voldersgrachl no. 31. Gelet op de arti. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad no. 95); Geven bij deze kennis aan het publiek dal genoemd verzoek, met de bijlagen, op de So- crelarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Maandag den 2en November aansl.'s voormiddags Ie e// urenop het Raad huis, gelegenheid zal worden gegeven om be zwaren tegen dat verzoek 111 te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeesler. E. KIST, Secretaris. Leide.n 19 Oclober 1885. Vergadering van den Gemeenteraad van Lei den, op Donderdag 22 Oclober 1885, des na middags te een uren. Onderwerpen 1. Begroolingen voor 1886 van de gesubsi dieerde instellingen van weldadigheid: 0. het II. K. Wees- en Oudeliedenhuis. b. hel Evang. Lulhersch Wees- en Oude liedenhuis. c. het Nederlandsch Israelietisch Armbe- bestuur (143) 2. Idem van de Stedelijke Werkinrichting (145) 3. Idem van de niet gesubsidieerde instellin gen van weldadigheid: o. het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. U. het R. K. Armbestuur. c. Vronwen-Kraammoeders. d. liet Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (144 en 154) 4. Idem van de Bank van Leening (146) 5. Begrooling van de Ontvangsten en Uilga ven der gemeerde voor 1886. STADSNIEUWS. Naar aanleiding een onlangs versche nen gewijzigd wetsontwerp omtrent de kies tabel, waarin wordt voorgesteld van het district Leiden af te nemen de gemeenten Sassenheim, Ter-Aar, Noordwijk en Noord wij kerhout en daaraan toe te voegen de ge meenten Stompwijk, Veur, Zegwaard en Nootdorp, die thans tot het district Delft behooren, herinneren burg. en weth. in een uitvoerig schrijven aan den gemeenteraad welke pogingen indertijd bij de tweede kamer zijn aangewend, zoo van wege den raad als van de zijde der ingezetenen, om Leiden tot een afzonderlijk kiesdistrict te vormen, opdat Leiden als voornaamste aka- demiestad van het rijk niet langer moge vastgekluisterd blijven aan de omliggende plattelandsgemeenten en daardoor verhinderd worden eenigen invloed op de zamenstelling van 's lands vertegenwoordiging uit te oefenen. Aangezien uit genoemd wetsontwerp blijkt, dat men de bestaande toestand wil besten digen, geven burg. en weth. aan den raad in overweging een adres in te dienen aan de tweede kamer, waarbij wordt verzocht dit ontwerp zoodanig te wijzigen als sinds lang werd gewenscht. Bij de op heden gehouden openbare verkooping van cokes, bij partijen van 10Ü, 50, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste prijzen 43, j 21.50, 4.70 en 2.20, de laagste prijzen 42, 21.00, 4.20 en ƒ2.15. Zooals onze lezers uit de advertentieën gezien zullen hebben zal de heer Ern. Joung uit Leipzig Dinsdag 20 October in de Stads gehoorzaal alhier eene voorstelling geven in het anti-spiritisme en anti-gedachtenlezen. 't Heet arefi-spiritisme omdat genoemde heer niet alleen alle experimenten van Stuart Cumberland uitvoeren zalmaar ook het publiek de geheimen van het spiritisme en het gedachtelezen wenscht bloot te leggen benevens het groote geheim hetwelk de heeren Cumberland, Bisschop en anderen in de wereld gebracht hebben. Hij looft 1000 uit aan iederen gedachtelezer als hij in staat is in zijn tegenwoordigheid een experiment uit te voeren. Men schrijft ons het volgende: Eertijds zwoer men bij de Hollandsche trouw en men deed zijn woord gestand. Ten opzichte nu van de Hollandsche aardappe len, de boter en de haring, werd onlangs aangetoond in hoever deze onkreukbare trouw buiten verdenking lag. De handel in aardappelen met Engeland was reeds lang afgedaan en zou niet meer heropend wor den. Engeland had zijn bekomst van de knoeierijen en zocht met goed gevolg zijn eigen weg. Het Westland trok zich de be schuldiging niet aan en beproefde niet de aangevoerde feiten te wederleggen. De handel in onze wijdvermaarde Hol- lansche boter lag onder zware verdenking en liet buitenland gaf weldra de voorkeur aan de Deensche boter. Want de verhan delaars vervalschten het echte product met rundvet of kunstboter, werd beweerd. Nie mand heeft zich de moeite gegeven tegen deze beschuldiging op te komen. Amerika verkoos geen Hollandsche haring meer te ontvangen, omdat zij slecht was, bedorven aankwam en 111 slecht, geen pekel- houdend fust verzonden werd. "Voor de eer der visscherij kwam een inzender in de Vlaardingsche Courant van 12 Aug. 11. hiertegen op. „Zulke berichten waren afkomstig van slecht onderrichten en onkundigen", beweerde de inzender. Ook waren het „valsche berichten dat de Hol landsche haring in slecht fust in Ame rika geweigerd is". De „ongemeen heeten zomer [1] van het vorige jaar had het slechts gedaan, dat waar van zeer gering gehalte in tonnen of kleine vaatjes verpakt, afgewezen en ten deele weggeworpen moest worden", merkte ook nog de inzender, ten slotte aan. Nu behelsde dezer dagen het Nieuw Advertentieblad een schrijven uit Londen over de Hollandsche boter, waaruit blijkt, dat het er nog niet beter op geworden was. Bij vernieuwing werd daarin de aandacht gevestigd op de knoeierijen, die in spijt van de herhaalde waarschuwingen in den boterhandel worden aangetroffen. Door voor beelden werd aangetoond hoe de binnenwan den der vaten met eene laag vet besmeerd worden. „In Holland laat men de knoeiers ongemoeid", dus heette het in dat schrijven, „en ziet het lijdelijk aan, dat een der beste bronnen van welvaart, door gemeene prak tijken verloopt". En de N. R Ct. ontving van Geb. Bo- senstein nit New-York een schrijven ovër de Hollandsche haring! Daarin wordt gewag gemaakt van onbevredigende resultaten slechte qualiteit, van pekel, die weggeloo- pen is uit slecht geknipt vaatwerk; secunda haring, die absoluut onbruikbaar werd en in den loop van den zomer weggeworpen of als mest moest verkocht worden. „Dat de goede roep der Hollandsche haring hier te lande geheel verloren gaat, indien het vertrouwen der koopers nog verder mis bruikt wordt, valt niet te ontkennen", schrij ven 0. a. Geb. Itosenstein. Man en paard zijn genoemd. Na zou de Vlaardingsche Courant tegen zulke aantij gingen van onkundigen, slechte berichten en valsche onderrichten", meer dan ooit reden kunnen vinden zich het harnas aan te gorden. Bij de beschuldiging toch dat Hollandsche haring in de Vereenigde Staten als mest verkocht wordt, zou het reeds on duldbaar zijn het zwijgen te bewaren. De minister van financien brengt ter kennis van ambtenaren der directe belastin gen, invoerrechten en accijnzen, dat wegens het ontbreken van bevoegde solicitanteu voor het opengevallen kantoor Aalten ontvangers en andere ambtenaren, die wegens de be staande bepalingen voor de vervulling van ontvang-kantoren in aanmerking kunnen ko men, onverschillig of zij overigens bevoegd zijn tot mededinging, zich nog tot 1 Novem ber e. k. daarvoor bij het departement van financien kunnen aanmelden. In bijvoegsels tot het Nr. der Staats courant van 18/19 Oct. worden medege deeld de opgaven, bedoeld in art. 12 der wet van 28 Juni 1881 Staatsblad Nr. 97) over 1884. Zij bevatten: 1°. het getal ver leende en ingetrokken vergunningen in de verschillende gemeenten van ons rijk; 2°. het. totaal der voor de vergunningen be- FEU1LLETON. 137.) De graaf deed nog een stap naar voren. Maar op hetzelfde oogenblik trad hij terug, alsof een vreeselijk spooksel, of een afzich telijk dreigend monster voor hem was ver lezen. Ter zelfder tijd slaakte de onderwijzeres een heeschen gil, en de kandelaar aan haar handen ontglippende, viel op het tapijt. Een stuipachtige siddering deed hare leden trillen. Haar beenen knikten onder het ge wicht van haar lichaam. Bleek als een doode, met bovenmatig opengespalkte oogen leunde zij tegen de post van de deur om niet te vallen. Het gelaat van den graaf had plotseling een geheel andere uitdrukking gekregen. Al de rimpels van zijn voorhoofd waren veel dieper geworden. Hij richtte zich op, hard vochtig, gestreng, verschrikkelijk als een rechter, die een doodvonnis uitspreekt. Nn was het niet de vreugde, maar de toorn, die in zijn oogen flikkerde. De onderwijzeres bleef een oogenblik adem loos staanals verbrijzeld door den blikse- menden blik des graven. Eindelijk ontsnapte een dof gekreun aan haar borst, en zich krachtig genoeg gevoelende om te naderen, altoos bevende, met gebogen hoofd, trad zij op den graaf toe, die roerloos bleef staan, alsof zijn voeten aan de grond waren ge nageld. „Erbarming, mijnheer!" sprak zijde han den vouwende en op de kniën vallende„er barming voor de schuldige vrouw, erbar ming voor de arme moeder ter wille van haar kind!" „Sta op, mevrouw!" sprak De Lasserre op doffen toon, men knielt alleen voor God." i „Of voor zijn rechter, mijnheer de graaf! om zijn barmhartigheid in te roepen." „Zestien jaren geledenheb ik u geoor deeld en gevonnisd." „'t Is waar, mijnheer! maar verbrijzeld, verpletterd onder het gewicht van uw vloek van mijn berouw, van mijn wroeging, is het ook zestien jaar, dat ik lijd, dat ik ween... O, was de misdaad groot, de kastijding is verschrikkelijk geweest." „Spreek mij niet over het verledeneme vrouw neenspreek mij er niet over." „Helaas! ge hebt het niet vergeten." I „Ik zal het nooit vergeten. O, onver biddelijke rampspoeddie altoosaltoos zich aan mij vastklampt! Hier, hier vindt gij mij weder in dit toevluchtsoord der onschuld en der reinheid nadat ik alles heb gedaan om u te vermijden." „Ik zocht u niet, mijnheer! evenmin als ik mijn dochter zocht. Berustende, liet ik het aan God over mij weder bij mijn kind te brengen, terwijl ik niet ophield te hopen dat Hij eens medelijden zou hebben met mijn lijden en mijn tranen.... O, God is goed, mijnheer! Ik kon van smart, van hon ger sterven. Ik heb het niet willen doen. Ik moest leven om eens na het berouw mij de vergiffenis waardig te kunnen maken. Om te leven moest er gewerkt worden. Ik werd onderwijzeres. O, God had zijn bedoelingen met mij. 't Is door Zijn wil, door den uwe, graaf! dat ik hier ben geroepen. Rechtvaar dige God! Wat had ik gelijk met op hem te hopen! 'tls zijn goddelijke hand, die de ongelukkige moeder tot haar dochter voerde. Want het was geen onderwijzeresdie mijn dochter noodig hadmaar haar moeder mijnheer! haar moeder... Ja, haar moeder alleen had vermogen haar hart te openen en haar denkvermogen te verhelderen." En 't is zonder haar te kennenzonder te weten dat zij mijn dochter was, dat ik haar al de teederheid van mijn hart schonkal de moederlijke liefde, die een moeder kan bezitten. Ja, ik heb aan haar, die men Aurora Delorme heet, al de teederheid, al de liefde gewijd, die ik bewaarde voor Lucie De Lasserre. Waarom dat, mijnheerwaar- j om? Omdat zij mijn dochter was, omdat dat geheimzinnige iets, hetwelk men de slem I des bloeds noemt, zich in mij deed hooren. 't Was mijn dochter, 'twas mijn dochter! U kunt mij het tegendeel niet zeggen graaf j 'tis God, die dat heeft gewild!!" i De Lasserre bleef onvermurwbaar. Maar 1 tegen wil en dank begon hij zich tot in het diepst zijner ziel aangegrepen te ge voelen. „Graaf" dus ging de gravin voort. Zes tien jaar geleden hebt ge mij geoordeeld en gevonnisd. Ik heb mijn misslag geboet. Heb medelijden met de arme schuldige vrouw, vergeet het leed dat zij u heeft aangedaan. In naam van onze dochter, van ons kind, vergeef de moeder!" De Lasserre liet slechts dit verschrikkelijke woord aan zijn lippen ontglippen: „Nooit (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 1