NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. !>eze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ADVERTENTIES: Bureel: Scheepmakersstee«; 6. Uitgevers: Gebroeders Muré. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. Stads-Berichten. DE BOETVAARDIGE. ABONNEMENT: Prijs per Nummer 10 ('ent. Woensdag 7 October 1885. TI0. 235. 199u Jaargang. Leidsck Courant Van 1G regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel ƒ0.10. venbedoeld. Aan de wenschen der regeering ten aanzien van de inrichting der school is geheel voldaan en de betrekkelijke bepalingen mochten dan ook hare goedkeuring verwer ven. De gemeente heeft harerzijds hare verplichtingen uit de overeenkomst voort vloeiende in alle opzichten nagekomen en nu kan, onzes inziens, niet worden aangenomen dat de wetgevende macht zal blijven volhar den bij het ten vorigen jaren genomen besluit, waardoor de regeering wordt verhinderd aan de wederkeerig op haar rustende verplichting te voldoen. Morgen voormiddag te half twaalf uren zal het stoffelijk overschot van wijlen den hoogleeraar dr. A. Heynsius op de be graafplaats aan de Groenesteeg worden ter aarde besteld. Zonder eenige luidruchtige feestelijk heid, tengevolge van het overlijden van den hoogleeraar Heynsius, werd gisteren door de studenten-roeivereeniging „Njord" een onderlingen wedstrijd gehouden. Niettegen staande de regen bij stroomen nederviel, heerschte toch eene opgewekte stemming en werd er hardnekkig gestreden. De wedstrijd tusschen de jongens van de Kweekschool voor Zeevaart bood een aardig schouwspel en het nummer der roeibootjes, bemand met novitii, wekte niet weinig hilariteit op. Aan de leden-overwinnaars werden zilveren medailles uitgereikt, terwijl voor de novitii surprises, harlekijns, koeken enz. waren be schikbaar gesteld. De jongens van de Kweek school kregen, behalve 25 voor den prijs- winner en 10 voor den premiewinner, gevulde sigarenkokers. Het feest werd met een collation op de sociëteit „Minerva" besloten. Gisterenavond gaf de Hongaarsche jon genskapel onder directie van den heer Franiek het aangekondigde concert. Blijkbaar zijn de jonge musici goed met hunne instrumenten vertrouwd. Intusschen moeten wij erkennen, dat het schrille en schetterende der Hongaarsche muziek ons oor niet altijd even aangenaam aandeed. Het kan echter zeer goed zijn, dat men het schoone er in veel beter leert waardeeren, wanneer men er wat meer meê vertrouwd raakt. Hieraan is het wellicht toe te schrij ven, dat de stukken ons hoe langer hoe beter bevielennaarmate het programma zijn einde naderde. Het vellen van een oordeel blijve aan des kundigen voorbehouden. Jammer, dat de zaal zoo slecht bezet UNIVERSITEIT. Gisteren werd alhier het nieuwe labo ratorium voor pathologische anatomie voor de lessen geopend door prof. Mac Gillavry, die daarbij eene korte rede hield. Na af loop daarvan werd den studenten gelegen heid gegeven het gebouw te bezichtigen. Door wijlen den heer dr. Emil Rie- beck zijn aan het rijk ter plaatsing in 's Rijks Ethnographisch Museum te Leiden ten ge schenke aangeboden Voorwerpen van Brussa (Anadolië)I. voedsel en opwekkende mid delen; II. kleeding en opschik. Voorwerpen van Soedan: I. voedsel; II. kleeding en opschik; III. huisraad; IX. krijgstuig, wa penen. Voorwerpen van de SomalisI. voed sel; II. kleeding en opschik; III. huisraad VI. vervoermiddelen; IX. wapens. De minister van financiën maakt be kend dat het saldo van 's rijks schatkist op 3 dezer bedroeg: bij dëNederlandsche Bank ƒ16,070,959.31 en bij de betaalmeesters ƒ2,568,529.816. Te zamen/18,648,489.126. Men verzekert, volgens den Haagschen kroniekschrijver der N. G. Ct.dat de koning verleden week met bijzonder welgevallen de kamerdebatten heeft gevolgd en zich zeer ingenomen heeft beloond met den toondie daarin zoowel ten opzichte der sociaal democratie als der kroon heerschte. Deze gezindheid moet dan ook duidelijk zijn ge worden bij de audiëntie, die de adrescom missie bij Z. M. had, vóór zijn vertrek naar 't Loo. De nieuwe wet van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen bepaalt, dat er een nieuw hoofdbestuur moet worden geko zen waarvan de eene helft binnen en de andere helft buiten Amsterdam moet woon achtig zijn. De commissie, belast met de zamenstelling van de dubbeltallen voor die De BURGEMEESTER, Hoofd van het gemeen tebestuur van beiden; Gezien de missive van den Inspecteur voor bet geneeskundig staatstoezicht voor Zuidhol land, dd 4 October jl. no. 4121; Gelet op art. 21 der Wel van den 4en De cember 1872 (SM. no. 134); Brengt ter algemeene kennis dat het Rood vonk binnen deze gemeente epidemisch voorkomt. En geschiedt hiervan openbare afkondiging door plaatsing in de Leiclsche Courant. De Burgemeester voornoemd, DE KANTER. Leidek den 6 October 1885. STADSNIEUWS. Ter vervulling der vacaturen, ontstaan door het verleenen van eervol ontslag aan de hh. K. Benjert en M. Van der Boon, uit hunne respectieve betrekkingen van 2den onderwijzer aan de jongensschool 2e kl. en aan die der 3e kl. n°. 1worden door 1 burg. en weth.in overleg met de betrok- I ken autoriteiten, de volgende voordrachten I van onderwijzers aan den gemeenteraad aan geboden: 1°. de hh. P. Meijer, te Gouda; Hemmes, te Koudekerk, en L. Nooter, te tlillegom; 2°. J. G. E. Van Ewijk, te Wageningen; A. C. Van Stralen, te's Hage, en J. H. J. Jansen, te's GrevelduinCappelle. Naar aanleiding van eene door den heer J. H. Donner in de raadszitting van 9 Juli gedane vraag omtrent het toegekende pen sioen aan den eervol ontslagen gemeente- architect, wordt door de hh. Bool en J. T. Buys aan den gemeenteraad voorgesteldter verzekering van eene juiste uitvoering, in het vervolg alinea 2 van art. 2 aldus te lezen: „Als zij gedurende veertig jaren een of meer ambten of bedieningen der gemeente hebben waargenomen, die aanspraak op pen sioen geven en over de daaraan verbonden bezoldigingen, hetzij krachtens de verorde ningen van 13 Januari 1876 (Gembl. n°. 1) en 19 April 1877 (Gembl. n°. 1), hetzij krachtens deze verordening, voor hun pen sioen hebben bijgedragen". Burg. en weth., zoomede de commissie van fabricage, geven den raad in overweging FEUILLETON. 128.) Voor het overige vervulde haar de gene genheid welke Aurora haar had weten in te boezemen, die haast moederlijke teeder- heidwaarvan haar hart overvloeide en waar over zij zich verbaasde, haar met een soort van geestdrift, een vuur, welke zij nog nim mer in zich had bespeurd. Liefhebbenzich aan iemand hechtenzich toewijden, was een behoefte voor deze jonge vrouw, die veel geleden had, die lange jaren geleefd had zonder de gelegenheid te vinden een bestemming te geven aan de schatten van teederheid en genegenheid, welke zij in baar hart had bewaard als een pijnstillend middel voor haar smarten, een verzachting voor de bitterheid van haren weedom. Ja, men kon het haar aanzienmevrouw Durand had geleden; zij leed nog en durfde nog niet hopen het einde van haar lijden te hebben bereikt. Klaarblijkelijk maakte een groote berusting, geput in het gevoel van plicht en van rechtvaardigheid, dat slacht offer van het noodlot sterk. Zij had zich ongunstig te beschikken over een verzoek van P. Yan Ulden, pachter van de haardasch, vuilnis en puin en baggeren in de gemeente wateren om de pachtsom van de haardasch te verminderen met ƒ1000 en die van bag geren in de gemeentewateren met 500 'sjaars. Adressant verdedigt in dat schrijven de redenen, die het hem mogelijk maakten voor eene hoogere som in te schrijven en wijst er op dat hij door het schrijven van vorige pachters zeer in den geregelden en voor- deeligen afzet van mest enz. is benadeeld zoo ook door den tegenspoed die de landbouwers ondervinden en de ongehoorde concurrentie van elders gevestigde compost- inrichtingen. Een en ander berokkende den pachter reeds belangrijke schade en het voor uitzicht bestaat, dat die nog zal toenemen. Yoorts stellen bovengenoemde colleges aan den iaad voor gunstig te beschikken op de verzoeken van de hh. A. J. Rijshouwer en A. N. C. Van Heestot het dempen der sloot voor hunne woningen onder de gemeente Zoeterwoude en den daardoor verkregen grond in eigendom te bekomen, onder voorbehoud dat door adressanten zal worden betaald eene koopsom van ƒ1 de centiare. Door het gemeentebestuur is een adres aan de tweede kamer der staten-generaal gericht, houdende het verzoek om het rijks-subsidie van ƒ5000 'sjaars aan deze gemeente ten behoeve van de hoogere burgerschool voor meisjes, toegestaan bij kon. besluiten van 14 April 1881 en 8 Eebr. 18S3, wederom op de rijksbegrooting te willen brengen. Burg. en weth. wijzen in een rapport dien aangaande aan den gemeenteraad dat niet mag worden over het hoofd gezien dat de oprichting van die school, waarvoor het ge noemde subsidie door den minister was toe gezegd, liet gevolg was van de noodzakelijk heid, waarin men verkeerde dat de meisjesschool le klasse door het groot aantal leerlingen zou moeten worden gesplitst. Voor de op richtingskosten en verdere jaarlijksche uit gaven van het onderwijzend personeel zou alsdan een jaarlijksche bijdrage van 30 pet. zijn genoten, zoodat de uitkeering van een jaarlijksch subsidie van /'4a/5000 voorde hoogere burgerschool voor het rijk wellicht financieel voordeeliger of althans niet be- zwarender was dan de wettelijke verplichting tot uitbetaling der bijdrage van 30 pet. bo- geschikt in haar toestand. Maar misschien had zij dit niet gedaan zonder verzet, zonder opstand, zonder gemor. Het scheen ook of zij zich iets had te doen vergeven, zoo groot was haar ootmoed, en of zij door haar groote zachtzinnigheid, haar onuitputtelijke goedheid, openbaring van haar berouw, hare vrijspraak wilde verdienen. Zooals wij gezegd hebbendie vrouw moest liefhebben. Zij leefde slechts om lief te hebben. Niemand beter dan Aurora, dat groote kind, dat haar toevertrouwd was, kon be vrediging geven aan dien stillen wensch van haar hart. Had men haar vijftig, honderd leerlingen voorgesteldaltoos zou zij Aurora hebben gekozen, om deze haar genegenheid, hare teederheid en ook een beetje harer moe derlijke liefde te kunnen geven, die ter nau- wernood den tijd gehad hadden vroeger een wieg te bestralen. Zij had daarvoor Aurora noodig, Aurora, dat onschuldige kind, wier hart zij vormenwier geest zij verlichten ging die zij in zekeren zin moest bezielen, tot het leven roepen. Men had haar gezegd: „Gij zult zoo wat haar moeder wezen." Maar zij had bij zich zelve gezegd: tfIk zal geheel en al haar moe der wezen." En dat was waarheid. Zij nam niet in aanmerking dat Aurora eerlang zeventien jaar zou zijn. Zij wilde slechts in haar het meisje zien, dat haar, als bij het verlaten der wieg werd toever trouwd. Een tijd lang verdween de onder wijzeres op den achtergrond. Het was de oplettende moeder, vol teederheid en be zorgdheid die haar liefkozingenhaar vrien delijke woordjes aan het kind wijdde, en daarin allengs alle snaren aan het trillen bracht. Ohoe goed stond het haar voor den geest dat zij zelve moeder geweest was. Maar was zij het nog niet bij dat kind van een andere vrouw, dat het toeval haar geschonken had? Deed zij niet voor A urora wat zij voor haar eigen kind, haar dochter gedaan zou hebben als zij het geluk had gehad deze op te voe den Zij had bij het kinddat zij ter wereld bracht, niet de liefelijke roeping kunnen vervullen, welke de natuur aan alle moeders oplegt' Maar thans was zij haar beschoren die verheven roeping. Ja, zij zou voor haar dochter niet anders hebben gehandeld dan zij voor haar Aurora deed. En zij had haar volle roeping te ver vullen, daar, spijt haar leeftijd, Aurora ge heel kind gebleven was. En bemerkte zij dan op eens de dwaling, waartoe haar hart had doen vervallen, dan was het ontwaken smartelijk. Zij voelde zich het hart beklem men. Haar gemoed schoot vol; brandende tranen ontsprongen aan haar oogen. Een anderen keer, wanneer zij Aurora aanzag, als wilde zij zich in de heldere oogen van het jonge meisje spiegelenverwonderde zij er zich over, dat zij dezelfde vreugde smaakte, dezelfde verrukking gevoelde als vroeger, toen zij het lieve blonde kopje van haar kind beschouwde, dat op het peluw van een wieg rustte. En dan in vervoering, met onbeschrijfe lijke opgewondenheid, nam zij Aurora op haar schoot, klemde haar tegen haar hij gende borst, overdekte haar met kussen, en zei tot haar al wat uit haar hart op hare lippen welde. „Mamaatje, mamaatje!" sprak het kind, haar met woeker de kussen, die zij ontving teruggevende. De eerste maal, dat z'j dien lieven naam aan mevr. Durand gegeven hadhad de jonge vrouw haar geheele wezen voelen trillen en was daarop in snikken uitgebarsten. Aurora outstelde. En vele dagen lang had zij niet meer „mamaatje" durven zeggen. (Wordt vervolgd.) Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 1