NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ABONNEMENT: Prijs per Hummer 10 Cent. Woensdag 30 September 1885. N°. 229. ADVERTENTIE N: Bureel: Scheepmakerssteeg 6. Uitgevers: Gebroeders Muré. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. DE BOETVAARDIGE. Leidsche Courant Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25, Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Van 1-6 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, h contant, zonder rabat, per regel A0.10. 199e Jaargang. 8T1D8VIEUW8. Ingevolge de wet tot fixatie der uit- keering van het personeel aan de verschil lende gemeenten zal o. a. ten goede komen aan Leiden 6677.916. Wij lezen in de Maasbode: Toen in ]80T Leiden geteisterd werd door het sprin gen van een kruitschip, veranderde koning Lodewijk Napoleon de bij die ramp gespaard gebleven Saaihal in eene Katholieke kerk; de toren dier kerk bleef het eigendom van het gemeentebestuur van Leiden. De kerk werd succursaal der parochiekerk van den H. Petrus aldaar. In 1875 wilde het ge meentebestuur dien toren aan het kerkbestuur ten geschenke geventeneinde van het onder houd van toren en klok ontslagen te zijn; het kerkbestuur wilde den toren wel aan vaarden, mits het gemeentebestuur tevens een zekere som gelds aan het kerkbestuur schonk. Dit werd door het gemeentebestuur geweigerden de zaak bleef zooals die was. Thans hebben zich B. en W. op nieuw te dezer zake gewend tot het kerkbestuur, het uitnoodigende tot het houden eener confe rentie over deze zaak. Het kerkbestuur heeft nog niet geantwoord. De toren kost blijkens de ontworpen gemeentebegrooting voor 1886 aan onderhoud 556 'sjaars en het opwinden der klok ƒ80. In Gouthoeven's „Oude chronijckeende Historiën van Holland, enz:" 'sGravenhage 1636 deel I bl. 368, vinden wij het vol gende vermeld, dat door onzen dichter mr. ÜBogaerts, Gezamelijke dichtwerken Haarlem 1871, deel I bladz. 219, is bezongen. In het jaar 1316 heerschte te Leiden een groote hongersnood; bij die gelegenheid verzocht een weduwe, die zelf haar brood en granen aan hare minderbedeelde natuur- genooten had uitgedeeld, aan hare zuster een bete broods; deze zuster had nog in huis een in tweeën gesneden brood en weigerde daarvan iets af te geven met de woorden vals ik nog brood in huis heb, mag het vel in steen veranderen." En werkelijk veranderde het brood in steen. Een dezer in steenen veranderde brooden werd in een kastjedat aan een der pilaren aan de noord zijde van de St. Pieterskerk te Leiden was opgehangen, bewaard; tijdens de reformatie is dit kastje met den daarin geborgen steen verloren geraakt. De straat, waar dit geval voorviel, wordt nog ten huidigen dagen de Mirakelsteeg genoemd. Deze steen is dezer dagen teruggevonden door den heer dr. Frenay te Leiden en iederen dag van 912 uren voormiddag voor iedereen te bezichtigen. De steen heeft den vorm van een half brood. Bij den steen zijn ook gevonden processtukken op het geval betrekking hebbende, onder teekend door den pastoor der St. Pieterskerk en de burgemeesters van Leiden. In de beschrijving van de provincie Zeeland door J. De Kanter Philz. en J. Ab. Utrecht Dresselhuis in 1824 te Mid delburg verschenen, wordt melding gemaakt, dat in het gasthuis op het Langen Delft aldaar, zich de andere helft van het te Lei den in steen veranderde broodblijkens een daarbij behoorend oud schilderijtje, bevindt. Maasbode De studenten-roeivereeniging „Njord" zal den 5den October a. s. een onderlingen wedstrijd houden. De staatsbegrooting voor 1886, uitge trokken toteen bedrag van f 132.028.450.00, is verdeeld over de volgende hoofdstukken: Hoofdstuk I. Huis des konings f 650.000,00 hoofdst. 11. De hooge colleges van staat en het kabinet des konings f 610 634,00; hoofdst. III. Dep. van buitenlandsche zaken f 683.690,00; hoofdst. IV. Dep. van justitie f 4.519.641,00; hoofdst. V. Dep. van bin- nenl. zaken f 10.980.361,00; hoofdst. VI. Dep. van marine f 13.261.248,20hoofdst. Vila. Nationale schuld f 34.989.299,28; hoofdst. YII5. Departement van financien f 23.432.386,336; hoofdst. VIII. Dep. van oorlog f 20.774.853,00; hoofdst. IX. Dep. van waterstaat, handel en nijverheid f 20.896.217,21 hoofdst. X. Dep. van koloniën f 1.180.120,00; hoofdst. XI. On voorziene uitgaven f 50.000,00. Uit de memorie van toelichting blijkt o. a. dat op de uitgaven voor het personeel bij de gevangenissen te Leiden en 's Ilcrtogen- boseh te zamen f 1400 kan worden bespaard. Wat de universiteit te Leiden betreft, is eenige uitbreiding van het personeel der be ambten noodig, en wel: 1° met een tweeden conservator bij de bibliotheek voor de hand schriften; 2° met een tweeden assistent bij de natuurkunde en 3° met een conservator bij de mineralogie en geologie. Tegenover die uitbreiding staat dat de betrekking van amanuensis bij 's rijks museum van natuur lijke historie, waaraan eene jaarwedde van f 1000 was verbonden, sedert Juli 1884 is opgeheven. Voor materieel is f 187,222 aangevraagd. Door de verbouwing en inwen dige vertimmering van het natuurkundig kabinet zijn thans, behalve de vroegere localenvoor het natuurkundig onderwijs beschikbaar gesteld drie nieuwe zalen en drie werkkamers. Om deze van de gewone hulp middelen voor natuurkundig onderwijs te voorzieu is voor eens eene uitgaaf van f 5400 noodzakelijk. De belangrijke uit breiding, welke deze inrichting heeft onder gaan, vordert daarbij verhooging van het gewone subsidie met f 120O en alzoo tot f4490. Gedep. staten van Zuidholland hebben o. a. ten opzichte van het bestuur van den Munnikkenpolder om den Munnikkendijkschen weg van den legger der wegen en voetpa den der gemeente Leiderdorp te roieeren, verklaard, dat er geen termen bestaan om aan adressants verzoek te voldoen. - De mi nis ter van financiën maakt be kend dat het saldo van 's rijks schatkist op 26 dezer bedroegbij de Nederlandsche Bank 18,628,519.18 en bij de betaalmeesters ƒ2,869,234.07. Te zamen 21,497,753.25. Gedurende de maand Augustus is bij de rijkspostspaarbank ingelegd ƒ431,526,01 en terugbetaald 248,524,68", alzoo meer ingelegd dan terugbetaald f 18-3,001,326. Aan het einde der maand Juli was ten name der verschillende inleggers ingeschre ven een bedrag van 5,611,170,046, zoo dat de som der inlagen op 31 Augustus 1885 bedroeg 5,794,171.37. In den loop der maand Augustus 1885 werden 2420 nieuwe spaarbankboekjes uitgegeven; 689 werden geheel afbetaaldzoodat er aan het einde der maand 105,762 in omloop waren. De twintigste lijst van de 7e jaarcollecte voor de scholen met den bijbel, bereikt met de vorige opgave een totaal van ƒ91421.77, waaronder f 1183.38 j aan nagiften, bijeen gebracht door 500 locale comité's, waaron der Benthuizen ad 66.75, Koudekerk a/d Rijn ƒ12.25 en Oude Wetering ƒ3,50. Ten einde aan reizigers van stations op hare Amsterdamsche lijn gedurende den a. s. winterdienst gelegenheid te geven des avonds nog de stations op de lijn Leiden- Woerden te bereiken, is door de directie der Nederl. Rijnspoorwegmaatschappij be paald, dat zoodanige reizigers naar Waarder, Bodegrave, Zwammerdam, Alfen, Hazers- woude, Soeterwoude en Leiden, per trein 23 of 123 vertrekkende (welke treinen ge durende dien dienst geene aansluiting in Woerden zullen hebben), zonder bijbetaling over Utrecht zullen mogen reizen om van daar met trein 334 naar hunne bestemming voort te zetten. Een paar Haagsehe heeren, Zondag avond van Leiden terugrijdende, werden, toen zij aan het Huis ten Deyl even op hielden, door een vijftal zich daar bevin dende personen ernstig mishandeld. Zaterdagmiddag werd te Voorburg eene oude vrouw zoodanig door een der paarden van een rijtuig getrapt, dat zij bewusteloos neêrviel. Zij weid in eene nabijzijnde wo ning binnengedragen, waar haar de noodige hulp verleend werd. Zondagavond omstreeks 8 uur trok een troep van een honderdtal brooddronken personen, meerendeels losse sjouwers, zin gende langs de Voorstraat te Dordrecht naar den Riedijk, waar eenige herbergen werden bezocht, van waar zij zich kort daaropge volgd door eene menigte kwajongens, ver wijderden. Weer zingende en joelende trok de massa langs de Voorstraat de Nieuwbrug op, waar bijna huis aan huis ruiten werden ingesla gen of geworpen. Zoo ging het voort de Gravenstraat door, de Aardappelmarkt over naar de Nieuwehaveu, langs de Groote kerk, de Leuvenbrug over en de Voorstraat op, in alle buurten de glasruiten, waaronder verscheidene kostbare spiegelruiten, vernie lende. Zelfs werd gezien, dat een uit de woeste menigte voor dat doel een hamer bezigde, terwijl anderen doeken om de vuis ten hadden gewondenteu einde zich niet te verwonden. Gelukkig voor de gerechte lijke instructie heeft dat echter niet gehol- FEU1LLETON. 122.) Toen de vader, ter nauwernood zijn tra nen kunnende bedwingen, tot zijn dochter zeide„Ik ga heen, ik zal je misschien niet voor over een jaar terugzien," was zij tem snikkenden om den hals gevallen. En daarna had zij veel geschreid, toen hij ver trokken was. Mevrouw Delorme had reeds een groote genegenheid voor haar opgevat. Er waren in het hart van die vrouw, die al te kort moeder geweest was, schatten van moeder lijke teederheid, die, niet besteed, thans als erfenis Aurora ten deel vielen. Zijdeedalles in haar vermogen was om haar af te leiden, haar oplettendheid te wekken, hare gedachten bezig te houden. Schier eiken dag ging men uit. Om twee uur wachtte de coupé de dames voor de deur. Men deed een toertje door het „Bois de Bologne,"of wel men reed de boulevards langs de kaden en de stratenwaar de eerste handelshuizen van Parijs waren gevestigd. Mevrouw Delorme had een moeielijke en kiesche taak op zich genomen. Zij wilde die waardiglijk vervullen. Zij kon het; want zij wist wat zij verschuldigd was aan de lieve kleine, die haar weldoener aan haar zorgen, aan haar genegenheid, aan hare toe wijding had toevertrouwd. Ongelukkiglijk kon zij niet genoeg ver geten dat Aurora de dochter van den graaf De Lasserre wasen gevoelde zij al te goed den afstand, die tusschen de rijke erfge namen en haar bestond. Derhalve kwam zij niet genoeg in haar rol. In hare manieren, hare taalzelfs haar teederheid was iets te eerbiedigs. Zij sprak de woorden „miju beste, mijn kind, lieve meid" uit, alsof zij juffrouw gezegd zou hebben. Het was haar schuld niet. Zij gaf toe aan een zeer begrij pelijk gevoel. Hoe het zijzij had niet den toon van moederlijk gezag weten aan te slaan; instinktmatig gevoelde Aurora dat. Eu daarom bestond er tusschen haar die innige hartelijkheid, die bekoorlijke gemeen zaamheid, die volkomen overgave niet, welke uitlokken tot vertrouwen en tot het uitstorten van het hart. Aurora hield van mevrouw Delorme, zooals zij van haar bastaard-nachtegalen gehouden had. Zelfs in haar armenaan haar borst voelde zij niet die warmte, die heerlijke ge waarwordingen haar doortrillen, welke de moederlijke liefde mededeelde. Had het jonge meisje kunnen nadenken, waardeeren oordeeien dan zou zij zeker bij zich zelve hebben gezegd: ik dacht dat een moeder iets anders was. Mevrouw Delorme en Aurora danhadden met het ontbijt gedaan, en wilden van tafel opstaan, toen men hoorde schellen. Een oogenblik later ging de denr der ka mer open, en de kamenier trad binnen. Het was een jong meisje van vijf en twintig jaren, vrij mooi, met open gelaat, zachten en trouwen blik, en zedig van uiterlijk. „Mevrouw," dus sprak zij, „daar is een dame in het zwart, die u wil spreken." „Dat is zij. Eindelijk!" dacht mevrouw Delorme. En hardop voegde zij er bij „Heeft die dame u haar naam gezegd?" „Neen, mevrouw, maar zij komt van mijnheer Vt.n Ossen." „Heel goed, „sprak mevrouw Delorme, ijlings opstaande, „laat de dame zoolang in mijn kamer." De kamenier verwijderde zich. Zich tot Aurora richtende, hernam mevr. Delorme „Beste meid, de dame, die daar gekomen |is, is de onderwijzeres, de persoon, over wie uw vader u heeft gesproken voor zijn vertrekik zal haar gaan verwelkomeneu als ik een oogenblik met haar gepraat heb haar aan u voorstellen." Aurora antwoordde met een toestemmend knikje en stond op. Mevrouw Delorme kuste haar op het voor hoofd zeggende „Lieve, wacht ons in je boudoir." Het jonge meisje ging langzaam heen, zonder een enkel woord te hebben gezegd. Mevr. Delorme verliet toen de eetkamer, en haar schreden richtende naar hare kamer, sprak zij bij zich zelve: „Zal de onderwijzeres knapper en geluk kiger dan ik wezen? Het is te hopen." De beschermelinge van mijnheer Van Os sen stond te wachten in een eenigszins voor overgebogen houding. Het was een vrouw van iets meer dan middelmatige grootte, lenig, rijzig en bevallig. Haar gelaat was bleek, vermoeid, maar nog fraai. Hoewel de eene of andere diepe smart of een lang zaam sloopend verdriet haar trekken buu frischheid had ontnomen en ze verouderde, sprak daaruit iets innemends en lieftalligs. Haar mond was niet gewoon zich tot een lach te plooien. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 1