NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Deze Courant verschijnt <1agelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ABOfJMEWlEWT: ADVERTENTIE S3: Bureel: Sclieepmakerssteeg 6. Donderdag 17 September 1885. N°. 218. Uitgevers: Gebroeders Muré. Stads-Berichten. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. DE BOETVAARDIGE. Leidsc ourant Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Prijs per Nuuimer 10 ('ent. Van 16 regelsf 0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel ƒ0.10. 199e Jaargang. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van UI DEN; Gezien art. 8, le alinea der Wet van 2 Juni 1875 Staatsblad no. 95), tot regeling van hel toezicht bij hel oprichlen van inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen ver oorzaken; Brengen bij deze ter algemeene kennis dat door hen op heden vergunning is verleend aan E. F. KOOY en rechtverkrijgenden lol het oprichten van eene Varkensslachterij in het perceel Langebrug hoek Uiefsleeg no. 14. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsclie Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, den 16 September 1885. STADSNIEUWS. Door de politie alhier is aangehouden en vervolgens ter beschikking der justitie naar de gevangenis te 's Gravenhage over gebracht zekeren niet alhier te huis behoo- rende B. A.die zich aan bedelarij had schuldig gemaakt. Hij had o. a. van een ingezetene 10 cents ontvangen, maar was daarmede zoo spoedig mogelijk eene tapperij ingegaan om jenever te koopen. Volgens het aanplakbiljet van het be stuur van het Algemeene Werkl.-Verbond, dat Zaterdag den 19den een spreekbeurt zal houden, met vrijen toegang, in het Nut tot 't algemeenmaakt men ons de opmer king, dat dit bestuur nog geen blijken draagt met onze taal vertrouwd te zijn. Er staat: „met het oog op de demonstratie voor algemeen stemrecht de daarop volgende dag te 's Dage." Dan volgt er: „Spreker: den heer"hetgeen doet denken aan in- gegriffeld schrift op grafzerken, zooals er worden aangetroffen, als: „Hier rust den heerenz., bij welke gelegenheid de ernst op den doodenakker wordt geschokt. UNIVERSITEIT. De Stc. van heden bevat eene opgaaf van voorwerpen, afkomstig van de eilanden Aruba, Curapao en Bonaire en van Vene zuela, door den heer A. J. Van Koolwijk, R, K. priester en pastoor te Oranjestad op het eiland Aiuba, aan het Rijks Etnogra- phisch Museum te Leiden ten geschenke gezonden. Door den minister van staat, minister van binnenlandsche zaken is aan den schenker de dankbetuiging der regee ring aangeboden. De St.-Cl. voor heden maakt het programma openbaar, voor de opening van de vergadering der staten-generaalte's Gra- veuhage, op Maandag den 21 sten September. Art. f. Des middags te 12 uren zullen de leden der staten-generaal zich begeven naar de zaalbestemd voor de zittingen van de tweede kamer, en zich in eene algemeene vergadering vereenigenonder voorzitting van den door Z. M. den koning benoemden president van de eerste kamer. Art. 2. De ministers, hoofden van mi- nisterieele departementen, de kanselier der orden en de leden van den raad van state zullen zich, des namiddags te één uur, mede in die zaal vereenigen. Art. 3. Z. M. de koning, de vergade ring der staten-generaal zullende openen, zal te één uur met den volgenden trein van het paleis afrijden a. een commando cavalerie tot opening van den trein; i. een hoffourrier en twee rijknechts te paard e. de kamerheer-ceremoniemeester, gezeten in een rijtuig, bespannen met twee paarden gaande één lakei naast elk portier; d. acht kamerheeren van Z. M.gezeten in twee rijtuigen, ieder met twee paarden bespannen, gaande één lakei naast elk por tier. De kamerheeren plaatsen zich volgens hunnen rang van benoeming; e. de groot-officieren van 's konings huis, gezeten in twee rijtuigen, ieder met zes paarden bespannen, gaande twee lakeien naast elk portier; een commando cavalerie; g. Tj. M. de koning, gezeten in een rij tuig, bespannen met acht paarden, gaande een rijknecht naast elk paard en vier la keien naast elk portier. De luitenant-gene raal, adjudant-generaal, de generaals-adju- danten en de generaal-majoor, waarnemende gouverneur der residentie te paard. Eerst genoemde rijdt rechts, terwijl de generaal- majoor, waarnemende gouverneur der resi dentie, en de oudste in rang van de gene- raals-adjudanten zich volgens hunnen rang, rechts of links plaatsen van 's konings rij tuig; hierop volgen de overige officieren van het militaire huis, rijdende twee aan twee, de oudsten in rang vooruit; h. een commando cavalerie, tot sluiting van den trein. Art. 4. De trein zal rijdendoor het Noordeinde, door de Hoogstraat, door de Gravenstraat, over het Buitenhof, naar het Binnenhof. Art. 5. De trein gekomen zijnde aan de vergaderplaats der staten-generaal, zal de koning aan de deur van het gebouw ont vangen worden door eene commissie uit de vergadering, die, voorafgegaan door den kamerheer-ceremoniemeester, de kamerheeren en de groot-officieren van 's konings huis, Z. M. zal geleiden naar de zaal der staten- generaal. Het militaire huis volgt onmid dellijk. Art. 6. De groot-officieren van 's konings huis en de waarnemende gouverneur der koninklijke residentie plaatsen zich achter Zr. Ms. zitplaats, de kamerheeren rechts en het militaire huis links van den troon. Art. 7. Dit zitting geëindigd zijnde, gaat de koning met denzelfden trein, waarmede Z. M. binnengekomen isen in de bij art. 3 vermelde orde, naar het paleis terug; zul lende de trein den navolgenden weg nemen van het Binnenhof, over den Korten Vijver berg, over den Langen Vijverberg, over de Plaats, door het Noordeinde naar het paleis. Art. 8. Salvo's uit het geschut zullen het afrijden van den koning van het paleis, en het oogenblik waarop Z. M. het gebouw van de staten-generaal verlaat, aankondigen. Het budget voor 1886 zal volgens het Z. D. niet tegenvallen; de eindcijfers zijn zoo laag gesteld, als maar mogelijk was. De minister Bloem heeft gedaan wat hij kon. Tegen onmisbaar noodige uitgaven kan hij niet blijven protesteeren. Onmoge lijk is het evenwel niet, dat de tweede kamer zich nog zuiniger dan de minister zal betoonen en dat zij nog dieper het snoei mes der besparing in de begrooting zal zet ten. Ook de begrooting voor Nederlandsch- Indië zal niet tegenvallen. De minister en de gouverneur-generaal bewijzen, dat men hen terecht als gewenschte uitvoerders van de bezuinigings-politiek aan 't bewind bracht. Aan het surnumerairs-examen voor ge deelte A, dat op gisteren aan liet centraal - bureau der exploitatie-maatschappij te Utrecht plaats vond, namen 17 personen deel, van welke zijn geslaagd de lieerenM. H. Bou- wensC. P. Eerenst, J. HissinkJ. J. Houpst, L. Mulder, J. Schreuder, J. Van Vliet en T. G. I. Wight. De veertiende lijst van de 7e jaarcollecte voor de scholen met den bijbel, bereikt met de vorige opgave een totaal van ƒ68189.465, bijeengebracht door 350 locale eomité's, waaronder: Woubrugge met Rijnsaterwoude ad ƒ132.89 en Katwijk a/d Rijn j 96.60. De Noordbr. verneemt, dat de heer Van Baar zoodanig in beterschap toeneemt, dat er vooruitzicht bestaat, dat hij in de volgende week de vergaderingen der staten- generaal zal kannen hijwonen. De officier van gezondheid der le kl. D. H. Van Vierssen, ingedeeld bij de veld artillerie te Leidenis tot nieuwe stand plaats het garnizoen Hoorn aangewezen en zal aldaar optreden als chef van het militair hospitaal. Ten bewijze hoe gewenscht het zou zijn, dat de vaartverbetering tusschen IJmui- den en Katwijk voor bommen enz. tot stand kwam, deelt men aan het Tad. mede, dat nu rgeds volgeladen schuiten van de haring- visscherij IJmuiden binnenvallen, worden opgesleept naar Warmond, om daar vóér de spoorwegbrug de lading over te doen in lichters. In de dezer dagen gehouden land bouw vergadering van de afdeeling Katwijk, Valkenburg en Rijnsburg, werden de hh. G. Van den Eykel en D. Van Delft geko zen tot afgevaardigden ter algemeene ver gadering. Zij werden vrijgelaten in het doen eener keuze van voorzitter; de heer Van Oudheusden werd gekozen tot lid der com missie voor onderzoek van de rekening der maatschappij over 1884. Algemeen werd in deze vergadering geklaagd over den grooten lastdien men te velde had van de kraaien FEUILLETON. 114.) Hij heeft geen ouders meer. Hij is de laatste afstammeling van een oud geslacht. Hij heet markies De Verveine" „Dat is een oude en beroemde naam." „Hoe het zijen of je het kwalijk neemt of niet, je dochter denkt aan dien jongen man. „Alzoo meen je, dat Aurora nog denkt aan den markies De Verveine?" „Ik ben er zeker van. „Toch spreekt zij niet over hem." „Zij vreest je te ontstemmen. Na het tooneel in den tuin, toen zij bijkwam uit liare bezwijming heeft zij je gevraagd: „Zal Adrien terugkeeren?" Ik ben het, die ge antwoord heb Ja. „Wanneer zal hij terug komen?" heeft zij daarop gevraagd. „Naden winter, wanneer alle rozen in bloei staan," neb ik geantwoord." „Dat herinner ik mij." „Welnu, Aurora vergeet de belofte, die ik haar deed, niet. Tien, twintig maal per dag kan je haar hooren herhalen, als ware dit de slotsom van haar overpeinzingen De winter zal dit jaar lang zijn." De Lasserre zuchtte. „Het is het noodlot, dat ïien jongen man naar mijn woning voerde," sprak hij op droef- geestigen toon. VI. vader en dochter. Zooals wij gezegd hebben, hadden de graaf De Lasserre en de heer Van Ossen elkaar in geen twintig jaren "gezien. Ongetwijfeld lmd de graaf nooit zijn besten vriend ver geten. Maar daar hij de menschen ont vluchtte, had hij voor niemand een uitzon dering willen maken. Willem Van Ossen had dikwijls getracht hem te ontmoeten, maar vruchteloos. „Hij verbergt zich, 't is zeker," dus dacht hij. „Welke verschrikkelijke ramp heeft dan toch zijn leven gebroken?" Zal ik ooit dit vreeselijk geheim kennen?" Daar hij De Lassere's karakter kendehad onze landgenoot een gedeelte der waarheid geraden. Voordat hij Nederland verliet om zich te Parijs te vestigenhad hij dikwijls de dien sten van een notaris te Parijs noodig gehad. Hij had zich gewend tot den heer Corvisier; bij zijn komst te Parijs was deze voor goed zijn notaris geworden. Meer dan eens had hij hem naar den graaf De Lasserre gevraagd. Maar met een volkomen bescheidenheid en kiesch tot in het overdrevene, had Corvisier altoos op al zijne vragen het stilzwijgen be waard. Hij wanhoopte er aan om te weten te ko men wat er van den graaf geworden was toen liijop zekeren avonddat hij den no taris moest spreken op diens bureau geheel onverwachts den graaf ontmoette. In weer wil van den langen baard en de lange witte harendie de graaf droeg om zich te ver mommen, herkende hij hem terstond. Hij uitte een kreet van verrassing en vreugde en sloot den grijsaard in zijne armen. De Lasserre beantwoordde die warme begroeting. Misschien zijns ondanks, moest de graaf zich laten brengen bij Van Ossen, die hem voorstelde aan zijn betrekkingen. Ook was hij wel gedwongen de hartelijke gastvrijheid aan te nemenwelke hem werd aangeboden. In een oogenblik van vertrouwelijke ont boezeming sprak hij over Aurora. Terstond drukte Van Ossen het verlangen uit het jonge meisje te zien. De graaf kon den voorslagdie zijn vriend hem deed om hem naar Cordeliére te vergezellen, niet afslaan. Voor de eerste maal in al die jaren, zou een mannelijk wezen den drempel over schrijden. Van Ossen zou slechts èen dag op la Cor deliére blijven. Maar hij had spoedig inge zien dat hij in het belang van Aurora zijn verblijf moest verlengen. Hij wist den graaf er langzaam toe te be wegen hem zijn vertrouwen te schenken, en wij weten welk plan hij beraamd had om Aurora te onttrekken aan die benauwde om geving, waarin zij langzamerhand wegkwijnde. Men moest haar rede niet geheel laten uit- dooven. Men moest deze redden. Zoools hij het zijn vriend had meegedeeld was de graaf De Lasserre naar Parijs ver trokken. Den volgenden dag te elf uur was hij op la Cordeliére terug. „Ben je voldaan over je reis?" vroeg zijn vriend. „Ja, zeer voldaan antwoordde hij. „Dank zij de voortvarendheid van Corvisier, hebben wij geen minuut verloren. Wij hebber, samen een woning gezien die hij op naam van me vrouw Delorme heeft gehuurd. „Waar ergens?" „Boulevard Hausman, een pas of wat van de nieuwe Opera." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 1