NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ABOiNEfflEflST:
Prijs per Nummer 10 Cent.
Zaterdag 29 Augustus 1885. N°. 202-
AOVEBTEMTIEK:
Kureel: Scheepuiakersstee»- 0.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
BIMENLANDSCHE BERICHTEN.
DE BOETVAARDIGE.
Leidsche
ourant
Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
199c Jaargang.
Van -16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, 4 contant, zonder rabat, per regel 0.10.
«TADSXIIËGWi.
Het lijk van de Woensdag 11. op zoo
treurige wijze omgekomen dame, is heden
morgen met de Rijnspoor naar Duitsehland
verroerdalwaar liet nog dezen avond ter
aarde zal worden besteld.
Dinsdag aanst. wordt door de Ned.
Rijnspoorwegmaatschappij weder de gele
genheid aangeboden een bezoek te brengen
aan de stad Arnhem en hare heerlijke om
streken, en wel door het laten rijden van
een pleiziertrein voor derde klasse reizigers.
Aan de inteekenaren op den 19den
jaargang van de „Katholieke Illustratie", is
bij het öde wekelijksch nummer aangeboden
een portret in kleurendruk van H. K. II.
prinses Wilhelmina. De uitgeefster, rekening
houdend met het van verschillende kanten
uitgesproken verlangen om van den aan
staanden verjaardag van II. K. H. een na-
tionalen feestdag te makenmeenden dat
de schenking van dit portret thans eene
eigenaardige aantrekkelijkheid geeft. Zij
vonden het dan ook niet ongepast een ge
deelte van dit nummer te wijden aan haar
op wie de hoop van het vaderland is ge
vestigd, bestaande in een drietal verzen, ge
titeld: „Aan ons prinsesje op haar vijfden
verjaardag" en „Volkslied voor den nieuwen
nationalen feestdag of Prinsesjesdag", door
J. R. Van der Lans, en „Grootje aon 't
prinsesje", door B. Van Meurs.
Onlangs is gemeld, dat eene omwer
king van de Gemeentewet aanstaande was.
Thans kan worden medegedeeld, dat de door
den minister van binnenl. zaken ontworpen
wijziging van verschillende bepalingen der
Gemeentewet, het plaatselijk belastingstelsel
als onderwerp voor latere herziening hier
van uitgezonderd, zijn departement heeft
verlaten en weldra de volksvertegenwoordi
ging zal bereiken.
De voorgestelde veranderingen raken de
voorschriften nopens de toelating der raads
leden; de vereischten voor het lidmaatschap
van den raad, mitsgaders omtrent het hou
den der vergaderingen van den raad en van
burgemeester en wethouders zonder het ver-
eischte aantal ledenook wanneer deze stel
selmatig wegblijven; in verband waarmede
ook gedacht zou zijn aan uitbreiding van
den eedsinhoud voor de leden.
Gedurende de maand Juli is bij de rijks
postspaarbank ingelegd 464,920,79 en
terugbetaald 272,863,15, alzoo meer inge
legd dan terugbetaald 192,057,64. Aan
het einde der maand Mei was ten name
der verschillende inleggers ingeschreven een
bedrag van 5,419,112,40 j, zoodat de som
der inlagen op 31 Juli 1885 bedroeg
f 5,611,170.04In den loop der maand
Juni 1885 werden 2359 nieuwe spaar
bankboekjes uitgegeven; 786 werden geheel
afbetaaldzoodat er aan het einde der
maand 104,031 in omloop waren.
Het Ilbl. kan mededeelen, dat de
minister van binnenlandsche zaken, terstond
nadat hij had kennis gekregen van het
voornemen, om de Kleine of Broerenkerk
te Bolsward voor afbraak te verkoopen,
zich rechtstreeks tot kerkvoogden der Ned.
herv. gemeente aldaar heeft gewend, om
aan dat voornemen geen gevolg te geven
en in elk geval de slooping voorloopig aan
te houden, opdat de minister in de gele
genheid zij, den toestand nauwkeurig te
doen opnemen en na te gaan, wat even
tueel tot herstelling of behoud ware te ver
richten.
Men ingang van den len October a. s.
wordt de 2e luit. H. L. Overduyn van het
5e bij het 4e reg. infant, overgeplaatst en
aldaar ingedeeld bij de le comp. Ie bat.
te Delft.
Volgens de Java-Bode zal de Ben-
koelen, die vol witte mieren zit, naar Soe-
rabaia moeten vertrekken om gezuiverd te
worden. De schade, door deze dieren aan
gebracht, moet vrij belangrijk zijn; men
zegt dat de bodem kans loopt om buiten
dienst te worden gesteld.
Naar men verneemt heeft de hoog
leeraar De Hollander, van de academie te
Breda, eervol ontslag aangevraagd.
In de gemeente Veur is een jongentje
van 3 jaar, dat een oogenblik aan het toe
zicht der ouders wist te ontsnappen, door
den vader levenloos uit eene sloot opgehaald.
Te Noordwijk zijn tot leden van den
gemeenteraad gekozen de hh. K. Geldersma
en J. Nieuhuis.
Benige arbeiders van het landgoed
„Zorgvliet", aan den Ouden Seheveningschen
weg, hebben gisteren een vreemde vondst
gedaan. Bij het graven van een vijver in
het zuidoostelijk gedeelte van de huiten-
plaats, stieten zij op een vuren kist, die
bij onderzoek het geraamte van een vol
wassen man bleek te bevatten. Zoover men
weet, werd die grond nooit tot begraafplaats
gebruikt. V ad.)
Onder voorzitting van den heer F. J.
Stiemes is te Schiedam eene vergadering van
branders gehouden, waarin de gedrukte toe
stand besproken werd waaronderde branderijen
gebukt gaan. Be vergadering was zeer druk
bezucht, meer dan driehonderd branderijen
waren vertegenwoordigd. Besloten werd tot
de samenstelling van een vaste commissie
tot behartiging van de onderlinge belangen.
Aan deze commissie werd opgedragen
statuten te ontwerpen op den grondslag van
de in het jaar 1864 bestaan hebbende
Brandersvereeniging. Voorts zal de voor-
loopige maatregel het stoken gedurende de
maand September e. k. beperkt worden
wekelijks tot 15 of 20 bak per branderij.
Te Rotterdam werd eergisteren de alge-
meene vergadering van het Ned. Bakkers-
bond gehouden. Uit het uitgebracht jaar
verslag bleek, dat het bond 11 afdeelingen
met 469 leden telt. Het verslag van den
penningmeester maakt van een voordeelig
saldo van ƒ52.86 gewag.
De vraag of de Nederl. gist- en spiritus
fabriek te Delft valt in de termen van een
meel- en broodfabriek, werd behandeld. De
eigen bakkerij, die men er aan de fabriek
op nahoudt, werd voor de üelftsche bak
kers van groot nadeel geacht. De verga
dering besloot de behandeling van die zaak
verder aan het bestuur over te laten.
Verschillende vraagpunten werden behan
deld, waaronder ook dit, om toe te treden
lot het Internationaal Bakkersbond, waartoe
besloten werd.
Door de politie te Rotterdam is aan
gehouden en naar de cellulaire gevangenis
overgebracht een gevaarlijk persoon, die des
nachts in de Weste Wagenstraat, met het
doel om te steleneene groote spiegelruit
van een winkel verbrijzeld had, doch in het
stelen werd verhinderd doordien twee politie
agenten, niet ver van daar surveilleerende,
en die het gerinkinkel van het glas hoorden,
op eens toeschoten en hem spoedig daarop
grepen. Aan het bureau gebracht, bleek
het, dat hij dezelfde persoon was, die te
Leiden onder dezelfde omstandigheid diefstal
had gepleegd uit een hologemakers-winkel,
waarop hij het gestolene te 's Gravenhage te
gelde had gemaakt.
Gisterenavond was het volkomen rus
tig te Amsterdam. Een troepje personen
bleef met eene volhardingeene betere zaak
waardig, kijken, maar er was niets te zien.
Aan het koninklijke lustslot Soestdijk
moetenvolgens het N. v. d. D.verschil
lende veranderingen op handen zijn. De kap
van het paleis en het inwendige zullen ge
heel hersteld worden en zullen tegen den
volgenden zomer gereed zijn, wanneer het
vorstelijk gezin eenige maanden op Soestdijk
komt vertoeven.
De directeur der Weesinrichting te
Neerbosch, ontving over het afgeloopen
boekjaar, 1 Juni 1884 tot uit Mei 1885,
met inbegrip van het voordeelig saldo groot
ƒ829.63, de niet onaanzienlijke som vau
103.819.03. Het saldo der drukkerij be
droeg f 7086.79. Totaal 110.906.12.
Hiervan is uitgegeven voor de weezen
88.915.675 lijfrente ƒ300, rente hypo
theek ƒ625, aankoop land ƒ3124, weezen
Transvaal 1985.93 en voor den bouw van
nieuwe woningen 19.286.40. Totaal
ƒ114.237.005 zoodat de rekening sluit met
een nadeelig saldo van f 3330.88s.
De raad van de gemeente Bergharen
vergaderde Zaterdagochtend weer met den
burgemeester, doch nam een besluit, dat de
verwarring in niet geringe mate zal ver
meerderen. Hij gelastte nl. den secretaris
zijne werkzaamheden te staken, of hij werd
op staanden voel ontslagen. [Tijd.)
Dat er in den tegenwoordigen tijd nog
menschen gevonden worden, die zich met
geringe behoeften willen behelpen, blijkt uit
het onderstaande verhaal. Onder Rolde na
bij den straatweg naar Assen heeft zich een
gezin van 5 personen een zeer primitieve
woning verschaft door die nl. in den grond
te graven; 'tis er eeuigszins heuvelachtig en
FEUILLETON.
99.)
„Eenige maanden voordat ik mijn dochter
terugnam van den visscher van Liverdia,
had ik een klein, geheel gemeubeleerd huis
in een der schoonste gedeelten van de om
streken van Florence gehuurd. Die woning,
tamelijk eenzaam, verborgen in het groen,
was midden in een tuin ongeveer zoo groot
als deze, gebouwd. Tal van schoone hees
ters en boomen en bloemen maakten die plek
tot een alleraangenaamst verblijf,'t Is daar,
dat ik, op een afstand van een drie kwartier
van Florence, vijfjaren en eenige maanden
met mijn dochter doorbracht.
fik had daar drie bedienden: een vrouw
van een vijftig jaar voor de keuken en het
huiswerk; Franceses, die ik in mijn dienst
genomen had juist omdat zij stom was en
die belast was met voortdurend voor mijn
dochter zorg te dragenen dan nog een
tuinman, met wien ik bijna voortdurend in
den tuin arbeidde. Wij leefden in een vol
slagen afzondering. Ik kende niemand te
Florence noch in den omtrek van mijn wo
ning, en ik was er volstrekt niet op gesteld
betrekkingen met mijn buren aan te knoopen.
Ik had er altoos van gehouden buiten de
wereld te levenen ik gewendde mij er ge
makkelijk aan ver van de menschen te blij
ven; zoo werd ik geheel en al een men-
scbenbater. De groote eenzaamheid werd
mij zoo liefdat ik gansche maanden door
bracht, zonder mijn tuin te verlaten.
„Voor het overige had ik niets te wen-
schen, niets te benijden. Ik had mijn doch
ter bij mij. Zij behoorde mij, mij alleen,
en ik wilde haar alleen behooren. Ik had
bij mij zeiven gezegd: „Ik zal voor mijn
dochter leven." En werkelijk, het was wel
voor haar voor haar alleendat ik leefde.
Hoewel nog zeer jong, beminde ik haarreeds
zooals nooit een vader zijn dochter beeft be
mind. Ik voelde dat ikna haar aan de
armen harer moeder ontrukt te hebben, haar
voor twee moest liefhebben. Haar mijn ge
heele genegenheid schenkenwas mij niet
moeilijk. In mijn hart was niets blijven
leven dan de vaderlijke liefde.
„Ik beminde haar, ik bemin haar zoo
vurig, als je wilt, dat ik gedwongen ben
toe te geven dat de liefde van een vader,
welke altoos beredeneerd moest wezen, een
soort van hartstocht worden kan. Ik wilde,
dat ik alleen voortdurend hare gedachten
bezig hield. Ik ben op alles jaloerschop
het roodborstje, dat in een groep heesters
zingt en waarnaar zij luistert; op de vlinders
die zij op een bloem ziet zittenop het iusekt
dat zij op een grassprietje vangt. Francesca
houdt veel van haar. Het is nu bijkans twaalf
jaren, dat die bij ons is.
„Dwaasheid, zul je mij zeggen. Ja, ja,
'tis dwaasheid ik weet het. Onmogelijk het
te overwinnen. Het is krachtiger dan mijn
rede, dan mijn wil. Het beheerscht alles.
Ik wil de geheele liefde van mijn kind
bezitten, zooals zij de mijne bezit. Ik heb
haar alleen lief, zij moet slechts mij lief
hebben. Ik gedoog niet dat een harer blik
ken of een harer lachjes voor een ander be
stemd is.
De graaf hield opmet den blik zijn zwij
genden vriend ondervragende. Maar deze bleef
onbewegelijk en verraadde door niets eene
goed- of afkeuring.
„Men kan toch,' dus ging de graaf voort,
die zonder twijfel de wplsprekendheid van het
stilzwijgen zijns vriends begreep men kan
zijn kind toch niet te veel beminnen en men
zou mij niet kunnen laken, dat ik mijn doch
ter beminzooals ik haar bemin Misschien
zijn er menschen die zich van zulk een ge
negenheid geen voorstelling kunnen maken,
maar dat deert mij nietIk weet
wat ik aan mijn dochter verschuldigd ben
ik.... Is thans mijn hart niet dood, mijn
denkvermogen niet uitgedoofd, kan ik nog
een aandoening gevoelen en vreugde, dan is
het aan haar dat ik dit te danken heb. Wat
zou er van mij zonder mijne dochter, ge
worden zijn?" Ik zal haar nooit kunnen ver
gelden, wat ik aan haar verplicht ben, en
ik zou baar nog meer willen beminnen!
Na mijn harde beproevingen, na al mijn
smarten, kon ik mij op mijne wijze, bij mijn
dochter een geluk scheppen. Voor baar ge
zeten, blijf ik haar gansche uren aanstaren.
Dan daalt er kalmte in mijn gemoed neder
en ik denk aan niets, ik vergeet.... Het
is een soort van liefelijke bedwelming, waarin
ik geraak
Van Ossen zag den graaf met een uitdruk
king van diep medelijden aan.
„Ik begrijp je gedachten," ging De Las-
serre voort met een droevigen glimlach. „Je
zegt bij je zelf, dat ik een arme dwaas ben.
„Keen, waarde Paul! je woorden hebben
nog andere gedachten bij mij doen oprijzen.
[Wordt vervolgd.)