NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
ileze Courant ver se li ij ut dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
ABOfJNEBSEMï:
Prijs per Nummer 10 Cent.
Vrijdag 14 Augustus 1885, N°. 189.
ADVERTENTIES:
Bureel: Sclieepuiakerssteeg 0.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
DE BOETVAARDIGE.
Leidsche
ouran't
Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden j> 1.60.
190e Jaargang.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel 0.10.
De ongeregeldheden, die eergisterenavond
na afloop der exercitiën en na de militaire
wandeling door de stad jegens een officier
der dd. schutterij gepleegd zijn, betreuren
wij in hooge mate.
Verbod van eigenrichting is toch voor
eiken geordenden staat een noodzakelijke
levensvoorwaarde. Burger en militair die
nen dat verbod onder alle omstandigheden
te eerbiedigengene in het belang der open
bare ordedeze en ter wille daarvan en met
het oog op de krijgstucht.
Wie grieven heeft, gegronde of ver
meende, trede voor de bevoegde vierschaar
en vrage recht. Wordt het hem geweigerd,
hij brenge zijn klacht voor het forum der
openbare meening.
Elke poging, elke daad zich zeiven recht
te verschaffen brandmerken wij als een ge
vaarlijke.
Het gevaar wordt grooter, wanneer die
poging, die daad uitgaat van hen, die tot
bescherming van den vaderlandschen grond
en tot handhaving van de publieke rust in
ie wapenen geoefend worden.
De schutter is soldaat, zoolang hij de
uniform draagt. Gehoorzaamheid aan de
bevelen van de over hem gesteldeneerbied
jegens zijn meerderen is ook zijn plicht.
Maken die meerderen zich schuldig aan
machtsoverschrijding, hij verzette zich niet,
maar klage hen aan ten tijde wanneer en ter
plaatse, waarop zulks behoort.
Wij kunnen over de redenen, die tot de
betreurenswaardige ongeregeldheden van eer
gisterenavond aanleiding gegeven hebben,
geen oordeel vellen. Wij bepalen ons daar
om slechts tot het uitspreken van den
wensch, dat wegens den goeden naam, dien
Leidens schutterij heeft, dergelijke feiten
nimmer meer mogen voorkomen. En wij
zouden ons verheugen, zoo officieren en
schutters uit die feiten de leering konden
trekken, dat een goede verstandhouding
tusachen hen in het belang van den dienst
een onmisbaar vereisehte is.
j)TAD§NIEDIVS.
De stad onzer inwoning verloor ook heden
weer een verdienstelijken burger door het on
verwacht afsterven van den heer J. L. A.
Desertine, heel- en verloskundige, wien
ook een gedeelte van de armen-praktijk
was opgedragen. Deed de overledene zich
in deze betrekking steeds van eene gunstige
zijde kennen, ook in onderscheidene com-
missiën toonde hij zich een ijverig lid. Meer
dan vijfentwintig jaren (waarvan hij 23 Juli
11. de gedachtenis vierde) behartigde hij als re
gent de belangen van de R. C. Armen en
van het Wees- en Oudeliedenhuis. Voorts
was hij lid van de Inrichting van liefdadig
heid voor de Roomseh-Katholieken lid van
het hoofdbestuur der Leidsche Vereeniging
tot het bevorderen van geregeld schoolbe
zoek, en commissaris van toezicht van de
Leidsche begrafenis-onderneming.
Als chirurgijn was hem door Z. M. de be
trekking van officier van gezondheid le kl.
bij de dd. schutterij alhier opgedragen en
was als zoodanig geruimen tijd werkzaam.
De overledene, geboren te Hanover 29
April 1809., wist zich, niet alleen in boven
genoemde betrekkingen maar ook als mensch
de achting van allen die hem keuden,
waardig te maken.
BINNENLAHDSCHE BERICHTEN.
De minister van staat, minister van
binnenl. zaken, brengt ter kennis van be
langhebbenden dat de betrekking van leeraar
in wiskunde en boekhouden aan de rijks-
hoogere burgerschool met 3-jarigen cursus
te Meppel te vervullen is. Jaarwedde 1800.
Zij, die voor deze betrekking wenschen in
aanmerking te komen, gelieven zich uiterlijk
op 25 Augustus 1885 aan te melden bij
den inspecteur van het middelbaar onderwijs
dr. A. T. Van Aken, te 's Gravenhage.
De le luit. der art. A. R. Ophorst,
thans gedetacheerd bij de 2e afdeeling der
krijgsschool, wordt met 1° October a. s.
werkzaam gesteld als leeraar bij den artil
lerie-cursus te Delft.
Door de Rijnl. stoomtramweg-maat
schappij werden in de maand Juli 1S85
vervoerd 35104 reizigers. De opbrengst
was: reizigersvervoer ƒ6463.015, goederen
351.37s. Totaal 6814.39. Sedert 1
Januari 11. bedraagt het aantal vervoerde
reizigers 159,217, opbrengst 27241.94
goederen en diversen 2354.32' en totaal
het bedrag der ontvangsten 29596.265.
Per dagki'ometer f 15.51.
- Eenigen lijd geleden werd er verze
kerd, dat veelomvattende wijzigingen in de
gemeentewet bij de regeering in bewerking
waren, en dat het daartoe strekkende wets
ontwerp reeds den raad van state bereikt
had. Naar wij uit goede bron vernemen,
bepaalt zich alles tot de aanvulling van één
enkel artikel van gezegde wet, te weten art.
49. Bij dat art. is het geval voorzien, dat
de leden van een gemeenteraad niet ten ver-
eischten getale (de grootste helft van het
wettelijk ledental) ter vergadering opkomen.
Na tot tweemaal herhaalde oproeping voor
eene nieuwe vergadering, kunnen de aan de
orde gestelde zaken alsdan worden afgedaan
dour „de tegenwoordige leden", onverschil
lig hoe weinig in getal dezen ook mogen
wezen. Zooals bekend is, heeft zich echter
laatstelijk in een of twee gemeenten het ge
val voorgedaan, dat uit verzet tegen den
burgemeester de raadsleden allen het werk
staakten. Ook op de herhaalde oproepingen
bleven allen weg. Er was dus geen enkel
„tegenwoordig lid." Geen besluit hoegenaamd
kon er genomen worden en de bepalingen
van art. 49die diergelijke stremming in
het beheer der gemeentezaken moeten voor
komen, bleken alzoo in de praetijk onvol
ledig. In die leemte wil men thans voor
zien. Naar ons gezegd wordt, door in bet-
uiterste den burgemeester bevoegd te ver
klaren om loco den raad te behandelen.
(N. li. Cl.)
Naar Het Vaderland verneemtis door
den minister van waterstaat aan den inge
nieur H. Linse tot ultimo Dee. 1886, voor-
loopige concessie verleend tot indijking en
droogmaking van het Hoomsehe hop en
de Goudzee. De minister heeft daarbij be
paald, dat die concessie definitief zal wor
den verleend, indien: lo. v<5ór getnelden
datum aan hem zijn overlegd de verschil
lende door gedep. staten van Noord-Holland
goedgekeurde overeenkomsten, die met de
bij die onderneming betrokken gemeente
en polderbesturen moeten getroffen worden,
tot regeling hunner scheepvaart- en polder-
belangen waartoe de grondslagen reeds
voor het meerendeel zijn gelegd; 2°. het
bewijs is geleverd, dat het tot die onder
neming gevorderde kapitaal aanwezig is, en
3°. een door den minister bepaalde waar
borgsom is gestort. Die dijking zal zich
uitstrekken van de Nek, ten Noordoosten
van Schellinkhout, tot aan de Nes, ten
Zuidoosten van Monnikendam, met uitsluiting
van het eiland Marken, en ruim 12.000
hectaren omvatten.
De ovatie den 80-jarigen jhr. mr. P.
J. Elout van Soeterwoude gebracht, ge
schiedde, naar De Standaard mededeelt,
door de beeren mr. L. W. C. Keuchenius,
O. baron Van Wassenaer van Catwijck, J.
H. Donner, E. W. Heyblom, A. baron Van
Dedera, G. H. Th. h Th. Van der Hoop
en prof. mr. D. P. D. Fabius. De heer
Keuchenius hield eene redevoering, die door
den lieer Elout met een kort woord werd
beantwoord.
Te Amsterdam is de algemeene ver
gadering gehouden van het werkliedenverbond
„Patrimonium". Het telt thans 47 afdee-
lingen met 4834 leden.
Uit het verslag van den penningmeester
bleekdat de ontvangsten (met inbegrip
van een saldo van het vorige jaar199.70)
bedroegen: ƒ517.03, de uitgaven 313.86|,
zoodat er een batig slot was van ƒ203.16^-.
De heer Kater besprak daarop het nieuwe
wetsontwerp tot regeling van den kinder
arbeid, dat hij heftig bestreed. Spreker
achtte alle staatsbemoeiing gevaarlijk. Bij
de daarop gevolgde discussie verklaarde o. a.
de heer Wolbers zich voor de nieuwe wet
en de heer Brummelkamp zich er tegen.
De slotsom was een motie luidende: „Patri
monium protesteert tegen het indienen der
wet op den kinderarbeid en vraagt daaren
tegen tegen het misdadig exploiteeren van
kinderen voorziening in het strafwetboek".
Deze motie, geamendeerd door den heer
Brummelkamp in dien zin, dat er teveps
in verzocht wordt afschaffing van de wet
van Van Houten, werd aangenomen.
Naar aanleiding van een door de afdee
ling 's Hage gedane vraag, doet de heer
Poesiat mededeelingen omtrent de vorde-
FEU1LLETON.
86.)
„Zij luistert! pas op."
De vader boog liet hoofd. Daarna sprak
hij tot zijn dochter:
„Aurora, deze heer is mijn beste vriend.
Hij komt een dag of twee drie bij ons door
brengen."
Het jonge meisje reikte haar hand aan den
vreemdeling.
„Het doet mij genoegen," sprak zij.
Na een oogenblik in gedachten verzonken
geweest te zijn, hernam zij
„Vader, ik herinner het mij nu. U
heeft u erg boos gemaakt. Waarom
„Maar stotterde hij.
„O, n heeft mij heel veel verdriet ge
daan."
De ongelukkige werd doodsbleek.
„Maar ik heb je lief, mijn kind! riep
bij uit.
Een gedwongen lachje vertoonde zich op
de lippen van het kind.
„De vlinders hebben vleugels," sprak zij
op kwijmenden toon, „zij vliegen wegmaar
zij komen altoos de mooie bloemen van den
tuin goeden dag zeggen. Vader," ging
zij voort met iets luider stem, „zal Adrien
terugkomen
Deze woorden weerklonken in het hart
des grijsaards. Hij liet zijn hoofd op de
borst zakken en bleef zwijgen.
„Hij is niet ondeugenddus ging Aurora
voort. „Ik verveelde mij, ik was treurig;
hij is gekomen en heeft mij getroost.
De vader hief plotseling het hoofd op.
Men kon aan zijn vertrokken gelaat zien,
dat hij vreeselijk leed.
„Aurora, ik bid je er om, zwijg, zwijg,"
riep hij met gebroken stem.
„Waarom?" sprak zij hem verbaasd aan
ziende. „Eiken keer dat u van de reis komt
ondervraagt u mij en wilt u weten wat ik
gedaan heb. Welnu, van avond wacht ik
niet totdat u mij ondervraagt; ik zeg alles.
„O, o!" jammerde de grijsaard.
„Ziet u, vader, ik spreek liever met Adrien
dan altoos met de vogels, de rozen en de
vlinders, die mij niet kunnen antwoorden."
„Helaas zuchtte de vader, „het noodlot
heeft zijn werk gedaan."
De vreemdeling luisterde met een menge
ling van verbazing en schrik. Telkens wierp
hij op zijn vriend een blik vol medelijden.
„Waanzinnig," sprak hij bedroefd bij zich
zeiven „zij is waanzinnig."
„Vader," hernam Aurora ik heb gehoord
wat gij aan Adrien hebt gezegd. Gij hebt
hem weggejaagd.
„Welnu, ja," antwoordde hij op woesten
toon „ik heb hem weggejaagd."
„U heeft gedachtdat hij een indringer
was. U heeft u vergist."
„'tis een nietswaardige!"
„Hij is mijn vriend, mijn broederher
vatte zij, terwijl zij ging staan. „Vader, zal
Adrien terugkomen
De onbekende hield het woord „nooit!"
dat aan de lippen des vaders dreigde te ont
snappen, terug, en haastte zich te ant
woorden
„O ja, hij zal terugkomen."
„O, ik wist het wel," riep Aurora vroo-
lijk uit.
„Wat heb je daar gezegd," sprak de grijs
aard, zich tot zijn vriend wendend.
„Wat gij in uw verblindheid en uw zelf
zuchtige genegenheid zelf niet aan uw doch
ter hebt willen zeggen."
„Mijnheervroeg Aurora „wanneer zal
hij terugkomen?"
„Als de winter voorbij is, als alle rozen
in bloei staan, en de weggevlogen vlinders
in den tuin teruggekeerd zullen zijn."
„Ik zal hem wachten." sprak zij.
Daarna voegde zij er op klagenden
toon bij
„De winter zal dit jaar lang duren!"
Zij ging weer op het bed liggen en vleide
zachtkens haar hoofd op de kussens neder.
„Vader, ik ga slapen," fluisterde zij.
En haar oogen sloten zich.
„Arm kind!" dacht de onbekende.
Zijn stem verheffende, voegde hij er hij:
„Zij heeft een hevigen schok ondergaan,
wij moeten baar laten rusten."
XXX.
EEN HELSCH PLAN.
Wij hebben den markies De Sanzac zich
ijlings zien verwijderen in de richting van
Champigneule.
Hij had het kasteel van Circourt verlaten,
zonder te zeggen waarheen hij zich begaf.
Maar wij weten dat Gaston De Limans ge
gist haddat hij Adrien ging opzoeken.
En werkelijk, toen hij den markies niet zag
terugkomenna drie dagen vergeefs op hem
gewacht te hebben was De Sanzac onge
duldig geworden en vertrokken om den jon
gen man op te sporen.
Wordt vervolgd.)