NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ABONNEMENT: Zaterdag 8 Augustus 1885. N°. 184. ADVERTENTIES: Uitgevers: Gebroeders Muré. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. DE BOETVAARDIGE. Leids ourant Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Prijs per Nummer 10 Cent. Van 6 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, contant, zonder rabat, per regel 0.10. Bureel: Scheepinakerssteeo- 0. 199e Jaargang. STADSNIEUWS. In de maand Juli zijn binnen de gemeente Leiden geboren: 136 kinderen, als: 83 zoons en 53 dochters, waar onder begrepen 2 tweelinggeboorten; over leden: 64 personen, van welke 3 elders woonachtig, als: 13 mannen, 9 vrouwen, 21 zoons en 21 dochters; daarenboven als levenloos aangegeven 5. Gehuwd 35 paren. Gisterenavond ongeveer 8 uren had in den verfwinkel van den heer B., aan de Douzastraat, een begin van brand plaats, waarvan de afloop jammerlijke gevolgen had kunnen hebben. Een lucifer, gebezigd voor het ontsteken van het licht, kwam ongelukkigerwijze in een pot met terpen tijn terechtdeze vatte vlam en terwijl men bezig was die brandende massa buiten de deur te brengen, deelde de vlam zich mede aan de kleederen van het jongste dochtertje. In dien toestand vluchtte zij al gillende de deur uit en de straat op, waar een paar mannen op den gelukkigen inval kwamen haar een zak over het lijf te werpen, waar door de vlam werd gestuit. Bewusteloos van den schrik werd het meisje door de buren ingenomen, waar door dr. W. genees kundige hulp werd verleend. Hoewel vrij erge brandwonden bekomen hebben'deis de toestand voor liet oogenblik vrij gunstig. Heden morgen viel een jeugdige vis- scher in het water aan de Oude Yest. Spoedig raakte bij van den wal af, zoodat voor velen aan redding niet was te denken, voordat een voorbijganger, zonder zich te bedenken, gekleed den drenkeling nasprong en hem spoedig op den wal bracht, van waar hij met een nat pak kon huiswaarts keeren. De minister van financiën brengt ter kennis van ambtenaren der directe belastin gen, invoerrechten en accijnzen, dat wegens het ontbreken van bevoegde sollicitanten voor het opengevallen kantoor Amstenrade ontvangers en andere ambtenaren, die vol gens de bestaande bepalingen voor de ver vulling van ontvangkantoren in aanmerking kunnen komen, onverschillig of zij overi gens bevoegd zijn tot mededinging, zich nog tot 20 Augustus e. k. daarvoor bij het departement van financiën kunnen aan melden. De Zwolsche Ctgeeft eene verklaring van het aftreden des ministers van marine. De heer Kip zouniet langer durvende dralen met 't aanvragen van meer geld voor marine, drie millioen meer hebben geëischt voor den dienst van '86. Er zijn meer sche pen noodigreparatie van bestaande bodems is een dringende behoefte, nieuwe ketels mogen niet langer geweigerd worden, aan vulling van magazijnen kan moeilijk achter blijven, in Indië roept men luid om verbe tering en versterking op maritiem gebied kortom er moet meer geld gevraagd worden. En de ministerraad schijnt met dien eisch niet mee te willen gaan. De minister Bloem is niet zoo tam als de minister Grobbée; hij wil de koorden van de beurs steviger vasthoudenvandaar dit ontslag en de heer Kip, die waarschijnlijk zeer moeielijk opnieuw een begrooting er door zou gesleept hebben, heeft voor zichzelf geen ongelukkig oogen blik, nu midden in de vacantie, uitgekozen om heen te gaan. De volgende ontboezeming bij het af scheid van den minister Kip wordt aan het D. v. N. toegezonden 't Was nacht, natuur was stil, Geen windje loeide meer, De Herder sliep gerust, Zijn hond lag naast hem neer! Men hoorde zelfs in 'twoud Niet 't ruischen van het riet, Toen de Minister Kip zijn zetel stil verliet. Wegens het uitbreken van de cholera te Marseille zullen de booten van de maat schappij Nederland, te beginnen met de Prinses Amalia, die Zaterdag a. s. van Amster dam vertrekt, in plaats van deze haven Genua aandoen. Naar het Vacl. nader verneemt, is het plan van garnizoens-verwisselingen van de regimenten huzaren, om de kosten weer opgegeven. Met zekerheid verneemt Het Vad., dat Z. M. de koning den heer Arie Smit opnieuw heeft benoemd tot burgemeester der gemeente Vlissingen. In den toestand van mr. Modderman, zegt Het Vad., is geen verandering geko men. Er bestaat geen hoop meer. Op Woensdag 19 en Donderdag 20 Aug. e. k.zal te Wassenaar, vanwege de af- deeling WassenaarVoorschoten der Hol- landsche Maatschappij van Landbouw eene landbouwtentoonstelling worden gehouden. Het eerste twintigtal dagen van de maand Juli was nog al afwisselend, nu te koud dan te warmhet laatste elftal dagen te koud. Toch was de gemiddelde tem peratuur 0.31 graden boven de normale. In de eerste vijf en de laatste elf dagen was de wind noordelijk of oostelijk, de overige dagen meest west en matig in kracht. De barometer bleef tusschen 759.2 den 19. en 772.7 den 22., en was met uitzon dering van den 17., 18., en 19. te hoog, zoodat hij gemiddeld 4.7 boven den nor malen stand bleef. Regen viel er in deze maand al zeer wei nig, slechts 5.2 mM., 72 mM. minder dan er volgens 36-jarige waarneming valt, zoo dat nu wel het minimum voor de maanden Juli bereikt zal zijn. De grootste hoeveel heid, 183.5 mM., in Juli 1865 afgetapt, geeft een waarlijk niet gering verschil van 178.3 met deze maand. De verdamping daarentegen was zeer groot, want er werd 175.7 mM. water in den damp kring opgenomen, zoodat we een verlies van 170.5 hadden; vooral den 10 verdampte er veel7.9 mM. Geen enkele dag, die geheel helder was, kwam er voor; meest was het zwaar be wolkt, betrokken en somber. Slechts één onweder kwam er in Utrecht voor, op den 11., wat zeer goed stemt met de hooge barometerstanden en de noordelijke en ooste lijke winden, die gedurende deze maand heerschten. U. H.) Met de restauratie van de voormalige groote eetzaal in het Prinsenhof te Delft is men thans ijverig bezig. Het beschil derde plafond, vroeger bedekt, met een dikke verf- en vernislaag, is nu geheel bloot ge legd en de door den Delft9chen kunstschilder Leonard Bramer daarop geleekende figuren zijn vrij onbeschadigd te voorschijn gekomen. Of evenwel deze schildering, op zichzelve wellicht van hooge waarde, dient behouden te blijven in eene zaal die zooveel mogelijk het voorkomen moet herkrijgen van den tijd waarin zij door den Vader des Vaderlands werd gebruikt, mag redelijkerwijs in twijfel worden getrokken, daar uit de nasporingen van den heer mr. J. Soutendam in het oud-arcliief alhier is gebleken, dat voor de beschildering van dien zolder op 16 Juni 1688 door burgemeesteren aan genoemden kunstschilder is betaald eene som vanƒ 300. Deze beschildering was dus niet aanwezig ten tijde van prins Willem I, en zoude het alzoobijaldien zij behouden blijft (waar aan wij wel niet twijfelen), bij de openstelling dier zaal wenschelijk zijn, dat op eene dui delijk zichtbare plaats vermeld werd de tijd waarop dit plaats vond. Dit ter opheldering aan de bezoekers, opdat zij niet in den waan zouden gebracht worden, dat de be schildering van de 16e eeuw dagteekent. De groote, op de binnenplaats uitzicht gevende, vensters zijn vervangen door klei nere, zoo als destijds de bouworde was, en tegen de muren wordt eene houten wand- bekleeding aangebracht. Voorts is in de muren zelf hier en daar eene kleine kast uitgehouwen, die met houten paneeltjes en hengsels van antieken vorm gesloten wordt. (D. C Den vorigen nacht omstreeks 2 ure is in de smederij van de firma Vincent, aan den Achter-Singel te Schiedam, diefstal ge pleegd. Er werd voor eene waarde van ongeveer ƒ50 aan gereedschappen en ijzer gestolen. De dader werd spoedig na den .diefstal op den Rotterdamschen dijk door de Schiedamsche politie aangehouden en in bewaring gebracht. Hij was voornemens het gestolene, dat hij in een zak op den rug droeg, naar Botterdam, waar hij woon achtig is, te brengen. Beeds herhaalde malen moet deze peisoou met de justitie keunis hebben Dinsdag zijn te Rotterdam de kwartjes vinders weder eens te voorschijn gekomen. Een schipper werd door hen medegevoerd naar een herberg en het duurde niet lang of hij was ƒ100 kwijt. De politie heeft echter de daders en ook de medeplichtingen, waaronder den tapper, naar de cellulaire gevangenis gebracht en ter beschikking van de justitie gesteld. FEUILLETON. 81.) „0, neen ik vergeet mijn vrienden zoo met,'* antwoordde de markies. Gaston wilde hem ondervragen. "Neen," sprak Adrien, „ik kan je nog niets zeggen. Maar later zal je alles ver nemen." vlk denk hier nog een veertien dagen te blijven," hernam Gaston. „Ik hoop, dat je die veertien dagen met mij zult doorbren gen zonder mij te verlaten." //Onmogelijk, beste vriend! Over een uur ga ik weêr op weg naar Champigneule." «rHoeblijf je dan ten minste vandaag niet bij ons?" //Ik zou niets liever wiilen, Gaston maar ik word te Champigneule gewacht." //Wacht de Sanjac je P" „Wat! de Sanzac?" vroeg de mar kies verbaasd. //Je verraste houding bewijst, dat je den vicomte niet gezien hebt en dat je niet weet, dat hij niet naar Parijs terugge keerd is." //Is hij niet naar Parijs teruggekeerd?" "Neenin plaats van in de trein te gaan zittenis hij hierheen teruggegaan." /Waarom? Weet je dat ook?" z/Hij heeft het mij niet gezegd." z/Vindt je dat niet vreemd?" z/Ik vermoed dat dè Sansae, evenals gij, op een avontuur uit is." z/Ah En onze andere vrienden. „O, die zijn allen weg." //Waarom dacht je daar net, dat de San zac mij te Champigneule wachtte?" Hij is van hier gisterenmiddag te drie uur vertrokken. Ik denk voor het allernaast dat hij jou ging opzoeken." „Je hebt toch niet gezegddat ik te Cham pigneule zat?" „Daar heb ik wel deugdelijk voor op gepast." „Heeft hij je dan ondervraagt?" „Natuurlijk." „Je hebt op geen zijner vragen geant woord. Maar hij heeft gegist, dat ik la Cordeliére wat meer van nabij wilde zien?" „Ik denk van ja." „Nu, het kan mij bij slot van rekening weinig schelen. Maar waarom is hij te Cir- eourt teruggekomen? Daar moet hij zijn re denen voor hebben. Ik begrijp het niet, ik begrijp het niet." „Welnu waarde Adrien, ik houd het er voor, dat hij alleen voor jou teruggeko men is." „Voor mij, zeg je?" „Ja." „Dan begrijp ik het nog minder." „Nu ik begrijp er evenveel van als jij. Maar luister. Je liadt het kasteel op zijn best een paar uur verlaten, toen ik de San zac zag naderen, dien ik dacht dat hoog en droog te Parijs zat. Zijn eerste woorden waren: „Waar is Adrien?" In de meening, dat je 's avonds zoudt terugkomenant woordde ik hem, dat je een geweer geno men hadt om een haas of een konijn te gaan schieten". „Heel goed," sprak hij. „En toen, nadat ik hem gezegd had, hoeveel genoegen mij zijn terugkomst op Circourt deed, vroeg ik hem wat hem aanleiding gegeven had zoo onverwachts van plan te veranderen en weder te keeren." „Een inval," antwoordde hij „en mijn hartelijke vriendschap voor u en Adrien. „Ik zag op hetzelfde oogenblik een zon derling lachje op zijn lippen komen. Ik deed hem nog andere vragenwaarop hij meende niet te moeten antwoorden. „Ik zei zooals jij, Adrien: daar moet een reden bestaan hebben om hem naar Circourt terug te doen keeren. Welke? Je zult dat misschien beter raden dan ik. De nacht brak aan zonder dat men je zag verschijnen. De vicomte merkte heel best, dat ik niet ongerust was. Toen ik aan tafel ging, ver wonderde zich mijn vader er over dat hij je niet zag. Adrien is een flinke voeteerder," zei ik, „hij is ongetwijfeld heel ver geloopen, en bevindt zich in de onmogelijkheid dezen avond thuis te komen. Mijn vader drong niet verder aan. Maar elk oogenblik keek de Sanzac mij aan en deed zijn blik verge zeld gaan van datzelfde spotachtig lachje. Den volgenden ochtend kreeg ik je briefje; men stelde mij dat bij het ontbijt ter hand. De vicomte en mijn vader keken mij vra gend aan. Ja," sprak ik, „gij hebt goed geraden, 'tis een brief van Adrien." „Er is hem toch niets overkomenhoop ik sprak mijn vader. „Gelukkig niet," ant woordde ik. „Hij schrijft mij dat we niet ongerust moeten zijn en om mij te zeggen, dat hij zich het genoegen wil verschaffen met de streek eens nader kennis te maken. Wat een vreemde inval! sprak mijn vader. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 1