NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. lleze Courant verschijnt dadelijks* behalve op Zon- en Feestdagen. ABONNEMENT: AO VERTENTIEN: Prijs per Nummer 10 tent. Bureel: Scheepmakerssteeg 6. Woensdag 29 Juli 1885. N°. 175. 199e Jaargang. Uitgevers: Gebroeders Muré. DE BOETVAARDIGE. Ltidsche Courant t-= Van 16 regels0.90. Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25. Elke regel meer0.15. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Gr00te lellerS WOrden hereVfd naar pl^srmmte O w Dienstaanbiedingencontantzonder rabatper regel U.IO. ITADSSIECWS. Bij de te verrichten werkzaamheden achter het anatomisch kabinet aan de Zonne- veldsteeg alhier, viel hedenmorgen een muur omver, met het gevolg dat een der werk lieden vrij ernstige verwondingen bekwam en per brancard moest worden vervoerd. Door het weigeren van het remtoe- •tel liep gisterenmorgen de locomotief van een goederentrein, aan het station alhier tegen het perronverbrijzelde daar een ijzeren pilaar en een steenenen zakte eenige voeten in den grond. Persoonlijke ongelukken hadden niet plaats. Men meldt onsRijnlands boezem wordt zooveel mogelijk onderhouden door het inkten van water uit de Gouwe, doch hij is minstens een halve Rijnl. voet lager dan bij gewonen zomerstand. Het waterverbruik overtreft dan ook verreweg de inlating en naarmate de regen uitblijft, neemt de be hoefte aan dat verbruik toe. Alleen wat iederen dag de polders inlaten om zooveel mogelijk het uitgemergelde weiland te dren ken dan hetgeen aan water tweemaal daags gebezigd wordt in het aantal kweekerijen buitenplaatsen, tuinen en bouwvelden, om te gieten, bedraagt duizenden vaten. Bij dit betrekkelijk gebrek kon tot dusver over onzuiverheid of stank van het boezemwater niet geklaagd worden. BLNNENLANDSCHE BERICHTEN. De minister van financiën maakt be tend dat het saldo van 's rijks schatkist op 25 dezer bedroegbij de Nederlandsche Bank f 16,265,91-9.97' en bij de betaalmeesters ƒ1,732,871.80'. Te zamen ƒ17,998,821.28. Het Brusselsche dagblad Les Nouvellet verneemtdat bij de instructie der zaak van Jeanne Lorette merkwaardige bijzonderheden aan het licht zijn gekomen nopens den aard der betrekkingwelke tusschen haar en den Japanschen zaakgelastigde hebben bestaan. Sakurada zou volgens genoemd blad er slechts met veel moeite in geslaagd zijn, de betrek king met Jeanne aan te knoopea; zijne hu welijksbeloften verlokten haar niet, en zelfs nadat een formeel huwelijksaanzoek bij hare ouders was gedaan, moesten nog invloed rijke vrienden, die hoog opgaven van de schitterende positie, welke zij afwees, zich veel moeite geven om haar van hare wei gering terug te brengen. Toen men hierin geslaagd was, vertoefde Sakurada gedurende zes maanden bijna voortdurend te Molenbeek, ter verschuiving van het huwelijk zich steeds beroepende op zijne verplichting om van het Japansch gouvernement vergunning te be komen, voor dat hij een huwelijk kon aan gaan. Onder verwijzing naar de kosten en liet vermoeiende van dat telkens heen en weer trekken naar Molenbeekwist hij volgens genoemd blad, Jeanne te overreden, zich in Den Haag te vestigen en haar over te halen in het hotel der ambassade haar intrek te nemen, totdat hare meubelen zouden zijn aangekomen. Daarop betrok zij eene woning in de Witte-de-Withstraat, maar verwisselde deze spoedig inet eene andere aan den Ka- naalweg, zooals Les Nouvelles meenen te kunnen verzekeren met het doel om daar zoo min mogelijk opgemerkt te kunnen wor den. Ook door het onderzoekomtrent haar verblijf in het hotel der ambassade ingesteld zouden stellige bewijzen zijn aan het licht gekomen dat Jeanne op de verkregen trouw belofte vast meende te kunnen rekenen. (L). v. Z. en 's Gr.) De tentoonstelling van decoratief aardewerk, cement, gebakken tegels en ge brand glas te Delft, welke met het eind dezer maand zou eindigen, is verlengd tot 81 Augustus aanstaande. Op de Scilly-eilanden is volgens den Londenscheu corr. der Jlaarl. Crt. in de laatste jaren eene nieuwe industrie ontstaan, die dreigt een geduchte concurrent voor de Haarlemsche bloemkweekerijen te worden. Men vindt er tegenwoordig uitgestrekte nar cissen-velden. De bollen heeft men uit Hol land gekregen. Slechts één ding staat de ontwikkeling dezer cultuur in den weg, en dat is de geringe uitgebreidheid der bebouw bare gronden van de Scilly-eilanden, meestal uit kale rotsen bestaande en voor het grootste gedeelte onbewoond. Maar de bewoners zul len hun best doen met wat zij hebben, en wat de Atlantische Oceaan hen ongestoord laat bewerken. Op zijn buitenverblijf te Bloemendaal is overleden de heer dr. H. Weijenbergh, professor aan de universiteit te Cordova (Zuid-Atnerika). De heer A. Huet, civiel-ingenieur te Delft, ontwikkelt in de Midd. C. het plan om Vlissiugen en Middelburg door een groot kanaal te verbinden met Breda, Til burg en den Bosch. Voor eene nauwkeu rige terreinopneming rekent de heer H. dat ongeveer ƒ50000 noodig zal zijn. Uit Zwijndrecht schrijft men aan het IILI.Klaagt men allerwege over te groote droogte, ook hier hoort men dien klaagtoon maar dikwerf en wie weet, misschien komt weer de tijd dat bidstonden uitgeschreven worden om regen. Vroeger gebeurde dit vaak en het is best mogelijk, dat men dit gebruik weer in eere wil herstellen; St. Margriet heeft ons gefopt; op haar geboor tedag regende het den geheelen dag en volgens het spreekwoord zon het dus zes weken regenen. Wij waren met recht bang geworden; maar ziet, er is niets van dat alles gekomen, het is nog warmer en dro ger dan ooit geworden. Wij hebben den aardbeziëntijd achter den rug, die vruchten waren er volop en de prijzen waren laag Zwarte bessen zijn ook gedaan; roode en witte aalbessen, kruisbessen zijn er echter zooveel men maar wil. Men houdt ze nog wel tot de appelen en peren begonnen te rijpen. Zij worden in groote hoeveelheden naar Engeland uitgevoerdwaar men er de jams en de geleien van maakt, die de ge heele wereld kent. De bloemkool is ook overvloedig; Zwijndrechtsche bloemkool is beroemd wegens grootte en blankheid, en dat augurken en komkommers er bijna zijn, behoeven we niet te vertellen. Ieder weet dat het thans komkommertijd is. De politie te Amsterdam heeft volgens het Ulr. tibl. verschillende bankierskantoren opmerkzaam gemaakt op de aanwezigheid van een viertal personen, als geutlemen ge kleed, en tegen de mogelijke kwade prak tijken dezer personen gewaarschuwd. Binnen weinige dagen zal de politie in de gelegen heid zijn, de photographieën dezer onge- wenschte gasten te doen geworden aan hen, tot wie de waarschuwing is gericht. Op Vrijdag den 24en Juli 1885 werd, onder praesidium van den hoogleeraar dr. W. F. R. Suriugar, de 41 e vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging te üoetichem gehouden. Nadat door den voorzitter en conservator de verslagen waren uitgebracht over den toestand van de Vereeniging, het Herbarium en de Bibliotheek, werd besloten, dat de aanstaande wintervergadering zal gehouden worden te Leiden en de volgende zomer vergadering op Terschelling, en wel in plaats van in Juli in het begin van Augustus. Tot gewoon lid der Vereeniging werd benoemd de heer J. C. Bernelot Moens, oud-directeur der Kina-cultuur in N. O. I-, te Haarlem. Door den heer J. D. Kobus werd aan den voorzitter ter hand gesteld diatomeeën aarde, die eenige meters onder grond te Renkum gevonden wordt en vertoonde onder meer zeldzame planten ook Orolauche Ue- derae Vauch, een nieuwe indigeen, in Z. Limburg door hem ontdekt. Wetenschappelijke mededeelingen werden nog gedaan door de heeren F. W. Van Eeden, J. D. Kobus, dr. J. G. Boerlage en prof. W. F. R. Suringar, terwijl dr. Boerlage nog eene bijdrage leverde namens den heer J. Haak. Verder werd nog besloten Zaterdag en volgende dagen een excursie te maken in de omstreken van Doetichem en Terborg. Gisterennacht te ongeveer half een brak te Gemert brand uit. Twaalf huizen, bewoond door dertien huisgezinnen, waar onder twee groote hofsteden, werden eene prooi der vlammen. Geen enkele poging tot blussching kon worden aangewend, aange zien er in den omtrek geen water te beko men was. Alles is verzekerd. Oorzaak van den brand onbekend. De toestand in Bergharen trekt steeds meer de belangstelling. Naar men weet, hadden daar al de leden van den gemeente raad bedankt, omdat zij weigerden zamen te werken met den nieuwen burgemeester, den heer Gramser. Nu zijn al de leden van den raad met nagenoeg algemeene stem men herkozen. Een hunner kreeg zelfs alle stemmen (79). Men is benieuwd wat thans zal gebeuren. Tusschen Tilburg en Loon-op-Zand woedde gisterenmiddag een uitgestrekte boschbrand. Honderden bunders zijn ver brand. FEUILLETON. 72.) «Daareven, toen gij mij op den muur aagt, wat hebt gij toen gedacht?" «Niets." «Heb ik u geen angst aangejaagd?" «Neen. Ik heb u aangekeken, en ik htb wel gezien, dat gij mij geen kwaad vildet doen." «Waarom hebt gij mij in uw tuin laten komen «Om met u te praten." «Vindt gij dat aangenaam!" ,Ja." «Wat zal uw vader zeggen, als hij ver- aeemt, dat een jonge man u heeft gezien en met n gesproken heeft?" Een glimlach speelde om de lippen van het meisje. «Als hem dit verdriet doetantwoordde J'Ji «zal ik hem kussen en zeggen: ik heb het gewild." «Is uw vader hier?" «Neen, hij is op reis." «Voor langen tijd?" „Als hij mij verlaat, komt hij altoos na verloop van drie of vier dagen terug." „Waar is hij heen?" „Naar Parijs." „Kent gij Parijs?" „Neen; ik weet alleen maar dat het een groole stad is." „Hebt ge nooit aan uw vader den wensch te kennen gegeven om hem naar Parijs te vergezellen?" „Ja, eens." „En heeft hij u niet meegenomen?" „Hij heeft het niet gewild." „Heeft u dat verdriet gedaan?" „Een oogenbük. Als ik verdriet heb, troost ik mij door naar mijn bloemen te gaan." „Gij spreekt niet over uwe moeder. Zij is zonder twijfel dood?" Het jonge meisje zette groote oogen op en zag den markies aan of zij hem niet verstaan had. „Mijn moeder!" sprak zij. „Heeft men dan een moeder?" Adrien bleef sprakeloos staan, daar hij niet wist wat te antwoorden. Dit antwoord even zondeling als onverwacht, verbaasde hem ten sterkste. De blik van het jonge meisje had een peinzende uitdrukking aan- i genomen. Men zou gezegd hebben, dat zij haar best deed om in haar geheugen een her- inneiing terug te roepen. Na een tamelijk lange stilte hernam de markies het woord. „Hoe heet uw vader?" vroeg hij. Het jonge meisje keek opnieuw hem met verbazing aan en antwoordde „Ik weet het niet." „Hoe langer hoe vreemder," dacht de j jonge man. „En gijhernam hij„hoe heet gij „Aurora. Houdt gij van dien naam?" „Ik vind hem allerliefst, juffrouw! Men kan u geen beteren geven." „O, ik beu heel blij!" riep zij. En met de uitgelatenheid van een kind, begon zij in de handen te klappen. „Mijn vader zegt nooit juffiouw tegen mij," hervatte zij. „Evenals hij moet gij mij Aurora noemen." „Ja, juffer Aurora." „Hoe inoet ik u noemen." „Bij mijn voornaam; ik heet Adrien." „Adrien, Adrien. Ja, die naam bevalt mij." „U doet aan de muziek .juffrouw Aurora. Ik heb het genoegen gehad u te hooren zingen." „Ik zing dikwijls om mij wat af te leiden." „U zingt allerverrukkelijksl." „Ik weet het zelf niet. Ik heb nooit hooren zingen dan het roodborstje en den bastaard-nachtegaal „U heeft een heerlijke stem." „Ik zou wel willen zingen als de vogels maar ik kan het niet." Zij bleef een oogenbük zwijgen en her nam daarop: „Mijn vader heeft een piano voor mij gekocht, en hij heeft mij een beetje leeren spelen, 't Is heel moeieüjk dag te leeren. Het verveelt en vermoeit mij. O, ik ben erg lui. Mijn vader weet veel; hij zou mij alles willen leeren, maar ik begrijp het niet. Ziet u, ik houd er meer van in de lanen van den tuin te loopen met de vlinders en de rozen te praten en met den bastaard nachtegaal te zingen, dan te blijven zitten met het hoofd over een boek gebogen." Zij liet een blijden uitroep hooren. „Adrienl" hernam zij: „daar, daar.... Zie eens!" (Wordt veroolfi.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 1