NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Feestdagen.
Maandag 26 Juli 1885. N°. 173.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
BIMENLANDSCHE BERICHTEN.
DE BOETVAARDIGE.
Leidscbe Courant
I>eze Courant verschijnt dadelijks, behalve op Zon- en
ABOHN EüESJT:
Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25,
Franco door hel geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per Nummer 10 Cent.
A0VE8TENTIEW:
Van 16 regelsf 0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel/0.10.
Bureel: Sclieepiiiakerssteeg 0.
199e Jaargang.
Stads-Berichten.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Leiden
Gelet op art. 6 der verordening van 27 No
vember I «79 Gemeenteblad no. 10);
Brengen bij deze ter algemeen e kennis dat
door lien is benoemd lol Heer der Gebuurte
no. 29 of no. 4 van H'yk VII de beer GERARD
SPLINTER en zulks in de plaats van den heer
PlKTF.lt JOHANNES VAN 'T ROOFT, aan wien
wegens vertrek uit de Gebuurte een eervol
ontslag is verleend.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden den 24 Juli 1885.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
leiden brengen ter algemeene kennis dat de
rekening en verantwoording van de inkomsten
en uilgaven dezer gemeente, over bet dienst
jaar 1884, met al de daarbij behoorende be
scheiden, aan den Gemeenteraad op beden is
overgelegd, tegelijk vooreen ieder, gedurende
veerlien dagen ter lezing nedergelegd op de
Secretarie dezer gemeenle en in druk, tegen
betaling der koslen, algemeen verkrijgbaar
gesteld.
Geschiedende daarvan, ingevolge art. 219
der Wel van 29 Juni 1851 Staatsblad no. 85)
openbare kennisgeving door plaatsing in de
Leidsclie Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Bursemeesler.
E. KIST. Secretaris.
Leiden, 24 Juli 1885.
STADSNIEUWS.
In de Stadszaal, waar gedurende deze
week met zooveel sucses het gezelschap van
den heer Van Haarlem zich deed hooren
zal morgen avond eene afscheidsvoorstelling
worden gegeven. De geruchten omtrent de
voortreffelijkheid der werkzaamheden van dit
gezelschap zijn voorzeker genoegzaam verspreid
door hen die gedurende de kermsavonden
een bezoek aan de Stadszaal brachtendan
dat wij daarvan nog behoeven te gewagen.
De pachter, steeds bedacht het Leidens-
ingezetenen zoo aangenaam mogelijk te
maken, heeft den entreeprijs voor dezen
avond zoo laag mogelijk gesteld en gebracht
van 75 cents op 49 cents. Wij vertrouwen
dat door velen van die gelegenheid zal worden
gebruik gemaakt, en de heer Duyser
zijn zorgen door een talrijk publiek
ruimschoots zal beloond zien.
Voorts zullen nog dien avond voorstellin
gen worden gegeven in de tenten van den heer
E. Basch A. Van Lier, Spriet en Wery, welke
allen mede aanspraak mogen maken op een
druk bezoek. De heer Basch, voornemens zijn
de de kermissen niet meer te bezoekengeeft
bovendien nog Maandag aanst. eene laatste
afscheidsvoorstelling, bij welke gelegen
heid door ieder volwassen persoon een kind
beneden de 14 jaar gratis kan worden mede
gebracht.
Het getal der in de Stedelijke Werk-
inrichting opgenomenen bedroeg gedurende
deze week dagelijks van 45 tot 65 volwas
sen personen en 4 tot 7 kinderen.
In de afgeloopen week werd hier ter
stede één geval van roodvonk aangegeven.
Sterfgevallen aan besmettelijke ziekten kwa
men niet voor.
Deze week werden op „Rhijnzigt"
genomen 604 zwembaden door heeren en
46 door dames. Temperatuur van het water
21° Celsius.
Zweedsche bladen verhalen, dat de
zeeman Olaus Holgersson, die op de Nisero
diende, zich door tusschenkomst van het
Zweedsche ministerie van buitenl. zaken tot
onze regeering heeft gewendom voor het
doorgestane leed en geleden verlies gedu
rende tien maanden eene schadevergoeding
te vragen van 1800 kronen.
De P. G. C. verneemt, dat prof. dr.
A. G. Van Hamel, hoogleeraar aan de rijks
universiteit te Groningen, door den minis
ter van onderwijs der Fransche republiek
bij beschikking van den 14den Juli 11. be
noemd is geworden lotofficier d'académie".
Betreffende het geschil tusschen de
Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij
en de Exploitatiemaatschappij over het be
rijden der lijn Delftsche PoortBeurs heeft
het Handelsblad vernomen, dat het berijden
van dit verbindingslijntje met treinen van
de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij
geregeld is bij eene overeenkomst in 1878
aangegaan. Die overeenkomst is door de
Exploitatie-maatschappij tegen 1 Augustus
opgezegd. Wel is een nieuw ontwerp-over-
eenkomst door de Exploitatie-maatschappij
aangeboden, maar op voorwaarden, die der
Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij
geheel onaannemelijk voorkomen. Vandaar
dat het verkeer van reizigers naar en van
het station-Beurs vervalt. De Hollandsche
IJzeren Spoorwegmaatschappij weigert den
bestaanden toestand .te bestendigen, wanneer
die niet bij overeenkomst geregeld is.
Door den kolonel-commandant van het
regiment Rotterdamsche schutterij is de
volgende dagorder uitgevaardigd
„Het is mij een aangename plicht, aan
heeren hoofd-officieren, officieren en verdere
leden van het regiment, den dank over te
brengen van den heer burgemeester dezer
gemeente, voor de spoedige opkomst onder
de wapenen en de betoonde bereidwilligheid
tot handhaving der orde, bij de ongeregeld
heden die alhier onlangs op enkele avonden
hebben plaats gehad.
Is de directe tusschenkomst der schutterij
daarbij door de bevoegde hoogere autoriteiten
niet noodig geoordeeld, ik houde mij ver
zekerd, dat, ware dit werkelijk het geval
geweestieder uwer zich zoude hebben be
ijverd zijn plicht te doen en de eer en den
goeden naam op te houden van het regi
ment schutterij te Botterdam.
Verzocht ik reeds aan heeren majoors
mijne tevredenheid te betuigen aan de ver
schillende bataljons, gaarne herhaal ik die
betuiging bij deze dag-order in het algemeen
en spreek daarbij als mijne vaste overtuiging
uit, dat het regiment zich steeds door
denzelfden goeden geest en door orde en
discipline onderscheiden zal, waar en wan
neer zijn dienst gevorderd moge worden.''
In het Journal des Vébals wordt van
het rijksmuseum te Amsterdam gezegd„Dit
nieuwe museum is een wonder dat wij niet
moede zullen worden te roemen en, volgens
ons, verdient de man, die het gebouw ont
worpen en volvoerd heeft, de heer Cuypers,
dat zijn naam voortleve bij het nageslacht."
Frank/. Zeilung, zegt„De wereldberoemde
kunstschatten der Nederlandsche schilder
school zijn nu tentoongesteld in een gepast,
hunner waardig gebouwdat een meesterstuk
van bouwkunst, een sieraad voor de hoofd
stad en het land is, en dat den bouwmeester
groote eer aandoet."
Eergisteren kreeg een klein kind in
de Westerstraat te Amsterdam een oliekoek
van eene vrouw; het bleek echter spoedig,
dat dit bewijs van toegenegenheid duur be
taald was gewordendaar de misdadige vrouw
het kind de oorbelletjes en koralen met gou
den sluiting had ontnomen. Hetzelfde ge
beurde een vijfjarig meisje, dat gisterenmid
dag door een haar onbekend jongetje, dat
met haar naam scheen bekend te zijn, af
gehaald werd van de Louisaschool op de Prin
sengracht; bij de brug bij de Prinsenstraat
stond eene vrouw, die de kinderen aan de
hand nam en zich met hen naar de Noor-
dermarkt begaf; daar liet ze een kind, dat
meegeloopen was, oliekoeken koopenen ter
wijl het hiervoor afwezig waswerd het
meisje van hare oorbelletjes en koralen met
gouden sluiting en medaillon beroofd.
Den 2:3sten concludeerde het O. M.
der arrond.-rechtbank te Alkmaar, in zake
de wed. S. Siebrands contra de gemeente
Alkmaar, dat - op grond de schuld of
nalatigheid van den ambtenaar of van andere
personen, voor wie de gemeente aansprake
lijk is, wordt ontkend, en niet is aangeboden
te bewijzen de feiten, waaruit die schuld of
nalatigheid zou blijken het aangeboden
bewijs van het vallen van een kesp van den
steiger behoort te worden voorbijgegaan, met
ontzegging van den eisch, en zijn de vier
nachtwachts te Helder, die beschuldigd wer
den van mishandeling van een matroos der
marine, vrijgesproken.
'9 GRATENHAGE.
Door Z. M. is aan den heer dr. A. Sa-
lomons, geneeskundig inspecteur in de ko
lonie Suriname, vergunning verleend tot
aanneming van het ordeteeken 3de klasse
van het Borstbeeld van den Bevrijder, hem
door den president der Vereenigde Staten
van Venezuela geschonken.
Door Z. M. is, aan mr. S. H. De la
Sablonière, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend als burgemeester van Kampen en
als lid van het bestuur tot beheer der be
dijking langs Dronthen, en zijn benoemd:
tot burgemeester: van Leiderdorp, G. Van
Geer; van Hensbroek, J. J. Willinge, se-
FEU1LLETON.
70.)
Maar hij had niet de vonkeling en den
glans, die men er in zou hebben willen
zien. Hij was zonder gloed, als uitgedoofd.
Hij scheen droomerig, mijmerend, kwijnend,
zwaarmoedig, droefgeestig. Wat bij uit
drukte was niet waar te nemen. Men ge
voelde dat wat hem ontbrakde weerkaat
sing was der gedachte. Er ontbrak leven
aan het geheele gelaat.
Groot, met een volslagen ontwikkeld en
gezond lichaambijkans een vrouwwas
het meisje ongekunsteld, ongedwongen on
wetend als een kind. Gelijk wij zeiden,
was zij het punt genaderd, waar de mar
kies De Verveine zich bevond.
Zij bukte en nam een tor met smagrood
groenen pantser van den grond op.
„Arm diertje," sprak zij, „ik had je haast
vertrapt."
En zij plaatste het insekt op een roos.
Op dit oogenblik maakte de markies een
beweging, en een takje van den boom,
waaraan hij zich vast hieldbrak af en viel
naar beneden. Het jonge meisje keek op
en haar blik viel op den jongen man, die
in stille bewondering haar bleef aanstaren.
Werktuigelijk deed zij een stap achter
waarts.
„Zij zal vluchten en verdwijnen," dacht
de jonge man.
Hij bedroog zich. Het jonge meisje ge
voelde geen zweem van vrees, maar alleen
een levendige verbazing. Onbewegelijk, de
oogen altoos op den markies gericht, nam
zij hem nieuwsgierig op.
„Vergiffenis, juffrouw!" stamelde hij.
Zij deed drie passeii naar vorenen daarna
den arm uitstekendealsof zij hem de hand
wilde toereikensprak zij
„Kom, koml"
Het hart van Adrien begon geweldig te
bonzen. Die onverhoedsche uitnoodiging,
waarop hij alles behalve verdacht was, ver
oorzaakte hem minder genoegen dan verba
zing. Maar hij was er de man niet naar,
om den terugtocht aan te nemen tegenover
een avontuur, dat steeds belangwekkender
en zonderlinger werd. Hij ging overeind
staan en maakte aanstalten om in den tuin
te springen, toen het jonge meisje de
hoogte van den muur met den blik metende,
i riep
„Neen, neen!" en er bijvoegde: „De
poort, de poort."
Terwijl de markies aan den anderen kant
zich naar beneden liet glijdenliep het jonge
meisje naar het huis.
Drie minuten snelden om. Adrien stond
bij de poort Hij hoorde de voetstappen
van het meisje en spoedig daarna het ge
luid van een sleutel, dien men in een slot
omdraait, en van een grendel, dien men
afschuift.
De deur ging open.
„O, juffrouw! juffrouw!" dus sprak de
jonge man, zichtbaar verlegen.
Hij wist niet wat hij zeggen moest.
„Kom dansprak zij.
Hij trad binnen. Zij sloot de deur weder
dicht en den sleutel in het slot latende
stekenbepaalde zij zich er toe om den gren
del toe te schuiven. Na dit te hebben ge
daan, wendde zij zich tot den markies-en
nam hem een oogenblik van het hoofd tot
de voeten op. Een glimlachdie om haar
lippen speelde, scheen hare tevredenheid
uit te drukken.
„Ge ziet er goed uit," sprak zij, even
met het hoofd knikkend.
Deze woorden, zoo vreemd in den mond
van het jonge meisje, deden de verwonde
ring van den markies ten top stijgen.
„Laat ons over u spreken, over u alleen,
juffer!" antwoordde hij. „Gij zijt het, die
schoon is, die bekoorlijk is."
Zij lachte.
„Schoon, bekoorlijk", herhaalde zij.
Zij bleef een oogenblik stilzwijgen en
hernam daarop:
„De rozen zijn schoon, bekoorlijk, de
andere bloemen zijn ook schoon. En de
vlinders, hoe schoon zijn die! De torren
zijn schoon, de kleine, heele kleine met
hun veelkleurige pantsers. Houdt gij van
de rozen, mijnheer?"
„Veel."
„En van de vlinders?"
„Ook veel."
„En van de torren?"
„Ik houd van alles, waar gij van houdt."
„En gij, hondt gij van mij?"
De markies gevoelde een onbeschrijfelijke
gewaarwording.
„Ja, ja, ik houd van n," riep hij, ge
heel onthutst.
Wordt vervolfd.)