NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Prijs per Nummer 10 Cent. Donderdag 23 Juli 1885, N°. 170. AQVERTENTIEN: Itureel: Sclieepmakerssteeg 0. Uitgevers: Gebroeders Muré. BIMENLANDSCHE BERICHTEN. DE BOETVAARDIGE. «7.) Leiüsc ourant ABONNEMENT: Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Van "16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingencontant, zonder rabat, per regel f 0.10. 199e Jaargang. STADSNIEUWS. De uitslag van de op gisteren gehou den verkiezing van 10 leden voor den ge meenteraad is als volgt: Gekozen werden de hh. A. J. Krantz met 734, mr. C. Cock met 1100, L. M. De Laat'de Kan ter met 1044, P. L. C. Dries- sen met 1020, H. J. Bool met 744, dr. P. J- Kaiser met 730, dr. M. J. De Goeje met 727S. C. M. Knappert met 706 dr.A. Nijkamp met 686, P. AlmaLz. met 675 stemmen. Voorts werden uitgebracht op de hh. mr. L. M. J. H. Kerstens 538, F. J. Los 505, P, Van Cranenburgh 491, C. W. Wiisten- hoff 466, H. T. A. Damen 464 en F. Van Dorp 462 stemmen. Ongeveer 100 stemmen werden nog op diverse personen uitgebracht. De schouwburgtent van den heer Van Lier was gisteren avond goed bezet. Het blijspel „Haar Korporaal" valt zeer in den smaak van het publiek. Geestig en boei end van inhoud werd het stuk goed en vlug afgespeeld. De rollen werden uitste kend vervuld. De heer Bigot, die den drogist voorstelde, speelde uitmuntend. Mejuffrouw Louise Kiehl als zuster van den drogist is wegens haar fier voorkomen, haar fraaie stem en haar onbetwistbaar talent van actrice voor haar rol als het ware geschapen. Niet altijd bleef zij in haar rol. Soms zoo goed speelden de anderen moest zij zelve meelachenterwijl zij toch hoog ernstig had moeten blijven. Mevrouw AlbregtEngel man, die geen gemakkelijke taak heeft, was in haar representatie van de barones van Nompelsburg, in één woord, onbetaalbaar. Aan mejuffrouw Van Biene kostte het blijk baar wat trouwens niet te verwonderen is veel moeite het dialect van het keu- kenprincesje Dientje weêr te geven. Overigens was haar spel onberispelijk. Henri Hippie, de korporaal der huzaren, werd door den heer De Keukelaere goed vertolkt. Het publiek lachte, applaudisseerde en keerde hoogst voldaan huiswaarts. Het café-chantant in de Stads-Gehoorzaa] werd gisterenavond zeer druk bezocht. De tent van den heer Basch was eivol. Gisterenavond half elf uur had een persoon het ongeluk aan de veelading van het Holl. spoorstation, bij het afgaan van de helling, tussehen het hek en den wagen beklemd te raken, met het gevolg, dat hij een schram aan den voet bekwam. De minister van financiën maakt be kend dat het saldo van 's rijks schatkist op 18 dezer bedroeg: bij de Nederlandsche Bank ƒ17,899,075.64 en bij de betaalmeesters ƒ1,997,201.36. Te zamen 19,896,277.00. Blijkens mededeeling van Zr. Ms. ge zant te Berlijn is thans de invoer in Pruisen van Nederlandsch fokvee op den voormaligen voet wederom toegelaten. De Sic. bevat het verslag van den directeur en de leeraren van 's rijks vee artsenijschool omtrent het natuurkundig examen voor aanstaande veeartsen, afgeno men in het jaar 1885. De burgemeesters van 7 Zuiderzeeplaatsen hebben zich tot de eerste kamer gewend met het verzoek om niet als de tweede kamer de zoogenaamde „wonderkuil" voorde visch- vangst toe te laten. Dit geeft aan de Tijd, die den wonderkuil in bescherming neemt, aanleiding tot de volgende dichterlijke ont boezeming: De zeven Burgemeesters van 't Zuiderzeestrand, Die reiken malkander heel plechtig de hand; Ze stonden met schakels te zamen geschakeld, Al waren ze verder een beetje onttakeld. Ze zwoeren aan moordkuil en kwakkuil den dood En riepen: 't Meer Elcvo behoort onze vloot! De schuimers van 't Koorden bedreigen het Zuide Wij zullen t dien heeren wel anders beduiden! De Kamer, de Tweede, gaf "Volendam spel; Bij de Eerste is 't nog hangend, die helpt ons nog wel Wij zullen dat zaakjen eens netjes verevenen, Wij zijn burgemeesters en zijn met ons zevenen. Donderdag 30 dezer zullen de te 's Hage en te Leiden in garnizoen liggende batterijen van het 2e reg. veld-artillerie naar de legerplaats van Oldebroek vertrekken, ten einde aldaar tot 18 Augustus aan de schietoefeningen deel te nemen. De marseh naar de kampplaats zal te paard worden af gelegd. De koninklijke familie is op het Loo aangekomen. Allen zagen er zeer gezond uit. De directeur van de lopographische inrichting van het ministerie van oorlog, de heer C. A. Eckstein, is door den koning van België benoemd tot ridder van de Leopoldsorde. Aan het Brusselsche dagblad Les Nou- velles zijn door een verslaggever, die onlangs vergunning had bekomen om de familie van Jeanne Lorette bij een bezoek in haar ge vangenis te vergezellen, eenige bijzonder heden daaromtrent medegedeeld. Hij was getroffen door het bleeke uiterlijk der ge vangene, die in haar geheele houding de bewijzen geeft van onderwerping in haar lot en van berouw over haar daad. Op een aansporing om niet te wanhopenantwoordde zij met gebogen hoofd: „mijn leven is ge broken, ik heb niets meer te hopen, alleen de dood kan een eind maken aan mijn lijden." Bij het personeel der gevangenis moet Jeanne zich, evenals te voren ook te Botterdam, zeer bemind hebben weten te maken; de verslaggever roemt over het algemeen de humane wijze, waarop hier te lande gevan genen die zich goed gedragenbehandeld worden. Hij verklaart dat iemanddie het portret der gevangene heeft gezienhaar daaruit niet herkennen zal. "Vooral was hij getroffen door haar groote blauwe oogen en door de weelderigheid van haar blonden haardos. Daar men haar de haarspelden heeft ont nomen, heeft zij een lok van weerszijden boven op het hoofd saamgebonden, maar verder golft het haar los over den rug. Door de wonden, welke zij zich in den linker voorarm heeft toegebracht, is die arm nog stijf gebleven. De geneesheer beweert echter, dat geen zenuw sterk beschadigd is, zoodat die stijfheid niet blijvend zal zijn. j De verslaggever deelt, onder eenige andere bijzonderheden, ook nog mede, dat het meubilair in Jeanne's woning eigendom was van haar vader, die het, bij haar vertrek naar 's Gravenhage, daarvoor had afgestaan. In de afgeloopen week zijn te Bot terdam door de politie herhaaldelijk perso nen in verhoor genomen, verdacht van medeplichtigheid in het ruitenbreken. Het onderzoek schijnt tot heden weinig of geen gevolg te hebben gehad. Naar men aan de Maasbode verzekert, is bij deze gelegenheid een feit van groot zedelijk bederf voor den dag gekomen. Een moeder kwam haar beide zoons beschuldigen van des nachts zeer laat met steenen in den zak te huis gekomen te zijn. Het waren knapen van 14 k 16 jaar. Deze ontkenden alle deel neming aan het straatrumoer niet alleen, maar verzekerden dat hun moeder hen alleen beschuldigde om voor eenigen tijd van hen ontslagen te kunnen zijn en haar ongebon den leven ongestoord te kunnen voortzetten. De ontaarde moeder kon met haar kinderen weder naar huis gaan. Een vader in Botterdam had er zijn elfjarig zoontje op afgericht om in de wo ningen te sluipen en daar te stelen al wat voor de hand lag, bij voorkeur kostbare lijfsieraden. De door het kind gestolen voorwerpen werden dan door den vader te gelde gemaakt. De vader en het ongeluk kige kind zijn beiden door de politie ge vangen genomen. Er is te Botterdam eene proef geno men met eene Botterdamsche uitvinding, ten doel hebbendedoor middel van een enkelen handgreep het paard of de paarden van een rijtuig los te maken. De toestel kan dus voornamelijk dienen ter voorkoming van een ongeluk, wanneer men in een rijtuig zit waarvan de paarden op hol gaan. De constructie komt eenvoudig hierop neder: dat er onder het rijtuig een legger is aan gebracht, die aan de voorzijde in verband staat met een kleinen hefboom. Deze hef boom is binnen het bereik van den koetsier of voerman die op den bok zit, maar kan ook binnen het bereik worden gebracht van de personen die in het rijtuig zitterp Wan neer nu het paard of de paarden op hol gaan, behoeft men slechts even op den hef boom te drukken, dan zijn zij dadelijk los en het rijtuig is geremd. Wel is waar gaan dan de paarden aan den haal, maar het rijtuig blijft stilstaan. Dit een en ander wordt aan de N. S. C. medegedeeld, onder opmerking, dat er weldra meerdere open baarheid aau zal worden gegeven. De politie te Amsterdam vond gisteren morgen te halfvijf in de Gooiersteeg op den Oudezijds Voorburgwal onder aan eene trap liggen liet lijk van zekere vrouw Van der P., aan het hoofd en in het aangezicht FEUILLETON. Met uitzondering van eenige olmen, leek hij haast heide. Het was trouwens een ondankbare grond, ongeschikt voor planten groei. Met groote kosten heeft de eigenaar er een groote menigte mestaarde laten aan voeren, die in den tuin werd geworpen en den krijtachtigen bodem met een dikke laag bedekte. Hierna kwamen er hoornen, hees ters en planten, en de tuin werd aange legd. Toen alles klaar was, kwam de eige naar, dien de werklieden slechts eens ge zien haddenbezit nemen van la Cordelière, waaraan eerlang de lieden uit de buurt den naam van duivelshuis gavenin de meening Tan aldus een poets te bakken aan den man die hen op een afstand wist te houden en een voldoening gaf aan hun nieuwsgierig- eid. „Nog één vraag, als ik mag?" „Tot uw dienst, mijnheer!" „Bewoont die onbekende, klaarblijkelijk, ooals u zooeven zeide, een zonderling of en krankzinnige, alleen met de stomme vrouw la Cordelière?" „Dat kan ik niet met zekerheid zeggen, mijnheer! Sommigen verhalen, dat hij be halve die stomme vrouw, nog een andere vrouw bij zich heeft. Het is onnoodig u al de onderstellingen mede te deelen, die men maakt, al den achterklap, dien men zich veroorlooft te verbreiden, en de be spottelijkheden, die men uitkraamt. Men kou aan de kwade tongen het spreken niet beletten. Men moet ze laten begaan. Zij, die om la Cordelière rond sluipen, de stout- moedigsten der nieuwsgierigen, beweren, dat men ei allerlei vreemdsoortige geluiden ver neemt, onder anderen de klanken van een muziekinstrument, dat wel een piano kon wezen, en het gezang van een schoone vrouwenstem. „Waarlijk?" antwoordde de markies. „Evenwel zeg ik u niet, mijnheer! dat het werkelijk zoo is. Men vertelt zooveel...." „U heeft gelijkmijnheer Bernardinmen moet alleen gelooven wat men met eigen ooreu hoort en met eigen oogen ziet." „Zoo denk ik er over, mijnheer!" Daar hij den herbergier nu niets verder te vragen had, bewaarde de jonge man het stilzwijgen en bleef in gedachten verzonken zitten. Zijn vurige verbeelding voerde hem op de vleugels van een fantastischen droom ver weg. Wat hij vernomen hadwas niet geschikt om hem zijn plan te doen opgeven. Integendeel, wel verre van zijn nieuwsgie righeid te bevredigen, had het verhaal van den herbergier haar in de hoogste mate geprikkeld. „Ik zal het duivelshuis binnentreden," sprak hij bij zichzelven. „Ik zal den man zonder naam zienik zal de vrouwdie zingt, zij moge oud of jong, leelijk of mooi wezen, zien en die stomme aan het spre ken brengen." Zich tot den herbergier wendende, her nam hij „Ik ken die streek niet, baas Bernardin ik wil wel eens met haar kennis maken. Met dit doel wil ik eenige dagen te Cbam- pigneule mijn tenten opslaan. Heb je ook een geschikte kamer voor mij?" „Wel zeker, mijnheer! gelijkvloers, een met twee ramen, die op den tuin uitzien." „Heel vroolijk, en pas op nieuw gestof feerd en geschilderd, net als in de stad," voegde de vrouw er bij. „Heel goed, juffrouw! ik neem die ka mer voor 14 dagen." „Mijnheer bewijst ons veel eer; ik zal zorgen dat mijnheer niets ontbreekt." De jonge man stond op. „Als u zoo vriendelijk wil wezen, juf frouw," sprak hij, „laat mij dan die kamer eens zien." „Onmiddellijk, mijnheer! onmiddellijk," antwoordde zij. Een oogenblik daarna schreef de markies De Yerveine aan Gaston De Limans dat hij besloten had eenige dagen te Champig- neule te blijven. XXIV. IN DEN TUIN. De markies Adrien De Verveine was vroeg naar bed gegaan. Maar daar hij zeer ze nuwachtig was, en allerlei vreemde gedach ten zijn brein doorkruisten, had hij eerst geen oog kunnen dicht doen. De nacht was reeds ver gevorderd, toen het hem eindelijk gelukte den slaap te vatten. Zijn lichaam had rust uoodig. Beeds geruimen tijd waren de zonnestralen door de latten der zonneblinden zijn kamer binnengedron gen toen hij ontwaakte. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 1