NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
I)eze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ABONNEMENT:
Prijs per Nummer 10 lent.
Vrijdag 17 Juli 1885. - N°. 165.
ADVERTENTIE N:
üiircei: Sclieepmiikersstee<>; '0.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Stiids-Bericliten.
DE BOETVAARDIGE.
Leidso
ourant
Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
19'Je Jaargang.
Van 1—*6 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groole letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Admissie-exainen lloogere Burger
school voor jongens.
BBRGEBEEsTi.R en METI10UHEBS «lor
Gemeente LEI DEMbrengen Ier kennis van
belanghebbenden dal bel I«rede a«!nils»l«-
cinroen vuur de lloogere linrgerscliunl voor
jongens, cursus 18-<5/6. zal plaats bebben in
hel geboniv aan de Pielerskei kgraclil op Woens
dag »on«lcrd«s en Vrijdag 20, 3? en
W Augu»«us aan.t.
Burgemeester en Wel houders voornoemd,
DE KVNTER. Burgemeester.
E. KInT, Secretaris.
Leiden, den 10 Juli»l885.
STADSKIEllWi.
Door de kiesvereeniging „Nederland en
Oranje" zijn bij de aanstaande periodieke
verkiezing voor den gemeenteraad tot can-
didaten gesteld
de Heeren mr. C. Cock, aftr. lid,
F. J. Los,
C. W. YViistenhoff,
F. Van Dorp,
mr. L. M. J. H. Kerstens, aftr. lid,
P. Van Cranenburgh,
H. F. A. Damen,
J. A. Bots.
Onder begunstiging van prachtig weer
hield gisterenavond de Oiiderofflciersvereeni-
ging der Leidsche dd. Schutterij „Pugno
Pro Patria", opgericht in den jare 18"7,
een feestvergadering op het open terrein
van „Den Burg". Wie door de oude Burg
poort, waarboven bet devies der feestvie
rende vereeniging in gulden letteren prijkt,
het feestterrein betrad, werd al aan
stonds aangenaam verrast door den
saiaakvol gerangschikten vlaggentooi, door
de talrijke lampions, die om en tusschen
de booinen hingen, en door de met de
stadskleuren versierde estrade voor het or
kest. Velen hadden aan de lot i.en ge
richte uitnoodiging van het bestuur gevolg
gegeven. Wij merkten o. a. op: de leden
der corporatie „Door Vriendschap vereenigd",
het bestuur der vereeniging "Het Metalen
Kruis" en het bestuur der vereeniging van
gepensioneerde onderofficieren en minderen.
Hun allen werd door den geachten voorzitter,
den heer C. Peltenburg, in een hartelijke toe
spraak het welkom toegeroepen. In diezelfde
toespraak werd hulde gebracht aan de ver
tegenwoordigers van liet oud-Hollaudsche
leger; de verzekering gegeven, dat al kon
men ook niet wijzen op heldenfeiten van
de schutterij, toch in aller gemoed het hart
warm voor het vaderland klopte: en ten
slotte de hooge verplichtingen rler vereeni
ging jegens haar beschermheer, J. Scheltema,
in herinnering gebracht. Toen deze met
daverende toejuichingen begroete rede ten
einde was, nam het concert een aanvang.
Onder leiding van den verdienstelijken
kapelmeester, den heer H. A. Grentzius,
werden door de kapel van het 4de reg inf. zeer
passende nummers op uitnemende wijze ten
gehoore gebracht. Een aangename afwisseling
verschaften de liederenvol geestdrift ge
zongen door het nog jeugdig, maar reeds
lofwaardig zanggezelschap „OJeon." De
ijverige directeur van dit gezelschap, de
heer Joh. Oostelaar, wien één der aan
wezigen een fraaieu bloemruiker aanbood,
oogstte dien avond veel toejuichii gen voor
zijn belangelooze en zooveel vruchten dra
gende bemoeiingen.
De zang toch was zuiver, regelmatig en
gevoelvoi. Vooral het couplet van den
„Pugno pro Patria-Marsch"
En wie ook valle, wij wijken niet,
Maar dringen voorwaarts of houden stand
Eu stervend klinkt ons laatste lied:
„Lang leev' ons dierbaar Nederland,"
werd met veel gevoel gezongen. De woor
den van dezen Marsch zijn afkomstig van
den heer C. Peltenburg, voorzitter der ver
eeniging.
Gedurende het concert werd de illuminatie
en nu en dan bengaalscli vuur ontstoken.
Vooral van de Burglioogte gezien, bood een
en ander een schittterend schouwspel aan
In de pauze sprongen plotseling velen
van hun stoelen op en verlieten hun tafels.
Wat was er gaande? Daar was een man op
het terrein gekomen, die met een goed ge
vulde tasch onder den arm uit volle borst
aanhoudend riep: „Nachtblad van den Burg."
Een ieder haastte zich nu een exemplaar
er van te bemachtigen. Eu had men er
één, dan ging men naar zijn tafeltje terug
en las de nieuwe courant voor, die wegens
haar grappigen inhoud allerwege de lach
spieren in beweging bracht. Aan het hoofd
van het blad prijkt het welgeslaagd portret
van den heer C. Peltenburg, voorzitter van
„Pugno pro Patria". Eere den heer J. Ver-
mey de Winter, den ontwerper en uitvoerder
dezer eigenaardige surprise.
Na afloop van het concert begaf men
zich naar de zaal ten dans. Maar alvorens
de dans begon, dankte de voorzitter het
zanggezelschap „Odeon" voor de bereidwil
lig verleende medewerking, die zooveel tot
opluistering van dezen feestavond had bijge
dragen. Dat het bal geanimeerd was en
tot vroeg in den morgen voortduurdebe
hoeft geen vermelding.
Pugno Pro Patria heeft een zomerfeest
gevierd, dat bij allen, die het bijwoonden,
een aangename herinnering zal achterlaten.
Geen koude vormen werden toegepastmaar
ook geen losse manierenwaartegen de vrou
welijke fierheid en waardigheid in verzet
komen. Warme hartelijkheid was de grond
toon van den avond.
Wij wenschen Pugno Pro Patria met het
welslagen van haar feest geluk.
lieden morgen zijn voor den kolonel-
kommandant van liet 4e reg. infanterie de
miliciens, 15 Mei 11. alhier onder de wape
nen gekomen, afgeexerceerd. Na die oefe
ning maakten zij, voorafgegaan door de
muziek, eene militaire wandeling door de
stad.
Onder begeleiding van hare opzichte
ressen, maakten gisterenmiddag de wees
meisjes uit het llerv. weeshuis alhier een
tochtje naar Katwijk, ten einde daar den
middag aangenaam door te brengen.
De schouwburgtent van den heer A.
Van Lier zal niet, zooals bereids werd
medegedeeld, op de Nieuwstraat aan de
11ooglandsche kerk worden geplaatst, maar
op de Douzastraatachter liet Cagliostro-
theater van den heer E Basoh.
Wij ontleenen aan het gedrukt verslag van
den toestand der gemeente Leiden over het
jaar 18S4 nog het navolgende:
de afdeeling Leiden van Nederlandsch Met-
tray telt 19 leden.
De toestand der vereeniging Tsraelietische
Weezencorporatie is onveranderd gebleven.
De vereeniging Gemïloth Gasadim Oebi-
keer Choulim lelt 70 leden, verleend cere-
monieeleu bijstand aan stervenden, en be
strijdt de begrafeniskosten.
De vereeniging tot hulpbetoon aan behoef
tige zieke Israëlieten veiheagt zich in een
ledental van 80. De financieele toestand is
gunstig te noemen.
Het aantal leden der Maatschappij van
Weldadigheid bedraagt thans 24, en dat
van de buitengemeenten 6.
In de inrichting „het Doorgangshuis voor
ongehuwde moeders op de Pieterskerkgracht
kunnen verpleegd worden 15 moeders, terwijl
in het afgeloopen jaar het hoogste getal is
geweest 13 moeders en 15 kinderen: het
laagste 4 moeders en 8 kinderen.
De vereeniging „Uit Liefde" bestond uit
283 leden. Bij gelegenheid der onthulling
van het gedenkteeken deelde zij uit 3800
haringen en 1900 brooden. Gedurende het
deelseizoen werden 3650 bons voor gort,
6329 bons voor rijst en 7018 bons voor
brood uitgereikt, tot een gezamenlijke ge
ldswaarde van f\ 193 53. Aannemers der
gemelde levensmiddelen waren de heer J.
P. Fontein voor de gort (104S cent per
liter)de heer B. G. Beulink van de rijst
(II75 cent per 10 hectogrammen) en de
heer N. Brummelkamp van het brood (6
cent per brood).
De inrichting van liefdadigheid voor de
Roomsch Katholiekenonder bestuur van 3
pastoors en 3 leekeii, verstrekt onderwijs
aan 1150 kinderen, waaronder 520 min-of
onvermogenden. Aan de inrichting zijn 26
liefdezusters verbonden.
Het comité Leiden en Omstreken van de
Maatschappij tot opvoeding van weezen in
het huisgezin telt 30 leden en 23 begun
stigers.
Het correspondentschap Leiden van de
inrichting voor doofstommen onderwijs te Rot
terdam telt 23 leden en 43 belangstellenden
terwijl 4 kinderen uit Leiden aldaar kosteloos
onderwijs ontvangen.
De Nieuwe Sociëteit van voorzorg te Lei
den, opgericht in 1842 stelt zich ten doel
tegen een wekelijksche contributie van 12
a 15 cents der leden genees-en heelkundige
hulp te verstrekken.
Een muizenverdelgend landman doet
ons weten dat de proefnemingen met mui-
zeutarwe geheel zijn mislukt. Niet eerie
FEUILLETON.
#2.)
Slechts een smal en in de heide gebrek
kig aangelegd voetpadvoerde van een poort,
iu deu muur der afschuttting aangebracht
in eene rechte lijn naar het dorp Cliampig-
stul, welks torenspits men op een afstand
van ongeveer drie vierde mijl ontwaarde.
Na ongeveer twee derden van den tuin
fa zijn omgetrokken, waren de jagers aan
de poort, waarvan wij sorakengekomen.
„Eindelijk!" riep Gaston De Limans.
„Ja," sprak de burggraaf De Sanzac."
Maar de poort is gesloten en zij lijkt van
een zwaar slot voorzien.... Men zou haast
'eggen een sluippoort van een versterkt
ouderwetsch kasteel. Trouwens, niets be
wijst dat het huis bewoond is."
„Mijn waardste, let dan maar eens op
dit pad."
„Ik zie ook dat het gras er groeit en de
convulvulus naar hartelust er tiert. Dit
duidt aan dat men slechts zelden er langs
komt. Dit pad behoort waarschijnlijk aan
een of ander landbouwer van het dorp,
welks torenspits men hier ziet, en die van
tijd tot tijd hier komt om zijn tuin te be
arbeiden.
Dus denkt gij dat het hnis onbewoond is?"
„Ik denk van ja. Want door wie zou
je dan wel willen dat die steenklomp, zon
der middel van gemeenschap en door een
of anderen gril midden in deze onvrucht
bare streek neêrgeworpeiibewoond werd?"
„Een oogenblikje, De Sanzac. Ten eer
ste is dit gebouw zeer oudvervolgens heeft
het in der tijd kunnen dienen tot de
bewerking van een of andere grondstof, die
men hier vindt."
„'t Is mogelijksprak een ander jager.
„Maar daar dit huis ons geen gastvrijheid
wil of kan verleenen, stel ik voor een
oogenblikje in de schaduw dezer olmen uit
te rusten.''
liet voorstel werd met grooten bijval
aangenomen.
Men ontdeed zich van wapens en wei-
tasseben en ging op den grond liggen.
De een dommelde in, anderen zaten te
keuvelen.
Ojieeus riep de markies Adrien De Ver-
veine:
„St! heeren, luistert!"
Allen zwegen stil. De honden hadden
den kop opgeheven en keken naar de kant
van den tuin.
Een vrouwelijke stem, klaarblijkelijk die van
een jong meisje, zong een couplet van een
oude romance van Mehul: De Dag en de
Roos." Die welluidende stem, zoo ver
wonderlijk zuiver helder en liefelijk had
iets onbegrijpelijks bekoorlijks. Men kon
er niet aan twijfelen: de zangeres was in
den tuin.
„'t Is zonderling, sprak de burggraaf De
Sanzac zachtjes.
„Welnu, geloof je na dat het huis be
woond is?" zei op denzelfden toon Gaston
De Limans.
„Ik weet het niet," dus luidde het ant
woord, „in elk geval sta ik niet op mijne
meening
„Adrien had zich opgericht en was een
paar stappen vooruitgeloopen, en met opge
heven hoofde, schitterende oogen scheen
hij de hoogte van den uiuur te meten, als
of hij met één sprong er overheen had wil
len springen om in den tuin te komen.
De stem hield op met zingen. Bijna
op hetzelfde oogenblik hoorde men een gil
van smart.
Ondanks zichzelven sidderde Adrien.
Daar heb je het," zei de burggraaf lachende,
„zij heeft zich geprikt terwijl zij de roos
plukte, aan wie zij had toegezongen wat
de dag haar zei."
De gil werd door eenige gesmoorde
snikken gevolgd. Daarna hoorde men niets
meer.
„ivdrienwas nog dichterbij gekomen. Thans
was hij vlak bij de poort.
„Kijk me nu dien nieuwsgierigen mar
kies eens, sprak" De Sanzac spotachtig.
„Heeren!" hernam Gaston, „het geslacht
van inijn vriend Adrien klimt op tot den
riddertijd: een zijner voorvaderen, een edele
ridder, heeft twintig jaren lang de kleuren
zijner uitverkorene gedragen. Adrien is niet
ontaard van zijn vaderen. In zijn aderen
stroomt nog het bloed der oude ridders.
Evenals zij, houdt hij van avonturen.
„Laat eens zien; klopt hij of klopt hij
niet aan de poort? sprak een ander.
„Als hij den hoorn had waarop zijn voor
vaderen bliezen, als zij voor de ophaalbrug
van een slot zich vertoonden, zou hij
zich kunnen melden," sprak De Sanzac
lachend.
{Wordt vervolgd.)