NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. ABONNEMENT: Donderdag 16 Juli 1885. - N°. 164. Uitgevers: Gebroeders Muré. DE BOETVAARDIGE. Leidsc onrant Ileze Uo 111-a ut verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het gelieele rijk, per 3 maanden l.GO. Prijs per üiuiiiiner 10 l ent. ADVERTENTIES: Van 1(j regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel 0.10. Ilnreel: Sciicepmakerssteeg 0. 199c Jaarling, Stads-Bericlitcn. BUBGEHEESTER ea AVKTHOUHEHS van 1.F.1BEN Gezien art. 5 der Wet van den 23en Juni is<lzooals die nader is gewijzigd Brengen Ier algemeene kennis, dal door JAN FOKKES WAFKUHKKER. alhier en ELISABETH HEEMSKERK, huisvrouw van Fiu,\ciscus Loc III ns Van Kissel. wonende Ie Harpen (N. Brabant) adressen zijn ingediend om vergunning lot verkoop van slerken drank in liet kleinrespectievelijk in de percreleii Yrimwensteeg no. 1(! en Haariemmeislraat no. 9. En geschiedt hiervan openbare afkondiging door plaatsing in de Lciilsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER. Bnraemeesler. E. KIST. Secreiaris. Leides, 15 Juli JB85. STADSNIEUWS. Een breede, dichte schaar, samengesteld uit alle klassen der bevolking, stond heden ochtend in zwijgende houding om de ge opende groeve, bestemd het stoffelijk over schot van dr. Abraham Rutgers van der Loeff te ontvangen. Zooals uit de levens schets, van hooggeachte zijde -in ons blad gegeven, zoo duidelijk bleek, had Van der Loeff gedurende zijn leven zijn plichten als menscliherder en burger goed betracht, en voor maatschappij, kerk en staat groot nut gesticht. Was het wonder, dat door liefde, dankbaarheid en waardeering gedreven velen door hun tegenwoordigheid bij de uit vaart hulde wilden brengen aan de hooge verdiensten van den ontslapene. Die hulde openbaarde zich niet alleen door stille droef heid; maar ook door plechtig psalmgezang. De kweekelingen der School voor Zeevaart hieven, toen de baar, bevattend het licha melijk omhulsel van den stichter hunner instelling grafwaarts gedragen werd, Psalm 103 vers S aan. Gelij'i het gras is ons kortstondig leven; Gelijk een bloem, die, op het veld verheven, Wel sierlijk pronkt, maar krachtloos is en teer: Wanneer de wind zich over 't land laat hcoren, Dan knakt haar steel, haar schoonheid gaat verloren; Men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer. Nauwelijks waren de tonen weggestorven of een koor van meisjes, kweekelingen der school van bewaarschoolhonderessenwaar van Van der Loetf oprichter en tot zijn dood toe voorzitter was, zong Gezang 3] vers 4. Dit aanzijn zal u ras begeven, O mensch! gebruik het wijs; Het heeft, verknocht aan 't volgend leven, Een eindeloozcn prijs: De kleinst' ontwikkeling houdt haar waarde, Wat ooit de tijd verstoort; Maar 't zaad, dat hier verstikt in d' aarde, Brengt nimmer vruchten voort. Toen dit koorgezang ten einde was, werd de kist, bedekt met de kransen van de Kweekscholen voor Zeevaart en Bewaar- schoolhuuderessenaan den schoot der aarde toevertrouwd. Beide koren, thans tot één harmonisch geheel vereenigdzongen den doode tot afscheid het kerklied toe: Rust, mijn ziel! uw God is Koning, Wees tevreden met uw lot, Zie, hoe alles hier verandert, En verlangt alleen naar God. Ernstig, aandoenlijk, indrukwekkend was deze plechtigheid, bijgewoond door verte genwoordigers van den magistraat, de kerk, de gemeente en de wetenschap. Overeenkomstig den uitersten wil van den mandie den eenvoud liefhadwerd geen lijkrede uitgesproken, maar de tranen, die zelfs aan ouden van dagen ontvloeidenspra ken duidelijker dan de schoonste lofrede. Namens de familie werd door den oud sten zoon van den overledene voor de laat ste eer zijn vader bewezen diep bewogen dank betuigd. Hedenmorgen had in de kerk van O. L. V. Hemelvaart alhier eene eigen aardige feestviering plaats, ter gelegenheid van het zilveren huwelijksfeest van onzen zoo gunstig bekenden stadgenoot den heer B. J. De Goey. Voor die gelegenheid had zich een aantal zangers in bovengenoemde kerk vereenigd en werd door hen eerst de lofzang „Veni creator spiritus" en onder de II. Mis, Missa i\°. 3", beiden van Joh. Verhulstmet juistheid en gevoel uitgevoerd terwijl na die plechtigheid nog een nage- zang het „Laudent nomen ejus", van Van Bree, werd ten beste gegeven. De vrienden en bekenden van dit geluk kig echtpaar beijverden zich hunne beste wenschen uit te brengen. In tegenwoordigheid van den directeur van het brandwezen en den hoofdopzichter der gemeentewerken is heden op de Lammer markt een braudkraan met goed gevolg ge probeerd. Onder de bevorderingen der leerlingen van de Muziekschoolop 11 dezerwerd abusievelijk vermeld': A. Kuenen van de 2e lot de 3e klasse, viooldit moet echter zijn: van de 3e tot de 4e klasse. Door de politie alhier is aangehouden en ter beschikking der justitie naar 's Hage overgebracht eene vrouw, genaamd E. F. die haar werk er van maakte om van uit stallingen voor winkels het een en ander weg te nemen. Zooals gewoonlijk bij dergelijke gele genheden het geval iswas ook gisteren avond een aantal kinderen aan het spelen op de planken van de in aanbouw zijnde tent van den heer Baschop de Douza- straat. Plotseling vielen eenige plankeu naar beneden en kwamen op een der kna pen, het zoonlje van zekeren M., neder, met het gevolg, dat hij vrij ernstig aan het hoofd werd gewond. Door dr. B. \V. werd spoedig heelkundige hulp verleend. Naar wij vernemen was de toestand van den jeug digen lijder heden van niet onrustbarenden aard. Gisteren tegen den avond viel van de brug aan het Philosofenpadop den Zoe- terwoudschen singel, het zoontje van G. wonende aldaar, in het waler. De vader, die in de nabijheid was en van het ongeval niets had bemerkt, kwam op het hulpgeroep aanloopen en sprongzonder evenwel te kun nen zwemmen, van genoemde brug in de singelgracht. Ilij slaagde er in den kieine te grijpen, doch twee daar aanwezige personen moesten te hulp komen om èn den geredde èn den redder op het droge te brengen. De weerkundige waarnemers verwach ten telkens veranderlijken wind en toch blijft hij in het Noordwesten. Zoolang hij daar blijft, verteeren de uit het Zuiden opkomende wolken, tengevolge waarvan op geen regen valt te hopen. De droogte houdt aan, liet is vast weer en de barometer ondergaat weinig verschil; hij rijst zelfs nog. In Noordholland hebben onweersbuienzelfs wolkbreuken gewoed, in Zuidliolland, langs de zeekust, valt geen droppel regen. UNIVERSITEIT. Zaterdag en Zondag 18 en 19 Juli aanst. zullen de Oost- en West-Indische huizen van 's Rijks Ethnographisch Museum, staande op het terrein nabij de Sterrenwacht alhier, voor het publiek te bezichtigen zijn van 12 tot 4 ure. Aan den ingang zal eene gedrukte beschrijving en verklaring der huizen tegen 12 cents verkrijgbaar worden gesteld. I erwijl de huizen op nader aan te kon digen werkdagen wekelijks zullen kunnen worden bezichtigd, zal daartoe dit jaar nog slechts ééns des Zondags gelegenheid wor den gegeven. BINNENLANDSCIIE BERICHTEN. Bij de gisteren gehouden verkiezing van een lid voor de tweede kamer, in het hoofdkiesdistrict Bredawerd gekozen de heer mr. J. Van den Biesen met 1747 stem men. De heer mr. W. M. II. Boers ver kreeg 221 stemmen. Van onwaarde waren 47 stembiljetten. De minister van binnenl. zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat aan 's Rijks Veeartsenijschool (e Utrecht te ver vullen is de tijdelijke betrekking van oeco- noomdat aan deze betrekking verbonden zijn aanvankelijk eene jaarwedde van 300 en genot van vrije inwoning, voeding en verpleging; dat zij die daarvoor in aan merking wenschen te komen, mits zij zijn ongehuwd of weduwnaar zonder bij hen inwonende kinderen en niet beneden den leeftijd van dertig jarenzich in per soon moeten aanmelden bij den directeur van gemelde school, aan het bureel dier inrichting, op werkdagen tusschen 16 en 28 Juli e. k. van 11 uren 's morgens tot 2 uren 's namiddags. Men meldt aan het D. v. Z. en 's Gr. dat de heer E. J. Attema, wegens voort durende ongesteldheid, zoowel voor zijn notariaat als voor het lidmaatschap der tweede kamer zal bedanken. Omtrent den onlangs medegedeelden nachtelijken aanval in de Veenenburger laan onder Hillegom, wordt tot veler gerust stelling verzekerddat dit avontuur door FEUILLETON. 61.) 't Was te Circourt, op het kasteel van den vader van een hunner, dat zij voor eenige dagen genoodigd waren om zich aan het edele jachtvermaak over te geven. Zij woonden allen te Parijs. Zij kenden elkander. Zij waren met elkander bevriend. Een hunner uitgezonderd, waren zij onge veer even oud, tusschen de vijf en twintig en dertig. Hijdie krachtens zijn leeftijd en ervaring op zijn makkers eenig over wicht scheen te hebbenkon omstreeks twee of drie en veertig jaren tellen. Men noemde hem den burggraaf De Sanzac. Onze jagers waren dien dag, dat wij hen ontmoeten, oververmoeid, uitgeput. Toch scheen het wild schnarsch geweest te zijn op hun weg, te oordeelen naar hun wei- tasschendie zeer slecht voorzien waren. De honden waren beslijkt tot aau hun buik. Dit duidde aan dat zij om zich te verfris- schen, dikwijls in een waterplas hadden geploeterd. De jagers jaagden niet meer. Zij ston den bij elkander en zochten met den blik een plekje, dat geschikt was om er halt te houden. Zij waren op een uitgestrekte heide van Champagne, aan de uiterste grens van het departement l'Anbe. „Hierl hier hebben wij een goed punt, geloof ik," sprak eensklaps de jongste ja ger, de markies Adrien De Verveine. Met den uitgestrekte» arm wees hij zijn metgezellen een boschje groote, bladrijke olmen, waarachter men een somberen steen klomp ontwaardde, die geleek op een huizing. Bravo 1" sprak de zoon van den eigenaar van Circourt, Gaston De Limans, die voor den markies een hartelijke genegenheid koes terde, „aan Adrien komt de eer toe die kluis te hebben ontdekt, een ware oiise in de woestijn. Vroolijk richtten de zes jagers hun schre den naar de verlaten woning, waarheen de honden hen vooruitsnelden. Toen zij nog slechts op een kleinen afstand zich bevon den, zei de Sanzac: „Het komt mij voor, dat we wel wat voorbarig geweest zijn met onzen vriend Adrien geluk te wenschen met zijn ontdek king. De hoop steenen gelijkt een beetje op een gebouwvoor individu's van onze soort gesticht. Maar 't is wellicht niet veel meer dan een bouwval, sedert langen tijd verlaten. Ik geloof niet, dat wij daar gelegenheid zullen vinden ons wat te ver- frisschen." Zij waren nu voortgegaan bijna tot aau den voet van een tame'ijk hoogen muur, maar waarin geen opening was en die een doodsch aanzien had. Twee andere muren, met een spits toeloopend geveltje, insge lijks zonder venrter, duidden aan, dat de eerste de achterzijde der woning uitmaakte. Naar het uitwendige ten minste te oor deelen was de woning in vrij goeden staat. Maar zij moest zeer oud wezen, getuige de klimopplanten, de struiken, de mossen, de brandnetels en muurbloemendie groeiden in de scheuren van het metselwerk en de donkergekleurde, bemoste steenen. bieren daar met een groenachtigen korst bekleed. De gevel lag op liet westen Daarvoor strekte zich een tuin uit van ongeveer dui zend vierkante meters, omgeven door een stevigen, omstreeks drie meter hoogen muur. „De Sanzac heeft bepaald gelijk," sprak een der jagers. „Dit doodsche huis, dat zijn deuren en vensters verbergt, lijkt mij l niet heel gastvrij." i „Laten wij langs de omheining de rondte doen antwoordde Gaston«misschien vin- I den wij een ingang Dit ging niet makkelijk. Wel was het erf niet als een forteres door wallen om- geven, maar een ondoordringbaar net van doornen, struiken en wilde rozen, belette den muur te naderen. Onmogelijk was het den tuin te zien. Men aanschouwde slechts de toppen der groote booinen, waarvan de takken over de omheining heen hingen. Men kwam evenwel aan het einde van den tuin. Toen ontdekte men het hoogste gedeelte van den gevel van de woning, waarin onder het dak twee luiken waren aangebracht en daaronder iets lager vijf ra men. Voor het overige kon men slechts het bovenste gedeelte der ramen zien, waar- j van de zonneblinden hermetisch gesloten i waren. Geen weg, door reizigers of bewoners der streek gebruikt, geleidde naar de zonder linge woning. (Wordt .vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 1