NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. eze €011 ra ut verschijnt (la^eiijks, Behalve op Zon- en F e e s t <1 a g e n. ABQiltjEiftENT: Woensdag 15 Juli 1885. N'. 163. ADVERTENTIE»: Uitgevers: Gebroeders Muré. DE BOETVAARDIGE. Leidsel nurant Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden l.OO. Prijs per Auiiiüier 10 Cent. 199e Jaargang. Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, contant, zonder rabat, per regel/" 0.10. Uitree!: Scheeposakersstces; fi. Stads-Berichten. s en i tt i; ii r.r. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEIDEN doen te «etendat de Commissie, volgens art. 15 der «et op de Schutterijen, van den ll^n April 1827 (Staatsblad N°. 17), benoemd tot het onderzoeken van en beslissen omtrent de redenen van vrijstelling en uitsluiting, zal vaceereri op het Raadhuis dezer gemeente, op Vrijdag den 17^" Juli aanstaande s namiddags te zes uren. En worden diensvolgens opgeroepen 1». al de zoodanigen, welke aan de loting van dit jaar deel genomen hebben; 2». degenendie sedert de vorige inschrijving alhier zijn komen wonen en geboren zijn in de jaren 1851 tol 1859 ingesloten 3». zij, die ambtshalve zijn ingeschreven en eenige reden tot vrijstelling verineenen te hebben 4». degenen, die na hunne indienst-stellmg bij de Schutterij recht op vrijstelling hebben ver kregenalsmede die bij het bataljon oen lichaamsgebreken tijdelijk zijn vrijgesteld, en 5°. degenen die, volgens art. 3 L. en M. der Wet, als tot de nacht- of brandwacht behoo- rende, lijf- of huisbedienden zijnde, of bedeeld wordende, vrijstelling kunnen erlangen; om zich voor gemelde Commissie te vervoegen, op borengemelden dag, al ware het d«t bij hen geen oproepings-biljet was ontvangen, ten einde over de ingediende reclames uitspraak worde gedaan, terwijl jij', die alsdan niet verschijnen, geacht zullen worden geene reden tot vrijstelling te hebben en mitsdien overeenkomstig art. 16 van Zijner Majesteits besluit van den 28"« Juni 1828 Staatsblad N°. 42), voor zooverre zij dienstplichtige nomrners getrokken heb ben, bij de Schutterij zul Jen varden ingelijfd. Jip \yprdt deze door aanplakking en door plaatsing in de leidsche Courant afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTERBurgemeester. LsiüW, 10Juli 1885. E. KIST, Secretaris. itadsnïevws. Wij ontkenen aan het gedrukt verslag van den toestand der gemeente Leiden over het jaar 18S4 nog het navolgende: De vereeniging tot voortdurende onder steuning der nagelaten betrekkingen van verongelukte visschers der rcederijen in Kat-, wijk aan Zee en Noordwijk aan Zee heeft gedurende het boekjaar 1883/84 ondersteund: te Katwijk aan Zee 35 weduwen, 52 weezen en 2 bejaarden: te Noordwijk aan Zee 6 weduwen en 5 weezen. Uitgekeerd gedu rende de zomermaanden per week ƒ1.25 voor elke weduwe, 0.25 voor elk kind, 0.87' voor elke bejaarde; gedurende de winter maanden 1.50 voor elke weduwe, 0.35 voor elk kind, ƒ1.05 voor elke bejaarde. .De vereeniging van de H. Elizabeth on dersteunde 314 zieken en 86 kraamvrouwen. De vereeniging van den H. Vincentius a Paulo telt 48 werkende leden en kon 110 behoeftige huisgezinnen tijdelijk met/4800 ondersteuuen. In het gesticht „de Voorzienigheid" wer den onder leiding van geestelijke zusters 60 kinderen verpleegd. De school werd door 300 leerlingen bezocht. De Nederlandsche Vrouwenvereeniging ïesselschade, wier doel is de verbetering van het lot der onvermogende vrouw uit den beschaafden standdoor aanmoediging van haar kunst- en arbeidszin, telde in 1884 19 afdeelingen en 13 correspondentschappen. De af Jeeling Leiden telde 188 leden en 13 werksters. De commissie tot opbeuring van boet vaardige gevallen vrouwen liet in 1884 weder 1 meisje op het Asyl Steenbeek ver- plegen, welke na afloop van haar proeftijd in een goeden dienst geplaatst werd. Het getal contribueerende leden der af- deeling Leiden van het Nederlandseh Ge nootschap tot zedelijke verbetering van ge vangenen heeft bedragen 89. Aan 49 ont slagenen werd hulp verleend. Het bestuur der vereeniging Liefdewerk van de H. Lunera ondersteunde 57 kin deren. De instelling van liefdadigheid ten behoeve van behoeftige kraamvrouwen verstrekte aan 556 behoeftige kraamvrouwen onontbeerlijke kleedingstukken. Het ledental der vereeniging tot onder steuning van behoeftige kraamvrouwen is tot 88 geklommen; het aantal buitengewone leden bedroeg 126 en het aantal donateurs 38. Aan 335 vrouwen werden versterkende voedingsmiddelen uitgereikt. Een ingezetene dezer gemeente leverde wederom kosteloos den wfjn. De kas sloot met een batig saldo van ƒ42.36. Bij het afrijden van de Borstelbrug geraakte hedenmiddag een wagen met twee paarden bespannen tegen een groentenwagen, die daardoor werd beschadigd. De voerman, die nog bijtijds van den wagen wist te komen, bekwam echter geen letsel. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. De minister van financiën maakt be kend dat het saldo van 's rijks schatkist op 11 dezer bedroegbij de Nederlandsche Bank ƒ21,275,078.086 en bij de betaalmeesters ƒ1,577,085.17. Te zamenƒ22,852,163.256. Met het stoomschip Madura van de Maatschappij „Nederland", hetwelk 18 Juli a. s. van Amsterdam vertrekt, zal van daar rechtstreeks eene brievenmaal aan Atjeh wor den verzonden. Voorts zal op Dinsdag 28 Juli a. s. met den trein van 5,20 a. van Amsterdam naar Antwerpen in aansluiting op het vertrek van het bedoelde stoomschip uit Marseille eene tweede verzending aan Atjeh geschieden. Bij het overgangsexamen aan de Rijks Landbouwschool te Wageningen werden o. m. van klasse B I tot B II bevorderd, de hh R. A. Van Beinmelen en J. H. C. Rauwen- hoff, beiden van Leiden. Nader wordt ons gemeld, dat HH. MM. de koning en koningin de terugreis naar Nederland één week vervroegd hebben en 20 of 21 Juli rechtstreeks uit Erankfort op het Loo zullen aankomen. Daarentegen wordt aan het D. v. Z. en 's Gr. uit Konigswart geschreven, dat HH. MM. hun verblijf aldaar tot den 28en Juli verlengd hebben. Buitengewoon ingenomen is de koningin met de prachtige, het Kur- oord Konigswart uren in den omtrek om sluitende bosschen, onder welker dicht lom mer de koningin met de prinses en haar hofdames bijna den geheelen dag vertoeft. H. M. koningin Emma is nu voor eenige dagen naar Gera gereisd, en zal ook een bezoek brengen op het kasteel Arolsen, maar voor den 13en of 14en Juli wordt H. M. van daar terugverwacht. De nakuur heeft eene voortreffelijke uit werking op HH. MM. Door een aantal visschers te Volendam is thans ook een adres gericht aan de eerste kamer. Het adres is hoofdzakelijk een ver weerschrift tegen sommige beweringen, tijdens het jongste debat in de tweede kamer over het ontwerp-Reekers geuit. Zondagavond was het volkomen rustig in Rotterdam. Wel waren de noodige voor zorgsmaatregelen genomen en waren o. a. de tamboers op de Beurs om op het eerste sein de schutterij op te roependoch hunne diensten werden niet vereischt. De politie was op de Hoogstraat sterk vertegenwoor digd, doch ook zij behoefde geen enkele maal krachtdadig op te treden en na elf uur was bijna niemand meer op straat. Alle hoop bestaat dus, dat de orde is hersteld. Omstreeks het jaar I860 of 61 ver trok van Java naar China het Nederl. bark schip Watergeuskapt. H. R. Giezenboek houder wijlen de heer P. Varkevisser te Rotterdam. Sedert het vertrek van dien bodem van Java heerschte in de Chiueesehe zee een schrikkelijke storm, en sedert werd er van de Watergeus niets meer vernomen, zoodat bij de rechtbanken aanvraag werd ge daan door sommige vrouwenom een ander huwelijk aan te gaan, wegens vermoedelijk overlijden. Al die jaren van 1860 of 61 af zijn sedert voorbij gegaan en nu komt een man in Delft vertellendat hij ook tot de equipage der Watergeus behoorde, doch het schip door Chiueesehe zeeroovers is over vallen geplunderden de opvarenden als slaven naar het binnenland zijn vervoerd waar zijaan ketenen gebondenhun ellen dig leven slijten. Aan den verhaler was het gelukt, zich aan boord van een ander schip te verbergen, en zoodoende was hij er in geslaagd te ontsnappen en naar Nederland te komen. Hij vertelt verder, dat enkelen van de equipage zijn overleden, doch som migen nog in leven zijn, wier namen hij opgeeft. Tengevolge daarvan zijn sommige familieleden thans bezig nadere inlichtingen in te winnenen zij zullen daarin trach ten, wanneer zij zekerheid hebben, de tus- schenkomst van het Nederl. gouvernement in te roepen, ten einde de invrijheidstelling der gevangenen te verkrijgen. Nader wordt medegedeeld, dat de Water geus niet in 1860 of 1861, maar in 1865 van Hongkong naar Java vertrok in ballast. Het boekhouderschap van dien bodem was toen opgedragen aan de heeren P. Varke visser Zonen te Rotterdam. De man, die het bewuste verhaal deed, heeft opgegeven te heeten Martinus Den Duik, afkomstig van Breda. Uit de monster rol der Watergeus van omstreeks 1864 zal FEUILLETON. „Waarom niet, mijnheer?" „Omdat u niet geboren is en opgevoed om u te buigen onder den last van eenig dat, van welken aard het ook moge djo, altoos ondankbaar is voor een vrouw." •Wel zoo, mijnheer! in alle landen der wereld zwoegen de vrouwen de groote meerderheid en volbrengen een moeilijken arbeid. Zij die niets uitvoeren zijn uit zonderingen. Trouwens," voegde zij er bij met een uitdrukking in haar oogdie bijna '~u „als ik niet bij machte ben om wild mij door den arbeid een bestaanmiddel te verschaffen...." Zij hield plotseling stil. „Welnu?" vroeg de notaris. „Dan zal ik sterven." Le heer Corvisier sprong op, met ont stelden blik. „Of denkt gij dat ik aan het leven ge hecht ben?" „Mevrouw! uw jeugd...." Z'j liet hem geen tijd verder te gaan. „Ik ben niets meer, ik heh niets meer!" riep zij uit. „Mijn jeugd en mijn schoon heid! Ik geef er niets om. Ja, ik zou wel willen dat ik oud en leelijk was!.... Mijn jeugd? Zij is mij een last. Mijn schoon heid? Rampzalige gave die ik vervvensch. O, om gelukkig te zijn, kan men jeugd en schoonheid ontberen," „Ik bid u, mevrouw, bedaar! Uw smart j vervoert u „Ja, u heeft gelijk mijnheer Corvisier! Waarom kom ik u dat alles zeggen?" „Laat ons terugkomen op de mededeeling welke ik de eer had u van wege uw echt genoot te doen." „We hebben dit punt reeds afgehandeld." „Maar neen, mevrouw! het aanbod van den graaf verdient...." "Ik heb het afgeslagen," viel zij hem kortaf in de rede. „Ik bid u, mevrouw I Denk er eens over na." „Ik heb nagedacht, mijnheer!" „U heeft daartoe den tijd niet gehad. Neem een paar dagen, een week, veertien dagen, als gij wilt, en kom dan terug of schrijf mij om bij u te komen. De notaris van uw echtgenoot, mevrouw! is geheel tot uw dienst bereid." Zij schudde het hoofd. „Vruchteloos is uw aandrang, mijnheer!" antwoordde zij, „buiten hetgeen ik u vroeg wil ik niets, neen niets! Ik ook heb mijn denkbeelden, mijnheer, en wel niet min der vaste dan die van den heer De Las- serre." Met die woorden stond zij op, en de hand reikende aan den notaris, zei zij: „Mijnheer Corvisier! u is welwillend en buitengemeen kiesch, nogmaals dank." „Mevrouw! wil u mij uw adres niet laten?" „Ik weet niet, waar ik morgen zal wezen, mijnheer. Later, als ik het noodig mocht oordeelen." „Ik reken daarop." Zij liep naar de deur. „Mevrouw J" sprak de notaris. De jonge vrouw keerde zich om. „Als ik mij zou mogen verstouten," sta melde Corvisier. „Welnu, mijnheer!" „U kan misschien in geldverlegenheid komen...." Zij maakte een haastige beweging. „Mevrouw!" hernam hij levendig, „ik ben het, ik alleen, die u aanbiedt...," „Ik bedank u, mijnheer 1" antwoordde zij, „maar ik heb niets noodig." Zij verliet het vertrek en de notaris deed haar uitgeleide tot aan de trap. Zichtbaar ter neêrgeslagen trad hij zijn kamer binnen. „Wat zal zij gaan doen? Wat zal er 1 van haar worden?" vroeg hij zich af. De gravin, het gelaat met een voile be dekt, volgde met snellen tred het trottoir. „Ik ben onherroepelijk veroordeeld," dus sprak zij bij zichzelve. „Het beste wat mij gebeuren kon, zou zijn te sterven.... God sta mij bij!" XXII. JAGERS IN RUSTE. Zij waren met hun zessen. Sedert den middag, dat wil zeggen sedert bijna vijf i uur, doorkruisten zij den omtrek. Den ganschen dag had de zon hare stralen uit gegoten over de vlakte, die zij doorgeloopen hadden. Door hun hartstocht voor de jacht voortgezweept, waren zij op meer dan twee mijlen afstands van Circourt ver wijderd. I Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 1