NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
öeze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zo ai- ess Feest dage si.
ABOiWEffiEKT:
Prijs per Nummer 5 Cent.
Woensdag 6 Mei 1885. Nu. 106.
^OVEBTEiTIEli:
ISnreel: Scheepmahersstces; 6.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Stails-Itericiiten.
BINNENLA.NDSCHE BERICHTEN.
DE BOETVAARDIGE.
Voor Leiden, per 3 maanden1.25,
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden l.fiO,
Van '1regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel 0.10.
899o Jaargang.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden
Gezien art. 5 1' alinea der wet van tien 28"
Juni 188], {Staatsblad N". 97). Zooals die nader
is gewijzigd.
Drenzen ter alzemcene kennis, dat door PE-
TRONELLA ADRIANA KEMP, huisvrouw van
Johannes Van Beiickel wonende in de Janvos-
senstees n\ 39. een verzoekschrift is ingediend
lot verkoop van sterken drank in het perceel
Breestrant n°. 49 alhier.
En zeschiedt hiervan openbare afkondiging
door plaatsing in de Lcidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER. Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 5 Mei 1885.
STADSNIEUWS.
Den 26sten dezer zijn de stemgerechtigde
burgers van Leiden opgeroepen om ter ver
vulling der vacature, ontstaan door het over
lijden van den heer J. Qroll, een afgevaar
digde voor den gemeenteraad te kiezen.
Het bevreemdt ons, dat tot dusverre noch
in de alhier bestaande kiesvereenigingen
noch in een der plaatselijke bladen een can-
didatuur gesteld, besproken of aanbevolen
werd.
Waarom komen de burgers niet bijeen
om te raadplegen, wien zij de behartiging
van Leidens belangen het beste kunnen toe
vertrouwen?
Waarom maken zij geen gebruik van de
hun in deze courant aangeboden gelegenheid
over dit hoogst gewichtig onderwerp van
gedachten te wisselen?
Door Z. M. is benoemdbij het 3de reg.
huzaren, tot lsten luit., de 2de luit. F. W.
baron Van Bandwijck, van het corps.
Een vrij talrijk publiek was gisteren
avond in het lokaal „Ephraim" opgekomen,
ten einde de uitvoering, welke door de ver-
eeniging „Leidsche Dilettantenclub" gegeven
werd, bij te wonen. Onder de aanwezigen
merkten wij o. a. op De Sphinx, of de vrouw
zonder lichaam, niet met doorgesnedene len
denen, rustende op een sehommelplank; maar
met een geheel gaaf lichaamvoortbewogen
door snelle voeten. Nadat de voorzitter,
de heer Mühlstaff, een openingsrede had
uitgesproken, werden ten tooneele gevoerd:
„Don Gesar de Bazan", een tooneelspel in
vijf bedrijven, en „De jager, de Huzaar en
het Oestermeisje of De Verpande Krijgslie
den", blijspel in één bedrijf. liet eerste
stuk, waarvan de uitvoering bij elke dilet-
tanten-vereeniging veel te wenschen zou
overlaten, ging dan ook met uitzondering
van enkelendie voor hun rollen berekend
waren, boven de krachten der vereeniging;
het nastukje werd behoudens den zang van
sommige coupletten vrij goed afgespeelden
bracht de lachspieren der bezoekers in aan
houdende beweging.
Namens liet bestuur werd bij monde van
den voorzitter den ijverigen regisseur een
fraaien lauwerkrans aangeboden.
Een geanimeerd bal besloot de uitvoering.
- Vrijdag, Zaterdag en Zondag aanst.
zai in de Stads-Zaal de gewone jaarlijksche
tentoonstelling worden gehouden van werk
stukken en werkteekeningen der leerlingen
van de Praktische Ambachtsschool.
Wij kunnen met zekerheid mededee-
lendat op een der eerste dagen van de
volgende week het nieuwe orgel in de St.
Petrus-kerk alhier zal worden ingewijd. De
plechtige hoogmis bij die gelegenheid zal
worden opgeluisterd door het zangkoor van
voornoemde kerk, bijgestaan door het zoo
gunstig bekende koor van de St. Josephs-
kerk te Delft.
De commissie van oppertoezicht en
beheer der Vereeniging tot instandhouding
en bevordering van den bloei der Kweek
school voor zeevaart alhier, heeft de sub-
commissiën en leden der Vereeniging met
hunne dames uitgenoodigd tot bijwoning
der algemeene vergadering en inwijding van
het nieuwe uitspanningslokaal, op Woens
dag 13 Mei 1885, des namiddags te half
drie urenin liet gebouw der Kweekschool.
De punten van behandeling zijn: 1°. in
wijding van het uitspanningslokaal2". ver
slag van den toestand der Vereeniging en
der Kweekschool; 3°. verantwoording van
liet beheer; 4U. gelegenheid tot het doen van
mededeelingen en liet behandelen van vraag
punten.
Daarna zal er een vriendschappelijke maal
tijd gehouden worden.
Volgens de N. R. C. heeft zich alhier
eene commissie gevormd met het doel in
de nabijheid der stad een volkspark op te
richten.
Op 18 Mei zal aan het gebouw van
het prov. bestuur te 's Qravenhage worden
aanbesteedhet verbouwen van het Physiseh
Laboratorium te Leiden.
Met zekerheid wordt ons medegedeeld,
dat ds. Cromzigt, pred. bij de Ned. Herv.
gemeente te Leiderdorp, het beroep naar
die gemeente te Dordrecht heeft aangenomen.
Weinigen zal het wellicht bekend zijn
zegt de Prov. Nb. ct., dat de nieuwe minis
ter van financiën, de heer J. C. Bloem, een
Bosschenaar is.
Zijn vader was te 's-Bosch brigadier bij
de koninklijke maréehausée. De zoon brandde
van verlangen om in de wereld vooruit te
komen.
Hij ging, op aanraden van den toenma
ligen directeur van politie "Van Lee, bij de
infanterie in dienst en werd als sergeant over
geplaatst naar Gravenltage hij de grenadiers
en jagers. Hier trok hij de aandacht van
iemand uit 's Konings omgeving, en dit
had ten gevolge, dat hij, door Koning Willem
II geholpen, geplaatst werd aan de poly
technische school te Delft.
Vervolgens werd hij door Z. M. benoemd
eerst tot ijker van 't vaatwerk en later tot
ontvanger der belastingen in eene kleine
gemeente in de provincie Utrecht, waar de
heer Bloem huwde met de dochter van een
directeur der belastingen.
Achtereenvolgens klom hij bij dien tak
van dienst al hooger en liooger, die thans
ziet deze eenvoudige Bossclte jongen, en een
„self-made" man heeten mag, zich geplaatst
aan het hoofd van het departement van fi
nanciën.
Uit Indie is het telegraphisch bericht
ontvangen van het plotseling overlijden van
den kapitein ter zee W. Stellens.
-De 24ste algemeene jaarvergadering
van de Nederiandsche Gereformeerde ver
eeniging, zal op Woensdag 6 Mei e. k. Ie
Amsterdam gehouden worden..
De leeuwC. verneemt, dat het divi
dend voor 1884 van de Hollandsche IJzeren
spoorwegmaatschappij zalworden vastgesteld
op ƒ56.50 per aandeel van 1000.
Terwijl Woensdag middag tegen het
vallen van den avond schipper Jacob Plugge
varende op de bom n° 02 van den reeder
J. Hoogenraad Dzn. terlioogte van Katwijk
3' mijl in zee visschende was, waren daar
in zijne nabijheid o.m. 8 Ostendenaars (waar
van een nummer 77 bekend was) even
eens visscltend. Blijkbaar waren zij den
ganschen dag onder den invloed van Bacchus.
Door kalme zee lagen die vier schepen bij
elkander. Het scheen echter dat de Osten
denaars tegen Plugge en zijn volk ruzie zoch
ten, zoodat Plugge besloot zijne netten op
te halen, om in geen moeite te komen.
Dat werd echter door de Ostendenaren belet.
Zij kwamen bij Plugge aan boord en op
baldadige wijze hakte zij als dolle mannen
met een bijl jachtfokkeschoot, 2 zwaardtouwen
en 2 taalreepen stuk, en gaven daarop nog
een hak in het staande want. Daarop dreigden
zij onder vloeken en zwetsen Plugge en zijn
volk te vermoorden. Het was aan de tusschen-
kornst van den Ostendensclien schipper te
danken, dat op het smeeken van Plugge het
bij dreigen bleef.
Toen Plugge nu meende dat hij vrij was,
haalde hij zijne netten in om zich te ver
wijderen. Het bleek echter dat de Osten
denaars nog niet voldaan waren. Alsnu kwam
van een andere sloep een boot met 3 man,
die toen aan boord sprongen en onder het
geroep „kaaskoppen, we zullen je den kop
kloven," dreigde zij eveneens met den dood.
Gelukkig bleef het hij snoeven en tarten.
Ten slotte zijn zij onder het werpen met
steenkolen en het toevoegen van scheldwoor
den afgezakt.
De prins Von Wied heeft, volgens
de Pr. Gr. Crt., de manége van Prins Ere-
derik aan de Koninginnegracht te 's Ilage
in het openbaar te koop gesteld. Het schil
derkundig genootschap „Pulchri Studio"
had graag van die manége een kunstzaal
gemaakt en zich daar gevestigddoch het
schijnt wel, dat men de onderhandelingen
niet tot een goed einde heeft kunnen bren
gen. Nu heeft de manége f 25.000 in vei
ling opgebracht.
FEUILLETON.
5.)
„De graaf heeft mij niets anders gezegd",
ging de heer Corvisier voort. „Ik heb wel
bespeurd aan zijn bekommerd en ongerust
uiterlijk, dat een ernstige zaak zijn gedachten
bezig hield, misschien dat hij gebukt ging
onder een groot verdriet. Was ik slechts,
zooals gij, mijnheer Yan Ossen, zijn vriend
geweestin stede van zijn notaris te zijn
dan zou ik het wellicht hebben gewaagd
hem te ondervragen. Maar ik heb dat niet
durven doen. U weet, mijnheer, welke
mijne wijze van zien en doen is in zekere
kiescbe omstandigheden in zijn betrekkingen
met zijn cliënt kan een notaris niet te be
scheiden wezen. Ik heb gedachten met
reden, dat als de graaf mij niet de oorzaak
deed kennen van het plotselinge besluit dat
hij namdit was omdat hij mij daarom
trent onwetend wilde laten. Er was dus
een geheim, dat ik in de eerste plaats moest
eerbiedigen."
„Wat dit aangaat, daartegen heb ik niets
in te brengen, mijnheer", hervatte de Hol
lander. „Ik ben levendig er door teleurgesteld' j
ik erken het, dat ik een vergeefsche poging
bij u heb gedaan. Mij blijft slechts over
u mijn verontschuldiging aan te bieden, dat
ik u ben komen lastig vallen."
„U is mij niet komen lastig vallen,
mijnheer. Integendeel, het is mij een groote
eer met u kennis te hebben gemaakt. Wees
er van verzekerd, dat ik het levendig be
treur u niet de inlichtingen te hebben
kunnen verschaffen, welke gij bij mij hoop-
tet te vinden."
Op die woorden groetten de beide man
nen elkander, en deed de notaris zijn be
zoeker tot aan de deur van zijn kantoor
uitgeleidde.
Van Ossen verliet het huis en droevig
gestemd met gebogen hoofdliep hij voort.
„Arme graaf De Lasserre," dacht hij.
„Welk ongeluk heeft hem getroffen? Waar
is hij heen? Wanneer zal ik hem wederzien?"
Een zucht ontsnapte aan zijn borst.
Zekerde graaf De Lasserre bezat in hem
een waar vriend.
Wij zullen Van Ossen zijn zaken laten
doendie hem naar Parijs voerdenom hem
daarna naar Amsterdam terug te laten keeren.
Later evenwel zal de lezer de voldoening
hebben dien sympathetischen persoon weder
te ontmoeten.
III.
HET ONHEIL.
Laat ons nu vertellenwat er in de Bue
de Berri ten huize van den lieer De Las
serre was voorgevallen.
Den dag, voorafgaande aan dien, waarop
de bewoners der straat zeer verbaasd geweest
waren, toen zij het bordje zagen aanhech
ten met het woord: Te koop, was de graaf
zooals hij gewoon was, te zes uren 's mor
gens opgestaan.
Na zijn gezicht in een kom met frisch
water gebaad en zijn langen baard, die
reeds begon te grijzen, wat uitgekamd te
hebben, verliet hij zijn kamer, liep zijn
studeervertrek door, opende stilletjes een
deur en betrad het vertrek, waar de kleine
Lucie nog altoos sliep met hare min, hoe
wel zij reeds vele maanden geleden ge
speend was. Zooals eiken morgen, kwam
hij zijn vaderlijke kus op het voorhoofd der
kleiue drukken. Maar noch het kind noch
de min waren er.
Toen naderde hij de ledige wieg en bleef
een oogenblik bewegingloos met een soort
van verrukking het kleine kuiltje aan sta
ren, dat liet hoofd van het aanvallige
wicht in het dons van het kussen ge
maakt had.
Ongetwijfeld was de gravin vroeg wakker
geworden en had zij de min verzocht haar
dochtertje te brengen!
De graaf De Lasserre maakle deze opmer
king en een zoete glimlach vertoonde zich
op zijne lippen. Hij zou dus het geluk
hebben de moeder te verrassen met haar
dochter in de armen
{Wordt vervolgd.