NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Deze Courant verschijnt dag el ij ks, behalve op Zon- en Feestdag ABONHIEWE NT: Maandag 4 Mei 1885, N". 104 abvebtentien: Uitgevers: Gebroeders Muré. BIMENLANDSCHE BERICHTEN. DE BOETVAARDIGE. Voor Leiden, per 3 maanden f 1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.00. Prijs per Hummer 5 teut. Van 10 regels0.90. Elke regel meer0.15. üroott letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabatper regel f 0.10. Uureel: Sclieepiuakerssteeg Bij deze Courant behoort een BIJVOEGSEL. Stads-Bcricliten. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden Gezien art. 5 der wel van den 28" Juni 1881 [Staatsblad N'. 97). Zooals die nader is gewijzigd. Brengen ler algemeene kennis, dat donr JO HANNES I1ENRICUS GOOSSENS. WII.1IELMINA JOHANNA CATI1EKINA MUsERS. huisvrouw van Wiluklmus Jacobus Matthias der Klsdrrex. en GORNELIS JOHANNES COSTERverzoek- schriften zijn ingediend om vergunning lot verkoop van sierken drank in het klein, respectievelijk iu de perceelen lleerengracht n 114. Hooigracht n". 118 en Vrotiweiisleeg n". 1G. En geschiedt hiervan openbare afkondiging door plaatsing in de Leidttche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secrelaris. Leider, 2 Mei 1885. BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan Leiden; Gezien art. 6 der Verordening van den 27'" November 1879 (Gemeenteblad tt". 10); Brengen ler algemeene kennis dat aan den Heer JOHANNES CHRISTIAAN VAN DER TAS wegens vertrek uit de gemeente, eervol ontslag is verleend als raad der Gebuurte tt®. 17 of n\ 4 van Wijk V rit dal in zijne plaats s benoemd de lieer JOHANNES SI11AG. En gcschiedf hiervan openbare afkondiging door plaatsing in de Leidsche t ourant. burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, burgemeester. E. KIST, Secrelaris. Leider, 30 April 1835. STADSNIEUWS. Heden werd aan de rijks-universiteit alhier tot doctor in de rechtswetenschap bevorderd de heer H. G. Van Sonsbeeck, geboren te Zwolle, na verdediging van zijn akademisch proefschrift, getiteld; „Eenige opmerkingen over het zoogenaamde deposi tion irregnlare". Het getal der in de Stedelijke Werk inrichting opgenomen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 55 tot 69 volwassen personen en 4 tot 9 kinderen. Door den commissaris des konings in de provincie Zuid-Holland is o. a. bepaald dat het onderzoek van de verlofgangers der militie te land alhier zal geschieden op 3 en 4 Juni aanst. De Gemeentestem en het Weekblad voor ile Burgerlijke administratie behelzen in de laatste weken onderscheidene be schouwingen over het geschil, dat in de Leidsche gemeenteraadszitting van 19 Fe bruari 11. een onderwerp van langdurige be raadslagingen geweest is tusschen prof. Buys en den burgemeester. Beide bladen zijn het eens met het gevoelen van het college van dagelijksch bestuur, dat de verordening van 1852 betreffende de vaste eommissiën uit den raad in strijd is met art. 56 der Gemeentewet, waarop dit gevoelen hoofd zakelijk neerkomt; terwijl prof. Buys zich houdt aait de bedoelde verordening, die vastgesteld is in een tijd, toen de gemeente wet pas in werking was getreden. De Redactie van het anti-revolutio nair dagblad de Standaard neemt uit het strafreehtsgeding vatt de Leidsche Gifmeng ster aanleiding en stof tot een critiek in een hoofdartikel de publieke consciëntie, behelzende een verwijt tegen oazc apothe kers, onze dokters, onze advocaten, onze wetgevers en onze staathuishoudkundigen. Bij G. A. J. Tetlioff Jr. is verschenen eene plaat, getiteld; „De Leidsche gift- mengster". Omgeven door een rand van lijkattributen worden verschillende afbeel dingen te aanschouwen gegeven in verband met deze treurige geschiedenis. Boven het geheel is het portret geplaatst van de vrouw die dezer dagen zooveel van zich deed spreken. De minister van financiën brengt ter kennis van ambtenaren der directe belastin gen, invoerrechten en accijnsen, dat wegens liet ontbreken van bevoegde sollicitanten voor het opengevallen kantoor Domburg, ontvangers en andere ambtenaren, die vol gens de bestaande bepalingen voor de ver vulling van ontvangkantoren in aanmerking kunnen komen, onverschillig of zij overigens bevoegd zijn tot mededinging, zich nog tot 15 Mei e. k. bij het departement van financiën daarvoor kunnen aanmelden. Met het stoomschip Prinses Marie van de maatschappij Nederland, hetwelk 6 Mei aanstaande van Amsterdam vertrekt zal van daar rechtstreeks een brievenmaal aan Atjeli worden verzonden. Voorts zal op Zaterdag 16 Mei aanstaande met den trein van 5,20 a van Amsterdam naar Ant werpen, in aansluiting op het vertrek van het bedoelde stoomschip uit Marseille, eene tweede verzending aan Atjeh ge schieden. De aandacht van belanghebbenden wordt gevestigd op de in bijvoegsels der Staatscouraut van heden opgenomen prijs courant voor de aangifte gedurende het 2e kwartaal 1885 van de waarde der daarin vermelde goederen, ter berekening van liet in- en uitvoerrecht in liet tolgebied van Nederlandsch-Indië te heffen. Blijkens bij het departement van ma rine ontvangen bericht, is Zr. Ms. schroef- stoomschip Tromponder bevel van den ka pitein ter zee P. Ten Bosch, den 8sten April jl. te Curasao teruggekeerd. Het voor nemen bestond om diert bodem, vergezeld van Zr. Ms. schroefstoomschip Alkmaar, onder bevel van den kapitein ter zee A. baron Collot d'Escury, op 21 April daar aanvolgende de terugreis naar Nederland te doen aanvaarden. Door mevrouw de weduwe J. P. Amers- foordt, geboren Dijk, te Haarlemmermeer, zijn aan de rijkslandbouwschool ten geschenke gegeven de landbouwbibliotheek van wijlen haren echtgenoot, benevens eene verzameling mineralen. Haar is daarvoor de dank der regeering betuigd. Aan de Tweede Kamer der Staten- Generaal is door den lieer J. H. A. Yan Haarlem, oud O.-I. Ambtenaar, laatstelijk 3de Commies bij het Departement van On derwijs, Eeredienst en Nijverheid, thans schrijver bij de Amsterdamsche politie, een adres gericht, waarin hij te kennen geeft: van getneta den gewonen s lands dienst dat hij in 1879 bij den Gouverneur-Generaa heer Yan Landsbergc, ingediend, houdende et door een daarbij over certificaat) om een twe ziekte, naar Europa; dat hem naar aanleiding verzoek, in afwijking van regel een eervol ontslag uit verleend werd dat de oorzaak van deze willekeurige handelwijze moet worden gevonden in het feit, dat de ex-Gouverneur-Generaal ten op zichte van adressant heeft rekening gehou den met een zekere commissie uit Holland; dat door 't ongevraagd onmiddellijk ont slag buiten alle verdiensten gesteld en de Regeering intusschen niet genegen zijnde hem cn zijn wettig gezin passage te ver- leenen naar Europaadressant zichnolens volens, wel verplicht zag op eenig ander bureau tijdelijk werkzaam te zijn, in afwach ting eener nadere beschikking der regeering; dat na eenige maanden verplicht te zijn geworden werkzaamheden te praesteeren, de Indische regeering als eene tegemoetkoming in de passagekosten naar Nederland voor hem en zijn wettig gezin slechts eene som ad 1000 toestond, niet eens voldoende om als passagier der 2de klasse te kunnen repatriëeren. dat hier te lande door adressant onver droten pogingen zij n gedaan bij het Opper bestuur tot redres dat wel is waar de ex-Minister Baron Yan Goltstein tijdens zijn regeering adressant aan het Departement van Koloniën met tijde lijke werkzaamheden heeft belast en zijne opvolgers a lressant hoop hebben gegeven op redres, te kennen gevende, zooals trou wens menig ander Hoofdambtenaar, dat de Indische regeering in deze uiterst hard had gehandeld, en volgens de ex-Minister Yan Bloemen Waanders, het motief dat tot eer vol ontslag heeft geleid, als zijnde o. a. te kort in dienst, niet wettig is; dat de beloften, hoe goed gemeend ook adressant toeschijnen op de lange baan te worden geschoven; FEUILLETON. Den avond te voren, dat is des Donderdags, heeft mijnheerTheodoorde hofmeestermet de leveranciers afgerekend. Denzelfdeu dag zijn de calèche, de coupé, de landauer en de vier paarden verkocht en op staanden voet weggebracht. Kortomgelijk ik u zeide was het huis den volgenden dag ge sloten. Des morgeus heb ik eerst ontdekt dat er niemand meer in was. Ik weet niet wat de graaf en gravin hebben meegenomen bij hun vertrek. Maar het is uitgemaakt dat de inboedel er nog staat. In den loop van den dag zijn twee mannen gekomen. Zij traden het huis binnen door de kleine deur voor de dienstboden en het huishou den, waarvan zij de sleutels hadden. Een dier mannen was in het zwart met witten das. Ik vermoedde terstond dat het een notaris was. Die twee mannen hebben boven die deur het bordje aangeslagen waarop te lezen staatTe koop. Ziedaar alles wat ik u kan zeggen, mijnheer." De bankier bedankte de jonge vrouw en verliet den winkel. „Ja", dus dacht hij, „dat alles is onbe. grijpelijk vreemd! Hoe er achter te komen Daar viel zijn blik op het bordje, en zich voor iiet hoofd slaande, riep hij uit: „Maar ben ik dan mal? Eu de notaris?" II. EEN NOTA1US. Yan Ossen ging weder in het rijtuig zitten, na de koetsier bevolen te hebben hem naar het Hotel des Princes te rijden. „Zie zoo", bromde de voerman tusschen de tanden, terwijl hij zijn dampig paard een paar flinke zweepslagen toediende, „ten minste de deur van die daar, zal niet ge sloten wezen." Een uur later gebruikte de Hollandsche bankier, die in het hotel zijn intrek geno men had, op zijn kamer een twaalfuurtje. Hij scheen bekommerd. Hij dacht aan I zij it vriend den graaf De Lasserre, aan de broosheid van het ondermaansche en de teleurstellingen welke de mensch bij eiken voetstap, dien hij op het levenspad zet, ontmoet. Na afloop van den maaltijd stak Van Ossen een sigaar op, opende het raam van zijn katner, die uitzag op de Rue de Ri chelieu, leunde over het balkon, en ging om zich wat afleiding te verschaffen en zijn sombere gedachten te verdrijven, de ven sters der huizen daar tegenover, de groote letters der uithangbordenen in de door het zonnelicht overgoten straat, het voort durende gewoel en de beweging der rijtui gen op den rijweg, en het heen en weder- loopeu der menigte voorbijgangers op den trottoir gadeslaan. „Ziedaar Parijs", sprak hij bij zichzelven, „de wereldstad, de bakermat der kunsten, de bron van schoone dingen en groolsche denkbeelden, de onmetelijke werkplaats, de vuurbaak, wier verblindende glans de gan- sche wereld bestraalt. Parijs, Parijs! ik bewonder uw grootheid, uw kracht en macht. Londen is ook een onmetelijke stad. Maar zij kan niet bij Parijs halen." Yan Ossen had zijn sigaar uitgerookt. Hij wierp eeu laatsten blik vol bewonde ring op de straat en sloot zijn raam. „Morgen de zaken", mompelde hij. „Van daag wil ik mij alleen bezighouden met graaf De Lasserre." En zonder verwijl opende hij zijn koffer, waaruit hij een pak haalde, waarvan de sierlijkheid en snit bewezen, dat het uit de werkplaats van een der eersto kleermakers gekomen was. Na dat te hebben aangetrok ken, verliet hij het hotel en richtte zijn schreden naar de llue de Provence, waar de notaris woonde, die belast was met den verkoop van het huis van den graaf. Het kantoor van Mr. Corvisier was op de eerste verdieping. Van Ossen trad er binnen, en zich wendende tot eeh der kler ken die het zeer druk scheen te hebben met een onlzachelijken stapel papieren, welke hij voor ziclt had liggenna te zienvroeg hij „Mijnheer! ik wenschte wel mijnheer Corvisier even te spreken."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 1