laren ons uit die streken ter lezing werd aangeboden. Een nieuw boekdeel,
geschreven onder den pseudoniem van Marino en getiteld «Bjjna Gestrand",
is in het afgeloopen jaar deze geringe collectie komen vermeerderen. Is
die vermeerdering groot door het omvangrijke van het werk, grooler nog
door het belangwekkende van den inhoud.
Schrijver heeft voornamenlijk zijne kracht gezocht en gevonden in het
teekenen van personen, in het weergeven van toestanden, in het schilderen
van natuurtalereelen. Elk karakter is bestudeerd, de beschrijving van elke
persoonlijkheid draagt den stempel dat deze niet enkel haar ontstaan te
danken heelt aan de fantasién van den schrijver, maar dat integendeel bjjna
elk wezen, elk individu, welk hij den lezer doet kennen, uit het werkelijke
leven is genomen.
Schrijver moge gebeurtenissen in het leven geroepen hebben, die nimmer
hebben plaats gehad, hij moge personen met elkander in aanraking gebracht
hebben, die nooit of nimmer elkander gekend of gezien hebben, elk subject
afzonderlijk bestaat niettemin. Een niet te miskennen voordeel, een buiten
gewoon voorrecht heeft schrjjver daardoor weten te verkrijgen. Het oog
steeds op den door hem gekenden en geteekenden persoon gerichtis hjj in
staat dezen volkomen naar waarheid weer te geven. Op die wijze geelt hij
ons eene levendige schets van den rondborstigen, rijken en gastvrijen oud-
Indisch gast, den heer Wolslein; vooral aan dit karakter heeft schrijver
zeer veel zorg besteed. De ruwe maar toch goedhartige toon, waarmede
hij zijne denkbeelden uit, de vrijgevige mildheid, die den Ooslerschen nabob
eigen is, de oprecht gemeende vriendelijkheid, waarmede hjj zijne omgeving
behandelt, dit alles doet hjj overal te voorschijn komen; steeds gaat dan ook
de naam van Wolslein gepaard met eene edele daad.
Niet minder schoon zijn de karakters van Emy Van der Zaan en d'.
Huis; het brave, plichtvolle maar tevens hooghartige figuur der gouvernante
is een uitstekende type; de scène, waarin zij de hand van den heer Van
Delden weigert, is, als bewijs dier hooghartigheid, dier achting, welk ieder
zich zelve verplicht is, echt karakteristiek Ook de wederzijdsche genegen
heid, de wederkeerige doch in beider boezem verborgen lielde, die Emy en
dr. Buis voor elkander koesteren en eindelijk de gulle openhartige en natuur
lijke bekentenis beider zjjden gedaan, ook dit alles komt volkomen tot
zijn recht.
De ongelukkige toch lijdzame mevrouw Muller, slechts troost zoekende en
vindende bjj hare vriendin mevrouw Ruis, de goedige zich dikwijls zelf be-
heerschende en flinke Behrens, kortom bijna alle persoonsbeschrijvingen
munten uit door juistheid van opvatting. Minder gelukkig echter is schrjjver
wanneer hel die beschrijving slechte ellendige wezens geldt. Blijkbaar is hij
het optimisme te veel toegedaan, slechts noode gaal hij er toe over om de
zwakke, minder goede zjjden zijner figuren bloot te leggen, hetgeen ten
gevolge heeft dat hjj eene enkele maal eene inconsequentie begaat. Bjjv.
wanneer wij lezen «maar ze had een trouw hart en hing den jongeling met i
eeuwige liefde aan", dan kunnen wij niet veronderstellen dat datzelfde met
dat trouwe hart begaalde wezen in staat is zijn haat bot te vieren door
middel van vergift, op diezelfde wjjze wordt zelfs den lagen, sarrenden en
gierigen Henri Muller enkele goede oogenblikken toebedacht; zoo is het
feit dat Muller terstond eene eigen woning gaat zoeken, omdat in het huis,
waarin hem gastvrijheid worjjt geboden, de laster trouwe dienaars vindt,
geheel met de natuur in strijd. Een schraapzucht, zooals ons deze bij Muller
geschetst wordt, wijkt niet voor deze ondeugd, wanneer voordeel aan het
standhouden is verbonden.
Wat de Indische toestanden betreft, vele feiten brengt bij ter kennis zjjner
lezers, waarvan wij ons hier geen denkbeeld kunnen vormen. De auto
cratische aldaar heerschende begrippen, verschillende gewoonten en ge
bruiken, kortom het geheel indisch maatschappelijk leven wordt door hem
blootgelegd.
Ook de natuur teckent hij ons, hij brengt ze ons voor oogen. Wij zien
als het ware de schoone streken van Lokka. wij aanschouwen de in wilde
vaart voor de jagers vliegende herten in het kamp van Tamaona, wjj zien
dat alles als het ware op het doek gebracht.
Schrjjver heeft zijn bundel bovendien verrjjkt met eenige philosophische
bespiegelingen, die blijken geven van veel ondervinding en menschenkennis;
vooral zijne beschouwingen over Tact leveren het bewjjs op van eene buiten
gewone opmerkingsgave.
Het zoude ons te ver voeren, indien wjj nog meer in het uitgebreide dit
werkeljjk belangwekkend boekdeel wilde bespreken, genoeg zij het allen,
die in aangename verpoozing enkele uren hunne gedachten aan het Insulinde
willen wjjden, den raad te geven hunne aandacht aan dezen bundel te
schenken.
ML CLOVIS.
GEXUNDEItl.
Voorstel BREDIUS. Cnz-Cou trflle.
II.
Mjjnheer de Redacteur I
De zoogenaamde repliek, voorkomende in uwe Courant van 16 dezer, op
mijn ingezonden stuk over de gaz conlróle, voert het motto: uMensch erger
je niet" Wat de inzender daarmede bedoeld begrijp ik niet. of hjj zon
daarmeê zich zelf moeten bedoelen. Het heeft alle schijn alsof hjj in de
meening verkeert, dat ik er mij aan heb geCrgerd, dat aan dengazdirecteur
een douceur van 1000 is gegeven. Niels is echter minder waar. Ik heb
immers gezegd: «hjj had meer verdiend" en er de troostwoorden bijgevoegd
«Ondank is 'swerelds loon", dus wel een bewjjs, dat mjjn schrijven niet
uit gevoeligheid, noch uit wangunst of ergernis voortkwam. Ik ga zelf
verder, en nu, 11a de terechtwijzing van den inzender, blijkt, dal ik mjj omtrent
de aanleiding van het douceur heb vergist, nu zou ik van gevoelen zijn, dal
de billjjkheid vorderde, dat aan den gazdirecteur alsnog een douceur van
minstens 2000 werd geeeven, voor zijne nooit genoeg te waardeeren be
moeiingen. bij de gehouden gaz-, kook-, braad-, bak- en sloorséance. Dal
kan er best al. waut er schiet van de boeten van den aannemer toch nog
genoeg over.
De aanleiding tot de vergissing laat ik rusten, anders zou men misschien
weer zeggen, dat gevoeligheid of ergernis de beweegreden van mjjn schrijven
is geweest; ik erken op dat punt te hebben gedwaald, en daarmede is
het uit.
De inzender schjjnt de hoofdbedoeling van mijn stuk niet te hebben kunnen
of willen begrijpen, want hij loopt er maar flauwtjes overheen, als hjj zegt
dat het voorstel van den heer Bredius toejuiching verdient; hoe schraal die
sympathie ook is, zjjn wjj het dan toch op dat punt eens.
Ik ben het echter in het geheel niet met hem eens als hjj zegt
«daarom hel lichtgaz nog niet zoo helder als het zjjn moest, verschil
«met andere plaatsen nog in sterkte van bijna acht smeerkaarsen.
«nood als het waar is, en het niet aan de oogen van sommige bedillen
«met een weinig geduld, zal ook dat licht tot zijn recht komen en
«leren, even als de Haarlemmerstraat nog eens een vlakke straat zal
als eenmaal de doode «rails van de in Leiden zooveel leven gemaakte
zullen zijn opgenomen." Is dit ironie of is dit ernst?
In sommige vergaderingen mag de voorzitter de leden, die daartnt
diend zjjn en er dikwijls nog voor bedanken, met een kluitje in hit
sturen, als men dit echter wil doen als men op ingezonden stukken replii ut. 15
(al zijn zij weinig in tel) dan wordt dat zoo gaaf niet aangenomen,
is het hier ook.
Ik zal aannemen dat de inzender in ernst spreekt, maar dan
toch ook in ernst vragen. Heb ik in mjjn stuk niet duideljjk genot;
BURGE
Gezien
Dec
tijdstippen
Joe prov
Herinot
toi her
taling d
op i
voor de
getoond de geleidelijke achteruitgang van het lichlgehalie van het gi liliersme
de verminderde prjjzeu Heb ik er niet duidelijk genoeg op gewezen
oorzaak was? En als het dan aan de oogen van sommige bedillers
was dan de hoogleeraar, die vroeger met de conlróle was belast en dit
zelden met de commissie of directeur eens kon worden, ook een bediller
lag het ook aan zjjne oogen, of lag het aan het gaz als het licht niet den
Als men dan zóó sterk van het goede licht overtuigd was, waarom
de contröle afgeschaft? Was hel omdat het te duur was voor de hein
betalende burgers, of was het omdat m n begreep dat men de conli
geen knollen voor citroenen kon verkoopen? Met alle respect voor
meening geloot ik het laatste.
De inzender heeft het weinig der moeite waardig geacht zijne aatii
aan de hoofdzaak te wijden. Hjj verdedigt in blinde vnoriiigenomu
het douceur van den directeur, door Item verdiensten toe te schrijven,
over de gevoelens in den Raad nog al uileen liepen; (ten minste er was
al oppositie, zelf was er een hooggeacht Raadslid die verzekerde er
halve cent voor over Ie hebben) en verder verdiept hjj zich in een b:
dal overvloed van algemeene beschouwingen, die hoegenaamd niet ii
minste verhand slaan lot de zaak die het uitgangspunt van mijn scbti
is geweest; (nl de controle op het gaz) waarschijnlijk om daardoor di
dacht van het hoofdpunt af te leiden. Het geheele stuk heeft veel weg
een potpouri (alias huspot), waaruit men zou kunnen opmaken, dat at
naren met 50-jarige dienst ook niet ongevoelig zouden zijn voor zoo'n bi
kansje, en dient blijkbaar als paratonnerre, die ongelukkiger wjjs 05
verkeerd punt is aangebracht.
Het lust mij niet de inzender in zijne reeks van algemeene beschouwi
verder te volgen, als leidende tot niets. Alleen wil ik er mjj toe bq
de aandacht nogmaals Ie vestigen op het nut van de conlróle op het
en die ten ernstigste aan te bevelen, als voorbeeld nemende den Haag.
hebben, volgens het gemeenteverslag van 1 Maart, in de maand Peoruan
onderzoekingen plaats gehad naar de lichtsterkte, het soortgelijk getti
en het aanwezig zjjn van koolzuur en amonia in het gaz. waaruit b
bleken, dat de lichtsterkte gelijk stond met die van 15.27 kaarsen,
het in den Haag. waar het licht steeds is vooruitgegaan, noodig wordt
oordeeld, is het dan hier, waar het licht bepaald slecht is en gaandeweg
meer achteruitgaat, niet noodig? Den Haag heeft toch ook eene gazfib
die door de gemeente geexploileerd wordt.
Waaraan hebben den Haag. Haarlem en andere groote gemeenten bi
verbeterde verlichting te danken? Aan de controle.
Waaraan dankt Leiden de toenemende achteruitgang van het licht?
winstbejag, gesteund door gemis aan controle.
Laat de contröle eenig geld kosten»a la bonne heure"maar in
geval hebben die uitgaven meer reden van bestaan, en zjjn tegenoTti
belastingbetalende burgers heler te verantwoorden als het weggeven
douceurs van 1000. ter belooning van diensten die door den Raad; niet:
algemeene stemmen zijn erkend.
L vides 20 Maart 1885. P.
Itlkeo di
Vervol
oden B
Ji letter
ringsmer!
bij den i
gemeente
Eo gi
HQg IA
LUW
BURC
kennis
clnatl
Waag 1
Lam
Door
tjjo Iv
aoeindi
ontslag
Dooi
Hogen
denspc
conces
den Iv
wijzig
moete
bjj d<
door
RECLANE«.
Het beste en goedkoopste middel.
Den Heere R. BRANDT, Ziirich. Wei-Edele Heer! Ik heb een do
uwer Zwitsersche Pillen gebruikt voor bloedzuivering en kan verklaren
de ontelbare puisten en zweertjes, op mijn gelaat door gebrek aan bit
zuivering ontstaan, na het gebruik van één donsje tolaal verdwenen
Hoogachtend, Uw-Ed. Dw. Dienaar L. VaN DER HMjkerk.
Verkrijgbaar te Leiden bij W. K. §1VEIHER, Mare, a 70 CtsdeDi
OPGAVE VAN BRIEVEN',
t welke in de tweede helft der maand Januari door het postkantoor te Lei
zijn verzonden en die niet besteld zjjn, omdat de personen, aan wie
geadresseerd waren, op de aangewezen plaatsen onbekend waren.
Geadresseerd aan: wed. C. Ewijk, te Amersfoort; J. Beemkes, J. Hepg
scheit, N. Klools, Pronk, J. Passtoors, Akka Margo Pronk, en Emu
Roland, allen te Amsterdam; S. Lion, te Arnhem; W. M. Oilon,
Martin, A. Legoief. M. H. Ham. en D. A. Baart, allen te 'sGravenltage;
Verhaar, te Haarlemmermeer; T. Vermeer, mej. K. Kret, en D Vermij,
te Leiden; mej. J. B. Van der Laaken, te Nteuwer-AmsleiM. Den Ha
Ie Raveslein; M Van der Valk, mej C. Vervoorn, en R. Van Leeuwen,
te Rotterdam. Briefkaarten: H. B. Van Dorsten, te Amsterdam; mej.
Laan, en mej. B Hessingbeiden te 's Gravenltage. Verzonden geweest»
Frankrijk: Couturier, te Rouen. Naar Kaap de tioede Hoop: mej,
Sehröderte Kaapstad.
TER MARKT TE LEIDEN AANGEVOERD.
21 Maart.
verkochte
hoeveelheid.
prijzen.
Laagste. I Hoogt:
confet
schap
conce
Dient'
direct
noem
1 No
gewij
als I
cept 1
1'. 11
conci
te la
61 af
geval
en a
af 0
rend
hand
onth
voor
OudeTarwe
Mindere soort
Nieuwe Tarwe
Oude Rogge
Nieuwe Rogge
Gerst (zomer)
Chevalier-gerst
Zware Haver
Lichte
Duivenboonen
Paardenbooneu
Boter (1'" qualilcit bi vat)
(2"< bi
(1"' per kil
(2^*
Turl haardbr. 1'" soort
(grauwe)
Lange zwarte
hectol.
n
1
2
6710 kilog.
dubb. heet.
2000
Te Leiden ter Boekdrokkezjj ran GEBROEDERS MORE, voorheen J. C.