N. verleen le heden n toesta an met L H. de f( inses Hi a 'ond wt oden te (|ji hier ontvangen, zijn van 16 Februari. Op dien dag was de stad nog it genomen. Te Soeakim liep het gerucht van de inneming doch dit is eg niet bevestigd, en van den beweerden moord der bezetting is hier niets Itend. ALEXANDRIE, 15 Maart, Het adviesjacht Iris is, met Zobeihr-pacha i ne zonen en andere verdachten aan boord, naar Cyprus vertrokken, al- lnsl|g geiar zjj zullen worden geïnterneerd, r z(jne eren, te en. De ivoorden hjj, zwarei; LËIDSCIIE SCHOUWBURG. (Zondag 15 Maart 1885.) „Se oude korporaal-', Drama in 5 bedrijven, naar het Fransch van Dumanoir en d'Ennery. Het drama, gisterenavond door het tooneel-gezelschap uil den Park-Schouw- j, van Amsterdam, alhier ten tooneele gevoerd, heeft volkomen recht den titel van volksstuk. Het volk ziet en aanschouwt gaarne datgene, it in staat is de gemoederen te prikkelen, de hartstochten op te wekken ongelwjjletd gaf «De oude Korporaal" hiervoor genoeg stof. Verwoede Idslagen, een slagveld bezaaid met dooden en kermende gewonden, een llmoord en eene poging hiertoe, diefstal en nog veel meer zenuwschok inde gebeurtenissen werden ons te aanschouwen gegeven. In hoeverre odanige stukken aan de tegenwoordige eischen der kunst beantwoorden, len wij voor het oogenblik onaangeroerd, maar zeker is het, dat het indere zedekwetsende maar daarentegen de schets van het edele en brave, op bevei( overwinning der deugd behaald op het lage en valsche. hetgeen alles ■sala 2» ieds in deze looneelspelen gel eekend wordt, een heilzamer invloed uitoefe nt op het groote niet ontwikkelde publiek dan zulks met de hedendaag- Prms be pieces de moeurs het geval is. imdenipe jaboud herinnerde ons hei omvangrijke en beroemde werk van Eugène van'sk is „Le Juif errant". De oude korporaal Dagobert, die met al de liefde en uwd alliens mei alle plichtbesef waakte voor het heil der door zijn generaal aan d en Dn ID toevertrouwde weezen Rose en Blanche, die oude krijgsman was hier maamd korporaal Simon en het eveneens door een generaal hem ter be- 24 Febi||ierming gegeven kind Geneviève. Deze was door generaal Roquebert bui- i een om huwelijk verwekt bij eene vrouw behoorende lot een der voornaamste oorlof «itsche geslachten, Mina Van Ranlzberg geheelen. Het plechtige voornemen rens ttra jen oioedigen officier, om aan dat kind zjjn naam le geven en de moe- n- «tl er in hare eer le herstellen, wordt gestuit door een kogel die hem het den C .,en beneemt. Stervende heelt lig het geheim der geboorte van zijn kind groom(B korporaal Simon medegedeeld, de bewijzen hiervan en levens die der em toebehoorende goederen, dal alles eenmaal het eigendom van dat kind wat |i zjjn> werden hem in bewaring gegeven. Simon brengt het aan zjjne rslerki oede toevertrouwde wicht bij zijne echtgenoote, zelf moeder van een zoon, (inden u na afloop van den krijg zich van den hem opgedragen last le kwijten. 1 Pont. lok dit echter mocht niet gebeuren. Hij raakt in krijgsgevangenschap, houdt: rordt naar Rusland gevoerd en veroordeeld om in de mijnen le werken, ezel. jaren heeft hij daar moeten zuchten onder het juk der tirannij Einde- °P lasljk gelukt het hem te ontvluchten en bereikt lij) na lange zwerliocluen de d gein laats waar hij zijne vrouw en het tweetal kinderen had achtergelaten, werwt tei vindt hjj veranderd, zijne gade gestorven, zijn kroost aan armoede ten 'Pgege rooi. Het groote fortuin van den generaal Roquebert is, bij ontstentenis met in eene nederdalende linie en bij gebreke van eeltig testament, ten deel (vallen aan een 6leclU individu, Pierre Frochard, voorheen steenbikker en e Caïn eef van den overledenen krijgsoverste. Deze, vernemende dal de korporaal voori f bewijzen in handen heelt dat Roquebert vader van een kind geweest is beducht dat het groote fortuin, hem zoo onverwacht ten deel gevallen, Jevelo tm thans wederom zoude ontnomen worden, beschuldigt den braven man engen m een kerkdiefstal die juist heeft plaats gehad en weet aan deze beschut ting eenige schijn van waarheid bjj te zeilen door juist de gestolenc som Dsemerkl in zjjn bezit le brengen. Overstelpt van smart, door deze belee- over '!>ng den braven eerlijken man aangedaan, verliest hij plotseling het jlacini paak vermogen. Door gebaren echter weet hij zich verstaanbaar temaken, ïerst| icet hij bovendien zijn zoon en zijn pleegkind de overtuiging le geven dat ,joor jj hun vader is, hjj geeft zelfs Geneviève aan hare möeder terug, maar het g on(|| irmogen, waarop zij recht heefl, haar le doen geworden, is hem onmo- iljjk; een naam moet hij ten dien einde uitspreken en zulks kon hij tiet. De poging tot moord, door zijn zoon Lucien begaan, schokt hem too geweldig, dat hij plotseling de spraak terugkrijgt. Thans natuurlijk a'"iomt alles terecht. Geneviève wordt verklaard te zijn de erfgename van 101loqueberttreedt in het huwelijk met haar zoogbroeder Lucien en is daar- e hor bevrjjd om hare hand te schenken aan den ellendigen Frochard, dien houdu| tij verafschuwt. ken f houd» gislei De heer Moor, als Simon, speelde met zeer veel zeggingskracht; het eeuwig- lerend rollen met de oogen. waaraan hij zich zeer dikwijls schuldig maakt, .f! iwam hem thans in zijn eebarenspel zeer te stade; het was buitendien goed rw®il t volgen, eene verklaring, welke voor zijne actie zeer loffelijk is. Hoezeer uk zjjn spel door hel talrijk publiek gewaardeerd werd „leek op onweder- len Ik# 'enl'qbare wijze uit de menigvuldige en langdurige bijvalsbetuigingen die hem ™eie likens ten deel vielen. De heer Ch. De la Mar hield ongetwijfeld rekening iét het publiek waarvoor hij bij deze buitengewone voorstelling optrad. De hut toevertrouwd marqué rol van Frochard werd geheel en al weergegeven "tolgens de oude traditie, volgens de school, welke bij ons te lande nog slechts een voorstander vindt, namelijk in den heer Veltman. Moge deze opvatting ook al niel de juiste zijn, moge zij met de werkelijkheid in strijd lijn, ontegenzeggelijk wordt door hel volk aan haar de voorkeur gegeven. Den heer Rnysbroek zien wij het liefst in petit crevé of gommeux-rollen lis jeune amoureux is hij ons te stijl. De dames lleyblom, als Geneviève, in De la Mar-Kley, als Mina Van Rantzberg, konden ons evenmin bekoren looral het steeds op dezelfde wijze teemen en huilen der laatste wekte meer nze hilariteit dan wel ons medelijden op. De heer Rentmeester, als Roque- sert, speelde slecht en was buitendien z(jne rol niet meester. Een woord dat dt ailerjj >0,000 >open vaD oprechte hulde echter z(j ten slotte gebracht aan jongej De Is Mar. De vrjjheid, waarmede zjj voor het voetlicht trad, de duidelijkheid, waar mede dit jeugdige meisje hare woorden accenlueerde waren bepaald bewon derenswaardig, Mr. L. H. 1ST GEZUXDEH. Mijnheer de Redacteur. Met de allergroolste verbazing las ik in het Dagblad van Zaterdagavond een ingezonden slokje van den heer Wetrens, waarin ZEd. opkomt tegen de be oordeeling, voorkomende in het nummer dezer Courant van Donderdag 12 Maart, over het optreden van mejuffrouw Van Raaien in het laatste Toonkunst- concert. Ik herhaal „met de allergrootste verbazing", want hoe het mogelijk is dal de heer Wetrens, die in Leiden ais muzikale autoriteit bekend staat, het spel van mej. v. B. «onberispelijk" kan noemen, is ten eenemale on begrijpelijk. Daar echter uw verslaggever steeds gewoon is alle zaken de muziek be treffende met een scherp oog te onderzoeken en niel schroomt de zaken te noemen zooals zij genoemd moeten worden, zoo moet hij tot zjjne spjjt, door het schrijven van den heer Wetrens daartoe geprovoceerd, eenigzins breed voerig in deze zjjne opinie mededeelen, onverschillig nu of het de betreffende personen al dan niet aangenaam is. Dal de heer W. zich welwillend voor een bekend poslje dienstbaar stelde is natuurlijk zeer loffelijk, doch ook niets meer. Of wil de heer W. met zjjne verklaring dat hij zulks deed en met de meeste oplettendheid het spel van mej. v. B. volgde, te kennen geven, dat ZEd. meer of beter dan een ander in staat was haar spel te beoordeelen, dan moet ik loch eerljjk be kennen dat er wel meer personen in de zaal aanwezig waren, die mej. v. B. met volle atlenlic hebben gevolgd en mei hetzelfde recht als de heer W. bevoegd waren een oordeel nit te sprekenzjj het dan ook in lijnrechten strijd met zijne opvatting. Het staat natuurlijk den heer W. vrij het spel van mej. v. B. „onberispelijk" te noemen, doch andere muziekkenners (uw verslaggever wil dit woord niet op zichzelf toepassen), die ook gerechtigd zijn een muzikaal oordeel uit te spreken, vonden aanleiding genoeg het spel van mej. v. B. niet zoo onbe rispelijk te vindenop gronden die in het Leidsch Dagblad en de Leidsche Courant genoegzaam zjjn gemotiveerd. Ik wil zeer gaarne aannemen dal de heer W. geen gebreken bjj mej. van B. heefl ontdekt, maar dit is volstrekt geen bewijs dat er daarom in haar spel geen gebreken voorkomen! Het ont dekken of opmerken daarvanhangt geheel af van het minder of meerder scherpe opmerkingsvermogen van hem die bet spel van den een of anderen kunstenaar gadeslaat Het meest bevreemdend in het schrijven van den heer W. is de veront schuldiging dat mej. v. B. zoo weinig tijd heeft gehad zich voor dit concert voor te bereiden. Dit is geen verontschuldiging! Indien mej. v. B. geen trjd had zich genoegzaam voor het concert te prepareeren, had z(j zeker niet als soliste moeien optreden, zij had moeten bedenken dat, wie zich op glad jjs waagt, ligt kan vallen, en zulk een argument nimmer bjj eene beoor deeling in aanmerking kan of mag komendaar men veronderstelt dat eene soliste zich niet moedwillig aan eene ongunstige beoordeeling als noodza kelijk gevolg van hare onvolkome bekwaamheid zal blootstellen. Maar het schrij>en van den heer W. heefl nog een anderen grond. Het is natuurlijk dat de Directeur der Muziekschool de hand boven het hoofd moet houden van de eersle piano-onderwijzeres dier inrichting, en uit dit oogpunt is hei verklaarbaar dat de directeur tegen eene min gunstige critiek opkomt. Er schjjnt echter een regel te bestaan die zegt «alles wat van toonkunst uitgaat moet goed zijn en wee dengenen die het waagt dit niet le erkennen". Nogmaals zij hier herinnerd aan hel zwaartepunt bjj de be noeming van mej. v. B. Over deze benoeming en over de keuze uit de vele sollicitanten (een punt waarover nog veel meer te zeggen valt), zal uw verslaggever voor het oogenblik zwijgen. Alleen wil hij ten slotte consta- leeren, dat door de gemoedelijke verklaring van den heer W.dat ZEd. het spel van mej. v. B. onberispelijk vond, niets aan het voor of legen is af gedaan, daar andere muziekkenners met hetzelfde recht en even gemoedeljjk verklaren dat het spel van mej. v. B. wel berispelijk is. Het twisten over capaciteiten is steeds onvruchtbaar en doelloos, daar de een alles even gunstig en meesterlijk zal vinden, waar een ander slechts half bevredigd en verschillende zaken hem onvolkomen zullen toeschijnen, terwijl door beiden in volle ernst zal worden geoordeeld! Dat de zaak er nu niet beter op geworden is zal de heer W. -- hoewel te laat zelf moeten erkennen. UW VERSLAGGEVER. De heer W. zal toch niet willen beweren dat het oerdeel in het L. J). onverdeeld gunstig ie! Dè uitspraak in strafzaken voor het kantongerecht zalmorgen worden me degedeeld. Gehouden Verkooping van onroerende goederen, in het Heeren-Logement aan den Burg, Zaterdag 14 Maart. Notaris M'. I. A. F. Coebergh. Het Winkelhuis met Bovenwoning in de Morsch- of Galgstraat n'. 25, als mede het Pakhuis in de Kruisstraat n". 49. Gecombineerd. Opgehouden op /5100. Het Huis cn Erf aan de westzijde van de Vliet, n'. 33, Sectie F, n°. 602. Kooper A. De Haas qq. ƒ2075. Notaris J. A. Vak Hamel. Het Winkelhnis en Erf aan de zuidzijde van het Noordeinde, n°. 29, met ingang aan de Varkenmarkt, Sectie F, n'. 123. Kooper A. Maat, Den Haag, ƒ6600.—

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 3