Het getal sieraden, ontvreemd in den nacht van 16 op 17 dezer, in rillen Magazijnen van den heer Gabriel Levy, te Parijs, bedraagt 267, waar- f voorkomen hoogst zeldzame colliers, ringen, armbanden, oorbellen, tbetknoopen enz. De Parijsche politie schijnt de dieven op het spoor igekonijmen, De rechter van instructie heeft ten minste eene belangrijke mede- in het|g ontvangen. Eene vrouw, zeer bekend in de demi-monde, heelt nl. slukkiDfjjard, dat zij in den nacht, dat de dielstal gepleegd is, drie individuen er eegtjn heelt, die, ieder eenige pakketten dragende, te vier uren in den i, dodijjdstond het magazijn verlieten. Zij voegden zich bij drie andere per- rijks tj, die op hen schenen te wachten. De vrouw verklaarde verder, dat zij dn. Li volgenden dag een hunner in een bierhuis heeft meenen te herkennen, re, dal) hij een diamanten ring droeg, welk op een der gestolen bijoulerièn d kadGelijken. iaaoscbjichtingen worden verstrekt door de eigenaars, en door de heeren A. mouten,miioi. rechter van instructie, A. M. Allais, commissaris van politie, en "e 4 Kuelin, chef der veiligheids-polilie, allen te Parijs. ,deH ITALIË, dat dl voegdW heer Mancini heeft gisteren in de kamer van afgevaardigden ver- zaamjd, dat zoolang de tegenwoordige toestand duurt, het hem onmogelijk De heer1 interpellatie over de Roode Zee te beantwoorden. De regeering aan- wij zo It intusschen de volle verantwoordelijkheid harer handelingen. Hij wees Ide dal°P ('e vriendschappelijke verhouding tot Engeland. Verschillende leden bezit amer verklaarden zich met dit antwoord niet tevreden, maar de kamer gezag den minister in het gelijk en besloot de discussie over de interpellatie aad ouffdageu. zetten. DUITSCHLAND. rekt j heeren Wiudihorst en Schorlemer-Alst beklaagden zich in de gisteren Italiü. uien zitting van het huis van afgevaardigden, bij de voortgezette behan- :ha, ili, jer begrooting van eeredienst, over het niet-bezetten der diocesen lten va geulen en Posen en over de niet-herzicning der Meiwetten. De beer orte tejdvski klaagde verder over de behandeling welke Poolsche geestelijken e hoop honden. De minister van eeredienst wees in zijn antwoord op de staat- en- Ttige beweging, welke in het leven wordt geroepen door de Poolsche ntwoor dijken, die steeds droomen van de wedergeboorte van Polen en de hoop gafatip levendig houden. Den heer Windthorst antwoordde hg, dat in den ten tijd aanmerkelijke verbetering in de zielzorg is ontstaan. Eene her- jeering der Meiwetten wenscht de regeering evenzeer als het huismaar at hetj „g geen overeenstemming beslaat ten opzichte van de richting der zou niet ening kan geen poging worden gedaan om het vraagstuk tot oplossing op eet engen. De heer Windthorst gaf nog als zijn verlangen te kennendat tgig zjj verdrag met den Paus tot stand kwame ter bepaling der rechtsverhou- ■istant van ge katholieke kerk. Tot den tijd. waarop dit verdrag gesloten tntwikl zou men de wetgeving moeten herstellen, door den vorigen koning ment t (oer<k maar Het laatste nr. van het Reichsgesetzblatt bevat eene kennisgeving be- m ""'tide de voorloopige invoering van invoerrechten op mout, mousseerende «eslreeÉ (B gemaal uit granen enz. generngij ,jc Congo-conferentie is door den Belgischen gedelegeerde, den heer iverd ijfcrmonteene acte ingediend, waarin o. a. het volgende voorkomt: *De :(,ert I endheden die dit stuk geteekend hebben, en zij, die het alsnog mochten open» ([Kekenenverbinden zich om de onzijdigheid van het grondgebied, run in deze acte gewag wordt gemaakt en dat onder de werking van verder). e her» vrijhandelsstelsel is geplaatst, te eerbiedigen, zoolang de mogendheden ildaar souvereiniteit of protectoraat uitoefenen, de verplichtingen der gesloli ijdigheid nakomen. Indien de mogendheid die het gezag of bescherm- "e" schap in het bedoelde gebied voert in een oorlog mocht gewikkeld worden s'r Inden de mogendheden zich om hare goede diensten tot handhaving beslui onzijdigheid van dit gebied aan te bieden. Bij geschillen over de grens- 101 ling van het grondgebied verbinden de mogendheden zich om de tus- lo'leji inkomst van een of meer bevriende staten in te roepen", rplicbt L Denemarken en Belgiè hebben gisteren den Congo staat erkend, ndig it L Het projet d'acte general is in de gisteren door de conferentie gehouden ting aangenomenen zal heden worden rondgedeeld, den il Dicht bij het dorpje Olchanka, in het Russische district Koersk, is 1 'u er dagen een gruwelijk drama voorgevallen. Een boschwachter, aan den eu 4 j van het bosch wonende, ontmoette, van huis komende, dicht bjj zjjne ie kal gigg een boer, die, verkleumd van koude, hem zijn nood klaagde. Hij t-heï mes hem naar zijne woning en ging verder. De boer vond in die wo- j Malijg de vrouw des boschwachters en twee kinderen en kreeg goed te eten :n W Ie drinken. Toen eischte hij plotseling geld van de vrouw, die echter I naar den zolder vluchtte en de ladder ophaalde, zoodat hij haar niet onl?1 i bereiken. Daarna klom zjj op het dak en trok door hare kreten de vanl licht van twee ambtenaren uit het dorp, die niet ver van hare woning n dat rbijgingen. Een van die twee ging er heen, om te zien wat er te doen t, maar werd, nauwelijks binnengekomen, door den boer overhoop ge len en viel zonder een kreet; de schurk had in dien tjjd reeds de twee kin- ienst. lu vermoord. Na cenig wachten ging de andere voorbijganger zien, pdentarzjjn makker bleef, maar werd eveneens met een messteek begroet, n en.| echter niet doodelijk was. Hij trok zijne sabel en bracht den boer eene pronkt lelijke wond aan den hals toe. Op dat oogenblik komt de boschwachter kuis, ziet zijne kinderen vermoord en de gewonden, begrijpt de toe- idslagi tht der zaak verkeerd en jaagt den ambtenaar een kogel door het Irekkt ft mme; d mei worp in Lu! vo« l! GRIEKENLAND. a del kamer van afgevaardigden heeft gisteren een votum van vertrouwen ket kabinet uitgebracht. Dit belette den minister Tricoupis echter niet, «en koninklijk besluit voor te lezen waarbij de kamer ontbonden wordt 'Haard. De verkiezingen zullen op 19 April worden gehouden en de «we kamer zal op 21 Mei bijeenkomen. PER TELEGRAAF. 24 Februari. In de gisteren gehouden zitting der Congo-con- tentie heeft, vóór den aanvang der werkzaamheden, de voorzitter, de heer verm te krijn Buseh, onder-secretaris van slaat, voorgelezen een brief van de Cnngo- Maatschappij aan Bismarck, waarin zij mededeelt dal bijna al de ter con ferentie vertegenwoordigde mogendheden haar bij tractaat hebben erkend. De voorzitter gaf namens de keizerlijke regeeriug zjjne voldoening over dit ver blijdende feit te kennen, en betuigde zijne warmste sympathie voor de be moeiingen van koning Leopold, welke met zoo goed gevolg zijn bekroond geworden. Deze manifestatie vond levendigen weerklank bij de andere ge volmachtigden die hunnerzijds verzochten dat in het proces-verbaal der zitting worde melding gemaakt van de betuiging van hunne sympathie voor den koning der Belgen. LEIDSCHE SCHOUWBURG. (Maandag 23 Februari 1885.) „Door tantes opgevoed", Blijspel in 4 Bedrijven, naar het Hoogduitsch van Roderich Benedix. Vrij bewerkt door Lion Van Lier. Wederom is dit een tooneelstuk uit het Duitsch en hier getiteld «Weiberer- ziehung" vertaald en geheel en al gelocaliseerd en natuurlijk is dientenge volge het oorspronkelijke zeer slecht weergegeven. Toestanden geheel en al in strjjd met de onzen, feiten en zaken die slechts uitheemsch zijn en alhier hel burgerrecht niet hebben verkregen, worden ons in dit blijspel te aan schouwen gegeven. De noodzakelijkheid dezer overzetting of vrije bewer king kunnen wij volstrekt niet inzien. Ons schouwburgpubliek toch is over het algemeen genoeg ontwikkeldvoldoende beschaaf! om zich in toestan den, die al belmoren dezen ook niet hier te huis, te kunnen verplaatsen en welke is dan de reden om vreemde en voor ons onmogelijke daadzaken ten tooneele te voeren? Waarom steeds eene toevlucht genomen tot het locali- seeren, terwijl verscheidene malen en van verscheidene en zeer bevoegde zijden is aangetoond, dat dit overbrengen niets anders kan uitriehten dan de innerlijke waarde van elk oorspronkelijk stuk verminderen? Zooals wjj reeds in het kort hebben te kennen gegeven, was dit ook het geval met het gisterenavond door het Hollandsch tooneelgezelschap van het Grand Theatre van Amsierdam opgevoerd blijspel «Door Tantes opgevoed" het geval. Dagober'een jongmenschreeds vroeg door het verlies zijner ouders wees geworden, wordt door een tweetal aristocratische en devote tantes opge voed. Ver van het stadsgewoel, ver van alle plaatsen, gewijd aan de genoe gens van de zondige wereld, ver van elke omgeving, waar de verdorven heden van bet menschdom den scepter zwaaien, wordt hjj gevormd en onderwezen door een godvruchtig man, met niemand anders omgang hebbende dan met een verre vrouwelijke bloedverwante en zijn zoogbroeder, den zoon van den tuinman van het uitgestrekte landgoed. Zoo bereikt hij den mannelijken leeftijd, de tijd waarop hij volgens het uitdrukkelijk ver langen van zijn overledenen vader de lessen der hoogeschool zal volgen. Hier komt hij in aanraking met zijne medestudeerende, hier wordt hij ont bolsterd, hier wordt het schuchtere timide wezen lot man gevormd, en bier verwerft hij de liefde van het meisje, die in den beginne elke toenade ring van den ongelukkige onbeholpen en onervaren jongeling van de hand had gewezen. Ziehier in enkele woorden den hoofdinhoud van dit blijspel. Ongetwijfeld waren enkele goede en zeer geestige tafereelen het stuk niet te ontzeggen. De scène waarin hg, na in gezelschap van andere studenten in ruime mate aan Bacchus geofferd te hebbenin niet normale toestand voor zjjne tantes verschjjnt, het tooneel waarin hij hun bekent, gespeeld en verloren te heb ben, de trioloog tnsschen Eduard Van Dalberg, Hendrik, Dagoberts zoog broeder en den godvruchtigen maar maderalievendeu Zandman muntten uit door zeer veel humor en geest. Het geheel kon ons echter niet bekoren. Een jongmensch door zijne tantes gedwongen om de colleges te bezoeken in rok en witte das, de geleide van een tuinmansjongen, die hem steeds vergezelt, met hem deelneemt aan drinkgelagen en speelpartijen en verdere dergelijke onmogelijkhedende langdradige dialogen tnsschen de verschil lende actenrs, het niet geleidelijk slot, dit alles was de oorzaak, dat het geheel niet bepaald in staat was de belangstelling van het publiek op te wekken, ofschoon het spel over het algemeen genoeg redenen tot tevreden heid gaven. De beide tantes, voorgesteld door de dames Huyzers-Rosenvelt en Albrecht- Engelman, voldeden zeer goed. De aan alles wat oud mag heeten gehechte wezens, verfoeiende de uilvingen dezer negentiende eeuw, vervuld van adel trots en lielde voor hun neef, aan wien zij de meest kinderlijke zorgen besteden, dit alles kwam in hunne handen volkomen tot hun recht. De heer Dekker, als Dagobert, was als type van een braven Hendrik, als ge hoorzamen jongen, niemand anders eerende dan zijn tantes en onderwjjzer, zeer goed; als man van de wereld, als student hadden wij hem gaarne nog iets losser en vrijer gezien. De heer Ruys, als Hendrik, zoogbroeder van Dagobert, speelde ditmaal oneindig veel minder stijf dan wjj hem tot nu toe gezien hebben; het waren thans niet enkel woorden, die bjj ons deed hooren, hij deed ze ook vergezeld gaan met actie en gebaren: vooral de scène waarin hjj Thekla Holland op den boerenjongen eigenaardige wjjze ten huwelijk vroeg, verdient een woord van warme hulde Bigot, als de huisonderwijzer Zandman, had eene zeer dankbare rol; door zijne charges als godsdienstleeraar wist hij herhaaldelijk een gulle hartelijke lacb van alle aanwezige af te dwingen. Hoewel wij het talent van dezen ver dienstelijken komiek ten zeerste waardeeren, gelooven wjj toch, dat hij dit niet te veel mag aanwenden om den godsdienst in een bespottelijk dag licht te stellen. Veel mag op het tooneel geridiculiseerd worden, menig feit mag tot doelwit strekken van satire, de godsdienst echter, eene voor velen heilige zaak, moet niet op zulk eene krassche wijze gehekeld worden. Van het jongere damesgeslacht beviel ons het meest mej. F. Van Biene, als Hildegard; ook zij die nooit of nimmer meer gezien had dan het slot waar zij vertoefde en het daarin huizend personeel, ook zij, opgevoed in de leer stellingen dat het eene grove zonde was een museum of schouwburg te be zoeken of wel boeken van Vondel, Schiller enz. te lezen, ook zjj, als het onschuldige eenvoudige meisje, voldeed zeer goed. Minder bevielen ons de dames Coerdes en Kiehl; hun sterk geprononceerd Amsterdamsch accent was buitendien dikwjjls hinderlijk. De zaal was ook ditmaal tameljjk goed bezet. M'. L. H.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 3