PER TELEGRAAF." het slaatslooneel verdwijnen; derhalve had het voortduren van dien strijd voor het centrum bijzondere waarde. Hij (Von Bismarck) was bij den «Kul- turkampf" minder betrokken dan de heer Windthorst scheen te gelooven. De wet had niet ten doel om het opdragen van missen in Polen te verbie den; zij was tegen de politieke beroering der geestelijken juist in Polen ge richt en bezwaarde geenszins het geweten. Het voorstel-Windthorsl werd ten slotte met 217 tegen 93 stemmen aangenomen. TURKIJEl. Volgens een bericht uit Egyptische bron, zou een karavaan pelgrims op weg van Medina naar Djeddah (Arabic) door Bedottinen aangevallen en geplunderd zijn. De vertegenwoordiger van den Sultan van Zanzibar werd van alles beroofd. Men heelt hem o. a. 2000 afgenomen. De rust is nog niet hersteld in Macedonië. Vijftien officieren zijn aan gehouden wegens deelneming aan den opstand te Monasiir. Een groot, getal opperhoofden uit Albanië is insgelijks in hechtenis genomen, omdat zij zich voor eene aansluiting bjj Griekenland zouden verklaard hebben. lONDEN, 4 Dec. De Times meldt uit Berlijn van gisteren, dat de En- gelsche regeering besloten heeft de Internationale Afrikaansche Maatschappij te erkennen. In de heden gehouden vergadering van den gemeenteraad waren tegen woordig: de hh. De Fremery, Hartevelt, Bool, Bredius, Damslc, Van Dissel, Buys, I.e Poole, Versier, Van der Hoeven. Cock, Knappert, De Goeje, De Geus, Kaiser, Was, Driessen, Land, Juta, Groll en de voorzitter. Ingekomen was eene missive van de ged. statenwaarbij de begrooting over 1885 werd goedgekeurd, en een schrijven van den heer mr. Van Doorn, waarbjj hij, wegens aanstaand vertrek uit deze gemeente, bedankt voorliet lidmaatschap der plaatselijke schoolcommissie. Nog was ingekomen eene missive van den sociaal-democratischen bond, afd. Leiden. Dit stuk. ge schreven zijnde op ongezegeld papier en in strijd met art. 9 van de Gt oud- wel namens anderen onderteekeud, werd op voorstel van den voorzitter niet in behandeling genomen. Aan de orde was de eedsaflegging van dr. P. J. Kaiser, nieuwgekozen lid van den raad. Bij die gelegenheid werd deze door den voorzitter geluk- gewenscht met de onderscheiding Item te beurt gevallen. Vervolgens werden de geloofsbrieven van de nieuwgekozen leden de hh. P. J. Van Hoeken en mr. L. M. J. H. Kcrstensonderzocht en in orde be vonden, en derhalve door de commissie van onderzoek, bestaande uit de hh. Hartevelt, Bredius en Knappert, tot hunne toelating geadviseerd. Over eenkomstig deze conclusie werd besloten. Achtereenvolgens werden als derde onderwijzer aan de leerschool, als eerste onderwijzer aan de jongensschool le klasse en als lid der commissie voor de bewaarscholen respectievelijk benoemd de lieeren J. Den Ouden Meijer en dr. 11. Treub. Alsnu werd in behandeling genomen de concept-verordening, betreffende het verleenen van pensioen- en wachtgeld aan gemeenteambtenaren en be dienden. Over algemeene beschouwingen wenschte niemand het woord. Over art. 1 vroeg de heer Bool het woord om nog eene kleine wijziging te brengen, namelijk om in de laatste alinea van dit artikel achter de woorden «aan wier arnot ol bediening reeds aanspraak op pensioen is verbonden", te voegen: «voor zoover deze reeds bestaan." De lieer De Goeje heelt tegen de laatste alinea van dit artikel bezwaar; wijl, zooals het thans is ingericht, verschillende onderwijzers aan de kweekschool geen aanspraak op pensioen hebben. De heer Bool antwoordde daarop, dal men is uitgegaan van een bepaald denkbeeld. Er zijn verschillende personen, die zoowel van het rijk als van de gemeente tractement genieten, om nu op een bepaalde grondslag voort te gaan, heeft men aangenomen dat dat gedeelte wat de ambtenaar van het geheele ambt waarneemt, moet bezoldigd zijn met minstens 1/3 van het tractement dat aan het geheele ambt is toegekend, om in de termen van een gemeentelijk pensioen te vallen. De heer De Goeje kan echter, beweert spreker, in casu geen bezwaar hebben, wijl de teeraar van de kweekschool uitdrukkelijk vermeld is in de staat van ambten en bedieningen, aan welke pensioenen zal worden toegekend. De heer De Goeje trok na deze verkla ring zijn bezwaar terug. De opvatting van den heer Buys omtrent deze verordening was echter geheet met het gevoelen van den heer Boot in strijd. Hij was van meening dat voor alles men moet vragen, zijn de baten aan het gedeeltelijk gemeentelijk ambt verbonden 1/3 van het geheele ambtelijk inkomen, en is zulks niet het geval, dan kan er van pensioen geen sprake zijn. De heeren Cock en de voorzitter sloten zich btj dit gevoelen aan. De heer Van Dissel merkte daarop aan, dat wanneer zulks liet geval is, alleen personen, die een hooger tractement genieten, voor pensioen in aanmerking kunnen komen. De voorzitter ant woordde daaropdat er een bepaalde grens moet zijn. In deze verordening is aangenomen 1/3. Niets hinderde toch nu een voorstel in te dienen deze grens anders te bepalen en te zetten bijv. op y of 1/5. De heer De Goeje stelde daarop een amendement voor om in stede van 1/3 1/5 te nemen. Dit amendement werd ondersteund. De heer Buys vroeg naar aanleiding van dit amendement het woord. Bezuiniging is doel geweest en wanneer men aldus te werk gaat, dan werd zulks geheel uit het oog ver loren. Het amendement van den heer De Goeje in stemming gebracht, werd daarop verworpen met 18 tegen 5 stemmen. Na eene kleine wijziging van 1 Januari 1884 in 1885 werd dit artikel aangenomen. Bij de behandeling van art. 3 wenschte de heer Le Poole in alinea 3 van dit art. le lezen in stede van /'tengevolge van de uitoefening hunner functie ivonden of gebreken te hebben bekomen, waardoor zij door den gemeente dienst ongeschiktheid zijn" te lezen «ziekten of gebreken". Door een prac- tisch en uit het leven gegrepen voorbeeld, helderde spreker op de aanleiding die hem tot het voorstellen van dit amendement had genoopt. Het amen dement werd ondersteund. De heer Groll wenschte het te doen luiden: ziekten, wonden of gebreken, waarmede de heer Le Poole zich wel kan vereenigen. De heer Bool had slechts een bezwaar tegen het amendement van den heer Le Poole, namelijk dat het ziek worden tengevolge der uitoefening van eenig ambt dikwijls zeer moeielijk zal bewezen kunnen worden. Verder wenschte de heer Bool zelf nog eene kleine wijziging in dit art. te brengen. In alinea II wordt alleen gesproken van veertigjarigen dienst, in een of meer gemeenteambten of bedieningen. Om thans elke onduidelijkheid weg te nemen, dat ook bedieningen in andere gemeenten beloond worden, stelt hjj voor te lezen ambten of bedieningen in Leiden. Verder stelde de heer Le Poole voor in alinea IV in plaats van «ziels- of lichaamsgebreken" te schrijven «ziekelijke gesteldheid of gebreken". Dit amendement werd eveneens ondersteund. De heer Van der Hoeven achtte het met het oog hierop zeer wenscheljjk dat elke sollicitant voor een gemeentelijk ambt voorlaan een getuigenis van den dokter moest overleggen, dat hij van sterke en krachtige lichaamsbouw is. De voorzitter zetde dat dit op het oogenbhk bij deze behandeling niet te huis behoort. Er ontspint zich vervolgens tusschen verschillende leden eene zeer uitgebreide discussie omtrent zielsgebrek, om aan te lootten, dat de moei ijkheid aan dit woord verbonden volstrekt niet wordt weggenomen door de uitdruk king van ziekelijke gesteldheid door den heer Le Poole voorgesteld. De heer Van der Hoeven heelt nog bezwaar legen de slotaliuea van dit artikel, waarbij de beslissing, of er werkelijk ongeschiktheid bestaat, overgelaten is aan liet oordeel van deskundigen. Dit vond hij verkeerd. Hij stelde daarop een amendement voor luidende: burg. en weth. beslissen of de ongeschikt heid bedoeld sub II en III bestaat, na schriftelijke verklaring van twee door hun benoemde deskundigen. Dit werd overgenomen door de commissie. Het eerste amendement van den heer Le Poole werd met algemeene stem men aangenomen, terwijl het tweede werd aangenomen met 12 tegen 11 stemmen. Art. 3 en 4 werd onveranderd aangenomen. Bij de behandeling van art. 5, regelende de wachtgelden, geloofde de heer Was dat het veel beter zoude zjjn, indien de raad elk concreet geval op zich zelve mocht beoordeelen. De toepassing van dit artikel zal toch niets anders dan een zeer exceptioneel geval zijn. Eene algemeene bepaling, zoo als door de commissie werd voorgesteld, is aan buitengewoon veel moeielijk- heden en bezwaren verbonden, zooals spreker door voorbeelden toelicht. Hjj stelde derhalve voor dit artikel te schrappen. De heer Bool geloofde daar entegen, om alle mogelijke casueele omstandigheden te voorkomen, er wel degelijk bepaalde voorschriften moeten gesteld worden voor wachtgelden. De heer Was bleef in zijn genomen conclusie persisteeren en haalde ter moti veering hiervan verschillende voorbeelden aan, die allen tot moeielijkheden aanleiding kunnen geven. De heer Bredius vroeg ol het niet wenscheljjk zoude zijn le bepalen dat dit artikel niet van terugwerkende kracht zal zijn, dat het dus niet betrekking zal hebben op de ambtenaren, die thans reeds in functie zijn, wijl dezen in oneindig veel betere positie verkeeren dan in dien de bepalingen van dit artikel ook op hen zoude toegepast worden. De voorzitter echter achtte dit niet wenscheljjk. Het artikel, met bjjvoeging der door de commissie voorgestelde wijziging, werd daarop aangenomen met 20 tegen 3 stemmen. De artt. 6, 7 en 8 werden goedgekeurd en art. 9 verviel, op voorstel der commissie. De heer Knappert geloofde, bij de bchande'ing van art. 9, dat de voor gestelde heffing van 2% pCt. niet alleen niet in het voordeel was der ge- gemeente, maar bovendien zeer bezwarend voor de bedienden. Door die luffing is ontegenzeggelijk het inkomen van den ambtenaar ingekort, dit wal den persoon zelve aangaat. Wat het nadeel door de gemeente aangaat er is geen enkele gemeente in ons land waar eene heffing gevorderd wórdt. Nu is het toch zeer natuurlijk dat zeer ijverige ambtenaren nooit of nim mer naar deze stad zullen solliciteeren maar liever naar andere gemeenten zullen vragen waar geene heffingen beslaan. Ook het geval, dat aan de ambtenaren bij vertrek van hier niets van die sommen, door hun bijgediagen, wordt gerestitueerd. Dit alles heeft de commissie breed voerig en met enrst overwogen. Hjj stelde daarom als amendement voor, om in dit artikel te lezen «De bijdragen welke de gemeente-ambtenaren verplicht zijn om bjj te dragen voor uitkeeringen van pensioen bedraagt 1 pCt. van hun jaarlijks inkomen". De heer Bool daaren tegen meent dat tusschen de ambtenaren en de gemeente door de zen bijdragen een band zal ontstaan, die oorzaak zal zijn dat de ambtenaren al het mogelijke in het werk zullen stellen om alhier te verblijven. De heer Groll stelde voor dat, mocht de heffing van 2% pCt. geen goedkeuring vinden in de oogen van den raad maar daarentegen de door den heer Knappert voorgestelde persentage heffing van 1 pCt. liever in het geheel geen heffing op te leggen. Gaat men op den door den heer Groll ingeslagen weg voort, zeide de heer Hartevelt, dan moeten ook aan alle ambtenaren, die reeds 1 pCt. hebben betaald gedurende jaren, deze gelden gerestitueerd worden. De heer Buys geloofde dat de heffing van 2% pCt. volstrekt geen bezwaar zal opleveren; ieder ambtenaar, welke naar eene be trekking alhier solliciteert, weet zeer goed dat hij zal moeten bijdragen tot be koming van pensioen en hjj geloofde niet dat een enkele zich door deze heffing zal laten weerhouden; de zucht om ambtenaar te worden is op het ongenblik zeer groot. De heer Knappert bleef zijn eens uitgesproken ge voelen verdedigen. De heer Van der Hoeven stelde voor het artikel eenig- zins te wijzigen, namelijk om in verband met de wijziging door de com missie in art. 5 gebracht, achter de woorden «zoo zij in het genot van wachtgeld zijn" te plaatsen «geweest zijn." Dit amendement wordt over genomen. Het amendement van den heer Knappert wordt daarop met 14 tegen 9 stemmen verworpen. Het geheele artikel werd met 13 tegen 10 stemmen aangenomen. Over art. 11 verlangde niemand het woord. Bij de behandeling van art. 12 stelde de voorzitter voor den archivaris in de staat van ambtenaren op te nemen. Hij geloofde niet dat ooit dit archief hier kan zijo zonder archivaris. De heer Buys zeide dat de tegenwoordige archivaris reeds voor pensioen in aanmerking komt, en de opname voor dezen niet noodig is, wat een lateren betreft, hiervoor zoude een speciaal voorstel kunnen gedaan worden, maar reeds a priori hem op de ljjst te brengen achtte hij niet wenscheljjk. De geheele verordening in stemming gebracht werd met 20 tegen 3 stemmen aangenomen. Thans was aan de orde het voorstel van 7 leden van den gemeenteraad tot verhooging der jaarwedden van den burgemeester enz. De hh. Buys en De Goeje verklaarden er zich volkomen bij te kunnen neerleggen om, of schoon niet door hun voorgesteld, ook hun stem te verleenen aan de ver hooging der jaarwedde van den secretaris. De hh. Juta en Bredius verklaar den zich op grond van flnanciëele bezwaren, tegen. Het voorstel om het tractement van den burgemeester te brengen op 4500 en dat van den ge meente-ontvanger en gemeente-secretaris op 3600 werd met overgroote meerderheid van stemmen aangenomen; terwijl het voorstel om de jaarwed den der wethouders te brengen op j 1500 werd verworpen met 15 tegen 5 stemmen; de wethouders hielden zich buiten stemming. AKADEMIE-NIËDWI. PROMOTIEN AAN DE LEIDSCHE UNIVERSITEIT. Den 44e" December, de heer C. F. Vreede, geb. te Maibit (Java), in de rechtswetenschap, na verdediging van zijn akademisch proefschrift: Dwa ling in overeenkomsten, en de heer J. B. A. Vreede, geb. te Maibit (Java), in de rechtswetenschap, na verdediging van zijn akademisch proefschrift: De verplichte overeenkomsten. 317" Staatsloterij. Eerste Klasse. Trekking van 4 December. Prjjs van 1000: N°. 9409. u a 1002343. Prijzen van ƒ20, 793 2701 4513 6873 8464 9968 11548 13812 14811 17315 18842 19758 832 2819 4743 7035 8670 10238 12416 13915 14923 17398 18996 20005 863 3266 4894 7443 8751 10258 12537 13919 15275 17472 19007 20065 1465 3356 4980 7789 9088 10986 12540 13924 15316 17994 19042 20353 1771 3481 5116 8156 9515 11164 12654 14470 15946 18056 19402 20410 1984 3770 5314 8290 9752 11360 12985 14477 15959 18230 19458 20791 2217 3827 5671 8342 9758 11409 13579 14583 16290 18351 19620 20851 2287 4i98 5936 8452 9921 11416 13639 14605 17127 18649 19715 20951 2479 4485

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1884 | | pagina 3