PER TE LEG RAAK7
PLAATSELIJKE BELASTINGEN, RECHTEN EN LOONEN.
rentrein. Twaalf personen werden gedood en twintig gekwetst, waarvan
sommigen ernstig. De schuld schijnt, naar tot nu toe gebleken is, te moe
ten geweten worden aan den stationchef van Ilanati, in zoover hy den passa-
gierstrein van het voorafgaande station Niederrodenbach liet afgaan, terwjjl
de goederentrein nog niet aan het station was aangekomen.
In de haven van Hamburg heeft bij het lossen >;>n kruit uit den En-
gelschen schoener Ida, eene ontploffing plaats gehad, waardoor twee man
nen werden gedood.
RriLAKD,
Onder de nihilistische studenten van Moscou bevinden zich eenige ver
raders. 0. a. zekere Rochefl', student aan de technologische instelling. Hij
had verscheiden zjjner kameraden en bondgenooten bjj de politie aangeklaagd.
Het nihilistisch comité veroordeelde hem ter dood en beteekende hem het
vonnis. De politie liet, om hem aan het gevaar te onttrekken, Rocheflf in
een gevangenis opsluiten, waar hy gedurende eenige maanden in volkomen
veiligheid leefde. Die langdurige eenzaamheid begon Rochefl echter te ver
drieten en hy kreeg verlof, eenige vrienden te ontvangen, op wie hy meende
zich te kunnen verlaten. Na een dier bezoeken werd hij plotseling ziek en
binnen eenige uren overleed hij. Alle kenteekenen van hevige vergiftiging
werden op zjjn lyk waargenomen. Hoe het vergif hem kan zijn toegediend
kan men niet begrjjpen. De bezoeker is verdwenen en zjjn spoor is niet te
ontdekken. De directeur der gevangenis is inmiddels ontslagen. Een andere
student, Lavrouchine genaamd, ook eenigermate spion zooals Rochefl, is
door de politie geëxpedieerdmen weet niet waarheen.
LONDEN, 15 Nov. De Morning Post meldt uit Dongola van den 14d,n:
"Generaal Wolseley heeft een belangrijken brief van Gordon ontvangen. In
dezen brief, gedagteekend 4 November, bericht Gordon dat kolonel Stewart,
de heer Power en de Fransche consul, aan boord van een stoomschip, dat
naar fierber was gezonden, gedood zijn geworden. Hij voegt er bydat by
bet nog steeds kan uithouden.
INGEZUNDElir.
Aan de Redactie van de Leidsche Courant.
De sleutel van het geheim om tot een
geleerd genootschap te gerakenzit in
eenen kruiwagen.
Anonymus.
Men kan by een zoogenaamde spreekbeurt of in geschriften, b. v. zooge
naamde novellen, zoo laf zjjn als een schooljongen en daarhjj onkiesch als
een slet, want laf en onkiesch zijn dikwijls onafscheidelijk, tengevolge waar
van men de lachers van een zeker publiek op zijne zijde krjjgt. Men kan
zich ook verbeelden met de eigenschap, die zoo vaak humor wordt genoemd
en het toch niet is, te zijn toegerust, zou men dan eene daarop gemaakte
aanmerking met een verachtelijk schouderophalen waardig keuren? De heer
R. Koopmans van Roekeren wel, naar zijne eigen woorden.
Ter zake van zjjue aanhaling uit onzen Staten-Bijbel in zijn levensbericht
betreurt het de heer v. R. dat het gros zóó onkundig is wat aangaat bijbel
taal. "Voor dertig jaar toch wist iedere beschaafde lezer dat de uitdruk
king: de ingewanden der heiligen verkwikken, een geijkte term was." Ook
wat het zeggen wilde? Het vermoeden over onze onkunde, berichtgevers
vooral niet uitgezonderd, was echter bljjkbaar vóór deze ontboezeming bij
den heer v. R. aanwezig, anders zou de verklaring: "Onder heiligen ver
staan wjj hier 's mans vrienden en kennissen, in wier kring genoemde ver
kiezing met gejuich werd begroet", achterwege hebben kunnen blijven.
Uw berichtgever noemde beide, de verklaring en de aanhaling, even gees
tig als smaakvol, en de heer v. R. vraagt daarop: aangenomen dat de beeld
spraak eigen vinding was behoefde zij dan nog wel als zoo smakeloos ge
kenschetst? Wedervraag: van waar zich zeiven in staat van beschuldiging
gesteld, of gewroet in eigen ingewand?
fieets roemt het in Jacob Van Lennep dat de geest van reine moraliteit,
een godsdienstige zin, in zjjne botkdeelen heerschte. Nooit wordt met hel
heilige gespot, nimmer met lichtzinnigheid over de ondeugd gesproken, enz.
Aan spotternij behoeft zelfs niet gedacht te worden, maar de aanhaling uit
den brief aan Philemon, was minstens hier misplaatst. En dan hoe veel
fraaier deze aangehaalde, uit het Grieksch vertaalden, tekst voorkomt:
"Want ik heb veel bljjdschap en troost gehad over uwe lielde, omdat de
harten der heiligen door U, broeder! verkwikt zijn geworden." Onder de
verdrukking zijner gevangenschap, had Paulus groote vreugde en vertroosting
dat de harten der geloovigen, onder welke gij (Philémon) verkeert, door het
genot uwer weldadigheid, van hunne kwellende zorgen ontlast, door U ver
kwikt zijn geworden, broeder! Eene verklaring zoo verkwikkelijk en edel
aardig, dat zij die van den heer v. R. geheel vernietigd als onnut en kwa-
Ijjk te pas gebracht.
Het vermakelijkst tafreel door den heer R. Koopmans van Boekeren opge
hangen, ten aanzien van het "treffend bjjvoegsel" des berichtgevers is dit:
laat hjj er nog twee van die kracht leveren en hij wordt, als 't meevalt,
zelf lid van Letterkunde.
Hoe weet de heer v. B. dat uw berichtgever geen lid van Letterkunde is?
Wie heeft uw berichlgever deswege iu zijne eer durven verdenken, bezwal
ken? Welk recht geeft de heer v. B. zich uw berichtgever zoo gering te
schatten? Doch zooveel is zeker en het blijkt alweer op nieuw, als men het
niet wist, men behoeft er niet veel voor te doen om lid van zulk eene
Maatschappij te worden. De heer v. B.die Lid van Letterkunde is, heldert
dit met een voorbeeld op: twee bijvoegsels met een die vooraf ging, dat is
drie, en de vrienden (want vrienden moet men hebben om te worden ge
loodst. evenals tot het verkrjjgen van ridderlintjes) brengen U in Letter
kunde!!
Als 't gewed was zouden op die wijze wel handelaars in oude boeken
Lid van Letterkunde kunnen worden, zelfs zonder Bijvoegsels hoegenaamd
te hebben geleverd, om van hunne letterkundige talenten blijk te geven,
waarin dan ook uwe berichtgever de verklaring vindt dat hij wel eens
briefjes van leden van Letterkunde ontving, die niet toonbaar waren van
taalfouten.
Leipen, 15 Novb. 1884. Uw Berichtgever. j
De gemeentewetgever heeft bij de wijziging van het plaatselijk belasting
stelsel ook daaronder begrepen de heffing van rechten en lootten, waartoe
de koninklijke hesluiten van 4 October 1816 en 9 April 1819 betrekking had
den. Volgens die wijziging werd het plaatselijk accijnsstelsel aanvankelijk be
perkt, maar in 1865 geheel afgeschaft cn strekte, wat betreft die rechten en
loonen. art. 254 der gemeentewet tot beperking van het bedrag der heffingen
in verhouding tot de vergoeding der kosten.
De opbrengst van die rechten en loonen gevoegd by die der bezittingen
naar het burgerlijk recht, strekte tot dekking der plaatselijke uitgaven en
wat daarop te kort komt wordt door belastingen gevonden.
De vergelijking tusschen 1848 en 1885 is aldus:
Rechten en loonen.
1848
1885
Poorigelden
3335
niets
Marktgelden
6400
8600
Recognitiën voor hel gebruik
van grond
1738
5400
Id. van ambtenaren
900
niets
Leges der secretarie
800
1200
Brugge den
niets
9000
Waagloonen
II
1600
Museum
U
500
Vergunningsrechten
n P
13000
f 13173
39300
Al wat schoolgeld betreft is besproken bij de kosten van het openbaar
onderwijs, maar komt toch ook weder ter sprake bij de vergelijking van
de gelieven wordende belastingen, omdat art. 254 der gemeentewet wel toelaat
ge/ieele vergoeding van kosten voor het gebruik van gemeente-instellingen
en verstrekte diensten, maar art. 36 der schoolwet slechts eene tegemoet
koming, zooals nader blijken zal in verband met plaatselijke omstandigheden
en belangen.
Belastingen.
1848 1885
Opcenten grondlasten f 3000 f 24306
personeel r 5800 64930
Accijnsen188700 niets
Directe belasting45000 118000
i Uijkspers. belasting niets 124666
242500 331902
De bevolking bedroeg in 1848 39189 zielen, in 1884 42968 zielen.
De kosten van invordering der plaatselijke belastingen en verdere inkom
sten bedroegen in 1848 f 26500 (waarvan 23000 alleen voor de accjjnsen)
en in 1885 1 10000
De vermeerdering der opbrengst van de rechten, loonen enz., nog al aan
zienlijk (ƒ26000), behoeft geene toelichting. De drankwet, de algemeene
politieverordening en de regeling van den dienst aan de bruggen hebben daar
toe medegewerkt, üe tarieven voor het brugophalen en voor hel gebruik van
gemeentegrond enz. zijn zeer laag, het laatste zelf, meer dan 40 jaren oud,
veel te laag, daar toch een huur van 3% cent per centiare gemeentegrond
builen verhouding staat met ƒ5. die als koopprijs van een centiare berekend
wordt voor zulke beperkte uitgestrektheid als voor gebruik wordt algeslaan.
Desniettegenstaande: de belangrijke voordeeleu. die de heffing van rechten
enz., zoowel als de verhoogde inkomsten van de bezittingen naar het bur
gerlijk recht, hebben niet kunnen verhinderen dat de plaatselijke belastingen
zijn gestegen, omdat de uilgaven op de meeste hoofdstukken der begrooting
zijn verhoogdalleen dat voor de armenzorg is 80000 lager.
Maar alleen "hij die wel onderscheidt, oordeelt wel" en dat is een les
voor allen die de statistiek zamenslellen en beoefenen.
De afschaffing der accijnsen heelt ƒ23000 bespaard op een onvoldoend
toezicht en eene onzedelijke invordering op de heffing van plaatselijke be
lastingen; terwijl de opheffing der plaatselijke tollimën algemeen voordeel
heelt veroorzaakt, de koopprijs der eerste levensbehoeften doen dalen, de
onbelemmerde aan- en uitvoer tot meerder vertier bevorderd en aldedaarbjj
betrokkene handelaren en fabriekanten van veel tijd, moeiten en kosten
ontlast.
Maar daaraan is ook eene schaduwzijde verbonden. De draagkracht is
verzwaard ook door beperking.
In de accijnsen op het gemaal, het geslacht, de wijn, het gedistilleerd
en de brandstoffen werd bijgedragen door het garnizoen, het studentencorps,
de marktbezoekers. de vreemdelingen, en allen, die voor korter of langer
tijd binnen Leiden vertoefden of verblijf hielden. De vijfjarigen studenten
feesten, de landbouw- en nijverheidsfeesten, de drukke kermissen, zjj be
zorgden aanzienlijke inkomsten. Rij de heffing van directe belastingen zijn
de lagere standen vrij die in de accijnsen altijd deelden. Wanneer dus de
242500, die in 1848 werden opgebracht, over het aantal zielen dat daarin
bijdroeg: wordt omgeslagen, dan mag de factor van deeling van 39189 zielen
wel klimmen tot minstens 40000 en verkrijgt men 6 per ziel in 1848.
Het gemiddeld bedrag in 1885 vereischt meer zorg en voorzichtigheid.
In de grondbelasting deelen allen want zij is verborgen in de huur, zoo
dat, het garnizoen daaraf getrokken, dan niets betaalt, de 24000 wordt
gedragen door 42000 zielen of gemiddeld 57 cents per ziel.
In het personeel worden aangeslagen 3400 hoofden van gezinnenhet
gezin op 6 leden gesteld, is de berekening van 20400 zielen.
Opeen I en personeel64930
J Rijkspersoneel124666
In het geheel189596 of
9.30 per ziel ongeveer.
In de hoofdelijke omslag zijn begrepen 5800 hoofden van huisgezinnen van
6 leden, bedragende 34810 zielen, gedeeld in de 118000, bedraagt on
geveer f 3.13 per ziel.
Derhalve van de 42963 zielen dragen in de plaatselijke belasting 34800
ieder ƒ3.13 en 57 cents, 3.70, 20400 ieder 9.30, 3.13,57cents13,
8000 ieder 57 cents bij.
Diezelfde berekening toepassende op 1848 en in aanmerking nemende dat
de directe belastingen van dien lijd werd geheven naar de kadastrale huur
waarde, evenals de grondbelasting, verkrijgt men:
40000 zielen die aan accijnsen betalen 188700 of f 4 72 per ziel.
36000, die deelen iu de grond- en directe belastingen, welke 48000 op
brengen of 1.33 per ziel.
180j0, die 5800 aan opcenten, personeele belasting, of ƒ0.32 per
ziel.
Derhalve van de 39189 zielen dragen in de plaatselijke belastingen: 36000
zielen j 4,72 en 1.33, ol 6.05 per ziel, daaronder 18000 zielen ƒ4,72,
1 33 en 0.32 cents, te zamen 6 37.
In een slotwoord wordt de vraag beantwoord, die voortspruit uit den strijd
der meeniiigen over de kosten van het openhaar ouderwjjsdie de uilgaven
van jaar lot jaar doen toeinmen: "Wat is waarheid?" M.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van GEBROEDERS MURE, voorheen J.O. i>B>v>s.