PER TELEGRAAF. 3 October 1884. oost it F eedfr hiet. Zondag zgn aan cholera overleden: in het departemen der Oostelijke s a" Pyreneeën 6, te Toulouse 1, in Spanje 9, (waarvan 1 te Getafebij Madrid), """'in Italië 246, waarvan 7 te Spezzia en 161 te Napels, ti De heer Charles Hubert, door de Fransche regeering met een archae- ologische zending in Arabië belast geweest, is onlangs met zijn tolk, te Tafna nabij Mekka vermoord geworden, toen hij op het punt stond zich naar Mekka te begeven, de heilige stad, alwaar, zooals men weet, aan 'de* „„gelovigen de toegang verboden is. Toch wilde hij er doordringen en te """dien einde had hij vrouwenkleeding aangetrokken, en volgens liet Arabische ebruik het gelaat met een sluier bedektals zou hij tot de stoet van een Cheik behoord hebben. De wetenschap Ijjdt door den dood van den bekwamen navorscher een zwaar verlies. Uit Bern wordt aan de Indêpendance gemeld, dat Maandagavond twee ipoortreinende een uit Morteaux, de ander uit Locle. nabij Villers met ftaar in botsing zijn gekomen. De beide locomotieven zijn verbrijzeld. geQe dame werd gedood. Een anderen reiziger werden de beide beenen ^Soorsneden. Van de overige passagiers werden er vijf zeer zwaar, en ver- acheidene anderen licht gekwetst. DVITSCULAND. llit Berljjn wordt gemeld, dat de tijding valsch is, volgens welke de hineesche regeering voornemens zou zijn de drie voor hare rekening te Hiel gebouwde schepen te verkoopen. Integendeel, zij heeft met de firma Howaldt aldaar een contract gesloten voor het bouwen van nog eenige kor vetten, die als particulier eigendom naar China moeten gebracht worden. Op die wjjze hoopt men de internationale moeielijkheden te vermijden, die lol dusverre het vertrek der drie eerstbedoelde bodems belet hebben. In eene bijzondere editie van de Pol. Corr. wordt gemeld, dat de anarchist Kummerer Zaterdag te Weenen opgehangen is ten gevolge van het vonnis van den krijgsraad van 6 September, die hem veroordeeld had wegens deelneming aan verschillende anarchistische moorden, o. a. die op den politie agent Blöch gepleegd. Oskar Renz, de directeur van liet bekende circus, had het ongeluk bij eene voorstelling te Hamburg van het paard te vallenwaarbjj hjj het sleutelbeen brak. OOST-IN DIE. BATAVIA, 23 Augustus. oeili niti n ixpe :haii irdti :uri| ilani ont- na» gdei •sing ngde end, gert l het zjjtL sche ooit velt hart be Ie. De kolonel Demmeni heeft de terugreis naar Atjeh gemaakt via Beng alis, vermoedelijk om aldaar te spreken over dienstaangelegenheden met den resident van Sumatra's Oostkust. Te Penang heeft hij een bezoek ge bracht aan onzen consul en kolonel Dunlop, den waarnemenden resident councillor van Penang, en dejeuneerde den dag na zijne aankomst bij den gouverneur van de Straits, die zich ook te Penang bevond. Den 12" dezer zette de kolonel via de kustplaatsen de reis voort naar Oleh-leh. Naar men verneemt zullen aan de commandanten en verdere officieren van de marine, die deel zullen uitmaken van de zeemacht te Atjeh, boven kunne traktementen daggelden worden toegekend. BH.) - Met leedwezen vernemen wij het overlijden Ie üengarang van den maj. der infanterie J. A. De Visch Eijbergen, een door zijn ondergeschikten alge meen zeer beminden hoofdofficier. Hij is overleden aan malariakoortsen, ,22! «Pgedaan door een te langdurig verblijf te Tjilatjap, die rustelooze werkplaats voor kwaadaardige koortsen. BU.) - Uit Kedirie schrijft men aan de Soer. Ct. Niet gering was de paniek onder de inlanders en Chineczen alhier, veroorzaakt door de overdreven berichten omtrent het spoorwegongeluk op den 8"" dezer. Volgens «les on- Jiis" waren niet minder dan 2 Europeanen, 4 Chineezen en 24 Inlanders gedood en een aantal gekwetst. Men is trouwens gewoon in Indië van eene mug een kemel te maken. De ware toedracht der zaak is deze. De stations- te Madioen, de heer Ros, liet trein 15 op het gewone uur vertrekken naar Ngandjoek. Onmiddellijk daarop herinnerde hij zich, dat de ballast- trein van Babadan nog niet aangekomen was. Als een razende liep de on gelukkige, al schreeuwend, den pas vertrokken trein achterna. Tevergeefs' he trein stoomde rustig voorwaarts. Door e n bocht konden de machinisten 'an de elkander tegemoet snellende treinen het gevaar niet tijdig genoeg ontdekken om de botsing te vermijden. Bij kilometer 165 had die plaats. Vreeselijk werd de locomotief van den exploitatielrein gehavend. Zeven werklieden van den ballasttrein werden deerlijk gewond, twee van dezeven overleden nog dieuzelfden dag. De passagiers kwamen gelukkig met den ichrik vrij, uitgezonderd enkele, die builen en kneuzingen opliepen. De Hationschef is geschorst en zal voor den raad van justitie moeten te rechtstaan. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschik kingen genomen. Civiel departement. Verleend: een tweej. verlof naar Europa, wegens twaalljarigen onafgebroken dienst in deze gewesten, aan den contr. 1' kl. 'ij het binnenl. best. op de bezilt. builen Java en Madura S. G. In 't Veld; miu den mach. van 's lands stoombaggermolen te Soerabaia G. llagenzieker. gen: op verzoek, eervol, de gouverneur van Atjeh en Onderhoorighe- toi P. F. Laging Tobias; als lid A. P. Cameron, F. R. K. Peyer im Hof en H. Holle: de klerk-griffier bij den Proalin te Soekadana 11. Van Beem, lijdelijke verificateur der 5r kl. bij de in- en uitvoerrechten en accijnsen A. Demmink. Benoemd: tot gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden, de kolonel der infanterie H. Demmeni, met bepaling, dat hij tevens belast blijft ■b» het militair commando van dat gewest en dat hij beide functiën zal Uitoefenen onder den titel van civiel en militair gouverneur van Atjeh en Onderhoorighedentot ads-res. van Groot-Aljeh, K. F. H. Van Langen; tot controleur 2' kl. bjj het binnenl. best, op Java en Madura, L. Th. Schneider; 101 controleur 1' kl. bjj het binnenl bestuur op de bezittingen buiten Java 'A Madura, J. Verschuif; lot controleur 2' kl. bjj het binnenl. bestuur op Java en Matfora, F. K. Overduijn; bij den post- en telegraafdienst: tol adj.- inspecteur J. H. W. Voigt en W. II. Bogaardt; tot commies 2' kl. L. Dom en H. F. Versteegh; tot id. 3« kl. VV. Cornelius, thans tijdelijk dien rang bekleedende en de adj.-commiezen J. Van Brero en A. C. A. Boers; tot tjjdel. commies 3« kl. A. J. H. Homburg; bij het centraal-comité in Nederl.-Indië van het Roode kruis: tot lid N. Mac Neill en H. Margadanl; bjj het bestuur over het weduwe en weezenfonds van burgerl. ambtenaren in Nederl.-Indië:. tot lid G. P. II Gongrjjp; tot commies op het ads.-res.-kant. te Malang A. A. Joseph; lot onderwijzer 3e kl. bij het openb. lag. onderwjjs voor Euro peanen en met dezen geljjkgestelden H. Van Strieland en Th. A. Den Daas; lol klerk grillier brj den Proatin te Soekadana W. Van der Vinne; tothulp- onderws. bij het openb. lag. onderw. voor Europeanen en met dezen geljjk gestelden in Nederl.-Indië J. A. G. Arndt. Depaitement ran oorlog. Ontslagen: op verzoek, eervol, wegens vol- brachteu dietisttjjdmet behoud van recht op pens., de majoors der inf. N. Van Marion en D. M. Kaakebeen. Bevorderd: tot majoor der int, L. H. M. Genet; tot 1'» luits. A. J. H. Van Geuns en J. A. L. De Jeer. Vergund: aan den van het leger in Nederland bij dat in Nederl.-Indië gedetacheerden l'n luit.-kwartierm. J. A. keukenmeester, om na 15 Nov. 1884 naar Neder land te vertrekken. Departement van marine. Verleend: een tweejarig verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den 1" machinist bij de gouvernements-marine G. A. Ter Linden. Ontslagen: eervol, de gew. machinist 2« kl. bjj de gouv.-marine F. G. Van Haasten. Benoemd: tot commies bjj de marine-magazijnen te Batavia Ch. T. Toorop. PERPIGNAN, 23 Sept. Zeven soldaten, behoorende tot het Spaansche leger, zijn over de grens getrokken onder het aanheflen van de kreet: «Leve Zorrilla!" Zjj werden gevat, naar Perpignan gebracht en zullen in een meer van de grenzen verwijderde stad geïnterneerd worden. Volgens gerucht bestaat er vrees voor een opstand in Katalonië. LONDEN, 23 Sept. De Standard meldt uit Caïro van gisteren: «Nog twee dépêches van Gordon zijn ontvangen. Steeds acht hjj het bezetten van Soedan door Engelsche troepen raadzaam." INC EZ «INDEN. Juicht Leidenaars en jubelt nu, Viert een schoon feest nu onverlet. Heel 't vaderland, het viert met u Het feest van uw roemrijk ontzet. Juicht nu, weest dankbaar gij allen, Waarlijk, hebt gij er reden toe, Laat luide uw feestlied schallen En wordt dat nooit of nimmer moe, Ter eere van den heldenmoed, Door uwe voorouders betoond; Waarom men het steeds eeren moet En met bewondering beloont; Hoe meer men het beleg herdenkt En al wat er werd geleden, Te meerder hulde men dan schenkt Aan den strijd, zoo fel gestreden. Van alle kanten omgeven Door 't vijandelijke Spaansche kamp, Vele maanden zóó te leven Was van zelfs reeds een groote ramp. Maar nergens uitkomst meer te zien, Honger te lijden, gekweld te zijn Door vele ziekten bovendien, Die aanblik deed de ziele pijn. Wat bood de dappere veste Een toonbeeld van droeve ellende; Wie verwondert het, dat ten leste Smartlijk verlangd werd naar het einde. ,A1 moest men zieh overgeven, Met slechts luttel hoop op genade, Nog beter dan zóó te leven", Sprak een echtgenoot tot zijn gade. .Te sterven door des vijands zwaard, Dat is dan toch een heldendood, Een dapper krijgsman niet onwaard; Maar, bij gebrek aan voedzaam brood, Inwendig langzaam te verteeren, Zware folteringen te doorstaan, Die men niet van zich af kan keeren, Hoe ijsselijk is zulk een bestaan. Neen, ondragelijk is het woord. Wat is dat, welk gejuich, welk gerucht? Droom ik, of heb ik 't goed gehoord, Vervangt gejuich op straat 't bang [gezucht? Waanzinnig werd reeds menigeen. Maar toch, op eens zoo'n groot getal, Onmogelijk, ik ga er heen, Nieuwsgierig, wat ik hooren zal; 't Geen nog in staat is, deze liên Zich inderdaad te doen verheugen; Terwijl zij toch een schouwspel biên, Hun juichen bijna tot een leugen, Dóór, te midden van het arme volk, Het hoofd fier omhoog geheven, Als de zon, door geen donkere wolk Bedekt, maar slechts omgeven, Ziet hij Leidens Burgervader, De edelste burger, Van der Werf; Deez' sprak tot de menigte: .Nader, Hoe is 't, verlangt gij 's lands verderf?" Want aanstonds, bij zijn verschijnen, Klonk het woest: .Geef over de stad, Redt ons, redt mij en de mijnen; 't Is genoeg, ja zelfs meer dan dat. Op den wal en ook in het veld Hebben wij onzen plicht betracht, Ons leven volstrekt niet geteld; De dood werd vaak door ons veracht, Getrouw hebben wij steeds pal gestaan, Letterlijk niets hebben wij ontzien; Nu is 't met onze kracht gedaan, Wat baat 't ons thans nog weerstand [te biên?" Hij antwoord krachtig: .Mannen, broeders Ons lijden is immers algemeen, 't Zij vaders, of 't zij teêre moeders, Gij weet het, dit leed ontziet geen een. Ouden van dagen en kinderen, Aan de rijkste en de armste haard Kan niemand, kan niets 't verhinderen, Geen enkeie blijft immers gespaard; Wij allen, wij moeten het dragen, Wellicht tot onzen laatsten stond; Wij mogen volstrekt niet versagen, Doe dit aan ieder burger kond." .Mijn kind sterft van honger," zoo [kreet nu Eene zeer ellendige vrouw, .Geef ons over; wat belet u, Neem mijn stervend kind en aan- [schouw". Nu trekt, als het licht zoo gezwind, Van der Werf het flikkerend staal, .Hier moeder, voor u en uw kind, Dat het zwaard op mij nederdaal'; Houw af mijn rechterarm, menschen, Hij strekke hun tot voedzame spijs; De overgaaf moogt gij niet wenscnen, Ook met één arm verwerp ik die [eisch". Zulk een fier en mannelijk woord Ontvonkt weer den zinkenden moed Weldra heeft een ieder 't gehoord, Het gaat rond met zeldzame spoed, 't Verzwakt niet, de indruk die blijft Krachtig en voor altijd gezet, Totdat de geschiedenis schrijft: Op heden wierd Leiden ontzet. Veel sterker nog, na drie eeuwen En tien jaren ook nog daarbij, Eert het nageslacht dier leeuwen Het, met luisterrijk feestgetij; Ter eere van hun vaderen moed Onthult men, op Leidens roemrijk erf, En 't doet het vaderlandsche harte goed, Het standbeeld van onzen Van der [Werf. EEN LEIDENAAR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1884 | | pagina 3