m LEiltSCIIi: 18*4. S, MAANDAG 28 JULI. STADS-BE RICHTEN. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. aar geëer T ia li Ci 0 n; bi- ene b te hi intree loei de I atsen k, zj maai 1 het IRE m°. 176. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 1.50, franco p. p. i. a/zonderlyke nommers zijn verkrijgbaar voor 5 cents. De pry's der Advertentiën is van 14 regels 1.iedere regel meer 26 cents, groote letters berekend naar plaatsruimte. JACHT. 6' a t. - De Commissaris des Konings in de Provincie Zuid-Holland, Gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten van den 10d"> Juni 1884. n°. 65; Gelet op art. 11 der wet van den 13,len Juni 1857 Staatsblad n". 87); Brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat bij voornoemd besluit door de Gedeputeerde Staten is bepaald, dat de afzonderlijke jachten op water wild voor dit jaar zijn geopend op Maandag den 28®"° Juli aanstaande, en dat mitsdien van af dat tijdstip de uitoefening der jachtbedrijvenver meld in art. 15, litt. d, en h, der wet op de jacht en visscherij, is ge oorloofd; wordende tevens herinnerd aan de bepaling van art. 1 van het Reglement op de uitoefening der jacht en visscherij in deze Provincie, krachtens welke die jachten niet anders mogen plaats hebben dan op het water, langs de stranden, oevers van meren, plassen, rivieren en op moe rassige landen. En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt, worden afgekondigd en aan geplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in het Provinciaal Blad en in de Nederlandsche Staatscourant worden geplaatst. De Commissaris des Konings voornoemd 's Gravenhage den 1411"1 Juni 1884. F O C K. JACHT. t. is - De COMMISSARIS DES KONINGS in de Provincie Zuid-Holland, 5f 6; 123 91 51: 101 88 93 56 57 35. 10 125 17' 14' 7' 89| 15' 109' llli 104» U0 9?. 0.75 12.- islan lbs 1 Gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten dier Provincie van den 14"'" Juli 1884. n°. 78; Gelet op art. 11 der wet van den 13d'" Juni 1857 Staatsblad n». 87); Brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat, ingevolge bovengenoemd besluit 1°. de opening der jacht op klein wildvermeld in de 2de zinsnede van art. 17 der wet van den 13dc° Juni 1857 Staatsblad n". 87), voor dit jaar in de Provincie Zuid-llolland is vastgesteld op Zaterdag den dertigsten Augustus aanstaande met zonsopgangmet uitzondering van de jacht op faisanten, waarvan de opening is vastgesteld op Woensdag den vijftienden October aanstaande 2°. van die opening voorts is uitgezonderd de uitoefening van het jacht bedrijf. vermeld in art 15, lett. e der aangehaalde wet; 3». de korte jacht dagelijks en de lange jacht slechts drie malen 's weeks, en wel des WoensdagsVrijdags en Zaterdags mag worden uitgeoefend En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt, worden afgekondigd en aan geplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in het Provinciaal Blad en in de Nederlandsche Staatscourant worden geplaatst. De Commissaris des Konings voornoemd, 'sGravenhage, den 22,te" Juli 1884. FOCK. LEIDEN, 26 Juli. De regeerende hertog van Saksen-Coburg-Gotha heeft aan den hoog leeraar dr. Gustaaf Schlegel alhier, wegens zijne bijzondere wetenschappe lijke verdiensten, verleend het ridderkruis tweede klasse der Hertogelijk Saksische Ernestinische huisorde. De 2de luit. van het 4de reg. inf. D. Klinkenberg, is overgeplaatst van Gouda naar Leiden en belast met het onderwijs op den reg. cursus. In den afgeloopen nacht hebben eenige huzaren zich verzet tegen de handeling van een inspecteur van politie om eene bekende claudestine pros tituee naar het poliliebureel over te brengen. Niet voordat meerdere politie- adsistentie was aangekomen, mocht het gelukken twee der belhamels, die toen trachtten weg te loopen, te arresteeren en in bewaring te stellen, ofschoon zij, aanvankelijk in de overmacht zijnde, zich heldhaftig hadden getoond door den inspecteur aan te vallen. Het succes dat den heer A. Van Lier mocht ondervinden bij de opvoe ring van het -/Menscherger je niet" gedurende de kermisweekheelt dien directeur doen besluiten dit stuk morgen, Zondagavond, nogmaals op te doen voeren en zulks tot zekere sluiting der reeks voorstellingen door hem alhier gegeven. Wij vertrouwen dat velen, die tot nog toe verzuimden daarheen te gaan, zich die gelegenheid ten nutte zullen maken om kennis te maken met dit zoo uitnemend voor den kermistijd geschikt blijspel. In het thédtre »Frascati" van den heer H. W. Nieuwenhuis zullen nog Zondag, Maandag en Dinsdag voorstellingen worden gegeven. Ook dit ge zelschap rekent in dezen op den steun van Leidens ingezetenen. Door de opvoering van degelijke stukken zal het trachten den beminnaren van het tooneelspel ook na de kermis nog aangename avonden te verschaffen. Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dageljjks van 35 tot 56 volwassen personen en 2 tot 4 kinderen. Deze week werden op Rhijnzigt genomen 622 zwembaden door hveren en 85 door dames. Temperatuur van het water 20" Celsius. Door den heer Ch. De Nozeilles, directeur van het koloniaal museum te Parijs, gewezen commissaris voor de Fransche koloniën bjj de internati onale koloniale en uilvoerhandeltentoonstelling te Amsterdam, is aan 's rijks ethnographisch museum geschonken een zeldzaam traai bewerkt over kleed van geklopte boombast (Broussonetia), afgezet met franjes van dezelfde stof, afkomstig van Tahiti in deif Zuidzee-archipel. Aan den schenker is de dank der regeering betuigd. In de Staatscourant is opgenomen het verslag omtrent de in 1884 te Breda afgelegde eindexamens, door officierengedetacheerd bij de l,,e afdeeling der krijgsschool en door de cadetten van het 4de studiejaar der koninklijke militaire academie. De minister van buitenl. zaken heeft aan de eerste en tweede kamer der staten-generaalten vervolge op de vroeger ingezonden /Visero-stukken doen toekomen ter ronddeeling alleen voor de leden, de laatstelijk omtrent deze zaak gewisselde nota's en brieven. Z. Exc. heeft tevens mededeeling gedaan van zijn voornemen om weldra eene verzameling van alle stukken op deze zaak betrekking hebbende, ter kennis van de kamers te brengen. Naar aanleiding eener mededeeling van den minister van binnenlandsche zaken, dat te Roosteren in Limburg een geval van longziekte onder het rund vee is voorgekomen en in Pruisennabij de Nederlandsche grenzen die ziekte heerscht, worden door den commissaris des konings in Zuid- Holland vooreerst geene vergunningen tot invoer van slachtvee uit België en Duitschland verleend. Het stoomschip Drenthe, van Java naar Rotterdam, vertrok heden van Aden. De Koning Willem lilvan Amsterdam naar Java, arriveerde 25 dezer te Padang. De Prinses Marie, vertrok hedenmorgen te 10 uren van Amsterdam naar Batavia via Napels. De Utrecht, van Rotterdam naar Java, arriveerde heden te Port-Said. De Voorwaarts, van Batavia naar Li verpool herwaarts, wordt aanstaanden Maandag in IJmuiden verwacht. De N. R. Ct. ontvangt uit Londen het volgende telegram: De verdere bescheiden betreffende de Nisero, zeven en tachtig stukken, loopende van 27 Mei tot 19 Juli, zijn van middag bij het parlement ingediend. De bun del bevat, behalve de reeds gepubliceerde documenten, eenige belangrijke bescheiden. Zoo. de brief van den radjah van Tenom aan Maxwell, dd. 11 Mei; daarin weigert de radjah verder de verantwoordelijkheid te dragen voor de veiligheid van de bemanning der Nisero, omdat hij, naar hij schrijft, de Hollanders gaat bevechten, en tijdens dat gevecht de schepelingen geens zins beveiligen kan tegen de aangekondigde wraakneming van die onderdanen uit Tenom. wier nabestaanden gedurende de jongste expeditie tegen Tenom sneefden. De radjah verzoekt ook van verdere brieven verschoond te blijven, dewijl deze nutteloos zijn, want de radjah weet, dat zjjne Engelsche vrien den ten einde raad zijn, dat de Engelschen niets vermogen tegen de Hol landers, dat de Engelschen zelfs machteloos zouden zijn indien de Hollanders hen ranselden en ketenden. De dépeche welke de Nederlandsche minister van buitenlandsche zaken den zeventienden Juni verzond, gaat in hetWitte- boek vergezeld van uittreksels uit de dagbladen der Straits, om aan te too- nen, dat de overheid en de bewoners der Strait-settlements tegen Nederland vijandig gezind zijn. De dépeche van Granville dd. 5 Juli aan graaf Van Bylandt bestrijdt die beschuldigingen; Granville verklaart, dat de En gelsche regeering volkomen goedkeurt de houding van de overheid der Straits, die zonder twijfel de bemanning der Nisero van den hongerdood redde. Het advies, dat lord Derby den 7d,n Juli op verzoek uitbracht, be strijd mede die beschuldigingen. Lord Derby zegt, dat de overheid der Straits altoos eerlijk samenwerkte met de Nederlandsche overheid in Atjeh. Den 19'° Juli richtte lord Granville eene dépeche aan den Engelschen gezant te 'sGravenhage; Granville betuigt daarin de groote bevrediging der Engelsche regeering over Nederland's aanneming harer voorstellen betreffende de ge meenschappelijke maatregelen ter bevrijding van de bemanning der Nisero, en hij spreekt de verwachting uitdat Nederland's regeering den radjah van Tenom, overeenkomstig de belofte van den gouverneur van Atjeh, zal uit- keeren honderdduizend gulden, zoodra de radja loslaat de gevangenen en erkent Nederlandsch gezag. Granville bestrijd vervolgens de onderstelling van de Nederlandsche regeering, dat Engeland wil medewerken tot de blok kade van de geheele kust van Atjehten einde pressie te oefenen op de bevolking van Atjeh. Engeland wil tot dergelijke blokkade niet medewer ken gelijk Granville aan Van Bylandt mondeling uitdrukkelijk mededeelde, en hij verzoekt den heer Sluart, dat aan de Nederlandsche regeering duide lijk te maken, haar tevens mededeelend, dat de Engelsche regeering aan Maxwell per draad instructie zendt om met Bickford op de Pegasus naar Atjeh te gaan en aan de Nederlandsche overheid aldaar over te leggen het overeengekomen gecombineerd bevrijdingsplan en dit ten spoedigste uit te voeren. In eene afzonderlijke dépeche van den negentienden Juli aan den heer Stuart, nnodigt lord Granville den Britschen gezant uit, bij de Neder landsche regeering aan te dringen op een spoedig antwoord betreffende de gemeenschappelijke, gelijkluidende instructien, welke de Britsche regeering voorstelt aan den Britschen consul te Atjeh en aan de Nederlandsche auto riteit te Atjeh te zenden. De opleiding voor adspirant-administrateurs aan boord van Z'. M'. wachtschip te Willemsoord, thans één jaar in werking zijnde, heeft goede

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1884 | | pagina 1