DINSDAG 24 JUNI.
i E
STADS-BERICIITEN.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
jp^pgag
18»4.
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. Üe prijs der Courant is per vierendeel {aars f 1.50, franco p. p. 2.
afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar voor 5 cents.
De prijs der Advertentiën is van 14 regels f 1.iedere regel meer 25 cents, groote letters berekend naar plaatsruimte.
Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op Donderdag 26 Juni, des
namiddags te Uoee uren.
1*. Voordracht tot indiening van een adres van rouwbeklag aan Z. M. den
koning en 11. M. de koningin.
2°. Verzoek van J. C. Vieweg om restitutie van schoolgeld (97).
3". Suppletoire staat van begrooting en staat van af- en overschrijving op de
begrooting, dienst 1883, van het Nederl. Israëlielisch armbestuur (98).
4®. Verzoek van de firma J. en A. Le Poole om een duiker te leggen van de
Garenmarkt naar den Witten Singel (99).
5». Rekening der Stads-Bank van Leening over 1883 (84).
6®. Idem van de Stedelijke Gasfabriek (91).
LEIDEN, 23 Juni.
Zooals overal in den lande heeft ook in deze stad de tijding van het nog
zoo plotseling overlijden des prinsen van Oranje eene groote verslagenheid
teweeggebracht. In de kerken der verschillende gezindten werd gisteren
het treurige feit herdacht en gebeden ten hemel gezonden voor 't heil van
het vaderland. Op enkele plaatsen geeft men zijne deelneming te kennen
door hel uitsteken van rouwvlaggenterwijl ook in sommige winkels rottw-
etalages zijn aangebracht. Publieke vermakelijkheden worden uitgesteld en het
klokkenspel voor het slaan van het uurwerk op het stadhuis doet zich niet
hooreu.
Bij de op heden gehouden openbare verkooping van cokes, bij partijen
van 100, 50, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste prijzen 34, 18,
/3.60 en ƒ1.80, de laagste ƒ34, 17.50, ƒ3.60 en /1.80.
Uit 's llage wordt het volgende gemeld: De stad is sedert Zaterdag
namiddag 4 ure, op welk oogenblik de onverwachte dood van Z. Iv. II. den
prins van Oranje onder de bevolking diepe ontsteltenis teweeg bracht, in
rouw gedompeld. Omstreeks 5 ure werd de rouw aan het paleis van den
vorstelijken doode zichtbaar, op welk oogenblik alle blinden van het gebouw
werden gesloten.
De doodstrijd trad voor den prins zoo goed als plotseling in. Na den af
loop van het ziekteproces verwachtte niemand een zoo spoedig heengaan,
's Prinsen toestand gaf althans Vrijdag geen grond aan de verwachting van
een zoo droevigen afloop, daar zijn geest alstoen buitengemeen werkzaam en
helder was in die mate dat Z. K. H. na een tijdperk van stilte, zijn wensch
om over enkele aangelegenheden, waarvoor hij in zijn gezonde dagen steeds
met ijver en belangstelling werkzaam was, wederom kenbaar maakte. Zoo
vroeg de prins o. a. of zijn order tot het laten vervaardigen van een zilveren
lauwerkrans bestemd ooi van wege Z. K. H. den 10 Juli bij gelegenheid
van de gedachtenisviering van Prins Willem 1 aan het graf van den Zwijger
te worden gehecht reeds was uitgevoerd. Zeker had men niet kunnen ver
moeden dat de overblijfselen van den prins waarschijnlijk reeds voor dien
gedenkwaardigen dag in de grafruimte zouden dalen als waarin het gebeente
van zijnen grooten voorzaat rustende is. Zoo liet de prins zich ook Vrijdag
aan liet ziekbed het inschrijvingsboek brengen dat gedurende eene ziekte ge
woonlijk in de vestibule ten paleize van een vorstelijk persoon en ook in
Hd. woning lag en deed hij zich door zijn particulieren secretaris uit dat
register van belangstellenden verschillende namen voorlezenja zelfs enkele
handteekeningen hem toonen. De afgeloopen nacht kenmerkte zich ook door
rust. Bij hun ochtendbezoek waren de geneesheeren wederom ernstig ge
troffen door den ingezonken toestand van Z. K. II., het gevolg van de onder
mijning der krachten van den lijder en waarvan de sporen dien ochtend
duidelijker dan ooit te voren werden waargenomen. Bevelen werden achter
gelaten om den doorluchtige zieke zooveel mogelijk met versterkende dran
ken als eiwit met melk, bouillon, een weinig madera-wijn te laven, ten
einde het gemis van vast voedsel zooveel mogelijk te vergoeden. Met kleine
hoeveelheden nam de prins deze lichte voedingsmiddelen in, waarna Z. K. H.
no" eenigen slaap genoot, lntusschen was de lichaamstemperatuur sterk
dalende, "de polsslag reeds flauw en de ademhaling buitengewoon versneld,
zoodat de respiratiewerktuigen wel 40 a 42 malen per minuut werkten. IJs-
omslagen werden aan het hoold van den lijder gelegd en hem ijsbrokjes in
den mond gegeven, hetgeen voor het oogenblik zichtbaar verkwikkend werkte.
Omstreeks half 2 ure was het buiten twijfel dat de Prins zijn bewustzijn
bijna geheel verloren had. In cenigszins ijlenden toestand sprak hij namen
uit van verschillende personen uit zijne hofhouding, zelfs van dienaren vroe
ger aan zjjn paleis verbonden. De hartwerking aanmerkelijk verminderd
zijnde heelt men den stervenden prins met eau de cologne verlrischt en mos
terd omslagen aan zijn hart gelegd. De doodstrijd was evenwel aangevangen.
Üe oo"en, die in weerwil van zijn ingezonken toestand, dusver nog helder
stonden, werden mat. De prins liet het hoofd in het kussen vallen en blies.
dewijl eenige woorden hem ontsnapten waaruit men opmaakte dat Z. K. II.
steeds hulp verlangde, zacht en kalm klokslag 2 ure den laatsten adem uit.
Aan Z. M. den koning was vooraf een telegram verzonden dat de toestand
van zijn zoon hoogst bedenkelijk was en daarna een depêche dathetkonin-
lijk huis in rouw gedompeld was. Met de openbaarmaking van de doodsmare
werd gewacht totdat men ten paleize de zekerheid had erlangd dat de ver
pletterende tijding het geëerbiedigd hoofd van den staat in handen was ge
komen.
De ziekte en de dood hebben tot dusver in de gelaatstrekken van den
kroonprins weinig verandering achtergelatenvan welken toestand gebruik
zat worden gemaakt om het gelaat van den doorluchtigen doode in photo-
graphie te brengen van welke taak de heeren YVollrabe zich zullen kwijten.
Aan het dienstpersoneel van den Prins was het in den namiddag vergund
hun vorstelijken meester op het sterfbed te zien. Gisteren is 's prinsen lijk
geschonwd en vervolgens gebalsemd. Vanaf het oogenblik van den dood be
vindt zich overeenkomstig de hofgebruiken voortdurend een adjudant nabij
het koninklijk lijk. De kolonel liojel vervulde dusver dezen rouwdienst.
Voor zoover bekend is heeft de kroonprins geen testament nagelalen.
Nog schrijft men van daar: Schonken de berichten in vorige dagen nog
eenige hoop dat het dierbare leven van den kroonprins had mogen worden
gespaard, eene noodlottige wending heeft zich in de ziekte geopenbaard en
wat de typhus spaarde heeft de doodelijke zwakte vernietigd. Het besef
van de zwaarte van het onherstelbaar verlies dat Nederland en Oranje voor
den dood van dezen koningszoon lijdt is algemeen. In Hem beweent onze
koning den laatste zijner zonen, eens zijn grootste schat, het koningshuis,
in de laatste jaren zoo veelvuldig en smartelijk getroffen, den laatsten roan-
nelijken nakomeling, Nederland een prins op wien het zijn toekomst had
gebouwd. Wel was van kindsbeen af prins Alexander zwak van lichaam,
maar toen in laterca tijd de knaap rijpte tot een jongeling wiens edele
geestesgave door ieder die met hem in aanraking kwam werden erkend en
bewonderd, toen rees de hoop telkens meer dat deze prins, mocht hij een
maal geroepen worden, den troon te bestijgen, de traditiën van zijn geslacht
glansrijk zou welen te handhaven.
Aan zijne geestesontwikkeling hebben zijne koninklijke ouders met zorg
gearbeid en groot vooral was de toewijding van zijne diepbetreurde moeder,
wijten koningin Sophia. Juist de teerheid van gestel van het beminde knaapje
versterkte bovenmate de lielde die de moeder hem toedroeg. Bij en met de
hoogbegaafde vrouw bracht prins Alexander zijn kinderjaren door en wel
meest op het huis ten Bosch, in de hoop dat de vrije natuur hem levens
kracht mocht schenken in die kinderjaren, toen de aankomende knaap met
enkele makkers blijde speelde behoorden in zijn later leven tot de aange
naamste herinneringen. Op dien gelukkigen speeltijd volgde een voortref
felijke leeftijd. Aan een man van veelzijdige kennis den kolonel der rpdende
artillerie Hooft, werd door onzen koning de vereerende taak opgedragen om
de studiën van den prins te leiden en met geestkracht ondernomen, werd
die arbeid door 't meeste succes bekroond. De leerzame knaap bleek met
een buitengewoon sterk geheugen te zijn begaafd en trok van de lessen van
zijn waardigen meester ten volle partij. In hooge mate vatbaar voor indruk
ken, ontwikkelde zich bij hem naar mate dat hij in kennis toenam, een
welenschappelijken zin, die hem zijn geheele helaas zoo kortstondig leven
onverzwakt is bijgebleven. Daarvan legden de hoogleeraren van de Leidsche
hoogcschool de schoonste getuigenis af, toen hij later ua eenige jaren aan
die Universiteit te hebben gestudeerd. Leiden verliet. Mannen als Vissering,
Buys, Goudsmit waardeerden in hem een hoogbegaafden leerling, volkomen
in staat om van het hooger onderwijs vruchten te plukken. De omgang met
zijne medestudenten leed onder zijne studiën geenszins, de prins stelde er
steeds prijs op hen te ontvangen en van hun kant werd zijne voorkomen
heid en ongedwongenheid zeer geroemd. Die studietijd is ongetwijfeld een
van de gelukkigste tijdperken van 's prinsen leven geweest en toen hij zijn
studiën had volbracht en in de residentie zijn paleis betrok, gaf hij aanstonds
blijk zijn leeftijd niet als geëindigd te beschouwen.
Van het recht hem geschonken om de zittingen van den raad van state
bijtewoncn maakte hij vaak gebruik en met groote belangstelling liet hij
zich inwijden in al de onderdeelen van het staatsbestuur. Met voorliefde nam
hij kennis van de praktijk der wetgeving en zijne scherpzinnige opmerkin
gen gaven ook den leden van dat hooge staatslichaam een zeer goeden dunk
van de bekwaambedeu van den vorstenzoon de prins, wiens gezondheidstoe
stand ook toen meermalen te wenschen overliet, zoodat hij herhaaldelijk
zich buiten 's lands moest begeven en zelf eenmaal een vrij langdurige reis
naar Algiers ondernam, beijverde zich nog op andere wijze zijn kennis te
verrijken. Hij stelde er een bijzonder genoegen in ten z'ijnent staatslieden
van verschillende richting, mannen van wetenschap en talent te ontvangen
en zich met hen in vertrouwelijk gesprek te onderhouden over onderwerpen
van allerlei aard. (lp die wijze bleef hij ook volkomen op de hoogte van
al hetgeen er omging en zijn algemeene kennis bereikte daa.nioor een hoog
peil. Voorliefde naar de krijgsmanskunst had hij niet, olsel ïoon hij ook op
dat gebied voldoende op de hoogte bleef, wat trouwens zijn militaire rang-
de prins klom tot generaal-majoor der infanterie, kolonel der husaren en
der artillerie en schout bij nacht a la suite op-hem gebood.