betrekking te stellen met den heer Bohndorfï', die het bericht van Schuver's dood had afgezonden. Dr. Behm merkt op, dat de gebeurtenissen in Soedan wel den reiziger in hacheiijken toestand moeten hebben gebracht, maar dat dit nog geen reden is om alle hoop te laten varen. //Reeds dikwijls," zoo schrijft hij, //zijn bekende reizigersin Afrika voordood verklaard en toch had ik later het genoegen ze gezond en wel voor mij te zien. Juist nu Schuver zoovele nuttige gegevens verzameld had en zich zoo uitstekend in het doen van topographische waarnemingen had geoefend, zou het ook voor de weten schap een groot verlies zijn, als het gerucht werd bevestigd. Ik kan en mag het nog niet als waar aannemen. Bohndorfï zelf, die dr. Junker vergezeld heeft, heb ik voor dood gehouden, daar hij reeds voor 1% jaar dr. Junker had verlaten en niets meer van hem werd vernomen. En zie! nu komt hij op het onverwachts weder levend te voorschijn." Dr. Behm geelt vervolgens eenige inlichtingen over de beste wijze om zich met Bohndorfï in betrekking te stellen en eindigt met de mededeeling, dat het laatste wat hij van Schu ver ontving, eene schets was van Khartoem en het terrein ten Noordwesten van de zamenvloeiing der beide Nijl-armen, welke kaart in de tweede afleve ring der //Mittheilungen" van dit jaar zal worden opgenomen. Hbl R.die voor de arrond.-rechtbank te Amsterdam terecht stond ter zake van het toebrengen van een slag met eene parapluie op het linkeroog van een persoon, die zicli des nachts in de Kalverstraat eene ongepaste handeling tegenover zijne vrouw veroorloofde, is gisteren deswege veroordeeld tot be taling eener geldboete van vijftig centen. Het aantal landverhuizers, dat gedurende het jaar 1883 van Amsterdam naar New-York is vertrokkenbedroeg 10,581. Men schrijf aan de N. R. Ct. uit Zandvoort van 23 Januari: Bij het redden van de bemanning der Independenceop gisteren, weigerde kapt. K. Bernart het schip te verlaten. Eenigen tijd later echter gaf de achterge bleven kapitein noodsein. De reddingboot ging daarop opnieuw in zee; maar andermaal verkoos de kapitein te blijven. Eindelijk in den namiddag, toen de stormwind heviger en de branding geweldiger werd, kwam de man voor goed tot inkeer. Wederom ging de reddingboot in zee en hadden de moe dige redders de voldoening ook den kapitein behouden op het droge te bren gen. Alles is zonder onheil afgeloopen. Heden nacht heeft de storm de Indépendance wat dichter bij het strand en een paal nader bij het dorp gebracht, zoodat ze nu op 4 palen zuid zit. Aan het bergen van inventaris of lading kan bij de hooge zee en den thans steeds heviger wordenden storm niet gedacht worden. Door wijlen ,jhr. mr. W. Boreel van Hogelanden is een legaat van 1000 vermaakt aan de Nederl. Herv. diaconie-armen te Velzen. Aan het examen voor de vacante betrekking van kapelmeester bij het stafmuziekcorps der Kon. Nederl. marine te Helder werd deelgenomen door acht adspirantenwaaruit benoemd is de heer Koning, onder-kapelmeester bij de stafmuziek van het 6de regiment infanterie. Sedert een paar dagen is in het Geb. v. K.en W. te Utrecht tentoongesteld het huldeblijk aan HH. MM. den koning en de koningin, aan te bieden door Utrecht's burgers als een aandenken aan het bezoek van HH. MM. aan Utrecht op 15 Oct. 11., bij gelegenheid van de onthulling van het standbeeld van graaf Jan van Nassau. Dit huldeblijk bestaat uit een prachtig kastje van zwart hout. In de front d'espice bevinden zich de wapens van HH. MM., met eene kroon daarboven. Die wapens zijn in kleuren geëmailleerd, hetgeen tegenover het beeldhouwwerk een prachtig effect maakt. Onder de wapenen staan de spreuken //Je maintiendrai" en «Palma sub pondere crescit". Ver der is in het midden van de deur een prachtig zilveren schild aangebracht met vergulden gedreven krans van oranje-bladeren daar om heen; op het schild bevindt zich het Utrechtsche wapen en daaronder de woorden: //Al bum 11H. MM. den koning en de koningin aangeboden door Utrechts bur gerij in October 1883". De deur van het kastje is van boven gesloten en slaat als eene klep naar beneden, waarop dan de photographieën liggen, die de kast zal bevatten. Deze zijn 20 in getal en uitsluitend voor deze gele genheid gemaakt, en de platen na afdruk vernietigd, opdat geen andere af drukken gemaakt zoude worden. Zij zijn al bijzonder goed geslaagd en ge nomen naar verschillende stadsgezichten. Al deze photographieën zijn geno men eenige dagen na het bezoek van HH. MM. daar ter stede. Een bezoeker van een koffiehuis te Arnhem had eergisteren het ongeluk, toen hij zich even wilde verwijderen, eene verkeerde deur te openen en in den kelder te vallen. Hij bekwam eene wonde aan het hoofd en hersen schudding. Zijn toestand is hopeloos. Voor eenigen lijd vond iemand in 't Halterveen een oud geldstuk. Toen dat ruchtbaar werd, kwamen andere op de gedachte, dat daar wel een spaar potje verborgen kon zijn. Onlangs ging een man aan het zoeken, en werkelijk vond hij eenige oude munten. Een buurman, die hem bespied had, was er spoedig bij en smaakte de voldoening ruim 300 geldstukjes op te delven. De eigenaar van het veld, hiervan onderricht, brengt nu de mijn in ontginning. Hij is druk aan het zoeken. Tot dusverre is zijn vondst niet groot, maar misschien komen de schatten. De opgegraven stukken zijn klein, de groot ste als een kwartje, en van verschillende wapens voorzien. PD. C.) De vereeniging van gasfabrikanten in Nederland heeft aan de jury der gas-tentoonstelling te Middelburg eene gouden medaille beschikbaar gesteld, met de opdracht, dat die moet worden uitgereikt aan den inzender van de beste gas-toestellen voor verwarming en koken. Uit de juryleden zijn benoemd tot voorzitter, de heer D. Van der Horst, directeur der gasfabriek te Leiden, en tot secretaris, de heer P. Polet, te Middelburg. Te Grefralh, niet ver van Venloo, heeft men een oppassend huisvader vermoord en hem zijn geld, ten bedrage van 6 Mark, afgenomen. De moordenaar is nog onbekend. Te Maastricht heeft zich eene commissie gevormd om den 1500slt° ge denkdag van den dood van den bisschop St. Servatius met den meesten luister te herdenken. aan aam cemi dr- den uitvoeren. GRAVENHAGÈ, 24 Januari. De minister van oorlog heeft geantwoord op het verslag van de eersit kamer der staten-generaal betrekkelijk hoofdstuk VIII der staatsbegrootiuj voor 1884. In dat antwoord toont de minister aan, dat de begrooiinj ƒ1,861,784 lager is dan die voor 1883. In vorige'jaren beliep de begrootin» katf 22, 23 en zelfs ruim 24 millioen, thans nog geen 20% millioen. Eenf500 blijvende bezuiniging kan bezwaarlijk worden verkregen, indien men htjrHet krijgswezen wil brengen en behouden op de hoogte van de eischen des tijds en zeker niet zoolang jaarlijks nog aanzienlijke sommen moeten wordei besteed voor maatregelen van buitengewonen aard, als de uitvoering dei D vestingwet en van het kazerneringsplan, de aanschaffing van zwaar geschil:8ela en dergelijke. Wil men zich ernstig en degelijk wapenen voor de verdedi Bf'ë ging van den vaderiandschen bodem en voor het behoud der nationaliteit kinÉ wil men ineen woord zekerheid, dat in de ure des gevaars onze vrijheid et zelfstandigheid met kracht zullen worden gehandhaafd, dan is het brengen vat zoel die offers onvermijdelijk. Wat de manoeuvres betreft, zegt de minister, daide* het nut dier oefeningen zoo veelzijdig en algemeen is, dat de daaraan teinati koste gelegde gelden ten volle vruchtdragend mogen heeten Tot ingrijpend verandering en afdoende verbetering van de levende strijdkrachten, kaï13 geen beslissing worden genomen, zoolang het niet is uitgemaakt wat d de voorgenomen herziening der Grondwet zal brengen. De nieuwe kazerne - zijn noch builengewoon kostbaar, noch ondoelmatig. Ten aanzien van d beperking van de vergunning om buiten dienst wapenen te dragen, -vensch de minister niet verder te gaan dan bereids is geschied. In het loopend jaar zal de garnizoensverwisseling zich slechts bepalen tot eene compagni infanterie. Het is de ernstige zucht van het departement om ten opzicht voor van het voortwerken aan de vestingwerken, met de volksvertegenwoordireet' ging zamen te werken, d. i. om de vestingwerken langzamerhand te doe ,an de 1 wett Door Z. M. is aan den heer S. J. Maier vergunning verleend tot he jjejal aannemen der versierselen van ridder 4« kl. der orde van het Borstbeel ïerb van den Bevrijder,- hem door den president der Vereenigde Stalen van Ven: zuela geschonken. Door Z. M. is bepaald, dat in den loop van het jaar 1884, voor de tijd van vrjf jaren zullen worden gedetacheerd: bij het leger in Nederlandscl CoBr lndië, de kapiteins J. Joha en H. M. W. Van Meel, respectievelijk van hl ïoor le en 3' reg. infanterie; de 1' luit. F. W. G. Nieuwiand, van het 4» re infanterie, en de 2e luitt. M. J. L. Oudshoorn, G. A. Van Driel ën A. Ho land, respectievelijk van het 2', 7' en 8e reg. infanterie; alsmede de kap tein P. Dannenburgh, van het 3e reg. vesting-artillerie; bij het leger hi te lande, de na te noemen officieren van het Indische leger, als: bij 1« reg. infanterie: de kapitein J. A. A. In 't Veld en de le luit. A. E. Ii merman; bij het 2e reg. infanterie: de le luit. G. D. Van Epen; bij het reg. infanterie: de kapitein G. De Lang en de 1« luit. S. J. Cochius; bij b 7' reg. infanterie: de le luit. A. C. Dorrenboom, allen van het wapen d infanterie, alsmede: bij het 3e reg. vesting-artillerie: de kapitein W. Boet, van het wapen der artillerie. Door Z. M. is de tijd van duur der detacheering bij het leger in derlandsch-Indië van den ltn luit. der infanterie D. N. Dietz, van het leg hier te lande, aanvankelijk bij besluit van 24 Januari 1877 n". 22 vastji steld op vijf jaren, en bij besluit van 14 Augustus 1881 n°. 18 verleg met twee jaren, andermaal verlengd met één jaar, en alzoo nader bepai tot 17 November 1884. Ingevolge machtiging des konings is de heer Edward Brine erkend toegelaten als vice-consul van Engeland te Gravenhage. De minister van koloniën ad interim zal op 25 Januari a. s. gt audiëntie verleenen. Z. M. de koning verleende heden namiddag ten 1 ure de bereids ai gekondigde audiëntie aan den voorzitter en de leden van de eerste der staten-generaal, die zich daartoe en corps in ambtscostuum naar I paleis begaven. In de zitting van de eerste kamer van heden is, na de replieken, algemeen debat gesloten. Hoofdstuk II is aangenomen en met de behanl ling van hoofdstuk justitie is aangevangen. De minister beloofd een novi strafwetboek. Morgen voortzetting. De heer mr. K. A. Meeussen, een man, die vele jaren den lande in ti schillende betrekkingen trouwe en gewichtige diensten bewezen heeft heden alhier overleden. De heer Meeussen begon zijne loopbaan in de ret terlijke macht en werd later minister voor de zaken van den R. K. dienst onder een der ministcriën van Thorbecke; ook is hij gedurende ten tijd minister van justitie geweest. Tjjdens zijn lidmaatschap van tweede kamer der staten-generaal, hetwelk hij voor zijne benoeming totf- 10 600 eiscb de g en v vemt mini en n Op Al d ware van raige verva een ric I nisier bekleedde, schaarde hij zich steeds bij die aanhangers van Thorbet beginselen, heden ten dage meer bekend onder den naam van //de oude gari Zijne diensten als staatsraad, tot welk ambt hij na zijn terugkeer tot private leven werd benoemdwerden zeer op prijs gesteld. In de zamenleii was Meeussen hooggeacht door zijn edelmoedig karakter en zijne gro mate van hartelijkheid. Tot een zijner meest trouwe vrienden behoorde len den president der tweede kamer, de heer Dullert. De heer Meeus werd in 1815 te Bergen op Zoom geboren. De overledene was versierd het kommandeurskruis van den Nederl. Leeuw. HH. inges De bij k palin af, v verza BUIÏENLANDÖCHE BERICHTEN. BELdlE. Dinsdag is te Antwerpen de akte van oprichting gepasseerd dernl looze vennootschap, welke zich de organisatie der internationale tentoois ling, aldaar in 1885 te houden, ten doel stelt. Het kapitaal is vastgesl op 1% millioen Ir., verdeeld in 15,000 aandeelen a 100 fr., waarvan te Ki De zekei huize sterv Van den er n< BE gevat tijdel BR het n sterse

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1884 | | pagina 2