BUITBNLANDSCHE BERICHTEN.
leden worden gekozen, herziening der wet op het lager onderwijs. De be
kende bezwaren tegen die wet werden ontwikkeld en de wet voorgesteld
als eene hoofdoorzaak van den ongunstigen financiëelen toestand. Zoo werd
bij deze begrooting weer 1% millioen meer dan voor het loopend jaar toe
gestaan. Deze leden verklaarden algemeen, dat zij tot geenerlei versterking
van 's rijks middelen zouden medewerken, zoolang niet door de regeering
minstens uitzicht werd gegeven op zoodanige wijziging dier wet, waardoor
de te zware eischen, die zij aan de openbare geldmiddelen oplegde, zouden
worden verminderd. De meerderheid gaf echter geenszins toe dat de finan-
ciëele nood aan de uitgaven voor het lager onderwijs moest worden gewe
ten, terwijl bovendien toch een zeer gunstig resultaat hadden opgeleverd:
de verbetering van het lager onderwijs. Op dit gebied was der regeering
geen spilzucht ten laste te leggen. Het was nog zeer de vraag of bevredi
ging der wenschen van de tegenstanders der tegenwoordige schoolwet, wel
tot vermindering van uitgaven zou leiden. Eenzijdig en onjuist was de
voorstelling dat de regeling van het lager onderwijs 's lands financiën te
gronde richt en tot het opleggen van nieuwe lasten aan de ingezetenen dwingt.
Naar aanleiding van deze beschouwingen dringt de commissie van rappor
teurs er bij de regeering op aan om alsnog alle niet dringend noodzakelijke
uitgaven van de staatsbegrooting te verwijderen, alle tractementsverhoogingen,
van welken aard ook, dit jaar achterwege te laten en voorts ook van het
materiëel veel lager cijfers uit te trekken dan thans worden voorgedragen,
's GRAVENHAGË, 1 November.
Door Z. 51. zijn benoemd: tot ontvanger der registratie voor de bur
gerlijke akten en der successierechten te Utrecht, L, Roosenburg, thans
ontvanger der registratie en domeinen te Zwolle, en tot ontvanger der
registratie en domeinen te Harlingen, A. Rouman, thans in dezelfde betrek
king te Venloo.
Door Z. 51. is aan W. Rombouts, op zijn daartoe gedaan verzoek, met j
ingang van 15 November 1883, eervol ontslag verleend als deurwaarder bij
het gerechtshof te Arnhem, en aan jhr. J. C. H. Rloys van Treslong, op
zijn daartoe gedaan verzoek, met ingang van 1 Februari 1884, eervol ont
slag verleend als notaris te Epe.
Gisterenavond is aan de leden van de tweede kamer rondgedeeld een
bundel stukken, 92 folio vellen druks, zijnde een ontwerp tot wijziging van
het Wetboek van Strafvordering met memorie van toelichting en omvattende
bijna het geheele wetboek. In die memorie wordt echter verwezen naar de
algemeeue beschouwingen, gevoegd bij het ontwerp van wet tot wijziging
der wet op de rechterlijke organisatie, zoodat de minister, wat de stral- i
vordering betreft, zich meent te kunnen bepalen tot eene toelichting der
artikelen vervat in de verschillende titels of afdeelingen van het wetboek. j
Daar echter de stukken nopens de wet op de rechterlijke organisatie nog
niet zijn rondgedeeld, kan vooralsnog nopens den inhoud der algemeene be
schouwingen niets medegedeeld worden.
In de verleden week behandelde drankwetquaestie heeft de rechtbank
heden uitspraak gedaan. Zooals men weet had P. te Scheveningen, die eene
mondelinge vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein had ver
kregen, nadat die voor zijn schoonvader was ingetrokken, de heropening
van een "bierhalle" aangekondigd, waaruit burg. en wetb. afleiden dat de loca-
liteit van bestemming was veranderd, waardoor de vergunning verviel. Over
eenkomstig den eisch van het openb. min. is P., die desniettemin drank
verkocht, tot geldboete veroordeeld wegens den verkoop van sterken drank
zonder vergunning. Van dit vonnis heeft de betrokkene zich onmiddellijk
in appèl voorzien.
BELGIË
Eenige welgeslaagde proeven met kanonnen van de Cockeril-maatschappij
te Seraing, die onlangs van wege de Belgische regeering genomen werden,
zullen, naar men verwacht, leiden tot het herstel van de rijks-kanongieterij
te Luik, waaraan dan de genoemde maatschappij het metaal zal leveren. In
den laatsten tijd wordt de Belgische artillerie door de fabriek van Krupp van
kanonnen voorzien.
ENGELAND.
Gisteren is de internationale visscherijtenteonstelling te Londen gesloten
door den prins van Wales, in tegenwoordigheid van eenige leden van het
corps diplomatique. De prins bedankte de vreemde regeeringen voor den
krachtigen en belangrijken steun, door hen verleend, en kondigde aan dat
in 1884, 1885 en 1886 dergelijke tentoonstellingen zullen worden gehouden.
De tentoonstelling van 1884 zal betrekking hebben op de openbare gezondheid
en opvoeding. Die van 1885 op de uilvindingen op industriëel gebied en op
machineriën, uitgevonden tot besparing van arbeid. Die van 1886 op de pro
ducten der Engelsche koloniën en van Indië. De heer Birkbeck, de voorzitter
der tcntoonstellings-commissie, deelde mede, dat ruim 2,700,000 personen de
tentoonstelling bezochtenzoodat dan ook zeer gunstige resultaten en een
belangrijk saldo werden verkregen.
De oorzaak van de ontploffing te Londen op den onderaardschen spoor
weg eergisterenavond, blijft nog altijd een geheim. Zij schijnen niet,zooals
men eerst geloofde, door gas veroorzaakt te zijnde aangerichte schade
doel eer aan dynamiet denken. Men verdenkt de Fenians. Gisterennacht
bewaakte de politie al de stations van den onderaardschen spoorweg. Eene
sterke politie-macht bewaakte ook de parlements-gebouwen. Uit een onder
zoek door de politie is gebleken dat de ontploffing op de onderaardschen
spoorweg niet veroorzaakt is door gas; in geen geval was het dynamiet,
maar waarschijnlijk nitroglycerine. Het verkeer was gisteren weder geheel
hersteld.
Bij een maaltijd te Brixton uitte lord llartington de hoop, dat de heer
Gladstone bij het feestmaal in de Guildhall zal kunnen aankondigen dat de
vrede van Europa verzekerd is. De moeielijkheden tusschen Frankrijk ei
Engeland zjjn op eene bevredigende wijze uit den weg geruimd. Met bs
trekking tot Egypte heeft Engeland aan Europa woord gehouden, na er d:
handhaving der orde verzekerd en de belangen der Europeanen gewaarborgi
te hebben. Wij zijn er niet gebleven, zeide spreker, ten einde onze tocl
reeds al te groote verantwoordelijkheid niet nog te verzwaren.
De pakketboot Holyhead is tusschen Dublin en Holyhead in aanva-
ring gekomen met eene Duitsche brik. Beide vaartuigen zonken. Alle pas.
sagiers van de spoorwegboot werden door de loodsboot gered, alsook di
bemanningmet uitzondering van twee personen. Van de Duitsche bril
werden insgelijks velen gered.
Op de beurs te Liverpool heerscht eene. groote beroering tengevolgi
der reeds vermelde faillissementenwelke eene crisis teweeg brengen in di
katoenindustrie. De toestand van de markt is zeer gespannen. Er loopt een
gerucht dat een nieuw faillissement verwacht wordt.
-- Uit Bombay wordt gemeld, dat de stad 51usseck door een broeder vat
den Iman belegerd wordt. De Engelsche kanonneerboot Philomel beschiet
het kamp der belegeraars. Het beleg duurt reeds vier dagen. De Engelscbt
onderdanen zijn aan boord van de Philomel gegaan.
De Egyptische regeering heeft de tijding ontvangen, dat generaal Hicki
Beach, na twee malen met den vijand slaags te zijn geweest, El Obeids
binnengetrokken, welke plaats door hare verdedigers werd verlaten. Vat
de troepen van den valschen propheet werden velen gedood, terwijl zjjot
aanhangers nu geheel uiteen zijn geslagen. 51en weet nog niet wat er vat
den 51adhi is geworden. Bijzonderheden ontbreken. Van generaal Hicks
zeiven kwamen nog geen berichten.
Door de aardbeving in Kleiu-Azië zijn minstens dertig kleine steden et
dorpen, alsmede een aantal gehuchten en alleen staande huizen vernield ol
onbewoonbaar gemaakt. Vooral Vourlah, eene stad van 30.000 inwoners, et
de omliggende dorpen hebben veel geleden. De inwoners zijn allen gekant
peerd in het open veld. Ilct verlies van menschenlevens is grooter dan in de
officiëele opgaven vermeld werd.
De Transvaalsche Staatscourant van 20 September bevat de volgend:
bekendmaking: «Ter algemeene informatie wordt hiermede bekend gemaakt
dat, ingevolge besluit van den HEA. Volksraad, dd. 4 Juli 1883, art. 57Ü,
door de regeering, onder dankbetuiging voor al de door ZEd. bewezen diet
sten aan de Z. A. republiek, eervol ontslag verleend is van 1 Augustus U.al
aan den WeldEdJ Gestr. heer dr. E. J. P. Jorissen, als staatsprocureur dtt
Z. A. republiek.
.Op den Baltimore- en Ohio-spoorweg bij Pittsburg heeft eene dynamiet'
ontploffing in een tunnel plaats gehad. Vjjf mannen, het personeel van eet
goederentrein, kwamen daarbij om het leven.
FBANKRIJH.
In de gisteren door de kamer van afgevaardigden gehouden zitting heelt
de heer Clémenceau tot de aanwezige leden van het kabinet het verzoek
gerichtdat een hunner de rede des heeren Perzin zou beantwoorden. Toen
hierop het stilzwijgen werd bewaard door de ministers, beklom de beer
Clémenceau de tribuue, en deelde mede dat hjj de feiten zou resumeereu,
waarover de regeering verklaringen schuldig is.
Bij de daarop voortgezette discussie over de interpellatie betreffende Tong-
kin herhaalt de heer Clémenceau de beschuldigingen, door den heer Grand
tegen het kabinet-Ferry uitgebracht. Hjj somt de redenen op, waarom lij
wantrouwen in het tegenwoordig kabinet stelt en handhaaft zijne bewering,
dat aan het tractaal-Bourée een begin van uilvoering is gegeven. De ml
nister Challemel-Lacour protesteert hiertegen. De spreker, zijne rede ver
volgende zegt, dat de expeditie naar Tongkin thans geen uitweg meer biedt
De heer Ferry is aan de kamer opheldering schuldig over de middelen welk:
de regeering heeft aangewend, over de gevolgen daarvan en over de bewr-
ringen in het buitenland, waarop is gezinspeeld. Het geldt hier geene porie-
feuille-quaestie, maar het belang van het vaderland.
De minister-president, de heer Jules Ferry, is thans aan het woord. 0|
de beschuldigingen, door den heer Clémenceau uitgebracht, verklaart tij
alle partij-polemiek te laten rusten. Het geldt hier alleen de vraag, of d:
politiek der regeering al dan niet door de kamer wordt goedgekeurd. Ik
regeering is niet afgeweken van de voorzichtigheid en gematigdheid, welk:
haar gebiedend waren voorgeschreven. Hij spreekt daarbij terloops over d:
Tuneesche aangelegenheden en doet de onbillijkheid uitkomen der beschuldi
gingen, welke indertijd tegen Gambetta werden gericht. Hij treedt daarna
in een uitvoerig geschiedkundig overzicht van hetgeen sedert 1874 in Tongkii
is gebeurd, en zegt dat de expeditie derwaarts eene echt Fransche onder
neming is. De koloniale politiek van Frankrjjk opent een tjjdperk van ar
beid en werkzaamheid; hij wijst daarbij op het voorbeeld van naburige rijken
en wenscht Frankrijk geluk met het feit, dat het tot in de nabijheid vai
China genaderd is. De bezetting van Hué wordt door hem verdedigd. Op
het verwijt, dat hij het parlement niet bijeenriep, antwoordt hij, dat eene
regeering, welke zich zelve eerbiedigt, begint met te handelen, en eerst
daarna het oordeel over haar gedrag aan de wetgevende macht vraagt. Br
//Zwarte Vlaggen" trekken zich terug. Hij betoogt verderdat het tractaal
van 1874 o. a. de bepaling bevat betreflende het protectoraat over Anat
De spreker geeft, tot staving zijner bewering, voorlezing van art. 2 van dat
tractaat, en kondigt de aanstaande indiening van supplementaire credieten
aan. Eene wettelijke bepaling, waarbij hel zenden van troepen wordt ver
boden, bestaat niet. Om te bewijzen, dat Frankrijk niet in breuk met
China verkeert, leest hij eene depêche voor van den zaakgelastigde te Pekiu.
Indien China den tegenwoordigen staat van zaken al niet erkent, wil het
toch de betrekkingen met Frankrijk niet afbreken. Hij geeft ook voor
lezing van eene depêche van den heer Tricou i. d. 29 October, waaruit
blijkt, dat Tseng door Li-Hung-Chang is gedesavoueerd. De heer Ferry ge
looft niet aan een oorlog met China, en twijfelt niet aan de overwinning
der Fransche wapenen. Riet betrekking tot de vermoedens in het bui-