LEIPSCIE 883. If0. 253. VRIJDAG 26 OCTOBER. BINNENLANDS CHB BERICHTEN. I)e Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 1.50, franco p. p. f 2. nommers zijn verkrijgbaar voor 5 cents. De prijs der Advertenliën is van 14 regels f 1.iedere regel meer 26 cenls, groote letters berekend naar plaatsruimte. g-jr^^T-rr-r; iTnvrrgasEsasg-avo'tr a IJ. :I: LEIDEN, 25 October. In de heden gehouden raadszitting waren tegenwoordig de hh. )e Fremery, Ilarlevelt, Bool, Van der Zweep, Bredius, Wilbelmy Damsté, [aayer. Van Dissel, Land, Dercksen, De Geus, De Clercq, Was, Driessen, Van Wensen, Knappert, Verster, Cock, De Goeje, Donner, Van der Hoeven, terg en de voorzitter. Aan de orde was de benoeming van eene leerares in de handwerken aan jt h. burgerschool voor meisjes, als zoodanig werdingevolge de voordracht, «noemd mej. R. II. C. Diest Lorgion. Het verzoek van H. Broese van Groenou, io restitutie van schoolgeld, en de voordracht betrekkelijk de verhuring ran het raamiand onder Zoeterwoude, werden beiden zonder hoofdelijke stemming toegestaan. Over de behandeling van de reclames, in zake de plaatselijke directe belas ting, vroeg de heer Bredius het woord, waarop voor een oogenblikde open- harheid der zitting werd opgeheven. Na heropening werd het door burg. en wetli. voorgestelde aangenomen, met de uitzondering, dat de aanslag van jen heer C. Christiaanse met ruim 18 gulden werd verminderd. Aangaande de voordracht, betrekkelijk de liquidatie van het Utrechtsche jaagpad, vroeg de heer Was het woord. Hij geloofde dat de gemeenschap pjsschen Leiden, Utrecht en Woerden, gesloten 2jf September 1663, geheel van privaatrechte^lijken aard was en dat de aeelgenooten derhalve wel degelijk bevoegd waren om door opzegging een einde van deze maat schap te maken, zooals gebeurd was in 1878. lulusschen nu door de ad ministratieve macht in tegenovergesteld^ zin was beslist, geloofde hij in het Mang der gemeente beter in eene desnoods slechte schikking te treden dan te procedeeren. Slechts de concepten der schikkingen tusschen ver schillende partijen zag hij gaarne beter geredigeerd, zoo zoude hij o. a. gaarne zien dat in de conceptregelingtusschen de gemeenten Leiden en Woerden eenerzijds en de gemeente Utrecht anderzijds de gcheele consi derans zoude vervallen, volgens zijne meening is deze gcjtecl overbodig. In een contract tusschen partijen aangegaan behoeft volstrekt niet ingelascht worden de reden, waarom men er toegekomen is om de overeenkomst te sluiten. Hetgeen te veel is kan nooit ten goede komenmaar schaadt daarente gen meestaldus ook hier kan dit het geval zijn. In de conceptregeling tusschen de gemeente Leiden eenerzijds en de gemeente Woerden anderzijds zag hij eene groote taalkundige lout. Hij las hierin dat de gemeenten Leiden en Woerden Kortdurend eene som van 4000 gulden zouden betalen tot onderhoud van het jaagpad, terwijl er in dezelfde alinea staat zoolang de provincie het jaagpad onderhoudt. Volgens spreker vormen deze beide woorden eene con tradictio in terminis. Ook verwonderde het spreker ten sterkste dat er geen conceptregeling tusschen de gemeente Leiden en de gedeputeerde staten van Zuid-Holland bestond. Gaarne zoude hij het tot stand ten van zulk eene conceptregeling zien, vooral omdat hij er de twee volgende voorwaarden in wenschte opgenomen te zien, en wel: 1*. dat de provincie zich verbinde het jaagpad goed te onderhouden: 2'. dat de overdracht van het eigendom van het jaagpad afhankelijk ie gesteld worden van een subsidie te verleenen door de plattelands-ge meenten gelegen aan het jaagpad. Volgens spreker zou de provincie gaarne inde eerste voorwaarde berusten, daar het voor deze van zeer grootbelang is. Moge voor deze gemeente het tegenwoordig belang niet groot zijn, on waarschijnlijk is het niet dat dit belang ook voor haar zeer groot tan worden. Als bewijs hiervan haalde spreker aan de vreugde en blijdschap die er allerwege bestond bij het tot stand komen van bovenge noemde maatschap, terwijl twee eeuwen later dat zeilde jaagpad, het onder werp dier maatschap, een lastpost mag genoemd worden.j De tijden kunnen echter weer veranderen en hetgeen nu een lastpost is kan later groot voor tel aanbrengen. Dus ook de gemeente heeft een groot belang dat het jaag pad onderhouden worde. Wat het tweede punt aangaat, hij geloofde dat de 12 plattelands-gemeenten aan het jaagpad gelegenniet het minste bezwaar tegen deze voorwaarden kunnen inbrengen, daar vooral deze op het behoud 'an het jaagpad het grootste belang hebben. De heer Cock verdedigde de concept-regeling zooals deze thans is. De heer Van Dissel geloofde dat het teer geraden is de voordracht aan te nemenomdat niet alleen Leiden toch steeds gebruik kan maken van het jaagpad, en het subsidie door haartever- leenen niet groot is, terwijl de kosten van onderhoud van het pad, vooral ®et het oog op de aanstaande uitbaggering, steeds grooter en grooter zullen idea. In stemming gebracht werd de voordracht van burg, en welh. aan genomen; waarna ook de begrooting van het stedelijk werkhuis zonder hoof delijke stemming werd goedgekeurd. Vervolgens werd de begrooting van de inkomsten en uitgaven der gemeente voor 1884 in behandeling genomen. Vooreerst werd den leden de gelegenheid Weven om in algemeene beschouwingen te treden omtrent deze begrooting. "e heer Bredius merkte op dat de gemeente-belastingen elk jaar in omvang toenemenhij geloofde de reden hiervan te moeten toeschrijven aan de uit leiding en daarstelling van niet bepaald noodige inrichtingen. Allereerst kwam nu in behandeling de afdeeling uitgaven. Bij volgno. 65. (omtrent jaarwedden van de keurders, meters, rooimeesters en dergelijke) 'r°eg: de heer Was het woord. Hij geloofde dat bij eene eventueele vacature het zeer wenschelijk zoude zijn dat de gemeentearchitect als zoodanig zoude tetoemd worden, wijl deze ongetwijfeld steeds geheel en al onpartijdig is, en de rooimeesters dit niet altijd kunnen zijn, daar zij, volgens zijne mee ning, ook wel dienst doen ten behoeve van particulieren. De voorzitter ge loofde dat de werkzaamheden van den architect van te uitgebreiden aard zijn om ook dit op zich te kunnen nemen. Volgn". 82. (kosten van zegels, van registers, rekeningen enz.). De heer Zaalberg vroeg waarom het school geld der lagere scholen nietevenals zulks bij de hoogere burgerschool het geval is, over het geheel jaar betaald wordt, op zoodanige wijze wordt slechts eens de zegelkosten betaald, terwijl, zooals het thans het geval is, die zegelkosten viermaal moeten worden betaald. De voorzitter geloofde dat zulks in de bewoordingen van de verordening moet gezocht worden. Volgn°.87. (Onderhoud van straten en pleinen.) De heer Damsté stelde voor deze post met 3000 gulden ie verminderen, bestemd voor het leggen van trottoirs in het Noordeinde. Het voorstel werd ondersteund, waarop dit amendement door het dagelijksch bestuur werd overgenomen en zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Bjj volgn. 90 (onderhoud van bruggen en overzetveren) stelde de heer 3 Wilhelmy Damsté voor dezé post met f 1400 te verminderen, bestemd tot het verlagen der steenen brug over het Levendaal bij de Kraaierstraathij verzekerde dat deze brug zeer hecht en sterk is, dat er dus geen reden be staat om reparaties aan de brug te brengen. De voorzitter echter geloofde met het oog op de rijtuigen ten zeerste wenschelijk dat het verlagen van de besproken brug geschiedde; ook de heer Knappert gaat in dezen melden voorzitter mede. In stemming gebracht werd het voorstel van den heer Damsté aangenomen met 13 tegen 11 stemmen. Volgn. 92- (onderhoud van havens, vaarten, kaaimuren, sluizen enz.) De heer Zaaijer achtte het dringend noodzakelijk ten gunste der gezondheid, dat het gedeelte der Binncnvestgracht langs de Morschpoort overwuifd wordt. De heer Damsté daarentegen stelde voor, dat deze overwulving dit jaar niet •daats hebbe en de soui, zijnde ƒ1860. biervoor bestemd van deze post worde afgetrokken. Hij had eveneens de toestand onderzocht en het water nog al friseh bevonden. Zijn voorstel werd ondersteund. In stemming gebracht werd hel verworpen met 15 tegen 9 stemmen. Volgn. 117 (toelage aan den plaatselijken adjudant). De heer Van der Hoeven vroeg welke werk zaamheden door dien officier verricht worden, welke zijn subsidie groot ƒ100 van de gemeente motiveeren. De voorzitter antwoordde, dat deze toelage gegeven wordt, omdat deze moet toezien op het vervoer van kruit uit het kruithuis, bij welke nauwkeurige waarneming de gemeente ook ten zeerste belang heeft. Volgn. 120 (kosten van toezicht der openbare huizen). De heer Donner vroeg hieromtrent hoofdzakelijk stemming; hij achtte het strijdig met de moraliteit dat men het recht van den man niet beperkt en dat der vrouw daarentegen wel, hij vond het buitendien onmenschelijk dat de vrouw, die zich zoo diep vernederd heeftnog te meer vernederd wordt. In stemming gebracht werd hel artikel met 23 tegen 1 stem (van den heer Donner) aan genomen. Volgn. 123 (kosten voor gymnasium), de kosten worden met 100 gulden vermeerderd voor schoonhouden der lokalen, terwijl het met 400 gulden verminderd wordt, welke som aan den heer Hartmann bij de zijne zesjarige vervulling van zijn leeraarsambt zoude uitgekeerd zijn, het geen thans bij zijne benoeming als conrector van het gymnasium niet plaats heeft. Volgn. 130 (kosten van het stichten van schoollokalen en onderwij- zerswoningenl. De heer Donner zag uil dit artikel dat er sprake is van het oprichten eener vierde school voor minvermogenden, gaarne wilde bij weten, waar de school zoude gevestigd worden. De voorzitter antwoordde op de Boisotkade. De heer Donner geloofde dat het wenschelijker zoude zijn deze te plaatsen achter de Pieterskerk. Volgn. 140 (kosten voor hel onderwijs en kunsten en wetenschappen). De heer Van der Hoeven vroeg waarom aan deze bepaalde inrichting, die zich ook met herhaliugsonderwijs bezig houdt, eene som moet uitgekeerd worden ter ondersteuning van de vereeniging tot geregeld schoolbezoek, daar reeds in een ander art. (volgn. 127) eene som was uitgetrokken voor berhalingsonderwijs. De voorzitter en de heer Wilhelmy Damsté betoogden het nut dat deze inrichting sticht en drongen derhalve er op aan het subsidie te handhaven. De heer Donner stelde voor de subsidie te schrappener zijn in deze gemeente zooveel bijzondere scholen die niet ondersteund worden, er behoeft derhalve zijns inziens voor deze inrichting geene uitzondering gemaakt worden. Zijn voorstel vond ondersteuning. In stemming gebracht werd het amendement van den heer Donner verworpen met 18 tegen zes stemmen. Volgn. 159 (aflossing van bijzondere geldleeningen). Wordt voorgesteld deze post te vermeerderen met eene som van 36250 als meerdere aflossing. Art. 171 (Toelage aan de eigenaars van den schouwburg). De heer Donner stelde voor dit artikel met 10 percent te verminderen, aldus met ƒ150. In stem ming gebracht werd dit voorstel verworpen met 18 tegen 6 stemmen. Vervoleens werden de inkomsten der gemeente in behandeling genomen. Volgn. 27 (rente van kapitalen). Deze post moet met ƒ15000 vermeerderd worden, zijnde de aflossing door de bank van leening ten behoeve der ge meente. Tusschen verschillende leden ontstond de vraag welke bestemming aan deze gelden gegeven zal worden. De heer Cock stelde voor deze som rentegevend te maken. Dit voorstel werd aangenomen, zoodat deze post niet met 15000, maar met de interessen van dit kapitaal, geraamd op 500, uioet vermeerderd worden. Volgn. 30 (ontvangsten, resultaat van een af zonderlijk beheer der gasiabriek). De heer Bredius stelde voor de winst van de gasfabriek, zijnde zulks altijd een onzeker iets, te schrappen. Dit voor-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1883 | | pagina 1