behoeven dat het meer dan tijd is, onverwijld en met den meesten ernst de
maatregelen te nemen die vereischt wordenzoowel om ons gezag te Atjeh
te handhaven en te herstellen als om Java weder in een voldoenden toestand
van weerbaarheid te brengen. De volgende punten worden mitsdien aan
Z. M. voorgesteld, welke, in overweging met de regeerin'g, wellicht tot het 1
voorgestelde doel kunnen leiden: 1. Intrekking van het civiele bestuur te j
Atjeh, den militairen gezaghebber alleen de beschikking over het noodige
aantal adsistent-residenlen en controleurs latende; 2. Afkondiging van den
oorlogslot stand cn van de krijgswet; 3. Aan te dringen op de zuivering van j
eiken vijand van het bergachtig terrein ten zuiden van Atjeh, van Oleh-leh
tol de Koerangrabah baai; 4. Na herstelling van ons militair prestige en de
verzekering der rust en onderwerping te Groot-Atjehin overweging te |j
nemen of eene vestiging te Pedir, uit een strategisch en commerciëel
oogpunt, niet de voorkeur zou verdienen boven die ie Ivotta Radja; 5. De
sterkte van het Indische leger te bepalen op een minimum van 35000 man
de officieren niet medegerekend; 6. De uitgaven voor deze maatregelen be-
noodigd, zonder het moederland te drukken, te bestrijden uit den verkoop
der staatsspoorwegen op Java, cn ter verdere voltooiing van bet spoorweg
net de particuliere industrie te hulp te roepen; 7. Bijaldien de tweede ka
mer der staten-generaal van hare zijde in het adres van zooveel hoogge
plaatste en aanzienlijke militaire en civiele staatsdienaren geen aanleiding
mocht vinden tot eene buitengewone bijeenkomst, dat college nog gedurende
deze zitting bijeen te roepen ten einde den stand van zaken bloot te leggen
en de noodige credieten aan te vragen.
Naar men uit goede bron verneemt bestaat het voornemenZr. Ms.
schroefstoomschip Leeuwarden den 15de° September a. s. in dienst te stellen,
met bestemming naar Oost-Indië en zal het bevel over dien bodem worden
opgedragen aan den kapitein ter zee II. Dyserinck.
Ongeveer twee uren benoorden Noordwijk aan Zee is dezer dagen het
Ijjk aangespoeld van een man, vermoedelijk een zeeman. Daar het in ver
gevorderden staat van ontbinding verkeerde, is het reeds den volgenden dag
begraven.
De aanleiding tot den broedermoord aan den lloek van Holland, waar
van gisteren melding is gemaakt, is misbruik van sterken drank er niet geheel
onschuldig aan. De eene broeder heeft den ander door een messteek vermoord.
De dader, gehuwd en vader van twee kinderen, is nog denzelfden avond in
arrest genomen. De vermoorde laat eene vrouw en vijf kinderen achter.
Beide broeders waren van beroep metselaar en afkomstig uit Brielle.
Volgens het U. D. zullen verschillende inzenders handelend optreden
tegen het tentoonstellingscomité te Amsterdam wegens de onvoldoende wijze,
waarop hunne inzendingen zijn verzorgd. De grief berust op de groote
schade, die de regen heeft aangericht, doordien de glazen bedekking van
het hoofdgebouw er vrij spel aan liet.
De Amsterdammer meldt, dat het voornemen bestaat eene Nederland-
sche koloniale vereeniging op te richten, die een koloniaal museum en eene
daaraan verbonden bibliotheek zal bijeen brengen en ook eene koloniale
revue zal uitgeven. Een comité heeft zich tot dat doel gevormd, bestaande
uit de hh.: J. Wüste, M. J. Waller, W. F. Versteeg, M. P. Pels, allen te
Amsterdam, en dr. L. Serrurier te Leiden. Op een diner, dat door den heer
Wiiste gegeven werd, is het denkbeeld nader besproken en mocht men van
verschillende aanzienlijke vreemdelingen de toezegging van hunnen steun uit
lokken. Het beschermheerschap der jeugdige vereeniging is door Z. K. H.
den prins van Oranje aanvaard.
Men verneemt, dat mej. Josephine De Groot wederom bij de Amsterdamsche
atdeeling van het Nederlandsch tooneel zal optreden.
Curatoren van het gymnasium te Zwolle hebben voor de betrekking
van leeraar in de klassieke letteren eene voordracht ingezonden waarop
geplaatst zijn de hh. K. B. Van WulfTten Palthe, conrector aan het progym
nasium te OldenzaalII. M. B. Ter Haar Romeney te Leiden en L. J. Sic
king te Wormerveer, beiden doctorandi in de klassieke letteren.
Naar de N 11 C. verneemt, is Jan Melis, die beschuldigd was van
moord, gepleegd op zijne huishoudster, en onlangs door het hof te Leeuwar
den bij gebrek aan wettig bewijs werd vrijgesprokente Garnwerd verdron
ken gevonden.
's GRAVENHAGE, 1 Augustus.
Door Z. M. is aan den kamerheer des konings, den gepensionneerden
ritmeester H. W. J. E. baron Taets van Amerongen, vergunning verleend
tot het aannemen en dragen der versierselen van officier der Leopoldsorde,
hem door Z. M. den koning der Belgen geschonken, en aan den adjudant
des konings, den kolonel C. 11. F. graaf Du Monceau, van den grooten staf,
vergunning verleend tot het aannemen en dragen der versierselen van
commandeur der Leopoldsorde, hem door Z. M. den koning der Delgen
geschonken.
Door Z. M. is aan A. llöfelt, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol
ontslag verleend als notaris te Kampen.
Door Z. M. is D. N. Wentholt benoemd tot burgemeester der gemeente
Zuidbroek.
Door Z. M. is dr. C. A. Scheltema benoemd tot leeraar aan de poly
technische school te Delft.
Door Z. M. is aan J. J. C. Donck, op zijn verzoek, eervol ontslag ver
leend als eerste onderwijzer bij de rijkskweekschool voor onderwijzers te
Haarlem.
Door Z. M. zijn benoemd tot leeraar bij de normaalschool voor lee-
kenonderwijzers, de heer Ludwig Jiinger. cn tol leeraren bij dc school voor
kunstnijverheid, de heeren Ludwig Jiinger en Georg Sturm.
Door Z. M. is de met behoud van recht op pensioen op dc meest eer
volle wijze ontslagen luit.-generaal H. G. Boumeester, laatstelijk comman
dant van het leger in Nederlandsch-Indië, benoemd tot Zr. M'. adjudant in
builengewonen dienst.
Door Z. M. zijn de heeren F. II. Voigt, gewezen veearts bij den bur
gerlijken dienst in Nederlandsch-Indië, en A. C. Everaars, gewezen gezag
hebber der le kl. bij de gouvernements-marine aldaar, beiden laatstelijk met
verlof, de eene in Europa en de andere hier te lande, op hun verzoek,
uit 'slands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen.
Door Z. 51. is de heer C. 51. Kooy, gewezen 2e commies bij het depar
tement van binnenlandsch bestuur in Nederlandsch-Indië, laatstelijk met
verlof hier te lande, op zijn verzoek, eervol uit 'slands dienst ontslagen.
De luit. ter zee - lc kl. 11. Schotborgh, uit West-Indië in Nederland
teruggekeerd, is op non-activiteit gesteld.
De minister van binnenlandsche zaken zal op 4 Augustus a. s. geen
audiëntie verleenen.
Bij de gisteren gehouden herstemming van een lid van den gemeente
raad is gekozen de heer P. C. Evers met 708 stemmen. De heer mr. 11.
graaf Van Hogcndorp bekwam 696 stemmen.
Op hoogst plechtige wijze werd heden de vierde school van de Neder-
duitsch Hervormde gemeente, te dezer stede opgericht aan den Z. O.jBuiten-
singel, ingewijd. In de met vlaggentrophëen en planten eenvoudig doch
net versierde schoollokalen waren een groot aantal belangstellenden in het
christelijk schoolonderwijs, kerk- en schoolautoriteiten vereenigd, terwijljhet
gemeentebestuur werd vertegenwoordigd door den burgemeester, mr. Palijn,
Een groote schare kinderen, zoowel der drie reeds bestaande scholen als
van de nu te openen school, vulde voorts het zeer doelmatige eenvoudige
gebouw. Als feestredenaar trad te dezer gelegenheid op de waardige
oudste leeraar der gemeente d». Mollnaar wiens naam deze school,
blijkens twee gedenksteenen in een der wanden aangebrachtis genoemd.
Het Nederl. onderwijzers-genootschap hield gisteren alhier hare gewone
jaarlijksche vergadering, die wérd bijgewoond, behalve door een groot aantal
leden begunstigers, door den heer burgemeester en de inspecteur 51oens. Na
eene welkomst werd door den voorzitter des genootschaps, den heer W.
Dcgenhardt, eene rede gehouden, die eigenlijk 'eene uitgewerkte apologie
mocht heeten van het staatsonderwijs en eene bestrijding van dc meening,
dat de vrije school, wier volledige handhaving hij evenzeer verlangt, als
plaatsvervangster van de staatsschool kan worden aangemerkt. Zijn rede
was verder een pleidooi voor de ongeschonden handhaving van art. 194 der
Grondwet, uitgaande van de stelling, dat de billijke vrijheid van onderwijs
aan de wisselende denkbeelden van den dag niet mag worden prijsgegeven.
De uitroep, tot geen prijs ofleren wij art. 194 der grondwet op, lokte
daverend applaus uit. Daarnevens betoogde de presidentdat de openbare
school, in geen enkel deel des lands, een kerkgenootschappelijke tint mag
aannemen. Van één middel moet de openbare school echter onbeperkt ge
bruik maken als hoofdbron van de opvoedende kracht der kweekeüngen,
nl. van den onderwijzer als vertegenwoordiger van den geest van orde,
waarheidsliefde, rechtvaardigheid en strenge plichtsbetrachting. Duur toch
is de verplichting, die op allen rust aan wien het geven van onderwijs is
toevertrouwd. Z. i. heeft de openbare school van geene zijde grooter gevaar
te wachten dan van hare onderwijzers zelf, hebbende spr. hierbij vooral op
het oog den strijd binnen de wanden van de school zelf. Tegen dien in-
wendigen strijd behoort het genootschap zich aan te binden. Slechts de
geest en de kracht van den onderwijzer uitgaande, moeten haar bezielen.
Ontwikkeling en kennis maken den onderwijzer alleen niet geschikt voor
zijne hooge roeping. 5Iaar daartoe is noodig eene ernstige levensopvatting,
Tot krachtige handhaving der beginselen van volledige getrouwe handhaving
van het vrjje, verdediging-van het openbare onderwijs, volgens de beginse
len der wet voor beiden en van die door hem omtrent de roeping van den
onderwijzer geschetst, riep spr. de vergadering bij vernieuwing op.
Met belangstelling werd deze rede aangehoord en ging men diensvolgens
over tot de behandeling van de vraagpuntenwaarbij ook dezezijn de
acte-examens thans zóó ingericht als ze werkelijk behooren te zijn, in het
belang van het onderwijs en den onderwijzer. Den heer Tarwey, van Am
sterdam, die het vraagstuk inleidde, wees op de verschillende punten van
verbetering in de tegenwoordige inrichting der acte-examens; verdient de
tegenwoordige inrichting de voorkeur boven die van vroeger; evenwel
cischte zij verbetering. Een greep doende uit de verschillende verbeteringen
door hem noodig geacht en die reeds uit den beschrijvingsbrief bekend zijn,
vindt men den wensch naar meerdere eenheid in de eischen der examens,
naar gelijkstelling van de waarborgen van deugdelijkheid, voor het examen
van onderwijzers met die gevorderd voor het hoofdonderwijzersexameneen
betoog der noodzakelijkheid van vereenvoudiging van het hoofdonderwijzers
examen zonder al breuk te doen aan de eischen voor algemeene ontw ikke
ling en kennis, doch alleen ter bevordering der degelijkheid van studie; en
eindelijk een betoog van het billijke om geen candidaten af te wijzen die
in een hoofdvak of twee bijvakken hebben te kort geschoten, maar overi
gens in alle andere voldaan. Na uitvoerige discussie werd o. a. nog door
den heer Degenhardl den wensch uitgesproken, dat een candidaat, die meer
dan eens voor eene commissie verschijnt, de volgende maal alleenjwordl on
derzocht in dc vakken waarin hij den vorigen keer «gezakt" is en zich dos
niet opnieuw aan het volledig examen behoeft te onderwerpen. Nadat hel
voor en tegen in deze zaak was behandeld, ging de vergadering uiteen tot
heden morgen.
In de hedenmorgen voortgezette vergadering werd, nadat de rekening
was goedgekeurd en een overzicht was gegeven omtrent den toestand van
de door het genootschap opgerichte Levensverzekeringmaatschappijdie io
gunstigen staat bleek te verkeeren, besloten de volgende bijeenkomstenl«
Groningen te houden. Aisnu werd eene beraadslaging geopend over liet
vraagpunt: De afdeeling Rotterdam is van oordeel, dat het bewaarschool
en voorbereidend onderwijs noodzakelijk bij eene wet moet geregeld worde»
en uitstel daarvan zeer nadeelig werkt op de uitkomsten van het lager
derwijs. Breedvoerig werd dit punt besproken, voor het meerendeel wsj
men voor eene wettelijke regeling, anderen daarentegen wenschten echtftj
dal men zich eerst overtuigde of de bewaarscholen wel geliefd zijn bij ft
natte; eerst dan zou de lijd gekomen zijn tot wettelijke regeling.
r Hlj-T K x\ LAIS Pb (JU jj jj K K 1 CliTE ,V r
BELGIE.
De senaat heeft met 36 tegen 29 stemmen bet wetsontwerp tot vei
hooging van het recht op den brandewijn aangenomen. Ddarna heeft di