LEIDSC
COURANT.
1883.
ZATERDAG 30 JUNI.
BINNENLANDSCHE BERTCHTEN.
lï°. 152.
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 1.50, franco p. p. f 2.
afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar voor 5 cents.
De prijs der Advertentiën is van 1—4 regels f 1.— iedere regel meer 26 cents, groote letters berekend naar plaatsruimte.
LEIDEN, 29 Juni.
Door het kiescollege der Ned. Herv. gemeente is heden uit het vroeger
vermelde zestal, het volgende drietal van predikanten geformeerd: dd. P. S.
Van Ronkel, pred. te Zetten; C. P. N. Pikaar, pred. te Overschie; G. Ring-
nalda, pred. te Oldebrock.
Gisterenavond, na afloop van het concert op Musis Sacrum, werd door
de stafmuziek van het 4e reg. infanterie eene serenade gebracht aan de
echtelieden Teljeur, in de Morschstraal alhier, bij gelegenheid hunner 50-jarige
ecbtvereeniging. Zij meende op die wijze de tolk te zijn van al de bewo
ners dier straat, waarin de jubilarissen het grootste gedeelte huns levens
hebben doorgebracht. Ook de geburen bleven niet achter en toonden hunne
deelneming door het afsteken van vuurwerk en Rengaalsche verlichting.
Men schrijft ons uit Voorschoten: Gisteren tegen den middag zwom
men eenige jongens in de Wassenaarsche Wetering, een ondiep water dat
in den Rijn valt nabij Valkenburg. De jongens hadden opgemerkt dat daar
een heer heen en weer wandelde, toen deze zich ook van zijne kleederen
ontdeed, in het water ging, achterover sloeg en wegzonk. Op het hulp
geroep der jongens kwamen er manschappen van een baggermolen uit den
Rijn, die pogingen deden den drenkeling te redden, doch toen zij hem bo
ven brachten, waren de levensgeesten reeds uitgcbluscht. Bij de zeer fat
soenlijke kleeding. werd gevonden eene portemonnaie met geld, een spoor
wegkaartje van Amsterdam, een fraai gouden horloge, benevens een brief
waaruit bleek dat de verdronkene, iemand van omstreeks 40 jareh, van
den Helder afkomstig en van zeer goeden huize moet zijn. De veldwachter
van Valkenburg begaf zich daarop naar 's ilage om twee broeders van den
verongelukte kennis van het geval te geven.
De minister van oorlog brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat met 1 September aanstaande aan de koninklijke militaire akademie
kan worden geplaatst een Ieeraar in aardrijkskunde of geschiedenis, tevens
bevoegd tot het geven van onderwijs in staathuishoudkunde, ten einde zoo
noodig ook in laatstgemeld vak als docent te kunnen optreden, liet trak
tement, aanvankelijk ƒ2200 'sjaars bedragende, kan tot ƒ2800 'sjaars
worden verhoogd. Adspiranten naar deze betrekking moeten zichonder
overlegging der noodige bescheiden, vóór 10 Juli a. s. melden bij den heer
gouverneur van genoemde akademie.
Blijkens een bij liet departement van marine ontvangen telegram is
Z'. M®. schroefstoomschip lc kl. Tromp, onder bevel van den kapitein ter
zee H. D. Guyot, laatst komende uit Oost-Indië, in den avond van 27 dezer,
te reede Texel ten anker gekomen.
Op de in Mei 1882 door de juridische faculteit te Utrecht uitgeschre
ven prjjsvraag omtrent «-Een historisch-critisch onderzoek naar het verband
tusschen rijks-, provinciale en gemeente-belastingen in Nederland sedert
1795", is een antwoord ingekomen, hetwelk door de faculteit eene bekro
ning met goud is waardig gekeurd. Bij het openen van het naambriefje
bleek dat de schrijver is: de heer M. W. T. Treub, student in de rechten
en candidaal-notaris te Voorschoten.
Het stoomschip Limburg, van Rotterdam naar Java, arriveerde Don
derdag te Port-Said. De Soenda, van Batavia naar Amsterdam, arriveerde
te Frioul (de quarantaine haven voor Marseille) 29 Juni.
Uit Den Haag wordt aan de N. R.Ct. gemeld: Eergisteren avond had
in de societeitstent in liet Haagsche Bosch, waar muziekuitvoering was,
eene eigenaardige plechtigheid plaats. De generaal-majoor Weitzel, minister
van oorlog, naderde den oud-strijder van 1830 Gallas, sprak hem toe: »ik
feliciteer je", en nam van zijn eigen borst het lint der Militaire Willems
orde, om dat te hechten op die van den heer Gallas. Het schijnt dat deze
eerst na zoovele jaren de Willemsorde heeft geëischt, waarop hjj recht
scheen te hebben, en waartoe hij nu benoemd schijnt te zijn.
Heden werd door de arrond.-rechtbank te Rotterdam in de zaak van
de millioenenjufTrouw uitspraak gedaan als volgt: Jaantje Cornelia Struik is
schuldig verklaard aan twee oplichtingen en diefstal van juweelen, veroor
deeld tot 5 jaar gevangenisstraf en twee geldboeten van ƒ100; Gerrit
Struik vrijgesproken; Antonie Hoetink vrijgesproken; Jan Hendrik Van
Zutpben schuldig verklaard aan medeplichtigheid van diefstal, veroordeeld
tot 2 jaar gevangenisstraf; Jools Jacob Jools vrijgesproken; Th. N. Van der
Heem vrijgesproken; E. D. Consenheim schuldig verklaard aan heeling, ver
oordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf.
Voor de tentoonstellings-verloting te Amsterdam is, behalve de diaman
ten sieraden van de lieeren Gebr. Van Praag en J. W. Josephus Jitta, als
hoofdprijs een diamanten parure met diadeem enz. aangekocht bjj den be
kenden juwelier Sandoz te Parijs.
Voor het gerechtshof te Amsterdam, kamer van strafzaken, stonden
eergisteren terecht Franciscus Smit, oud 28 jaar, oud-matroos, zonder vaste
woonplaats; Albertus' Maurils Geurs, stoker, zonder vaste woonplaats, en
Johannes Arnoldus Van Kolverschotenoud 19 jaar, van beroep werkman,
wonende te Amsterdam. Zij werden beschuldigd: de beide eersten van
VALKENBURG.
Na de grootsche en trotsche scheppingen van den ongelnkkigen kunste
naar gedurende een geruimen tijd aanschouwd te hebben, gaat gij weder
verder door de holle wegen, totdat gij weldra de plaats zijl genaderd, die
met recht mag genoemd worden: het panopticum van Neêrlands roem. Allen
toch, die eens den scepter over dit rijk gezwaaid hebben, allen, die goed
en bloed geofferd hebben op het altaar der vaderlandsliefde, allen, die bijge
dragen hebben tot de grootheid van dit land zijn hier vereeuwigd door de
geoefende stift van Valkenburg's teekenaars. Hier alle leden van het huis
van Oranje, eindigende met onzen geëerbiedigden koning Willem III en alle
diens aan- en bloedverwanten, daar mannen als Tromp, De Ruyter, Van
der Werff en veel meer groote vaderlanders te veel om op te sommen.
Op andere muren vindt gij de geheele charivari vertegenwoordigdbe
staande uit aardige, geestige teekeningen en caricaluren, die allen, niet
tegenstaande het sombere en doodsche van deze plaats, in staat zijn een
gulle lach van u at Ie dwingen. Dit alles is het werk van de hier geves
tigde //Société des Monlagnards". Des winters, wanneer reeds lang alle
vreemdelingen dit liefelijk oord verlaten hebben om weder hunne haardste
den op te zoeken, wanneer de boomen, ontdaan van hunne bladeren, als
treurende over dit verlies hunne lakken laten neerhangen, wanneer bergen
en weiden de groene looi hebben afgelegd om dit te verwisselen met het
witte doodskleed, wanneer de zon hare lichtgevende stralen zoo spaarzaam
mogelijk over de aarde verspreidt en dan nog om zoo spoedig mogelijk
plaats te maken voor den donkeren nacht, dan kunnen Valkenburg's inwo-
ters, gezeten bij den warmen vuurhaard, een twaalftal jongelieden te mid
den van die duisternis, sneeuw, regen en wind trotseerende, met versnelde
tred door de morsige straten zien gaan om zich naar dezen donkeren spe
lonk, in welke wij ons thans bevinden, te begeven, waar zij, hunne han
den gewarmd hebbende aan de vlammende toortsen, die hun tot licht ver
strekken, de kale muren als het ware stoffeeren met hunne arbeid.
En de tegenwoordige beroemde kunstenaars op het gebied van schilder
en teekenkunst, als wilden zij hunne sympathie, hunne ingenomenheid met
het werk van deze jeugdige en talentvolle liefhebbers toonen, ook zij schro
men niet schetsen van hunne hand te plaatsen te midden van het werk der
leden van de //Société des Montagnards". Hier vindt gij eene roos van
Marie Rooseboom, daar een sprekend gelijkend portret vervaardigd door den
Rottcrdamschen figuurschilder Linse en nog veel leekenaars en schilders van
naam zijn hier door hunne kunst vertegenwoordigd.
En voorzeker houden deze u een geruimen poos op deze plaats gekluis
terd, alvorens gij verder kunt gaan om een bezoek te brengen aan de een
voudige kerk. Niet naar de kerk te midden van hefdorp, maar naar de
kerk in deze grot, naar de plaats, die eens bestemd was tot bedehuis voor
de inwoners van Valkenburg en omliggende dorpen, de plaats, waarheen
zij eens met al hetgeen hun lief en dierbaar was vluchtten om het harde
lot te ontgaan hun beschoren door de Fransche zegevierende troepen, die
onder bevel van generaal Kleber in 1795 Maastricht belegerden en uil woede
over de gevoelige verliezen, hun herhaaldelijk toegebracht door de manhaf
tige bezetting dier stad, geen gelegenheid lieten voorbijgaan om zich op
lafhartige wijze hierover te wreken op de weerloozen plattelandsbewoners.
Niet in staat zich Ie verdedigen ttgen deze talrijke rooverbenden, bood
deze grot hun eene uitmuntende schuilplaats aan. De handelwijze der Fran-
schendie, om aan hunne verkropte woede over het langdurig beleg lucht
te geven, in 1797, bij de inname van Maastricht, het kapittel van de H.
Servatius-kerk, een der schoonste van ons land, vernielden, de kanunniken
wegjoegen, al hun eigendom verbeurd verklaarden, de klokken roofden, het
heiligdom plunderden en den roof te gelde maakten, beval hun levens zoo
veel mogelijk de kerksieraden, hunne goederen en hun vee in dezen berg
mede te voeren.
Wordt vervolgd.)