BUIT EN LAN i)SCH E BEH I CII TE N. haaldelijk het pakje, hem ter bezorging aan haar door zijn vader gegeven, open te maken, doch dat heeft gel. geweigerd. Eindelijk liet hij zich be praten het haar een oogenblik in handen te geven, doch toen zeide zij, dat zrj het niet meer hebben wilde, nu zij zag dat hij haar vertrouwde, 's Avonds van dien dag vertrok hij weder met het pakje naar Amsterdam, ook om de reeds vermelde cadeaux voor Hoelink te halen daar .laantje Maandag jarig was. Toen zwoer zij hem dat morgen alles in orde zijn zou Dien dag terugkeerende begaf get. zich met de voorwerpen naar hare woning op de Leuvehaven. Zij lag toen te bed. Van Zullen zeide dat ze ziek was, doch spoedig zou opstaan. Op het bed liggende, riep .laantje hem toe: overtrouw je me nog als gisteren, geef me dan het pakje." Get. deed dit, en toen ze het weer terug gaf, zeide zij, »tk heb nu het geld; ik zal op staan en het boven gaan halen. Gaat maar even naar voren en leg hel pakje daar maar neer." Hij legde het pakje toen in eene kast op de slaap kamer in een aldaar staande vaas, hetgeen hij slechts op goed vertrouwen deed. Get. bleef een half uur in de voorkamer, waar hij zich met Hoetink bezig hield met het uitpakken van de cadeaux. Na dien tijd begaf get. zich in de achterkamer om het pakje te halen en zag dat het weg was. Op zijn roepen: "Mevrouw, het pakje is weg!" kwam Jaantje achter uit de gang loopen. Zij zeide het pakje in hare berusting te hebben, doch het niet terug te willen geven. Haal maar de politie, zeide zij, ik geef het toch niet. Later zeide zij weer, dat ze het niet wilde geven, omdat ze de zegels verbroken had. Hoetink dwong haar ook het terug te geven, doch zjj zeide: "Ja, Hoetinkje, zoek maar, je vindt het toch niet." Deze wilde met het kind wegloopen, om haar zoodoende van besluit te doen verande ren; zij riep hem echter terug met de belofte het pakje te zullen geven. Toen zij het kind afgenomen had, zeide zij, "ik geef het toch niet terug, al moest ik 10 jaar de doos in." Later zeide zij nog: «het pakje krijg je niet, het geld wel en daarom moest hij 6 uren terugkomen." Daar hij zich niet bedaard hield werd Jaantje woedend en nam ren mes om get. den hals af te snijden. Doch het mes werd haar door Hoetink afgenomen, 's Avonds kwam hij weder te vergeefs om het geld en werd uitgesteld tot den volgenden dag om het dan met hem te gaan halen, zooals gisteren werd gemeld. Get. verklaart, evenals zijn vader, plechtig dat hij de ƒ1000, welke hij tweemaal voor haar kréég, niet als afkorting op beta lingen, maar als cadeau ontving. Besch. Jaantje zegt, dat get. verklaard heeft, dat zij nooit op crediet heeft gekocht, dat is wel waar; zij heeft eene broche gekocht van ƒ1000 op crediet. Get. zegt dat zulks gedaan was in de hoop nog eenmaal de juweelen aan haar te verkoopen. Van de scène met het scheermes kan Jaantje zich niets herinneren. Ook Hoetink weet er niets van. Advocaat verzocht te constateerendal de eerste dag waarop Bosch tot Jaantje zich heeft begevendit uit eigen beweging deed en hij niet door haar was ontboden. Door Jaantje werden nadere mededeeliugen gedaan aangaande den werkelijken staat harer schulden; aan Woudhuizen 70 80000, zij heeft Hoetink een accept-nota gégeven van 35000, 200 aan de wed. Van de Poll, waar zij het laatst te Amsterdam heelt gewoond, 21000 aan Van Vliet, ƒ19000 aan Wildeboer, 7 aan den stal houder Kost, ƒ1300 aan mej. Van Zutfen en eene zekere som aan de min van haar kind. De president merkt op, dal zjj beweert 70 a 80000 schuld te hebben aan Woudhuizen, terwijl deze steeds spreekt van 145.000. Wat den staat harer middelen betreft, deelt Jaantje mede, dat zij behalve haar wettig deel bij het sterven harer moeder /2300, nog eene losse som gelds van 5500 ontving waarvan een deel haar broeder toekwam. Nog kreeg zij /1700 van haar broeder en eindelijk nog ƒ1800 van Janus Rose, waarvoor haar broeder borg is gebleven. Zij gelooft alles te kunnen betalen en zal de gelden aan de rechtbank deponeeren, als zij de zekerheid zal hebben dat dit aan de betrokken personen zal worden uitgekeerd. Zij dringt er sterk op aan dat Hoetink zijn geld krijgt, hij had met hare zaken niets te maken en daarom betreurt zij het dat hij hier terecht moet staan. Nog werd gehoord Elisabeth, dochter van Bosch, meermalen bij haar gelogeerd hebbende, hare verklaringen komen grootendeels overeen met het reeds ge melde. Toen haar broeder haar vertelde dat hij het pakje niet meer kon terugkrijgen, was de heer De Brnyn tegenwoordig, welke hem geruststelde. Toen Hoetink hoorde dat de zegels verbroken waren, hield hij zich als waanzinnig, schold Jaantje voor al wat leelijk was en sloeg haar; deze werd zoo woedend dat het schuim haar op de mond stond. Jaantje houdt nogmaals vol dat het pakket niet verzegeld was. De echtgenoote van Bosch bevestigd alles wat door de vorige getuigen is verklaard en verzekerd dat het pakket verzegeld was, ook dat de ƒ1000 als vergoeding niet als afbe taling door Jaantje was gegeven. Jaantje ontkent dit en doet een lievige uitval op getuige, waarop de president haar ernstig gebiedt te zwijgen. Get. Bosch, broeder van bovengenoemde Bosch, verklaart dat hij Jaantje dreigde naar de politie te gaan in zake het verdwijnen van zijn neef. Jaantje be greep dat alsdan over het pakket zou gesproken worden en zeide dat zij dan zeker 5 jaar zou moeten zitten, doch, als zij dit moest, daarua zou zij toch toonen eerlijk te zijn en allen betalen. Get is 's nachts in stilte naar de politie gegaan, toen zij dit hoorde, zeide zij dat zijn neefƒ25000 van haar gestolen had.' Ook bevestigt gel. dat Hoetink er op heeft aangedrongen de politie er in te halen. De beschuldiging omtrent de25000 ontkent zij pertinent. Zij had gezegd dat hij ze wel had kunnen mede nemen. Aan de Leeuw. Cour. wordt onder reserve medegedeeld, dal in den avond van Dinsdag op Woensdag jl. in de nabijheid van Parrega twist moet zijn ontstaan tnsschen twee grasmaaiers, over het bezit van een gulden, welke zóó in hevigheid toenamdat de een den ander met een mes erg heeft toegetakeld, en deze aan de gevolgen daarvan is bezweken. Men meent dat het vader en zoon waren. Te Maastricht zijn bij het aanleggen van nieuwe riolen builen de voor malige Wijkerpoort verschillende* gouden erf zilveren munten uit den Spaau- schen tijd gevonden. De merkwaardigste onder deze is de zonnekroon van Philips.,11, koning van Spanje, als hertog van Gelderland. De voorzijde draagt hel sierlijk wapen van den koning met het opperschild van Gelder land, omgeven door de voorletters van 'skonings naam P. P. De keerzijde draagt een versierd kruis, tusschen welks beenen zich twee leeuwen en twee hoelijzers bevinden. Het omschrift luidt: "Phs. D G. llisp. z. Rex. üux Gel. 1571." Onder de groote zilveren muntenalle daalderstukken van Philippus II, was eene van het jaar 1558, te Maastricht geslagen. 's GRAVENHAGE. 19 Juni. Z. M. de koning groothertog heeft de leden van hel Fransche gezant schap, die hem zijn komen complimeuteeren, resp. het commandeurs- en het officierskruis van de Eikenkroon verleend. Door Z. M. is de ontvanger der directe belastingen en accijnscn H. B. H. Malingré, te Leerdam, met intrekking zijner benoeming tot ontvanger te Ginneken, benoemd lot ontvanger der directe belastingen, invoerrechten en accijnsen te Beverwijk c. a.; J. P. Janssens, ontvanger der directe belas tingen en accijnsen te Heerlen c. a.. benoemd tot ontvanger der directe be lastingen. invoerrechten en accijnsen te Ginneken c. a. Door Z. M. is benoemd tot griffier bij het kantongerecht te Leeuwar den, mr. W. Kolfï. thans griffier hij het kantongerecht te Emmen, en tot substituut-griffier bij de arrond.-rechtbank te Winschoten mr E. R E. Brantsj, advocaat en procureur te Almeloo. tevens beëedigd klerk ter griffie van de arrond-rechtbank aldaar. Door Z. M. is de heer C. Cardinaal Jr., iid en vice-president van het collegevan reeenten over het huis van arrest en van bewaring te Almeloo, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontheven van gemeld vice presidium, en is het vice-presidium van genoemd college van regenten opgedragen aan het lid jhr. m'. M. W'. C. LI» Jonge. Door Z. M. is pensioen verleend, ten iaste van den slaat, aan mr. J. W. Schuurman, gewezen raadsheer in den hoogeu raad der Nederlanden, ten bedrage van ƒ3334 'sjaars, en is, met intrekking van het vroeger toe gekende wachtgeld, pensioen verleend, ten laste van den staat, aan J A. H. Netscher. gewezen referendaris, inspecteur der gevangenissen bij het depar tement van justitie, ten bedrage van ƒ2600 'sjaars. Door Z. M. is tot gezaghebber van het eiland Saba benoemd de heer J. J. Joncheer, thans tijdelijk met de waarneming van die betrekking belast. Door Z. M. is de heer J. R. G. De Veer, ontvanger en hypotheek bewaarder in de kolonie Curasao, benoemd lol administrateur van financiën aldaar. Door Z. M. zijn de officieren van administratie le kl. J. G Bebelaar en J. A. H. Huart, ter zake van in en door den dienst ontstane lichaamsge breken, op pensioen gesteld en bevorderd: tot officier van administratie lekl.. de officieren van administratie 2' kl. L. C. Dnline en P. K. S. Met man; tot officier van administratie 2* kl.de officieren van administratie 3e kl. F. Lensing en S. J. A. Deyll. Door Z. M. is benoemd bij het leger in Nedcrlandsch-lndië, lot offi cier van gezondheid 2' kl., de voor dat leger opgeleide militaire student (arts) D. D. Buchler. Door Z. M. is de heer F. W. Utile, practiseerend arts te Kösen (Sak sen), tijdelijk, dal is voor den tijd van vijf jaar, benoemd tot officier van gezondheid 1' kl. bij het leger in Nederlandsch-Indië. De benoemde officier van gezondheid 2e kl. bij de zeemacht dr. R. M, De Jager Meezenbroek, arts, wordt met 1 Juli a. s. geplaatst in de rol van Zr. Ms. wachtschip te Amsterdam en gedetacheerd aan boord van Zr. M». stoomkanonneerboot t'os. Dóór Z. M. zrjn, met het gezondheidsonderzoek van schepen, ingevolge de bepalingen der wet van 28 Maart 1877 (5/6/. n". 35), voor den tijd van drie jaren, met ingang van 1 Augustus 1883, belast: voor Dellzijl dr. L.' Trip, voor Velsen F. L. C. Kaulbauch, voor Vlaardingen dr. F. C. R. Bent- lortvoor Maassluis S Versteeg, voor Schiedam dr. E. J. M. Nolet, voor Brouwershaven dr. J. Mooleuburgh, voor Vlissingen F. C. Stewart Schultz, voor Neuzen J. Van Pienbroek. De Belgische minister van buitenlandsche zaken is heden ochtend naar Brussel teruggekeerd en werd tol aan het Holl. spoorstation begeleid door den gezant van België in Nederland en de leden der legatie De hertogin De Maille, uit Frankrijk, is hier ter slede afgestapt aan het Hotel Paulez. B (tl B A A' Het lagerhuis verwierp gisteren, met 151 legen 117 stemmen, het voorstel van sir Stallord Northcote, strekkende om te verklaren, dat de jongste uitingen van den heer Bright te Birmingham eene schending inhouden der privileges van het parlement. Omtrent de vreeselijke ramp te Sunderland, waarbij 186 kinderen het leven hebben verloren, wordt nader hel volgende vernomen. In de «Victoria Hall" was een feest gegeven aan duizenden schoolkinderen. Bij het verlaten van het gebouw kwam de stroom jeugdige toeschouwers, die van de gaan derijen afkwamen, in den nauwen uitgang met hen. die heneden gezeten hadden, in botsing, en waarschijnlijk door brooddronkenheid en speelsch- heid raakten er eenigen in het gedrang onder de voet. Tengevolge van het opdringen der volgenden vielen er meer en. alvorens men hulp verleenen kon, waren er reeds een paar honderd kinderen op en door elkander ge drongen. De meesten zijn door verstikking gestorven. De wanhopige stem- ming onder de bevolking gaat alle beschrijving te boven; duizenden bleven voor het gebouw samengeschoolden de militaire macht moest hulp ver leenen om de rust te handhaven. Eene aanzienlijke macht van Usuta's. aanhangers van den koning van Zoeloeland, heeft een inval gedaan op het grondgebied der Transvaal. F» A K K IJ 14. In de zitting, gisteren door de kamer der afgevaardigden gehouden,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1883 | | pagina 2