LEI 1)8 CUE
COURANT.
1882.
N°. 285.
MAANDAG 4 DECEMBER.
BINNËNLANDSCHË BERTGTEN.
De Courant verschijnt dagelijks, Zonen Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel iaars 1.60, franco p. p. f 1.
afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar voor 5 cents.
De prijs der Advertentiën is van 14 regels f 1.—iedere regel meer 25 cenls.
Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel.
LEIDEN, 2 December.
Door de politie alhier is proces-verbaal opgemaakt tegen twee mans
personen, genaamd J. K. en A. v. d. L.. wegens het vinden en verkoopen
van een meertouw, alsmede tegen een behangers-knecht, die zich alhier
moet hebben schuldig gemaakt aan opligterjj van een paar laarzen, en
tegen J. J. P. B., die zijne buurvrouw met een hamer eene kleine verwonding
aan het hoofd heeft toegebragt
Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende
deze week dagelijks van 51 tot 70 volwassen personen en 12 tot 18 kinderen.
Men leest in den Ned. Spectator: Omtrent het kabinet van pleister
beelden en prenten te Leiden kunnen wij nog mededeelen, dat in de lijst
der beambten bij de universiteitenvoorgeschreven in art. 62 der wet op
het H. 0.. vastgesteld bjj kon. besluit van 8 Februarij 1879 n°. 2, een
directeur en custoden bij dat kabinet voorkomen en dat, toen dit, bij kon.
besluit van 2 Februarij 1881 n°. 8, vervallen werd verklaard, curatoren der
universiteit zich zeer ernstig daartegen hebben verklaard. Het lijdt geen
twjjfel of zij herhaalden nu wat zij toen deden.
Het kalme weer, meldt men ons, en de gunstige wind hebben overal
val in hel water gebragt. Ook Delfland begint steeds te winnen en Rijnland
heeft zijn boezem weer op de hoogte, zooals hij in den zomer wordt aange
troffen. Het mooije weèr met vorst zal wel niet aanhouden; er is op nieuw
«en gebied van lage drukking in aantogt.
Men meldt ons uit Zevenhuizen: Tot onderwijzer aan de openbare
tusschenschool te Gorinchem is benoemd de heer J. i. A. v. d. Starren, alhier.
Tot kerkvoogd bjj de hervormde gemeente alhier is benoemd de heer A.
Broeder.
De eerstvolgende afvaart uit Amsterdam naar Batavia van een stoom
schip der Maatschappij "Nederland" zalin plaats van op 6op 9 dezer
plaats vinden. In verband daarmede geschiedt de verzending van brieven
enz. naar Nederlandsch Indie over Marseille en verder met het gemelde
stoomschip op 19 December e. k.
Actc-examens te 's Hage, middelbaar onderwjjs, afd. wis- en natuur
kundige wetenschappen enz. Geëxamineerd 2 candidaten voor de acte K4
(natuurlijke historie), de hh. J. H. Aberson, van Olsl, en W. W. Schippers,
van Leiden. Beiden zijn toegelaten.
De minister van waterstaat, enz. heeft beantwoord het verslag der
tweede kamer over zijne begrooting voor 1883. Hij kan zich niet vereenigen
met het plan tot het in leven roepen eener algemeene vertegenwoordiging
der handels- en nijverheidsbelangen. Hij acht het niet raadzaam bescher
mende maatregelen te nemen in het belang der njjverheid. De nijverheid
heeft getoond ook zonder bescherming tegen buitenlandschc mededinging
bestand te zijn. Hjj is bereid om zijne aandacht op het onderwerp der
oclrooijen te vestigen. Met wettelijke regeling van het waterstaatsbestuur
wordt geregeld voortgegaan. Dat wettelijke bepalingen nopens de tram
wegen urgent zouden zijn, wordt door den minister ontkend. Er zijn
maatregelen in het leven geroepen om de spoorwegmaatschappijen tot ge
bruik van goede remtoestellen te verpligten. Hij hoopt spoedig in te dienen
een ontwerp tot bekrachtiging en uitvoering der internationale overeenkomst
betreffende de politie op de visscherij in de Noordzee. Het voornemen
bestaat om met 1 April de dienst van de pakkelpost algemeen uit te
breiden.
De officier van justitie te Amsterdam berigt in het Algem. Politieblad
dat een voorloopig onderzoek aan het licht heeft gebragt dat het generaal-
correspondentie-kantoor te Amsterdam, dat in verschillende annonces in
dagbladen een aantal diverse werklieden en handwerkslieden tegen hoog
loon vraagt voor Amerikaniet in het minst eenig vertrouwen verdieut
en de zoogenaamde directeur Jatze van den Berg geen relatiën heeftin
Noord-Amerika.
Het Correspondentie-blad van het Nederl. Onderwijzers-genootschap, n°. 9
bevat onder den titel "Onderwijzers-miliciens" het volgende:
Er beslaat een koninklijk besluit van 27 Februarij 1878, n°. 8, waarbij
aan zekere categoriën van miliciens, o. a. aan bezitters van een diploma van
hulp-apotheker, uithoofde van hunne verkregen ontwikkeling en beschaving
en ten einde hen in het belang der maatschappij niet langer aan hun werk
kring te onttrekken dan voor de dienst in het leger noodig is, verkorting
van den tjjd van eerste oefening van 12 op 6 maanden wordt verleend. Bjj
een nader koninkljjk besluit van 22 Februarij 1879, n°. 15, is, op verzoek
van het hoofdbestuur des Nederl. Onderwjjzers-genootschaps, dit voorregt
ook toepasseljjk verklaard op onderwjjzers, mits zij in het bezit zijn van
eene acte als zoodanig en tevens functionneren aan eene lagere school.
Beide kon. besluiten zjjn officieel ter kennis gebragt van de militaire auto
riteiten, door afkondiging in de Ned. Staatscourant en in het Recneil mili
tair en bij de onderwijzers bekend uit n°. 11879, van het Correspondentie
blad des Ned. Onderwjjzers-genootschaps.
Het schjjnt evenwel, dat bjj de uitvoering niet de gewenschte eenparig
heid van handelen bestaat; wjj weten althans dat, terwijl in dezelfde stad
een onderwjjzer-milicien op zjjn verzoek in het genot van verkorten dienst-
tjjd werd gesteld, dit aan een ander bepaald werd geweigerd. Of er in
het laatste geval iels aan de in acht genomen formaliteiten heeft ontbroken,
valt moeijelijk te constateren. In allen geval bestaat er grond om te ver
moeden dat de bedoelde koninkljjke besluiten niet algemeen zjjn bekend o(
dreigen in vergetelheid te geraken.
Om dit laatste te verhoedenmeenen wij de zaak hier in herinnering te
moeten brengen. Wij geven daarbij tevens den onderwjjzers, die bjj de
militie worden ingeljjfd, den raad, om, voor zoo ver zij aan de bovenver
melde vereischten voldoen, niet af te wachten of hun verkorte diensttijd
zal worden verleend, maar tijdigmet inachtneming van de noodige forma
liteiten en onder aanbieding of overlegging van de vereischtebewijsstukken,
bij de betrokken militaire autoriteit daartoe het. schriftelijk verzoek in te
dienen. Ondersteuning van dat verzoek door hel hoofd der school, waaraan
de belanghebbende is verbonden, is, zoo al niet noodzakelijk, toch o.i.
geenszins overbodig te achten.
Het Maandblad der Holl. Maatschappij van landbouw bevat het vol
gende artikel betreffende de internationale landbouwtentoonstelling 1884,
te Amsterdam.
De heer mr. C. J. Sickeszvoorzitter van het uitvoerend comité, schreef
in zjjne circulaire, die ook wij in n». 9 van dit blad opnamen:
"Nederlanders! Ook de eer van ons volk is bij het houden dier tentoon
stelling betrokken. Ik vraag het u, zou het geen schande wezen als het
landbouwende Nederland niet zooveel geld kon bijeenbrengen dat althans
eindeljjk ook eens in ons eigen land gebeure, wat wij telken jare bjj onze
naburen op zoo uitnemende wjjze zien tot stand.komen? Zou het Neder-
landsche volk aan het comité zijne bijdragen onthouden'"
Dat groote belangstelling in het tot stand komen der internationale ten
toonstelling in ons vaderland bestaat, bljjkt het Uitvoerend comité, dat
veler medewerking ontving; waardoor reeds een aanmerkelijk kapitaal is
bjjeengebragt.
Doch zal de tentoonstelling doorgaan%al de verwachting van den heer
Sickesz niet beschaamd worden, dan moeten nog vele bjjdragen inkomen,
dan moeten zjj die tot heden achterbleven ook hunne bjjdragen offeren.
Het is toch bekend dat met Januarij 1883 het besluit moet worden ge
nomen of de tentoonstelling zal doorgaan.
Herhaaldeljjk .is er reeds op gewezen, dat niet alleen groote bijdragen
worden gevraagd. Het comité vraagt aller medewerking en zoo de deel
name algemeen is, behoeven de giften waarlijk niet groot te zijn. Al zjjn
de tijden voor den landbouwer niet zoo gunstig, toch zal wel geen enkele
beweren, dat hij voor eene onderneming, waarop zoo zij werkeljjk tot
stand komt, zooals men zich voorstelt, Nederland trotsch zal mogen zijn,
geen ƒ2.50 of ƒ1 kan missen!
Dat een iederwien het waar belang van den Nederlandschen landbouwer
en veehouder ter harte gaat, dat vooral hjj die bij den bloei van landbouw
en veeteelt belang heeft, zich niet langer terttghoude, maar zijne bijdrage
aan de bestaande subcommissie in de gemeente zijner woning ter hand
stelle of wel die bijdrage per postwissel aan den secretaris van het uit
voerend comité, den heer P. F. L. Waldeck, te Loosduinen, bij's Gravenhage,
overmake.
Met aandrang wijzen wij er op, dal het zoo prijzenswaardig voor
nemen alleen Hit gebrek aan geldelijke medewerking nog kan schipbreuk
lijden
Het niet tot stand komen der eerste internationale landbouwtentoonstel
ling in Nederlanddeze reeds zoo lang gewenschte zaakzoude eene schande
ir' Zie verder hel Bijvoegsel)