De Berg-Markische personentrein, die eergisteren avond van bet slation Venlo vertrok, liep door het verkeerd stellen van den wissel op eene ver keerde lijn, waar eene locomotief stond te wachten. Door de botsing werden beide machinen zeer gehavend, en brak een reiziger een arm. Uit het nader verslag van de commissie benoemd tot onderzoek van de regerings-inlichtingen omtrent het adres van iuii.-generaal van der Heyden, naar aanleiding van de door den minister de Brauw op 20 Oct. overgelegde slokken, blijkt, dat die stokken, afkomstig uit het archief van den mili tairen kommandant van Aljeh, den 4" Aug. 1882 uit Buitenzorg zijn ver zonden en den 16" Sept. in handen van den minister van koloniën gesteld. De stukken zjjn: 1°. eene mededeeling van 22 Febr. 1880 van den chef over de expedilionair-gcneeskundige dienst, Tombrinck, aan den gouverneur van Atjeh, dat bij herhaling dwangarbeiders in het militair hospitaal ge- bragt werden met belangrijke verwondingen ten gevolge van rielslagen. Hjj beroept zich daarbij o. a. op de reeds vroeger bekende verklaring van den geneesheer Snethlage. Hij deelt mede reeds 14 dagen vroeger, bij eene inspectie der gevangenis, de aandacht van den beheerder KaufTmann hierop gevestigd te hebben, doch dat deze den raad, om de straf gematigder toe te passen, blijkbaar niet opvolgde. Hij verzoekt toepasselijkverklaring van art. 20 van hel reglement voor de strafdetachementen bij het leger in Ned.-Indië, waardoor zulke verwondingen niet meer kunnen voorkomen. 2°. een niet gedagteekende brief van den heer KaufTmann mededeelende aan den majoor, dat tjjdens hel bezoek van den majoor Tombrinck slechts 6 van de 1954 dwangarbeiders wegens ontvangen rietslagen in de zieken zaal werden verpleegd 3*. een antwoord dd. 25 Febr. 1880 van den luit.-generaal van der Heyden op den brief van den heer Tombrinck, waarin hij zijne verbazing te kennen geeft over het voorstel om veroordeelde misdadigers, waaronder van de ge vaarlijkste soort, met betrekking tot het toedienen van slagen gelijk te stel len met in een strafarrest geplaatste militairen; wjjst op de noodzakelijkheid om onder 3000 dwangarbeiders voorbeeldige tucht te handhaven om desertie te voorkomen; als ernstig pligtverzuim aan den officier van gez. Snethlage toerekent een geval van overlijden ten gevolge van rietslagen eerst zes dagen na het voorval te rapporteren, waardoor onderzoek onmogelijk werd; den heer KaufTmann gelijk geeft, dat hij op de raadgevingen van den heer Tom brinck geen acht sloeg, daar deze geen officiële inspectie hield, door hem, gouverneur, vergund, en dat hij geen voorstellen wenschl Ie ontvangen, die een uitvloeisel zijn van eene eenzijdige opvatting zijner laak en aan zieke lijke philanthropic doen denken, daar de heer Tombrinck had dienen te be denken. dal zachtere toepassing de veiligheid van personen en goederen ern stig in gevaar zou brengen. Op grond van deze stukken, die haars inziens volkomen bevestigen wat vroeger door haar is gerapporteerd, bljjfl de meerderheid der commissie hare oorsponkelijke conclusie handhaven. De minderheid wjjzigl het laatste lid der conclusie, geljjk reeds de vorige week door ons is gemeld, op grond, dat nu vaststaat, dat de rotanstraf door Kauflmann, onder medeweten van den luit-generaal van der Heyden, werd toegepast, op eene wjjze in strijd met de bepalingen van het Indisch Staatsblad n°. 15 van 1866. Zij meent echter, dat die wijze van bestraf fing nog geen aanleiding geeft lot eene beschuldiging van wreedheid tegen het Atjehsche legerbestuur; doch gelooft, dat nu in de bekende en gecon stateerde feiten door de laatst overgelegde stukken wjjziging gebragt is en er werkelijk van veronachtzaming van Staatsblad n°. 15 van 1866 is gebleken, zulks in de conclusie niet mag worden verzwegen. 's GRAVENHAGE. 21 November. Door Z. M. zjjn benoemd: lot voorzitter van het muntcollegie jhr. dr. A. D. van Riemsdijk, thans lid van dat collegie, met bepaling dal hij zal be last blijven met de hem opgedragen werkzaamheden van inspecleur-essayeur- geueraal der munt; lot lid van hel muntcollegie belast met de werkzaam heden van waardjjn, J. I. Brants, thans controleur bij 's rijks munt; en zulks met opheffing van de betrekking van controleur bij 's rijks munt, waarvan de werkzaamheden door den waardjjn zullen worden vervuld. De heer C. D. Coninck Westenberg, ontvanger der directe belastingen enz. te Winsum, is benoemd tol ontvanger derzelfde middelen te Eenrum. Tot notaris te Roermond is benoemd de heer W. II. A. Enter, cand.- notaris te Maastricht. Tot leeraar aan de rjjks hoogere burgerschool te Gouda is benoemd de heer 11. van Steel. Bij hel wapen der cavalerie zjjn benoemd: bij het 1' reg. huzaren, tot kolonel en kommandant van het corps, de luit.-kolonel G. Holtius, en tot luit.-kolonel, de majoor J. C. E. graaf van Lynden, beiden van dat regiment. Voorts zijn in hunnen rang overgeplaatst bij het reg. grenadiers en jagers, de le luitI. O. J. A. Schwartz, van het 5' reg. infanterie, en P. J. R. von .Ernst, van den staf der infanterie, werkzaam bjj de ktn. militaireakademie. Aan den militairen apotheker 2' kl. op non-activiteit A. J. C. Geerts, van het personeel der geneeskundige dienst van de landmagt, is, op zijn verzoek een eervol ontslag uit de militaire dienst verleend. Alvorens heden in openbare zitting bijeeii te komen, heeft de tweede kamer een zestal wets-ontwerpen in de afdeelingen onderzocht; o. a. die betreflende de ver'enging van den termijn voor de heffing van invoerregten en accijnsen de overeenkomst met de Nederlandsclie handelmaatschappij en wijziging der Indische begrooting voor 1882. lil de zitting van de tweede kamer van heden, bjj het voortgezet debat over de Indische begrooting, bleef de heer Keuchenius afkeuren de Billilon- ovcreeukomslals zjjnde eene verwaarloozing van landsbelang. De minister van koloniën wachtte met vertrouwen het onpartijdig oordeel der kamer commissie af. Zeer uitvoerig werd bij den minister aangedrongen geen beslissing le nemen over de wijze van exploitatie van de haven le Batavia zonder voorbehoud van wettelijke goedkeuring. De minister verzekerde, dat de kamer over deze zaak een oordeel zou kunnen uitspreken zouder verrassing. De discussie over het amendement om te schrappen 5 ton voor den aanleg van de lijn Soerabajja—Osdjong is aangevangen. Morgen voort- zetting. De eerste kamer der stalen-generaal is thans bijeengeroepen tegen Maandag 4 December, des avonds ten acht ure. Te Scheveningen zag men Zaturdag morgen voor den waf een kof met de Duitsche vlag in top. Tegen 3 ure strandde het voor de hotels Zeernst en Ranch. De reddingboot der Noord-en Zuidhollandsche reddingmaatschappjj was intusschen op het strand aangekomen, werd te water gelaten, en liet mogt den bootslieden gelukken, de opvarenden aan boord te nemen en met hen het strand te bereiken. Het schip heet lUarcx, gevoerd door kapitein M. D. Springer, en geladen met hout, kwam van Memel en was bestemd naar Amsterdam. Men verwacht dat het vaartuig nog afgebragt zal kunnen worden. BUITEN LAN DSCIFE BE 111 GTE X. ENGELAND. LONDEN. 20 November. De heer Gladstone neemt bjj de betrekking van eersten minister ook die waar van minister van financiën. Eene vraag in het lagerhuis over de wenschelijkheid van de bljjvende vereeniging dier twee betrekkingen en over eene bezuiniging, die daardoor misschien zou verkregen worden, ontlokte hem de verklaring, dat hij inderdaad plan had de betrekkingen te scheiden, maar dat dit zeker niet lol bezuiniging leiden zou. Patrick Casey, de tweede beschuldigde wegens den moord te Maant- trasna, is mede tot de galg veroordeeld. Te Manchester is het magazjjn van de firma Hodgkinson door brand vernield, en daardoor eene schade veroorzaakt, die men op M 100,000 raamt. De Daily R/'ews heeft' het berigt uit Congo-River ontvangen, geda teerd 7 Oct., dat het Stanley-station aan de Boven-Congo door eenige vijan delijke inlanders was aangevallen, waarbij de agent van het station, de heer Lecheul, gewond werd. Uit eene circulaire, door den Egyptischen minister van binnenlandsche zaken verzonden, blijkt, dat de schadeloosstelling wegens moord plundering en brandstichting te Alexandrië, enz. zich zal bepalen tot de verliezen, welke na 10 Junij 1882 ten gevolge ven den opstand geleden zijn. De dief stallen, waarvan verschillende particulieren, kooplieden of industriëlen, be weren gedurende den opstand de slagtoflers geweest te zijn, kunnen, in dien zjj niet door gewapende benden gepleegd zijn, niet anders beschouwd worden dan als misdrijven en vergrijpen legen het gemeene regt, en daar voor kan door den staat geene vergoeding gegeven worden. FKA A ÜK1JH, In de kamer van afgevaardigden is de discussie voortgezel over de begrooting van buitenlandsche zaken. Bjj de behandeling van den post voor het gezantschap bij het Vaticaan heeft de heer Raspail gezegd, dat de opheffing van dat gezantschap zou zjjn eene opzegging van het concor daat. Een amendement tot opheffing van dien post is verworpen met 339 tegen 161 stemmen. De heer Duclerc zeide in antwoord aan den heer Madier-Montjau, dat een zaakgelastigde aldaar onvoldoende zou zjjn. Een gezant was er noodig. Wanneer de kamer de daarvoor noodige uitgaaf ver wierp, zou hjjspreker, de portefeuille nederleggen. Na repliek van den heer Madier-Montjau verdedigde hjj zich er over dat hjj in deze de kabinets- quaeslie had gesteld. Nadat daarop een amendement van Madier-Montjau, waardoor de post zou zijn vervallen, met 339 tegen 147 stemmen was ver worpen, is de uitgaaf goedgekeurd. Bij de behandeling der begrooting voor de posterijen is in de kamer geconstateerd, dat hel postveikeer 70 en het telegrafisch verkeer 150 percent is toegenomen en dat het overbrengen van telegrammen is versneld. Een voorstel van den heer Maret, om de genoemde begroot ing tot nader onderzoek aan de commissie le verzenden, is met 456 tegen 14 stemmen aangenomen. De gouverneur-generaal van Algerië, de heer Tirnian, is te Parijs ge komen om een ontwerp te verdedigen, dat ten doel heeft 400,000 hectaren grond van de Arabieren te onteigenendie gronden in concessie te geven aan Fransche kolonisten, nieuwe dorpen aan te leggen, en daarvoor een crediet van 1C0 millioen beschikbaar le stellen. Men verwacht niet dal het plan zal aangenomen worden. Nu de werkstaking der meubelmakers zoo goed als geëindigd kan worden beschouwd, zjjn de geschillen tusschen de behangers en hunne knechts tot eene hoogte gerezen, die weinig hoop geeft op een vergeljjk. De patroons zijn overeen gekomen om hunne werkplaatsen te sluiten voor een ieder, die niet zijn ontslag neemt als lid van de syndicale kamer van werklieden. De laatsteu hebben daarop eene vergadering gehouden, waarin zjj met eenparige stemmen eenige eischen aan de patroons hebben gesteld, onder welke ook de erkenning van de syndicale kamer van werklieden. De arbeiders hebben zich voorts verbonden, niet terug te keeren tot de 50 patroons, die hnnne werkplaatsen gesloten hebben tenzij deze zich vereeuigen met hel werklieden-programma. De waterstand in de Seine is thans buitengewoon hoog. Geen stoom boot kan meer onder de vaste bruggen doorvaren, en al het personenver voer langs de rivier is op de tramwegen overgebragt. Uit lldvre wordt gemeld, dat aldaar het stoomschip IHouette is aange komen met schade, ten gevolge van eene botsing met de mailboot Heslphalia. Het blijkt dus, dat de officier der boot, die de IFestphalia had uitgezet om hulp te brengen aan het aangevaren schip, onjuisttgezicn heeft, toen bij rapporteerde, dat het onbekende schip gezonken was nadat er de vlammen uitsloegen. DU1T8CULAN», Uit St. Petersburg meldt men, dat de minister van buiteulandsche zaken,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1882 | | pagina 2