BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
BIJVOEGSELbehoorende tot de Leidsehe Courant
van Maandag 6 November J882, N°. 26d.
De brievenbesteller B. te Smilde, die beschuldigd wordt brievenwelke
hem ter bezorging waren toevertrouwd, geopend te hebben, ontkent voor
jen regter van instructie alle schuld, hoewel zijne voormalige huishoudster,
met wie hij om gewigtige redenen tegenwoordig op een slechten voet staat,
moet verklaard hebben, dat zij heeft gezien, dat B. boven een met heet
water gevulden ketel brieven openmaakte, ze las. daarna weer sloot en
ze vervolgens aan zeker meisje, op wie hij verliefd was, doch die niets van
hem wilde weten, ter hand stelde. Bedoelde brieven waren van den min
naar van het meisje, en minnenijd moet bij B. de drijfveer geweest zijn.
B. meet den inhoud der brieven aan zijne huishoudster voorgelezen hebben,
en de geadresseerde moet verklaard hebbendat de brieven werkelijk in
hielden wat die vrouw opgaf.
Terwijl eergisteren avond te Waalwijk eenige kinderen op de straat
tegenover het kerkpad speelden, werd uit de rigting van dit pad een geweer
of pistool afgeschotenmet het gevolgdat een jongen van 10 jaren in zijne
wang en tong is gekwetst. Men weet dus nietof dit geval aan boos opzet
of wel aan onvoorzigtigheid moet worden toegeschreven.
Te Maastricht is in verzekerde bewaring genomen de brievenbesteller
B., die beschuldigd wordt eene som van /33 op het postkantoor te hebben
ontvreemd.
In de memorie van antwoord op het sectie-verslag der tweede kamer
over de Indische begrooting voor 1883 komt betreffende de zaken in Atjeh
bet volgende voor: Erkennende, dat de toestand in Atjeh ongunstiger is
geworden, dat krachtige maatregelen tot verbetering noodig waren en dan
ook genomen zijn, kan de minister echter niet aannemen, dat het krachtige
optreden van de partij van verzet te wijten is aan den overgang van het
militair tot het civiel bestuur. Ook geeft hij niet toe, dat de kracht van
het zwaard had moeten aangewend worden tegen de gevestigde bevolking.
De minister weet niet, wien, bij voldoening aan het verlangen om den
oorlogstoestand weder te doen intreden, de oorlog zou moeten worden ver
klaard. De maatregel van vervanging van den tegenwoordigen gouverneur
door een militair behoort te worden overgelaten aan den gouv.-generaal.
De geschiedenis van den Atjeh-oorlog logenstraft z. i., dat het vereenigen
van het militair en civiel gezag in ééne hand een waarborg zou zijn tegen
vijandige ondernemingen.
De minister heelt in de memorie verschillende berigten bijeenverzameld
om te doen uitkomen, dat na 7 Aug. niets is vernomen van eenig succes,
door de vijandeiijke benden in Groot-Atjeh behaald. Sedert 20 Sept. zjjn
bij liet dep. van koloniën geen nadere telegrafische berigten betreffende
Atjeh ontvangen, waaruit wordt afgeleid, dat tot dusver geene nieuwe be
langrijke voorvallen plaats hadden. De minister legt verschillende gegevens
over ter toelichting van het oordeel van den gouverneur van Atjeh, dat
bij eene normale bcstuursregeling, zooals die voor Atjeh was vastgesteld,
onder gewone omstandigheden het veelvuldig uitzenden van militaire patrouilles
niet behoorde plaats te hebben. De militaire commandant, kolonel Haus,
die zich mei de beperking van de patrouillediensten niet kon vereenigen,
beval de weder-invoering van de veelvuldige patrouilles als preventivenmaat
regel aan. Daar het bleek, dat op de goede verslandhouding en de cordiale
zamenwerking tusschen hem en den gouverneur niet meer te rekenen viel,
was de vervanging van den thans afgetreden militairen commandantvolgens
het eenstemmig gevoelen van den gouv.-gen. en van den leger-commandant
onvermijdelijk. Het denkbeeld om onze vestiging in Groot-Atjeh meer te
concentreren, acht de minister thans moejjelijk voor verwezenlijking vatbaar,
indien daarmede verkleining van het bezette terrein bedoeld wordt. Groot-
Atjeh eenmaal gedeeltelijk bezet zijnde, zou terugtrekken onzerzijde ons
prestige en de belangen der goedgezinden in gevaar brengen. De vraag,
of concentratie der troepen in een kleiner aantal posten wenschelijk is,
wordt overwogen en zal vermoedelijk spoedig beslist worden.
De minister vindt geene aanleiding om den post voor buitengewone uit
gaven ten behoeve van de in Atjeh gelegerde troepen te verhoogen.
's GKAVEN11AGE4 November.
Door Z. M. is, als blijk van goedkeuring en tevredenheid, de bronzen
medaille en een loffelijk getuigschrift, ingesteld bij kon. besluit van 22Sept.
1855, toegekend aan: L. C. W. Defize, 2' luit. bij het 3e reg. infanterie,
te Vlissingen; den militien-plaatsvervanger H. Hoogendorp, ingedeeld bij
het corps pontonniers, te Dordrecht; den jongen P. M. Damen, aan boord
van de Anna-PaulownaV. Jacobs, te Maassluis; 1. van Kleef, te Amster
dam, en H. Dessart, te Maassluis, wegens het met levensgevaar redden
van menschenlevens.
Tot betaalmeester te Alkmaar is benoemd de heer A. J. P. van Strijen,
thans betaalmeester te Almelo.
De lieer G. J. van Kerkwijk, ontvanger der directe belastingen en
accijnsen te Ellen en Leur, is benoemd tot ontvanger derzelfde middelen te
Beerta. De heer A. Kluit Wetz, verificateur der 3' categorie voor de active
dienst der directe belastingen te Nijmegenis benoemd tot ontvanger dei-
directe belastingen enz. te Knijpe, en de heer F. A. A. Beudt, verificateur
der 3e categorie v-or de active dienst der directe belastingen te Amsterdam,
is benoemd tot ontvanger der invoerregten en accijnsen enz. op het kanaal
van Walcheren te Vlissingen.
De student voor de geneeskundige dienst der landmagt (arts) M. Straub
is benoemd tot officier van gezondheid 2C kl. bij het personeel van ge
noemde dienst.
Aan den met verlof in Europa aanwezigen officier van gezondheid
2e kl. bij het leger in Nederl. Indië dr. C. J. L. Daubler is, wegens ligchaams-
gebreken, eervol ontslag verleend uit de militaire dienst.
De officier van gezondheid le kl. bij de zeemagt W. Schoondermark
dienende aan boord van hel opleidingschip Admiraal van tVassenaer, wordt
op non-activiteit gesteld en vervangen door den officier van gezondheid le
kl. dr. W. Schutte, arts.
De nieuwe Fransche gezant Legrand werd gisteren avond bij zijne aan
komst te dezer stede ontvangen door graaf Lefèvre de Behaine, tot dusver
diplomatiek vertegenwoordiger der republieken de secretarissen der legatie.
De nieuwe gezant van Frankrjjk bij het Vaticaan, graaf Lefèvre de
Behaine, zal nog tot het laatst dezer maand aan het hoofd van het gezant
schap der republiek bjj ons hof geplaatst blijven om in December zijn post
te Borne te aanvaarden.
De aan de buitenlandsche gezantschappen hier ter stede verbonden
legatie-secretarissen geven morgen in het hotel Paulez een afscheidsdiner
aan hunnen ambtgenoot bij het Spaansche gezantschap, de lieer Palo
de Bernabè, ter gelegenheid van zijne overplaatsing naar Parijs. De
heer de Bernabé vertrekt a. s. Maandag naar zijne nieuwe standplaats.
De oud-minister Six, thans lid van deu gemeenteraad, wordt gedood
verfd als a. s. gemeente-ontvanger in plaats van jhr. van der Goes.
De slooping van de twee aangrenzende kapitale huizen in de
Eerste Wagenstraat, welker amotie in verband staat met den voorge
nomen bouw eener overdekte marktplaats, is bijkans voltooid. Eene
vergrooting van het terrein door aankoop voor afbraak van het belendende
winkelhuis ligt vooraf nog niet in het plan der ondernemers.
De politie heeft gisteren avond in het parterre van den schouwburg
aangehouden een jongmensch van nette familie en de hem vergezellende
»dame du demi-monde". Beiden werden naar de politie-afdeeling aan de
Nieuwe Haven gebragt, alwaar zij in verhoor zijn genomen, in verband met
de op den jongeling rustende verdenking van opligting van armsieraden.
Het geval veroorzaakte onder de talrijke bezoekers van den schouwburg
nog al beweging.
Eene vijf-en-zeventigjarige vrouw in den Haag, die met bedelen in
haar onderhoud voorzag, werd gisteren in zwaar beschonken toestand door
twee politie-agenten naar het burean van politie overgebragtna eerst
eenige malen door het slijk te zijn gerold.
Een voerman, Janke Bles, reed gisteren ochtend langs het Scheve-
ningsche kanaal met een wagen beladen met mest; de wagen liep ongelukkig
tegen de steenen glooijing, kantelde om en kwam teregt op den voerman,
die onmiddellijk overleed.
In het halfjarige tijdvak van 1 Mei tot uit. October jl. heeft de Ned.
Rijnspoorwegmaatschappij 653,965 passagiers per stoomtram naar en van
Scheveningen vervoerd.
Te Scheveningen is men nog altp bevreesd, dat de zee in den laatsten
storm nog meer offers heeft geeischt dan tot heden bekend zijn; het zal
nog wel een paar weken duren, eer men daaromtrent alle zekerheid heeft.
BELGIE,
De Ami de l'Ordre meldtdat verleden Zondag de jagtwachter van
den graaf Felix de Conchy, van Villers-sur-Lcsse, door een wildstrooper ver
moord is. De moordenaar heeft de vlugt genomen.
Een vreesselijk ongeluk is aan het station te Arlon gebeurd. Eenige
aardewerkers, die op de baan aan het werk waren, hadden den trein niet
hooren aankomen; twee hunner werden omgeworpen en vermorzeld; een
derde met gebroken arm en andere kneuzingen opgenomen. Deze ongeluk-
kigen waren gehuwd.
ENGEIiAKD,
LONDEN. 3 November.
Generaal Wolseley is te Balmoral door de koningin ontvangen. Overal
waar hij op zijn weg derwaarts en op zijne terugreis herkend werd, juich
ten de omstanders hem luide toe.
Aan de Standard wordt gemeld dat de Khedive bevel had gegeven
om niet verder voort te gaan met het in hechtenis nemen van verdachte per
sonen in de provinciale distrieten; ook zouden een aantal Egyptenaren,
die thans in den kerker zuchteneerlang de vrijheid herkrijgen. In ver
band met de zending van lord Dufferin waren hoffelijke dépêches gewisseld
tusschen den Sultan en den Khedive.
Volgens berigten uit Egypte zijn er belangwekkende onthullingen
tjjdens het proces van Arabi te verwachtentenzij de Sultanin het naauw
gedreven door dreigende onthullingen, al zijn invloed mogt aanwenden om
het proces in de geboorte te smoren en daardoor alle verdere onaangenaam
heden te ontgaan. Naar de correspondent van de Times te Caïro berigt,
staat het meer en meer vast, dat des Sultans deelneming aan Arabi's staats
greep buiten allen twijfel is.
Het berigtdat 500 man Engelsche troepen naar Sudan gezonden wa
ren, wordt door de Daily iVews ten stelligste tegengesproken, die op nieuw
verzekert, dat noch Britsch geld, noch Britsche troepen zullen worden aan
gewend om den opstand te dempen.
Het toenemen van het aantal misdadigers van jeugdigen leeftijd te
New-York is, volgens den secretaris der "Society for the suppression of
vice" aldaar, werkelijk onrustbarend. Uit aanteekeningendie hij alleen
van dagbladberigten omtrent gevangennemingen van kinderen hield, blijkt,
dat van 1 Februarij tot 15 Augustus 11. 451 misdadigers onder de 21 jaar
gevat werden. De helft daarvan was jonger dan 16 jaar; 15 werden gevat
wegens moord; 38 wegens grootc diefstallen42 wegens straatroof; 99