LEIDSCHE
COURANT.
V. 221.
1882.
WOENSDAG 20 SEPTEMBER.
STADS-BE RICHTEN.
II e r h a 1 i 11 g s o 11 <1 e r w i j s
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 1.50, franco p. p, f2.
Afzonderlijke ntmmers zijn verkrijgbaar voor 5 cents.
De pr{js der Advertentiën is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN;
Gezien art. 3 der Verordening van den 12de° Januari 1882, tot regeling
van het llerhalingsonderwijs in de gemeente Leiden (Gemeenteblad n°. 11);
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de inschrijving van leerlin
gen voor llerhalingsonderwijs zal plaats hebben van den 18den lot en
met den 228,eD September a. s.voor meisjes in het schoollokaal in de Van
der Werfstraat, voor jongens in dat aan de Korte Mare, telken dage des
namiddags van zeven tot acht uren.
Tot het llerhalingsonderwijs kunnen worden toegelaten:
1». de leerlingen van de scholen der 3e en 4' klasse, die verkregen heb
ben het getuigschrift, bedoeld bij art. 18 2 der Verordenidg van
11 November 1880 (Gemeenteblad 1881, n°. 4);
2'. zij die. bij een af te leggen examen, blijken geven aan de daarvoor
gestelde vereischteiTie kunnen voldoen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE KANTERBurgemeester.
Leiden, 13 September 1882. E. KIST, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien art. 8, 1' alinea, der wet van 2 Juni 1875 Staatsblad N\ 95),
tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inrichtingen, welke ge
vaar, schade of hinder kunnen veroorzaken;
Brengen bij deze ter algemeene kennis dat door hen op heden vergun
ning is verleend aan J. 11. Lammering en zijne rechtverkrijgenden, tot het
oprichten van eene slachterij in het perceel in de Burchtpoort n«. 2.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsclie
Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
Leiden, 18 September 1882. E. KIST, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente LEIDEN,
Gezien art. 8, le alinea der wet van 2 Juni 1875 Staatsblad N°. 95),
tot regeling van het toezicht bij het opriehten van inrichtingen, welke ge
vaar, schade of hinder kunnen veroorzaken;
Brengen bij deze ter algemeene kennis dal door hen op heden afwij
zend is beschikt op het verzoek van G. J. U. Speet, tot het oprichten
van eene huidenzouterij in het perceel in de Lange Bouwen Louwensteeg n". 12.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsche
Courant,
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE KANTER, Burgemeester.
Leiden, 18 September 1882. E. KIST, Secretaris.
BINNENLANDSCIIE BER1GTKN.
LEIDEN, 19 September.
Heden droeg de rector magnificus, de lieer dr. M. J. de Goeje, het rec
toraat over aan zijnen opvolger, den heer dr. P. van Geer, met eene rede.
waarin hij verslag gaf van de lotgevallen der universiteit gedurende het
afgeloopen jaar. Wat betreft het collegie van curatoren wenschte hij den
beer m'. Fock geluk met zijne herbenoeming en betuigde hij voorts zijn
leedwezen over het aftreden van den president-curator, den heer dr. A.
Vrolik, die steeds getoond had, dat de belangen der universiteit hem ter
harte gingen. Met ingenomenheid begroette hij den heer m'. S. Vissering
als euiator; die benoeming toch was met genoegen vernomen en zijn
verleden een waarborgdat ook bij hem de belangen der universiteit in
goede handen waren. Den heer mr. baron Sloet van de Beele werd als op
getreden president-curator mede geluk gen enscht. Spreker stond vervolgens
stil bjj het verlies, dat de universiteit geleden had door het overlijden van
den hoogleeraar Goudsmit, een man. die een sieraad was der hoogescliool,
inzonderheid der regtsgeleerde faculteit. Aan den roemaan zijnen naam
verbonden, mogt men wel toeschrijven, dat alhier in den laatsten tijd een
too groot aantal studenten voor de regtsgeleerde faculteit waren ingeschre
ven. Zijn vPandekten-systecm", dat helaas onvoltooid was gebleven, had
hem ook in het buitenland als een degelijk geleerde doen kennen. Spreker
hoopte, dat er nog iemand zou gevonden worden, die, zijn voetspoor volgende,
dn werk mogt voltooijen. Zijne benoeming als hoogleeraar aan deze
«nversiteit was de bevestiging geweest van een feit dat reeds bestond, en
die benoeming was eene overwinning over bekrompenheid en onverdraagzaam
heid want hij was de eerste Israëliet aan wien hier eene leerstoel was aangebo
den. Ofschoon hij geen graad in de classieke letteren had verkregen, had hij
ook daarvan eene ernstige studie gemaakt, en was hij een goed latinist,
zoodat de senaat niet schroomde hem bij het eeuwfeest in 1875 het docto
raat honoris causa op te dragen. Spreker vermeldde daarna het aftreden
van den hoogleeraar Rijke wegens 70-jarigen leeftijd; hij betreurde het dat
de wel onverbiddelijk sprak van aftreden, al was men in slaat ten volle
zijne betrekking waar te nemen. Ofschoon de bepaling der wet niet geheel
was al te keuren, had hij liever gezien, dat zij van vergunning had ge
sproken. Morgen zou het 37 jaren geleden zijn, dat de hoogleeraar Rijke
zijne betrekking hier aanvaardde. Hij bragl hem openlijk dank voor het
geen bij ten nutte der wetenschap en tot luister der universiteit had verrigt.
Waar zulke steunsels aan de universitleil ontvielen, was de verantwoordelijkheid
voor de jongere hoogleeraren te grooter, waar het gold den roem der uni
versiteit staande le houden. Met leedwezen deelde spreker mede, dat de
hoogleeraar Dozy zich nog niet in het zoo gewenschte herstel zijner krachten
mogt verheugen.
Als in dit jaar nieuw opgetreden hoogleerarcn hragt hij een welkomst
groet aan de hh. Acquoy en d'Ablaing. Den laatste wenschte hij toe, dat hij
het verlies, door Goudsmit geleden van de werkelijkheid tot eene herinnering
mogt terugbrengen. Voorts maakte hij melding van de benoeming van
dr. Kamerlingh Onnes als opvolger van den heer Rijke.
Twee onderscheidingen, aan de universiteit ten deel gevallen, werden door
den spreker vermeldt. w. de uitnoodiging gedaan aan prof. Kuenen om
in Engeland op te treden in de Hibbert-lczingen en hel toekennen van de
eere-medaille aan prof. Veth door de Tborbeeke-stichting.
Wat de uitgeschreven prijsvragen betreft, verzocht de spreker aan den
secretaris van den senaat voorlezing te doen van de judicia. Daaruit bleek,
dat slechts één antwoord, ingekomen op eene der door de regtsgeleerde
faculteit gestelde vragen, der bekrooning waardig was geoordeeld. Het was
dat ingezonden door den heer D. Simons, cand. bij de regtsgeleerde facul
teit alhier, aan wien spreker het eere-metaal met een toepasselijk woord
uitreikte.
Uitvoerig stond spreker stil bij de zaak van het nieuwe akademie-gebouw,
door hem eene lijdens geschiedenis genoemd. De verschillende bijzonderheden,
daarvan door hem in het licht gesteld, gaven niet weinig stof tot hilariteit.
In den loop des jaars was de universiteit vertegenwoordigd geworden bij
twee pleglighedendoor zuster instellingen gevierd, l. w. bij het lustrum
feest te Amsterdam en bij het eeuwfeest te Wurzburg. Wat betreft de
laatste instelling, merkte hij op, dat, was de Leidsche universiteit opgerigt
als bolwerk voor de hervorming, die te Wurzburg, 7 jaren later, was opge
rigt als bolwerk van het katholicisme: thans reikten echter beiden elkander
de hand ter bevordering van vrije studie.
Wat betreft de studenten, ook nu maakte spreker de opmerking, dat, terwijl
de studenten-almanak een getal van 800 aangaf, er slechts 520 ter rolle
waren ingeschreveneen gevolg van enkele bepalingen der wet. Hij gaf
tevens cenige wenkendie zijns inziens daarin eene wenschelijke verbete
ring zonden kunnen aanbrengen. Hierbij rigtle spreker een ernstig woord
lot de studenten, om hen op te wekken tot ernstige studie, die niet bestond
in examen-studie en pretmakerij. Met een kort en toepasselijk woord
gal daarop de spreker het rectoraat aan zijn opvolger over.
De lolelingen, die in dit jaar zijn ingelijfd bij de bereden corpsen en
na hunne inlijving, tot nadere oproeping, met verlof zijn gezonden, zullen
op Dingsdag den 3,n October a. s. in werkelijke dienst worden gesteld, ten
einde te worden gekleed en geoefend.
Voor het notariëel examen zijn in de afgeloopen week geslaagd: voor
het eerste gedeelte, de beeren: F. G. J. Hoefer, le Maastricht; C. F. J.
Ileinsius, te Kampen; J. II. Schelfings, le Maastricht; A. I). Vygli, te
Utrecht; jh'. II. M J. F. Verheyen, te Loon op Zand; E. A. M. de Bruyn,
te Eindhoven: J. Jnlsing, te Amsterdam; W. K. F Zwicrzina Gzn te Hel
mond; J. J. Esser. le Amsterdam; voor liet tweede en derde gedeelte, de
heeren: J. A. P. Levenkamp, te Deventer; B. F. Caslendijk, te Arnhem;
en voor hel derde gedeelte, de heer A. A, van Straaten, te 's Gravenhage.
Het stoomschip Conrad is op 16 Sept. van Batavia vertrokken en de
Voorwaarts is op dien dag aldaar aangekomen. De Zeeland, op weg naar
Rotterdamis op 18 Sept. van Marseille vertrokken. De Zuidhollandop
weg naar Rotterdam, is op 17 Sept. van Port-Saïd vertrokken Dtlnsulinde,
op weg naar Amsterdam, is op 13 Sept. te Suez aangekomen.