D« lieer F. J. J. van Eysinga, die den voorzitlersstoel bekleedt, opent, nadat de leden der beide kamers zich in de zaal, bestemd voor de zittingen der tweede kamer, vereenigd hebben, tegen half een ure de vergadering en laat een koninklijk besluit van den 9d,n September jl.n°. 30, houdende zijne benoeming tot voorzitter der eerste kamer gedurende het aanstaande j zittingjaar, door den griffier dier kamer voorlezen. De voorzitter, aan wien dientengevolge, overeenkomstig het voorschrift vau art. 103 der Grondwet, het bestuur der vergadering js opgedragen, be noemt eene commissie, die Zijne Majesteit den koning, bij Hoogstdeszelfs aankomst in het gebouw der staten-jfeneraal, ontvangen en in- en uitge leide doen zal. De ministers, hoofden van ministeriële departementen, de kanselier der beide orden en de leden van den raad van state vervoegen zich ten een ure mede in de vergaderzaal. Zijne Majesteit de koning, die zich op de in het programma voor de opening van de vergadering omschreven wijze naar het gebouw van de tweede kamer begeven heeft, wordt, na een kort tijdsverloop aldaar aange komen in de vergaderzaal binnengeleid. Zijne Majesteit dc koning plaatst zich op den troon en houdt de volgende openingsrede: Mijne II eeren Het is Mjj aangenaam de Vertegenwoordigers van het Nederlandsche volk weder bijeen te zien. Mjjne betrekkingen met de buitenlandsche Mogendheden zjjn van den meest vricndschappelijkeu aard. Zee- en landaiagi kwijten zich met lofielijken ijver van hare hoogst ge- wigtige taak. De zeemagt leed een betreurenswaardig verlies door het vergaan van den monitor Adder met zijne bemanning. Ik mag verwachten, dat in deze zitting zullen kunnen worden vastge steld alle wettelijke maatregelen, noodig voor het in werking treden van onze nieuwe strafwetgeving. Moge al de toestand in Atjeh nog te wenschen overlaten, Ik vertrouw dat hel bestuur van dat gewest, gesteund door de zee- en landmagt, er in zal slagen bet gezag meer en meer te bevestigen en de veiligheid te ver zekeren. In de overige gedeelten van Nederlandsch-Indië geeft de slaat van zaken over het algemeen stof tot tevredenheid. De ziekten, die in sommige streken de bevolking teisterden, zijn nog niet geheel geweken. De besmettelijke veeziekte heeft nagenoeg uitgewoed. De toestand der West-Indische Koloniën is niet onbevredigend. Hoewel de opbrengst der Rijks middelen in de laatste jaren op verblijdende wjjze toenam, zal toch vermeerdering van 's Rijks inkomsten niet lang meer achterwege kunnen blijven. Hervorming van het zamcnstel onzer be lastingen dient daarmede gepaard te gaau. Een voorstel om met die her vorming een aanvang te maken zal U worden aangeboden. Retere regeling der plaatselijke belastingen blijkt meer en meer nood zakelijk. In verband met de herziening van 's Rijks belastingstelsel zal daartoe llwe medewerking worden ingeroepen. Een ontwerp tot wijziging van de wet op het middelbaar onderwijs wordt in gereedheid gebragt. Voorstellen betrekkelijk het kiesregt zullen U weldra bereiken. Het is Mijn voornemen een onderzoek te doen instellen omtrent de vraag, van welke bepalingen der Grondwet herziening raadzaam is. Omtrent gewigtige ontwerpen van wet, reeds in vorige zittingen inge diend, worden Uwe overwegingen met belangstelling te gemoet gezien. Mogen onze vereenigde pogingen onder Gods onmisbaren zegen het geluk van ons dierbaar Vaderland bevestigen. Ik verklaar de vergadering der Staten-Generaal te zijn geopend. Zjjne Majesteit de koning verlaat, na hel uitspreken dezer rede, begeleid door de commissie, de vergaderzaal, om zich op de bepaalde wijze naar het koninklijk paleis terug te begeven. De voorzitter sluit, nadat de commissie is teruggekeerd, de vereenigde zitting der beide kamers. De trein, waarmede Z. M. de koning heden naar de vergaderzaal der staten-generaal reed, trok, even als gewoonlijk, langs de rijen eener digte menigte door de stralen, die voor deze gelegenheid met vlaggen getooid waren. Z. M. was alleen, gekleed in tenue der zeemagt, in het achtspannig rijtuig gezeten. De luitenant-generaal Verspijck, de generaal-majoor jh' van Panhnys, de geueraal-majoor waam. gouverneur der residentie, plaatsten zich ter zijde van 's konings rijtuig. Links vooruit reed de luitenant-generaal K. van der Heyden, adjudant des konings in buitengewone dienst en oud militair gouverneur van Atjeh. Op het Buitenhof ondervond de stoet een kort oponthoud door een ongeval. Een paard van een cavalerist, schichtig geworden, drong met den kop in het met zes paarden bespannen rijtuig met de groolofficieren van 's konings huis. Hei portierraam en een der lantaarns van deze hofkoets werden daardoor verbrijzeld. De hofdiguitarissen werden niet gedeerd. Het beschadigde rijtuig bleef deel uitmaken van den trein. De heer uir. E. Z. L. van der Kemp werd in dc heden gehouden zitting vau hel geregtshol te 'sGravcnhage beëedigd als officier van justitie bij de arrond.-regtbank te dezer slede. De minister van buitenlandsche zaken zal aanstaanden Donderdag den leden van de permanente commissie der Europeschc graadmeting een diner aanbieden. De tijdens 's konings verblijf buiten de residentie bij ons hof benoemde en alhier aangekomen vertegenwoordigers van Noord-AmerikaItalië en Turkije zullen in den loop der weck bij Z. M. worden toegelaten tot aan bieding hunne geloofsbrieven. Mehemed-pachadivisie-generaal, schoonzoon en algemeen aide-de-camp van den Sultan van Turkije, is alhier aangekomen en aan het hotel Paulei afgestapt. Men verneemt, dat de alhier vertoevende divisie-generaal Mehemed- pacha adjudant-generaal van den Sultan van Turkije, door dezen souverein belast is met de overhandiging aan II. M. onze koningin van de versierselet der Turksche orde, waarmede de vorstin door den keizer der Ottomanenij begiftigd. Vrijdag avond, meldt het fad., moet alhier in het Korte Voorhout het volgende geschied zijn. Zekere R. v. L., bediende in het hotel Beao- Séjour, werd, op een bank bij de comedie zittende, door twee personen aangesproken, die hem uit een glas lieten drinken. Verder herinnerde kjj zich niets. Eenige kreten trokken de aandacht van voorbijgangers, die hen bewusteloos opnamen en in een winkel bragtenwaar de hulp van d'. werd ingeroepen. Per brancard werd de jongen daarop naar zijne wonin» in de Frederikstraat gebragt, alwaar dr. B. hem verzorgde, maar er niet in slaagde hem tot bewustzijn te brengen. BUI TEN LA NI) S CHE B E R 1 GTE N. E Bi fi E 1, A V ft. LONDEN. 17 September. De hh. Parnell, Davitt, Dillon en Brennau, leden der voormalige Iersche «Land leagne", hebben de Iersche vertegenwoordigers opgeroepei tot eene vergadering, welke vóór de heropening der Engelsche parlements- zitting zal worden gehouden en waarin de grondslagen zullen gelegd wordn van eene nieuwe volksbeweging, welke zich ten doel zal stellen: 1». hei verkrijgen der autonomie voor Ierland; 2°. de afschaffing der tegenwoordije bepalingen op den eigendom; 3». dc uitbreiding van de inlar.dsche nijverheid en van de regten der boerenarbeiders; 4°. de geldelijke vergoeding aan da vertegenwoordigers van het parlement. Te Dublin is een der bogen, die van de beeren over het dak van da kathedraal van St. Patrick gaan, om welke heen men bezig was uitgra vingen te doen, ten behoeve van een nieuwen verwarmingstoestel, plotseling ingestort; twee vrouwen, een man en een kind zijn daarbij verpletterd. Lloyd's agent te Charlotte Town (Prins-Edward-eiland) meldt, dat hel Britsch oorlogschip Phoenix daar gestrand is en vol water staat. De be manning werd gered en aan land gebragt. De Phoenix is eene schroei- kanonneerboot van 1124 ton en 900 paardekracht en had eene bewapetiins van 6 kanonnen. De Sultan heeft zijne gelukwenschen aan generaal Wolseley getelegra feerd en hem uitgenoodigd, nu de opstand in het hart is getroflen, dei marsch van zijn leger naar het binnenland te doen staken. De general heeft Z. M. beleefdelijk om antwoord naar Londen verwezen. De correspondent van de Standard in Egypte meldt dat hij een togl over het geheele slagveld heeft ondernomen. De vijandelijke liniën warei zeer sterk en strekten zich vier mijlen lang uit van flank tot flank. 0| zekere afstanden bevonden zich bastions beschermd door loopgraven. Hel sterkst was de positie bij het kanaal en het nemen er van zou veel mes- schenlevens hebben gekost, indien de Engelschen haar van voren haddei aangetast. Bjj enkele gedeelten der werken was de tegenstand der Egypte- naren grooter dan men dien geschilderd heeft. Hier lagen hunne lijken das ook bij honderden. Slechts hier of daar ligt een Hooglander met het gelaat op den grond neergevallenterwijl hij chargeerde. Weinigen der Engelschti werden getroffen bjj de eerste charge. De meesten vielen bij den aanval op de binnenste linie. Ware het vuur der Egyptenaren niet zoo slecht geweest, dan zou het verlies der Britten groot zijn. Nu bedraagt het slechts eti vijftigtal dooden en 250 min of meer zwaar gekwetsten. Er is voldoenden leeftogt te Tel-el-Kebir buitgemaakt om een leger van twintig duizend man maanden lang in het leven te houden. Kafr-el-Dowar is reeds door de Engelsche troepen bezet. De Egyptisch soldaten liepen van daar, zoodat men de eerst op Zondag bepaalde be zetting heeft moeten vervroegen. Abdellah-pachade bevelhebber van Di- mielte, zou nog weigeren te capituleren-, hij zou 5000 man negertroepenol der zich hebben. Het vertrek van den Khelive naar de hoofdstad was Donderdag vastge steld. Middelerwijl heeft sir Wolseley zijn teuten opgeslagen in het onder- koninklijk paleis Abdin, terwijl de hertog van Connaughl, die weldra it- rugkeert naar Engeland, het Kasr-el-Noeska-paleis betrokken heeft. Zoodri Tewfik te Cairo aankomt, zal sir Wolseley het Abdin-paleis weder verij len. De Khedive heeft een telegram ontvangen van koningin Victoria, waarin zij hem hartelijk geluk wenscht met het herstel van den troon het einde van den oorlog. Uit Caïro meldt men aan de TimesTwee maauden lang is Ras-tl- Tin, het paleis van den Khedive, een ganschelijk verlaten oord geweest Van de inboorlingen bespeurde men er geen, behalve den man, die del» paalde opdragl had, om dagelijks op de trappen van het paleis het morj» gebed te doen. Een vreemdeling zells moest dadelijk beseflen, dat Te«# door zijn eigen volk ganschelijk was verlaten. Al had ik nu heden (I» derdag 14 September) niets geweten van hetgeen gisteren gebeurde, ik" hel hebben moeten zien door d n aanblik van het paleis. In alle gans" en vertrekken, inboorlingen, barstend van trouw aan den Khedive, ieders Europeaan, die binnenkwam, bij hand of arm grijpend, pogingen d»* om ieder te omhelzendie maar eenig teeken gaf, dat hij hen herteelt Zij vochten om zich te laten inschrijven in het boek der bezoekers eiiii'1 ten luide het Opperwezen voor de nederlaag van dien verrader Arabi. dit zjjn nu de lieden, die den Khedive smeekten zijn minister van Arabi weder aan het bewind te roepen. Onder al die liedendie ik

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1882 | | pagina 2