PER TE LI GRAAF. dat t SM wm tebrjj ttij "jn (thoien er met ons vieren zoodanig op ingerigt, dat w(j in 25 seconden 25 kunnen lossen op lieden, die lust hebben ons aan te vallen, en dan lubben wij nog 34 reserve-patronen over". j. De schatmeester van de lersclie zaamgezworenen, Patrick Egan, heelt eeskiitiji Parijs een schrijven gerigt tol Patrick Ford, waarin hij dank zegt voor derzoXontvangst van 20000 voor hel Laud-League-fonds. Hij schrijlt er bij: ord Ue btriglcn uit Ierland zijn zoo bemoedigend mogelijk. Overal handelt het aa't gt-Elk getrouw naar ons beginsel: «geen overgaaf." De geest van de Iersche 'chts Xiioiialiteit en vijandschap tegen onze Saksische onderdrukkers is onlc- enoutXzeïgelijk krachtiger dan hij sedert mcnschengeslachten geweest is. Met Tfdnekkige volharding zal het ons gelukkeu, niet slechts eene bevredigende tossing van het agrarisch vraagstuk te verkrijgen, maar ook Engeland te joodzaken onze nationale onafhankelijkheid te erkennen." KKAIÜHKIJli. baar men verneemt zou Gambetla afgezien hebben van zijne reis naar parsed'6- Hij zou er niet zeker van zijn aldaar met groole geestdrift te oorden ontvangen. Volgens de XIXe Siècle zal het nieuwe Hotel de Ville" te Parijs igscbrii den dag van hel Bastillefeest, den 14dtD Julij, worden ingewijd met een reddinjes1 'n ,wee <*er za'e"' aa" °ffic'ë'e wereld aan te bieden door den Bleet. [)e bisschoppen van Nantes en van Mans hebben aan den president <ff republiek een brief gerigt, waarin zij protesteren tegen de wel op den tn ad*'?""'' tide 1 Naar men uit Madrid meldt zijn de dezer dagen aldaar gehouden stie- Vevechten treurig afgeloopen. Bij het eerste gevecht op Zondag II. werd barje matador Carancha zwaar gewond en den volgenden dag werd de jeugdige mi^Lero Angel Pastor, de lieveling van het publiek, zoo gehavend, dat hij er lln kt leven niet zal afbrengen. Een slier wierp hem op den grond, keerde Jtli toen een oogenblik van hem af. maar kwam terug en drukte hem de de regterzijde. De man werd in stervenden toestand naar^iel zilver» luit in Nmi Nederl gle V! 'erchejJ ïldelijli is, d Je verbijt"5 'n nis (kenhuis gehragl. Dit laatste voorval bragt echter niet de minste storing de feestvreugde van hel publiek heil( SJ I ll'JtCHL A X I». rag, Op de Elbe is Zaturdag de ketel van de Oostenrijkscbe stoomboot Wilna gesprongen. Het schip is door midden gespleten. Een aantal stuk- •t wii»i machinerie zijn eenige honderden schreden ver weggeslingerd en eenige den, glfs in nabijgelegen huizen leregt gekomen. Een stuk (jzer van tien voet en mins is hoog opgevlogen en nedergekomen op eene straat, waar het drie ;eldK»rt diep in den grond is geboord. Vier menschen hebben bjj de ramp het pen verloren. vvJ RUSLAND. 53 dajj Onlangs werd melding gemaakt van de aanhouding van Kobosefl, den m, die verleden jaar kort vóór den moord van Czaar Alexander II in de line Tuinstraat een melk- en kaaswinkel gehuurd had, om daar eene mijn graven. Naar men beweert had hij kort vóór zjjne aanhouding een jelfjk P,an 'e Moskou voorbereid, tegen de dagen der krooning van den juiwoordigen Czaar, in den aanstaanden zomer. Hij zou nameljjk vlak Hjbet Kremlin een bloemenwinkel gehuurd of gekocht liebbeu, van waar hij li begounen zou zijn eene mjjn te graven. n .HENTONE. 12 April. De koningin van Engeland is heden ochtend regl- "reeks naar Cherbourg vertrokken. PARIJS, 12 April, liet Journ de Paris deelt, onder voorbehoud, mede, it prins Victor Napoleon te Heidelberg gestorven is aan typheuse koorts. ile Bi it berigt is nog niet bevestigd. I bij i ST. PETERSBURG, 13 April. Bij de politie alhier is uit Kara, in Noord- zou t krrieberigt ontvangen dat achttien wegens politieke misdaden veronr- y telde en verbannen personen, onder welke twee vrouwen, aan hunne ewakers ontsnapt zijn en de stad verlaten hebben. .LONDEN, 13 April. De Morning Post meldt dat prins Lobanofl, gezant ha Rusland alhier, naar St. Petersburg ontboden is. gen ■leid iet wrt anzieij i waif iep u Mil iys sti or en PeltMtl ne self len w en Ier' hij ecl ■rhaleil ie-ag<i Ischap' g' slagen gtofler ordt. r iw«| hl M LEID SCII E SCHOUWBURG. (Voorstelling van 12 April 1882) „Ferreol", Drama in 4 Bedrijven, door Victorien Sardou. Na pene tamelijk lange ruste, vooral toe te schrijven aan belgeen de franschen «la semaine sainte" wij Nederlanders, meer prozaïsch, «de jille week" heeten, wordeu wjj weder geroepen een verslag te schrijven per pene tooneelvoorslellingen wel eene door de Rotterdamsche afdeeling de Koninklijke vereettiging «Het Nedrrlandsch tooneet" gegeven, en be- itemd om de reeks harer abonnementsvoorstellingen binnen Leidens veste te Muiten. Zij koos daartoe «Ferreol". eene schepping van den te onzent zoo td^K vereerden Sardouwiens «Vrienden van ons" reeds lang tot «onze \ienden" behooren en wiens overige looneelgewrochlen ons insgelijks aan lokken, al mogen wjj niet ontkennen dat daarin veel voorkomt met onze 'glippen in tegenspraak en met onzen landaard in strijd. Ook dit stuk, loor de Tooneeldireclie terecht een drama geheeten, maakt geene uitzonde- in; op dien regel, 't Levert in Vrouw Martial de overspelige echtgenoot folio, in de Markiezin De Boismartel die ietwat in duodecimo, en in en aa:pooverre is alles en règlemaar wat niet en regie is, wat afwijkt van lardott's gewoonte, is het feit dat daarin geen strjjd tegen eenig maatschap- tlijk begrip, geene salyre op hedendaagsche toestanden, geene kritiek van t Fransche volksleven geleverd wordt, ten ware die mocht gelegen zijn tg nin het voorstellen van de eigenaardige richting die den geest eens ambte- vocrtipaars ?an het openbaar ministerie somtjjds beheerscht, waar hij uit ieder Pit de schuld des beklaagden meent te kunnen bewijzen, lerwjjl juist de Vrdediger uit dal zelfde leit lot de onschuld des verdachten besluit, be geschiedenis is deze: 8p zekeren naebt is in de omstreken van Aix een moord gepleegd, waar- crc'unin als Vrouw Martial ten tooncele ziet verschuilen verdacht wordt. Immers hij is aau het slachtoffer: zekeren Du Bouscal, een woekeraar en mauvais sujet, eene belangrijke som gelds schuldig, welke daags na den moord opeischbaar, aanleiding lot een gesprek lusschen crediteur en debi teur had gegeven, waarbij de eerste den laatste met den dood scheen te dreigen. d'Aigremont houdt zijne onschuld vol. maar wordt desniettegen staande door de jury schuldig verklaard «met verzachtende omstandigheden" en door liet hof tol twintigjarigen dwangarbeid veroordeeld. De indruk die dit vonnis op de toehoorders, vooral op de toehoorsters, maakt, is ontzettend. Men had vrijspraak verwacht, vooral na de uitmuntende pleitrede van den advocaat Laurent, dte met toejuiching was begroet. Maar Dog vreeseljjker werkt de rechterlijke uitspraak op Mevrouw De Boismartel en haar vriend Fernol, welke laatstgemelde zeer goed weet wie de moordenaar is; maar dit niet kan mededeelen, omdat hij alsdan tevens zou moeten verklaren hoe het kwam dat hij ooggetuige werd van het nachtelijk tooneel, waarin Martial, die terzake zijner weggeloopene vrouw iets met Dn Bouscal te verrekenen, en belang bjj den inhoud van 'smans portefeuille had, dezen, van het leven beroofde, en hij dit alweder niet kan doen omdat eene gewaagde, schoon onschuldig afgeloopene. bijeen komst van hem en Mevrouw De Boismartel, cchtgenoole van den President der Recbibank, dan levens aan hel licht zou komen. Zoowel hij als deze dame zijn dan ook wanhopig en weten niet wat te doen. Een ding staat echter bjj beiden vast, namelijk dit dat d'Aigremont moet gered worden, en Ferreol weet er geen ander middel op dan Martial te bewegen zijne mis daad te bekennen. Dit gelukt echter niet, daar de man, nog altijd met den wensch bezield zijne onwaardige vrouw terug te vinden, stellig weigert naar Amerika te vertrekken en eene bekentenis bij geschrifte achter te laten. De ongelukkige Ferreol geeft nu zich zeiven aan als de moordenaar; doch daar hij niet kan opgeven welk belang hij hij het plegen der misdaad had, wil de justitie hem niet gelooven, al houdt zij hem ook in hechte nis; terwijl de Substituut Lavardin, door al het gesprokene tot de conclusie komt, dat er eene vrouw bij de zaak betrokken is, en deze wil trachten uit te vinden, 'tGelukt hem; dank zij een gesprek dat hij in bijzijn van Ferreol voert, eerst met Martial dan met de Markiezin, die op tamelijk naïve wijze te kennen geelt dal zjj wel iets van de zaak af weet, lot schuldbekentenis komt en door haar echtvriend weder in genade wordt aan genomen. .Martial belijdt nu zijne misdaad, berooft zich, in de gevangenis, van het leven en zorgt op deze wjjze dat er aan het proces een eindkotnt, hoewel wij niet begrijpen hoe d'Aigremont kan gerehabiliteerd worden zon der dat de eer van Mevrouw De Boismartel een weinig gechiflonneerd uit den smeltkroes van Themis Ie voorschijn treedt. Hoe 't zij. Dit geheele drama is stellig niet geschreven om ons een juist begrip te doen krijgen van Fransche rcchtsloeslanden en van daar dat wij geroegen moeten nemen met de verwarring van cassatie en hooger beroep, welke wij nu en dan opmerkten, met half-officiCele verhooren, niet door een rechler-commissaris, maar een substituut-officier geleid, met het vernietigen vanzij het dan ook slecht geschreven proces-stukken en andere zonderlingheden, die wij nu eenmaal den drama'tirg willen ten goede houden. Dat de familie d'Aigre mont slechts door Tltérèse wordt vertegenwoordigd en de auteur, door een huwelijk van haar met Ferreol den lieer De Boismartel voor de toekomst eenigszins heeft willen geruststellen, is evenmin geheel af te keuren, als hel feit dat een griffier zoo uil'de hoogte behandeld wordt als hier geschiedt door ons te betwisten valt. In elk geval is Sardou een handig man, die ook hier van die hoedanigheid blijk geeft. Van het stuk lot de vertooners komende, hebben wij in de eerste plaats een woord van lof en sympathie voor D. Haspels, die De Boismartel, voor De la Mar, die Lavardin en voor Fred. Bouwmeester, die Martial uitstekend voorstelden. Het gesprek tusschen de twee iaatsten in het vierde bedrijf was een meesterstukje van uitvoering. Veel minder behaagden ons Spoor- mans, als Ferreol, hoewel hij enkele zeer goede oogenblikken had, en Mut ters. als Perissol, die eenigszins overdreel en, zelfs voor een recalcitrant jorylid. wat al te onbeschoft was. Ook Mevrouw Burlasc - Y'erwoertwiens talent wrj anders zoo gaarne zien uitkomenwas ditmaal niet altijd even gelukkig in de vervulling harer rol. 't Is dan ook eene hoogst moeilijke. Het woord door Sardou haar op de lippen gelegd, waarin zij eenigermale Ie kennen geeft, dat hare positie juist zoo onaangenaam mag heeten, omdat zij niet geheel verdiend is, doel begrijpen, welk eene mengeling van deugd •en ondeugd de auteur wenschte voor te stellen, toen hij Robertein het leven riep. en aangezien op het tooneel niets minder boeit dan liet zien van half heid en beginselloosheid, moest onze bekwame lonneelkunstrnares hier wel schipbreuk lijden. Wanneer wij nu nog gunstige melding gemaakt hebben van den Heer Van den Heuvel, als Ludolph, meenen wij genoeg gezegd te hebben van eene voorstelling, die dit nog vóór of tegen had, dat wjj, ondanks eene inderdaad groole pauze", reeds kwart voor tienen weder op straat stonden, om er ongehinderd over te kunnen nadenken hoe in vroeger lijd stukken van dergelijke geringe uitgebreidheid steeds door een aardig blijspelletje werden opgevolgd. Maar ook liier geldt het, even als bij de doctoren van Molière, «Kom avons change tout oela!" Leiden, 13 April 1882. bij 'panop tamelijk goede gronden, zekere d'Aigremont die men echter, OPGAVE VAX BRIEVEN, welke in de eerste) helft der maand Maart door liet postkantoor te Leiden zijn verzonden en die niet besteld zijn, omdat de personen, aan wte zij geadresseerd waren, op de aangewezen plaatsen onbekend waren. Geadresseerd aan: H. Lize. mej. A. Brinkman, G. Boosers, Groenewond, W. Jager, F. Kreps, mej. J. Tijsse, D. M. Roosen C°. allen te Amsterdam; J. Sloeken te Bleskensgraaf: ILmbolt te 'sGravenhage; J. J. van Noorden te Haarlem: VV. Kralt te Katwijk; D. Mulder te Nteuwediep; 11. v. d. Zeeuw te Schiedam; Krijn Pelt te Voorscholen; van Dusse te Ztttphen; Gnossens, mej. A. Brook, beiden de plaat* van bestemming niet vermeld. Briefkaarten: Anne Cramer. T. Klein, beiden te Amsterdam; N. C. Pijn, te Haarlem mermeer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1882 | | pagina 3