I.E IIINCIIL
18*8.
le.
V. 15.
WOENSDAG !8 JANÜARIJ.
STADS-BERICFITElN.
J |)|;,d n'. 4 ran 1878). gwijzigd bij het Raadsbesluit van den Iöd'°
nbur»
rom,
Iwil-j Ve Courant verschijnt dagelijks, Zon- en feestdagen uitgezonderd, [te prijs der Courant is per vierendeel jaars 150, franco p, p. f 2.
izen' Afzonderlijke nommers zijn ver krijg haar voor 6 cents.
zie^' De prijs der AdvertentiPn is van 1—4 regels 1.iedere regel meer 25 cents.
a;i.'
md),
crdc
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden doen te weten, dat
'PJ3A door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 6deD October
3PUo 1881, is vastgesteld de volgende verordening:
01 ES A A M B tt M L, F I T
houdende wijziging run het Ha ad bestuit van 22 October 1877, regelende
de heffing rau eene plaatselijke directe betasting te Leiden (Gemeente-
December 1878 (Gemeenteblad n\ 1 van 1879).
er- De Raad der Gemeente Leiden,
Heelt besloten:
Het Raadsbesluit van 22 October 1877, regelende de heffing van eene
plaatselijke directe belasting te Leiden Gemeenteblad n". 4 van 1878), ge
wijzigd bij liet Raadsbeslnit van den ]6,leD December 1878 Gemeenteblad
lv<)ndl n». 1 van 1879). in dier voege te wijzigen dat art. 6, lil. e, en art. 15
dps worden gelezen als volgt:
ntderi
rgi In
100
116%
>20»
100*
drt. 6. lit. e Minderjarigen zijn niet belastingschuldig voor hetgeen
hun door bloed- of aanverwanten in de rechte lijn wordt verstrekt tot he-
strijding der kosten van studie of voor bel aanleeren van eenigeu tak van
koophandel, knust of handwerk.
wort >0' "e ingekomen aangiften worden door Burgemeester en Wethou
ders geopend en beoordeeld, om daaruit hel kohier, bedoeld by art. 264
avee der Gemeentewet, op te maken.
Ittkkit Gedaan le Leiden, ter openbare raadsvergadering van den 6d'° October 1881.
iar zjji De Burgemeester, DE KANTER.
De Secretaris, E. KIST.
Zijnde de heffing van deze belasting goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van den 294t'° December 1881. n\ 30, w aarbij tevens is aangehaald de Ver
ordening regelende de invordering dier belasting, van den 22""'October 1877
tiemeenteblad li". 5 van 1878), gewijzigd bij de Verordening van den 6"1"1
October/8 December 1881 tiemeenteblad n°. 6 van 1882).
aag tt En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 17d'° Ja
nuari 1882.
1 Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden doen te weten, dat
door den Raad dier gemeente, in zijne vergaderingen van den 6lle" October
11 en den 85"° December 1881. is vastgesteld de volgende verordening:
TEROKDE\Iülti
houdende wijziging der F erordening van den 22"'° October 1877, rege
lende de invordering der plaatselijke directe belasting te Leiden
(Gemeenteblad n'. 5 van 1878).
De ai'tt. 2 en 7 der Verordening van den 22sle" October 1877, regelende
4714 de invordering der plaatselijke directe belasting te Leiden Gemeenteblad
116 n°. 5 van 1878), worden gewijzigd, zoodat zij luiden ais volgt:
45* Art. 2. Het aanslagbiljet wordt door den ontvanger kosteloos uitgereikt
binnen twee maanden na de goedkeuring van liet kohier; het behelst een
74'A uittreksel uit hel kohier, voor zooveel dit den aangeslagene betreftden
dag der uitreiking, de termijnen van betaling, de plaats, dagen en uren op
126% welke de ontvanger tot ontvangst der belasting zitting houdt, alsmede de
88* uitnoodiging tot betaling vóór of op den vervaldag.
Art. 7. Bij de invordering worden de bepalingen van de artt. 245. 258
tot en met 262, 264 tot en met 266 der Wet van 29 Juni 1851 (Staats-
blad n". 85). met de daarin bij de Wetten van 7 Juli 1865 (Staatsblad
n». 79) en van 28 Juni 1881 (Staatsblad n°. 102) gebrachte wijzigingen
opgevolgd.
Vastgesteld door den Raad der gemeente Leiden, in zijne openbare ver-
gaderingen van den 6'" October en den 8"n December 1881.
De Burgemeester. DE KANTER.
11836 De Secretaris, E. KIST.
Zjjnde deze Verordening aangehaald bij Koninklijk besluit van den 29sl:°
42» December 1881. n". 30.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 17<,,D Ja
nuari 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden ioen te welen, dat
12»; door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 17'" November
97%; 1881, is vastgesteld de volgende verordening:
gf II A A i» SB ES Lit IT
regelende de heffing eener plaatselijke belasting op de honden te Leiden.
De RAAD der gemeente Leiden,
Gezien de artt. 240, 253 en artt. 232 en 233 der Wet van 29 Juni 1851
(Saaisblad n° 85);
94
Heeft besloten:
Art. 1. Er zal, binnen deze gemeente, voor eiken hond, dien men houdt,
eene belasting geheven worden van 3,— i:i het jaar.
Deze belasting bedraagt slechts J.50 voor honden, uitsluitend gehouden
a. ten dienste van den landbouw of ecnig bedrijl van nijverheid,
b. ter bewaking van gebouwen, erven oi' vaartuigen,
c. door jagers, welke de jacht ais beroep uitoetcnen.
Art. 2. Van deze belasting zijn vrijgesteld:
a. gepatenteerde kooplieden in honden, doch alleen voor die welke liet
voorwerp zijn van hunnen handel,
b. blinden, doch uitsluitend voor één hond, dienende om hen le leiden.
Art. 3. Het belastingjaar vangt aan met 1 Januari.
Art. 4. Wanneer men in den loop van het belastingjaar houder wordt
van een of meer honden, waarvoor nog geene aangifte is gedaan en de be
lasting dus ook niet is betaald, is de belasting verschuldigd:
ten volle, wanneer dit plaats heeft in de eerste zes maanden van het jaar,
cn
voor de helft, wanneer dit plaats heeft in de laatste zes maanden.
Art 5. Voor de heffing dezer belasting wordt als belastingschuldige aan
gemerkt het lioold van het huisgezin, door een van welks leden de hond
gebonden wordt.
Zij die bij anderen inwonen, zijn persoonlijk de belasting verschuldigd
Gedaan te Leiden, ter openbare raadsvergadering van den 17'"
November 1881.
De Burgemeester
De Secretaris. E
Zijnde de heffing dezer belasting goedgekeurd bij
van den 22'" December 1881, ii°. 18, waarbij tevens is
ordening regelende de invordering dier belasting, van den 28'" December 1871
itemrcvtcblad n". 4 van 1872), zooals zij is gewijzigd bij tie Verordening
van den 17'° November 1881 Gemeenteblad ti°. 4 van 1882).
En is hiervan afkondiging geschied waar hel behoort, den 17'"
Januari 1882.
Burgemeester en Weihouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
DE KANTER.
KIST.
Konitikiijk besluit
i.'ingehaald de Ver-
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden doen le weten, dat
door den Raad dier gemeenie. in zijne vergadering van den 17'° November
1881, is vastgesteld de volgende verordening:
VERORDENING,
houdende, wijziging der F er ordening van den 28'" December 1871,
regelende de inrordeuing der plaatselijke belasting óp de.
honden le Leiden (Gemeenteblad n°. 4 van 1872).
De Verordening van den 28 December 1871. régelende de invordering der
plaatselijke belasting op de houden 'icnieenteblod u°. 4 van 1872), wordt
gewijzigd zoodat zij luidt als volgt
Art. 1. De invordering der belasting op de honden geschiedt door den
gemeente-ontvanger, overeenkomstig de artikelen 258 tot 262 der gemeen
tewet en art. 11 der wel van 7 Juli 1865 (Staatsblad n". 79).
Art 2 Iedere houder van een of meer honden, die aan de belasting
onderhevig zijn, is verplicht daarvan jaarlijks vóór of op den 31 Januari
bjj den ontvanger aangifte te doen. De aangifte geschiedt door de inleve
ring van een behoorlijk ingevuld en door den aangever onderteekend biljet,
van den 15 December des vorigen jaars af kosteloos leu kantore van den
ontvanger verkrijgbaar.
De betaling der belasting geschiedt dadelijk bij de aangifte, tegen qui"
tanlie, onverminderd het recht om, zoo de aangifte later onjuist bevonden
wordt, daarvan herziening en aanslag te doen plaats hebben.
De in de vorige alinea bedoelde quiianlie moet aan den ambtenaar belast
met het toezicht op de honden, op diens aanvrage, worden vertoond.
Art. 3. De aangifte en betaling wegens honden na den 31 Januari ver
kregen, geschiedt binnen acht dagen na het verkrijgen.
Art. 4. Hondendoor ingezetenen gehouden en op de openbare straat
of weg losloopende, zonder dat op den bepaalden termijn de belasting is
voldaan, worden ter beschikking van de politie gesteld, welke verplicht is
die honden drie dagen op kosten van den houder lot diens beschikking te
houden.
Art. 5. Hondenwaarvan sprake is bij de letters ab en c van art. 1
en in art. 2 van het raadsbesluit van den 17 November 1881, regelende de
heffing eener plaatselijke belasiing op dc honden, moeten, op de openbare
straat of weg komende, worden geleid en vastgehouden aan een touw of
ketting, of vastgemaakt aan het voertuig dat zij irekken.
Art. 6. Van alle overtredingen van deze Verordening zal door plaatse
lijke ambtenaren proces-verbaal worden opgemaakt, op de wjjze, zooals
bij art. 275 der gemeentewet is omschreven.
Art. 7. De ontvanger houdt een register, waarin de gedane aangiften,
met de namen en woonplaatsen van de houders der bondot, zooveel mo-