,(jsg(t l,ee^- En Z00,anS het Hoofd van den staat haar niet geeft, hebben
lje concession geenerlei waarde. Men schrijft den Sultan het voornemen toe,
onderhandelingen met de vertegenwoordigers der fondsenhouders slepende
willen houden, onder voorwendsel, dat Rusland de regeling der builen-
mdsehe schuld gelijktijdig met die van de oorlogsvergoeding eischt.
O O m T-IIV I B.
BATAVIA. 17 October.
in de onderstaande resi-
van 4 tot 11 Oct.. 1303
Blijkens de ingekomen cholera-rapporten zijn
jtniien de volgende aangiften gedaan: Batavia,
u Iders bijgekomen, 1060 (waaronder 29 Europeanen) overleden, 297 her
ald' Soerabaija, van 5 tot 12 Oct., 353 aangetasten (waaronder 23 Euro-
I overleden; Samarang, van 4 tot 10 Oct.. 1259 aangetasten (waar-
ujr 23 Europeanen) overleden; Pasoeroeanvan 28 Sept. tot 2 Oct., 332
ïders bijgekomen, 181 (waaronder 9 Europeanen) overleden; 35 hersteld;
l®bang, van 5 tot 9 Oct., 94 lijders bijgekomen, 67 overleden, 6 her-
Soerakaria. van 6 tot 12 Oct., 64 lijders bijgekomen, 17 overleden,
|2 hersteld; Bagelen, vau 25 Sept. tot 12 Oct., 112 lijders bijgekomen, 56
i «rieden30 hersteld. Ter hoofdplaats Soerabaija was de ziekte afne-
jende; ook in Modjokerto en Grissee deden zich cholera-gevallen voor.
Met het oog op de heerschende cholera, zegt de Java-Dode, zal het
liemand bevreemden, dat de stemming hier ter stede, gedurende de vorige
jeejtvrij gedrukt was. Enkelen waren zelfs zoozeer door den angst voor
id heerschende gevaar bevangen, dat zij in allerijl deze plaats verlieten om
it hooger gelegen streken als Buitenzorg en elders hun behoud te zoeken.
Jaar men wil. moet deze overhaaste vlugt, door eenigen zelfs bij nacht be-
lerksielligdin een paar gevallen eene noodlottige uitwerking hebben gehad,
loodat één of twee personen, die Batavia ontvloden om aan den overal voor
Pn rondspokenden dood te ontkomen, door dezen laatste op reis zijn ge-
liotleu. Hoe het zij, de epidemie is thans kennelijk aan het afnemen, en
jtn moet zich, de plaatselijke toestanden en het ongunstigen weder in
inmerking genomen, alleen verwonderen dat zij niet sterker om zich heen
[egrepen en onze stad niet erger ontvolkt heeft.
Ook onder de inlanders heerscht een groole paniek. Eergisteren morgen
illhans werd hel lijk van een cholera-lijder door als mannen verkleede vrou-
Kii naar het kerkhof gedragen. Een der voorbijgangers bemerkte het be
en vroeg naar de reden daarvan. Hij kreeg ten antwoord, dat de
huwen mel Haar mannen onlangs uit het Bantamsche hierheen gekomen
uren, maar hare dappere echtgenooten weder in allerijl naar hun Heimath
«ren gevlugt. Alzoo waren de verlaten wederhelften wel genoodzaakt
glten dc lijken hater familieleden ter aarde te bestellen, en, beschaamd om
lil te doen in vrouwengewaadhadden zij manskleederen aangetrokken.
-Be Locomotief van Samarang verhaalt het volgende: In de kampong
ld fctbandaran overleed gisteren avond eene Japansche vrouw aan de cholera,
leden morgen zou zij begraven worden. Op het kerkhof te Borgota ge-
iomen verzette zij zich echter met kracht tegen eene voortzetting der be-
[ratcnis en riep: »Akoe möli, akoe móh!" Men ontwikkelde haar nit het
Ijltkleed, gaf haar andere kleeren en vroeg of men eene dogkar zou halen
i haar naar huis te brengen. Dat laatste sloeg zjj af; zij zou maar
«indelen. En werkelijk liep zij naar huis, steunende op den arm van
bar man.
Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschik
kingen genomen
Civiel departement. Verleend: een tweejarig verlof naar Nederland, aan
len 3" commies op het resid.-kantoor te Menado W. II. Toorop; aan den
ambtenaar op wachtgeld E. Ivetjenlaatstelijk benoemd adsist.-resident van
Uiten (Soerakarta). Ontslagen: op verzoek, eervol, als advocaat en procu
rer hij het hooggeregtshof, inr. A. W. iacometti. Benoemd: tot advocaat
procureur bij den raad van justitie te Soerabaija, mr. A. W. Jacometti;
lol tjjdel. algem. ontvanger te Kota Radja (Atjeh), de algem. ontvanger te
Hidioen G. F. Doeve; tot algem. ontvanger te Madioen, de algem. ontvan-
ter te Bondowoso (Bezoeki) Th. C. Doeleman; tot algem ontvanger te Bon-
Jowoso, de gewezen verificateur 3' kl. bij de in- en uitvoerregten en accijn-
sen W. G. S. Lix Raaveu; tol 2'" commies bij 's lands kas te Soerabaija,
ie ambtenaar op non-activiteit F. R. Roos; tot 3'° commies op het resid.-
kanloor te Menado. de ambtenaar op non-activiteit J. H. B. Schutz.
Dopartement van oorlog. Verleend: een tweejarig verlof naar Europa,
aan den kapt. van den gencr. staf J. W. Stemfoort; aan den 1'° luit. der
iol. J. Buddingh. Ontslagen: op verzoek, eervol, de officier van gezondh.
J. W. A. Doorenbos. Bevorderd: bij het wapen der artillerie, tot
kipt., de 1' luitt. D. Moreau en G. A. Kusky; bij de mil. geneesk. dienst,
lot paardenarts 2e kl. (1® luit.)de paardenarts 3® kl. (2e luit.) L. J. Hoogkamer.
Departement van marine. Benoemd: lot machine-opsteller bij de fabriek
<oor de marine en het stoomwezen te Soerabaija, de vaste werkman E. A.
kolmus aldaar. Tijdelijk opgedragen: de directie van de fabriek, aan den
inspecteur van stoomvaartdienst bij het depart, van marine in Ned.-Indië H.
V Sirks en de function van eeistaanw. werktuigk. ingenieur aan den inge
nieur 1< kl. J. C. van Steel.
WEENEN22 November. De ff'iener Zeit. kondigt de benoeming aan
van den heer Kalnocky tot minister van hel huis des keizers en tot minister
van buitenlandsche zaken.
PER TELEGRAAF.
WEENEN, 22 November. De Pol. Corr. meldt, dat de nieuw benoemde
minister van buitenlandsche zaken op 24 dezer naar St. Petersburg zal
Mn, om den Czaar zijne brieven van terugroeping als ambassadeur te
overhandigen.
R0J1E, 20 November. De Foce betoogt, dat Engeland een gezant naar
Ret Valieaan moet zenden. Die slap zou voor Engeland bijzonder nuttig zijn
niemand schaden. Evenwel, zegt het blad, denkt niemand aan een
Plltseljjken gezant te Londen.
LEIDSC1IE SCHOUWBURG.
(Voorstelling van 21 November 1881.)
„Een plezierreisje", Blijspel in 3 bedrijven, door E. Gondinet en
A. Bisson. „Een eeil", Blijspel in 1 bedrijf, door Henry Murger.
De blijspelen uit de Fransche school hebben stellig dit hoven die der
Duitschers voor, dat zjj meestal zeer geestig, dat zij inderdaad blijspelen,
geene kluchten, zijn; daartegen slaat over dat die comedies enkele feiten
uil het leven der Parijsche bevolking aan het licht brengen, welke, niet
van slichlelijken aard geacht wordende, aan andere volkenwier hoofdzonde
ergens anders schuilt, aanleiding geven lot jeremiades over zedenbederf en
tot hel uitspreken der vrees dat het zedelijk gevoel der toeschouwers, door
het bijwonen van zulke voorstellingen schade zal lijden, 't Zou niet on
aardig wezen, in een uitgewerkt vertoog, eens na te gaan waaraan die
vrees is te danken of te wjjten; maar Ijjd en ruimte ontbreken ons; zoo
dat wij ons moeten bepalen tot de opmerking, dat stukken als die waarop
wjj het oog hebben en op eene waarvan wij gisteren avond door het //Neder-
landsch tooneel", afdeeling Rotterdam, werdea onthaald, niet geschreven
werden om eene andere zedeleer, als die welke in '/Hollands beemden" be
leden en verkondigd wordt, te onzent ingang te doen vinden, maar om
als dusgenaamde zedenschets dienst Ie doen. Wie er iets anders in zag,
zou wellicht tot dc gevolgtrekking moeten komen, dat ook Araso zjjn nog
te weinig bekende: Foyage autour du monde" schreef, om'voor Nieuw-
Zeeland.-che zeden en gebruiken of voor het Mormonisme propaganda te
maken.
In «Een plezierreisje" vernemen wij dat Ferdinand De Suzor, een man
wiens vijftigjarige leeliijd hem niet tegen de verlokselen van Venus-Volgivaga
beschermde, bij afwezigheid zijner jeugdige gade, eene daad gepleegd heeft,
welke eene vechtpartij, en, als vrucht dier vechtpartij, eene veroordeeling
tol veertien dagen gevangenisstraf voor hem ten gevolge had. Zoo iets is
natuurlijk niet pleizicrig; maar nog onaangenamer is het voor De Suzor dat
zijne vrouw, door die gedwongen afwezigheid, er achter zon komen, wat
er eigenlijk had plaats gehad. Een «coup de canif dans le contrat de
mariage" te moeten biechten, heeft, zelfs in Parijs, waar de maritale
zedelijkheid nog niet door den Code Pénal gesteund wordt, zijne bedenke
lijke zjjde, en ook De Suzor bedacht zich tweemaal eer hij tot die biecht
overging. Vandaar, dat hij de noodzakelijkheid van een reisje naar Italië
voorwendde, om zjjne veertien dagen te gaan //uitzitten". Ongelukkiger
wijze valt het tijdstip, waarop het Openbaar Ministerie zjjne inkerkering
eischt, samen met dat waarop zjjne pupil, Lucile, het huwelijkscontract
wenscht le passeeren met een jeugdig architect, Alfred de Langlade genaamd,
en De Suzor is wel verplicht, nm niet op deze wjjze in den val te loopen,
dal huwelijkscontract te doen vervallen, llij wikkelt zich hoe langer hoe
meer in een nel van onwaarheden, welke voor hem zeer lastig en vernede
rend zijn, maar het publiek bijzonder amuseeren, daar zjj tot alleraardigste
Verwikkelingen aanleiding geven. Dit belet niet. dat de werkelijke oorzaak
van 'smans zonderlinge gedragingen ten slotte bekend wordt en hij, uit de
gevangenis komende, toch tot de groole biecht moet overgaan, welke echter
door de grootmoedigheid zijner waarlijk hem liefhebbende vrouw wordt
belet, die maar blij is dat die Italiaansche reis, waarop hij hare telegram
men onbeantwoord liet, een vrucht zijner verbeelding was. Wij hebben
werkelijk bij het zien van dit stuk geschaterd van 't lachen en kunnen
conslateeren dat dit op alle rangen evenzeer het geval was; vooral bjj liet
tooneel waarin de hand van Lucile aan Alfred geweigerd wordt, omdat hij
zijne cliëntèle het meeste vindt onder nces dames", en Angélique haar man
omhelst als vertegenwoordiger van de publieke moraliteit.
Deed Faassen als De Suzor de lachwekkende toestanden uitstekend lot
hun recht komen; ook Mutters speelde de rol van Urocard, die van alles
de schuld krijgt en steeds bederft waar hij wil goedmaken, voort redelijk,
iets wat ook van Bouwmeester, als de anisl-gevangenisdirecteur kan gezegd
worden. Minder behaagde ons Poolman. (Bristol) die er niet bijzonder
advocaat-achtig uitzag en even als Spoormans (de architect) iu dè verliefde
scènes wel wal koel was. Bjj den eerste was dit vergefeljjker, daar hjj
slechts liefde veinsde en hel laagwater" zijner financiën hem drong de
hiiwelijkszee (e willen opzeilen. Beiden deden echter geene schade aan het
succes van een stuk dat aan Mejuffrouw Schepers, als Angélique, de gele
genheid schonk haar niet alledaagsch talent op gelukkige wijze le doeu
uitkomen. Ook de overige vertooners waren in hunne secondaire rollen
zeer goed; slechts Schramade scheen mij zijne taak van Inspecteur-Generaal
der gevangenissen wat kiuchtaehtig op te vatten. Een hooggeplaatst
Fransch ambtenaar vergeet zich niet op de wijze als hjj deed, zelfs niet bjj
eene zuivering van het personeel in zjjne administratie.
//Een eed" een stukje dat wjj een tiental jaren geleden, wjj gelooven
onder een anderen titel, zagen opvoeren is een echt ouderwetsch, aardig
nastukje; waarin Mejuflrouw Schepers, als Juliette, weder voortreffelijk
speelde. Ook Bouwmeester komt de eer toe de dwaze rol van Horace zon
der overdrijving en hoogst fatsoenlijk gespeeld te hebben, en J. Haspels
stelde den dollen Dubreuil, zoo goed voor als een halfwaanzinnig individu,
wien men veroorlooft over de boulevards van Parjjs te wandelen, kan wor
den weergegeven. Zij werden dan ook alle drie teruggeroepen. Mejuflrouw
Van Eyken, die hel aardigst kameniertje was dat wij in lang op de plan
ken zagen, had dit evenzeer verdiend. Ondanks de weinig schitterende rol
haar gisteren toebedeeld, wist zij de opmerkzaamheid te trekken door haar
geanimeerd en schijnbaar kunsteloos spel. De tooneelschool, welke zij pas
verliet, heeft eer van haar werk, wanneer zij zulke pupillen de wereld
inzendt.
Leiden, 22 November 1881.