ft El08 OUIIA ill, oproeping in werkelijken dienst. 1881. VRIJDAG 23 SEPTEMBER. W 223 ST A DS-BE RICHTEN. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. PATENTB1ADEN. De Courant verschijnt dagelijks, Zen- en Feestdagen uitgezonderd, De prijs der Courant is per vierendeel jaars /I.50, franco p. p. 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar voor 6 cents. De prijs der Adverlenlifn is van 1—4 regels 1.—iedere regel meer 25 cents. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN!, Gezien art. 8, le alinea, der wet van 2 Jmii 1875 Staatsblad N°. 95), lot regeling van liet toezicht bij hel oprichten van inrichtingen, welke ge vaar, schade of hinder kunnen veroorzaken; Brengen bij deze ter algemeene kennis dat door hen op heden vergun ning is verleend aan S. Steen en zijne rechtverkrijgenden, tot hel oprichten >an eene slachterij in hel pand in de Morschstraol n°. 2, en aan de Wed. G. 1'. Timp en hare rechtverkrijgenden tot het plaatsen van een heetwatcr- oren in hare koekbakker!) aan den Ouden Rijn n\ 118. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. Leides. 22 September 1881. E. KIST, Secretaris. De BURGEMEESTER, Hoofd van het bestuur der gemeente Leiden, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de insevnlde patentbladen voor de wijken zeven, acht en negen, over het dienstjaar 1881/82, hjj het College van Zetters in een der vertrekken van het Raadhuis dezer gemeente, op vertoon van liet aanslagbiljet, verkrijgbaar zijn. dagelijks des namiddags van één tot drie uren, en wel van den 211,0 tot en met den 24sttn Sep tember e. k., terwijl na het verstrijken van dien termijn de onafgehaalde patentbladen ter uitreiking moeten worden afgegeven aan de deurwaarders der directe belastingen alhier, die voor hunne moeite mogen eischen tien cents, zonder meer. En geschiedt hiervan afkondiging door plaatsing in de /.eid-che Courant. De Burgemeester voornoemd, Leiden, 20 September 1881. DE KANTER. De BURGEMEESTER der Gemeente Leiden, Gezien de Circulaire van den Heer Commissaris des Konings in de pro vincie Zuid Hollandvan den 6Je° September II., A. n". 1879/1 (2' afd.), Provinciaalblad 1151 Brengt ter kennis van belanghebbenden, dal de lotelingen, die in dit jaar zijn ingelijfd bij de bereden korpsen en, overeenkomstig de 2' zinsnede van art. 57 van het Koninklijk besluit van den 8-lc" Mei 1862 Staatsblad n°. 46) na hunne inlijving, tol nadere oproeping met verlof zijn gezonden, op Maandag den 3'1'0 October aanstaande in werkelijken dienst zullen wor den gesteld, ten einde te worden gekleed en geoefend; dat zij zicli allen rechtstreeks naar hunne garnizoensplaatsen belmoren te begeven en dat mitsdien bedoelde lotelingen bij deze onder de wapenen worden geroepen, met last om te zorgen, dat zij op gemelden dag, vóór 4 uren des namiddags, bij liunne korpsen zijn aangekomen. Ten einde niemand hieromtrent onwetendheid zuude kunnen voorwenden, geschiedt hiervan openbare kennisgeving door aanplakking en door plaatsing in de heidsche Courant. De Burgemeester voornoemd, Leiden, 22 September 1881. DE KANTER. LEIDEN, 22 September. Terstond na liet openen van de heden gehouden zitting van den ge meenteraad wijdde de voorzitter een woord aan de nagedachtenis van Z. K. 11. prins Frederik der Nederlanden. De slag, die het kon. huis en het vader land daardoor getroffen had, was le verwachten, wegens den hoogen leef tijd van den vorst, het verlies was er niet minder zwaar om. Zijn overlijden was voor het gansche volk een zwaar verlies. De herinnering aan hem zou blijven voortleven en voor alten zou hij een voorbeeld ter navolging zijn. Ook de overleden vorst was doordrongen van de overtuiging, dat het hooge standpuntwaarop hij was geplaatst, groote verpligtingen eischte, en daaraan had hij altijd beantwoord. Even als ik, zeide spreker o. a zult ook gjj met genoegen hebben gezien dat liet voornemen hestaai een standbeeld voor den vorst op te rigten, van wege de broeders vrijmet selaars, wier grootmeester hij was. Dit is niet noodig als een huldeblijk, en dat zou ook hij niet verlangd hebben; bij ons zal de herinnering aan hem niet verdwijnen, maar de lijd zal komen, dat bij het nageslacht die herinnering niet even levendig zal blijven; daartoe kan dat huldeblijk dienen en de vorst ook voor dat nageslacht lot een voorbeeld ter navolging strekken. Voorts deelde de voorzitter mede, dat burg en weth. gemeend hadden te handelen in den geest der vergadering, door het zenden van adressen van rouwbeklag aan Z. M. den koning en aan II K 11 prinses von Wied. Deze adressen waren met welgevallen aangenomen en daarvoor hadden Z. M. en II K. H reeds dank betuigd aan het dagelijkse!) bestuur. Door den secretaris werden die brieven van dankbetuiging voorgelezen. Ingekomen is o. a. eene missive van gedep. staten dezer provincie, hou dende kennisgeving, dat voor de kosten van het lager onderwijs over 1881 zal gerestitueerd worden 44037.97%; een adres van J. II. Zitman, om con tinuatie van de levering van schoolbehoefteiien een adres van commissa rissen van den schouwburgter bekomiiig van de toelage over 1882. Tot tweeden Iceraar in dc gymnastiek aan de openbare scholen voor mid delbaar en lager onderwijs werd benoemd IMi. de Vlies, gymnasiiek-onder- wjjzer te Bolsward; en tot derde onderwijzers aan de school n°. I der 4lle klasse W. Rank, te Ridderkerk, en N II. ten Holt, tijdelijk aan genoemde school werkzaam. Ingevolge hun verzoek werd eervol ontslag verleend aan .1 A. van Driel, als tweede onderwijzer aan de jongensschool 2' kl aan mej. II. C Gesink, als derde onderwijzeres aan de school n°. 1 iter 3® kl en aan mej. C. E. Boon, als hoold der bewaarschool in de Scheistraat. Een suppletoire staat van begrootiug, dienst 1381, van het II. G. of arme wees- en kinderhuis werd goedgekeurd. Eene voordrag! betreffende de tijdelijke vervulling der betrekking van leeraar in de naniur- en scheikunde aan de hoogere burgerschool voor meisjes lokte bedenkingen uit. De heer Le l'oole verklaarde er zich tegen; hetgeen hij vroeger bij de behandeling der verordening voor die school had aangevoerd was niet overdreven geweest, zooals men hem had gezegdwant de ondervinding had dit reeds nu aangetoond. Hjj wenschte dal men op de zaak zou terugkomen. De heer van Iterson was mede tegen dc voordragt, maar op een anderen grond, namelijk, dat men eene tijdelijke benoeming wilde doen zonder dat eene oproeping had plaats gehad. Alle schijn van partijdigheid moest vermeden worden. Hij stelde daarom de volgende motie voor; Alvorens tot de behandeling van dit punt over te gaan, noodigt de raad burg. en weth. uit eerst eene oproeping tg doen voor de vacante be trekking. De heer Zaaijer verklaarde zich hiertegen, als nadcelig voor het onderwijs Het doel was het onderwijs zoo min mogelijk nadeel te doen en de nieuwe regeling zoo spoedig mogelijk in te voeren. Ook de voorzit ter sprak in dien geest. Wanneer eene oproeping werd gedaan zou er alligt eene maand verloren gaan, en de commissie voor het middelbaar onderwijs en burg. en weth. hadden alleen op het oog het belang van het onderwijs. In den loop der discussie deed de heer Le Porde het voorstel terug te ko men op hel besluit van 25 Aug. jl. De voorzitter wees echter op art. 14 van het reglement van orde, volgens hetwelk een zoodanig voorstel thans niet in behandeling kon komen. De lieer van Iierson apprecieerde wel de voordragt, maar wil e hel beginsel bandbaven. In stemming gebragt, werd zijne motie verworpen met 15 tegen 5 stemmen, cn de voordragt aangeno men met 13 tegen 7 stemmen. De voordragt tot het verlecnen van eene toelage voor de tijdelijke waar neming van enkele lessen aan de hoogere burgerschool voor meisjes werd goedgekeurd, cn voorts het eerste suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1881, vastgesteld. Het verzoek van Gebr. van Wjjk C".betreffende de huur van het raamland onder Zoeterwoude, lokte uitvoerige beraadslaging uit. Burg. en weth. stelden voor het verzoek, om van die huur, die met Kerstmis 1883 eindigt, met Kerstmis aanst. ontslagen le worden, van de hand le wijzen. De comm. van financiën was voor het toestaan van het verzoek op grond van billijk heid en in het belang der gemeente. Deze ziensw ijze vond zoowei bestrijders als verdedigers. De voorzitter stelde in het licht wat hel dagelijkse!) bestuur had geleid om tol afwijzing van het verzoek te adviseren. De zaak kwam hierop neder, dat de verzoekers thans schade leden en dal zij thans ver langden, dat de gemeente die schade op zich zou nemen. DaarlGe mogt het niet medewerken. In hel tegenovergestelde geval zouden de v.rzoekers het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1881 | | pagina 1