BIJVOEGSELbehoorende tot de Leidsche Courant
van Maandag Augustus ó88ófla. ó77
BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
Z. K. H. prins Frederik ontving Z. K. H. prins Albert van Pruissen, vóór
zijn terugkeer naar Duitschland, met zijne beide zoontjes aan een dejeuner
op het Huis de Paauw.
Gisteren ochtend kreeg een milicien bij het exerceren in de Maliebaan
van een sergeant een tik met de sabel op den arm, welke ongelukkiger
wijze met het scherpe gedeelte aankwam en den milicien eene wond toebragt.
De man werd eerst naar de kazerne en van daar naar het hospitaal gebragt.
De sergeant kreeg onmiddellijk provoost.
Naar men verneemt is alhier naar aanleiding van eenige voorgekomen
ergerlijke gevallen, door den garnizoens-kommandant bepaald, dat iedere
militair, die op straat onnoodig zijn sabel trekt, zal worden gestraft met
ontneming van het regt om dit wapen te dragen, en alle gevolgen aan die
straf verbonden.
GNeEliAIÏD.
LONDEN. 29 Julij.
In eene dezer dagen gehouden vergadering van de Land-league werd
medegedeelddat sedert de jongste bijeenkomst 2434voor de kas van het
verbond ontvangen waswaarvan 1400 door tusschenkomst van de New-
York'schc «Irish World" en 828 van de Land-Ieague-comité's in de Ver-
eenigde Staten. De voorzitter constateerde met vreugde, dat hij zulk eene
aanzienlijke som in de kas zag vloeijen. Het eedgenootschap zou hierdoor aan
gemoedigd worden om zijne werkzaamheden voort te zetten, ook nadat de
Iersche Land-bill tot wet zou zijn verheven. Het was er toch verre van
af, dat die wet aan alle grieven en klagten van de Ieren te gemoet kwam.
De heer Sexton maakte de opmerking, dat het met het doel van de League
als organisatie zou strijden, om een plan te begunstigen, waarvan destrek
king is, het kwaad te verzachten, dat uit het landheeren-dom voortvloeit.
Daardoor zou aan dat stelsel een nog langere levensduur verzekerd worden,
terwijl het- streven van de League juist is, het te vernietigen.
Uit Durban wordt het volgende gemeld: De moejjelrjkhedendie bij
de onderhandelingen te Pretoria gerezen waren, zijn uit den weg geruimd.
Er hadden verscheidene bijeenkomsten plaats tusschen de koninklijke com
missie en de vertegenwoordigers van de Boeren. Alles schijnt goed te gaan
voor definitive regeling. Ziehier de hoofdvoorwaarden der overeenkomst.
De suzereine mogendheid behoudt voor de Engelsche troepen het regt van
overgang op he't grondgebied van de Transvaal. Ingeval de suzereine mo
gendheid den oorlog verklaart aan inlanders of aan naburige staten
heeft zij de controle over dc buitenlandsche betrekkingen der Transvaal.
Het Engelsche gouvernement zal de schade vergoeden, die veroorzaakt is
door de Engelsche troepen; de Boerenregering vergoedt de schade, welke
door de Boeren is te weeg gebragt. Elke geldelijke vordering moet vol
daan worden binnen eene maand, nadat zij als regtmatig is erkend. De
afschaffing der slavernij en de godsdienstige vrijheid worden gewaarborgd.
Engelands invoeren zullen aan geen beperking buiten die van andere lan
den onderworpen worden. De onafhankelijkheid der Swazies is gewaar
borgd. De function van den Engelschen resident in de Transvaal zullen
gelijk zijn aan die van consul-generaal. Indien de overeenkomst niet bin
nen drie maanden, nadat zij geteekend is, geratificeerd zal zijn door den
volksraad, zal de souvereiniteit der koningin over de Transvaal ge
steld zijn.
Naar men aan de Times meldt heeft het ministerie van financiën in
de Vereenigde Staten, in zake de te Liverpool aangebragte helsche machi
nes, onmiddellijk, zonder een beklag van de Engelsche regering af te wach
ten, nasporingen bevolen, aangezien volgens de Amerikaansche wetten het
verzenden van nitro-glycerine op passagiersbooten met boeten van 10000
dollars strafbaar is, en met twee jaar gevangenisstraf, in geval de dood
daardoor veroorzaakt wordt.
FRAKSR IJ K,
Gambetta zal op 3 Augustus te Tours tegenwoordig zijn bij de uit
reiking der prijzen aan de bekroonden op de Iandbouw-tentoonstelling; bij
die gelegenheid zal hij weder eene rede honden.
De tentoonstelling te Parijs van al wat met electriciteit in verband
staat, zal niet 1 Aug., doch eerst veertien dagen later geopend worden,
omdat het onmogelijk gebleken is daarmede voor dien tijd gereed te zijn.
Te Parijs is eene door drieduizend personen bijgewoonde vergadering
gehouden, belegd door de «Federative Unie der Fransche socialistische werk
lieden", met het oog op de te Marseille voorgevallen onlusten en de gebeur
tenissen in Algerië. Een drietal resolutiën werd aangenomen. In de
eerste worden de fabrikanten te Marseille uitsluitend aansprakelijk gesteld
voor de ongeregeldheden aldaar, welke fabrikanten zich namelijk bedienen
van uitgehongerde vreemdelingen, ten einde den Franschen werkman te
doen verhongeren. De tweede resolutie is gerigt tegen de verfoeijelijke han
delingen van den Marseillaanschen gemeenteraad, die als verdediger van de
vlag «waaronder in 1871 35000 werklieden werden vermoord", met polie-
tieke bijoogmerken de «loontrekkenden" tegen elkaór heeft opgehitst. In
de derde resolutie wordt de «zoogenaamde tegenwoordige republiek" tot
allerlei dingen «gesommeerd", o. a. om de wet van 1872 tegen de interna
tionale in te trekken, aangezien sedert lang de roofzieke kapitalisten bij
hunne menschenmoordende plannen geene grenzen kennen.
Onder het straatplaveisel van Parijs, op de Place de la République,
heeft men eene niet onbelangrijke zwavelbedding ontdekt. De stads-architect
Bonne vond aldaar bij uitgravingen, die ten behoeve van gemeentewerken
moesten geschieden, in alle rigtingen gele aderen, die, zooals door den
directeur der bergakademie werd geconstateerd, uit gekristalliseerde zwavel
bestaan.
DUIT9CHLANO.
Omtrent den gezondheidstoestand des jkeizers komen nit Gastcin voort
durend gunstige berigten, ofschoon ook daar het weder te wenschen over
laat. Eene depêche van 27 Julij meldt o. a.dat de bergen in het rond
met eene dikke laag sneeuw overdekt waren.
Op den sneltrein van Keulen naar Parijs heeft een groote diefstal plaats
gehad. Twee dames, die op weg naar Parijs waren, hadden hare diaman
ten, ter waarde van omstreeks 400,000 fr.in haar reistasch meegenomen,
en bemerkten te Parijs tot haar grooten schrik, dat de tasch verdwenen
was. Dadelijk gaven zij het aan, doch hoewel de politie ijverige nasporin
gen in het werk heeft gesteld, heelt men het spoor der dieven nog niet
kunnen ontdekken.
Nabij Oelhem, in Hanover, is op het terrein van den heer A. Mohl
eene petroleum-bron in exploitatie gebragt. In 2% uur werd eerst 60 vaten
zuivere olie opgepompt; daarna vloeide de stroom zonder pompen nog sterker.
In de eerste 8 uren was de uitvloeijing 120 vaten zuivere olie. Er was
groot gebrek aan vaten. Vervolgens nam de stroom nog steeds toe, zoodat
men in 32 uren 360 vaten had verkregen; het boorgat was nu laatstelijk
35 voet dieper gemaakt, omdat het op 192 voet diepte niet genoeg gaf.
De Duitsche prediker Fliednerte Madridgeeft thans in de Köln. Zeit.
zelf berigt van hetgeen hem is overkomen. Den 8eD Julij had hij, wegens de
onuitstaanbare hitte in de stadeen uitstapje naar het gebergte willen
doen en op den spoortrein een retourbillet genomenomdat hij in den
laten avond weder te huis wilde zijn. Te San Rafael aangekomen, werd
hij door een politieagent naar de wachtpost gebragt, waar men naar zijne
papieren vroeg. Ongelukkig had hij zijn bewijs van inwoning te huis laten
liggen; eenige andere papieren, die hij bij zich had, werden niet voldoende
geacht, terwijl hij op al zijne overige inlichtingen kortaf ten antwoord
kreeg, dat hij naar Segovia moest worden gebragt. Daarop werd hij,
nadat hem de handboeijen waren aangelegd, door twee agenten voorloopig
gebragt naar het dorp Espinar, ongeveer een uur gaans van de plaats waar
hij was aangehouden. Onderweg bemerkende dat de handboeijen niet goed
sloten, schoof hij die af en verzocht verder van dien last bevrjjd te blijven,
daar men wel kon begrijpen dat hij, geheel alleen tegenover twee gewa
pende manschappengeen moeite zou doen om te ontsnappen. Aan zjjn
verzoek werd voldaan; maar naauwelijks stond hjj voor den ambtenaar te
Espinar, of de eene agent (korporaal) rapporteerde dat de arrestant een
behendig misdadiger moest zijn, daar hij de kunst verstond om zich zoo
vlug en zonder eenige inspanning van handboeijen te ontdoen. Onmiddellijk
werd hij naar de gevangenis gebragt, waar hem een ijzeren ring om den
voet werd gelegd, onder mededeeling dat hij aldaar tot Dingsdag moest
blijvenomdat er vóór dien tijd geen dienstwagen naar Segovia reed. De
cel, waarin nog vijf andere gevangenen zaten, was een donker hok, met
steenen vloer, zonder raam, zonder anderen toevoer van lucht dan door
eene kleine opening in de deur en zonder ander licht dan van een lampje,
waarvoor de olie door de gevangenen moest worden betaald, terwijl hem
bovendien voor het gebruik van een bed, zijnde een kleine stroozak, twee
realen in rekening werden gebragt. Nadat de opzigter hem zijn geld, ten
bedrage van ongeveer 15 francs, had ontnomen, had een der andere gevan
genen dezen ambtenaar ingefluisterd, dat zulk een heer wel meer geld bij
zich zou hebben. Daarop werd hij uitgekleed en alles aan eene nieuwe
visitatie onderworpen, waarbij de opzigter zich meester maakte van een
pennemes, onder verklaring van dit in eigendom te nemen. Toen Fliedner
hiertegen opkwamkreeg hij een geduchte oorveeg en werd hem tot straf
een ketting van 350 pond aangelegd. Des Zaturdags gelukte het hem,
voor het weinige geld, hetwelk hem was overgebleven, een looper met een
brie! naar den Duitschen gezant te zenden, die zich te La Granja, zijnde
op een afstand van acht uren, ophield. Den volgenden dag kwam er bevel
van den gouverneur om hem in vrijheid te stellen.
Omtrent het onlangs in Mexico voorgevallen spoorwegongeluk schrijft
men aan de Köln. Zeit. het volgende; De dagbladen kondigden half Junij
de plegtige opening aan van een spoorweg, die Mexico zou verbinden met
de stad Morelos in den staat Mechoacan. De regering zond een paar honderd
soldalen naar Morelos om de openingsplegtigheden bij te wonen. In den
avond van 24 Junjj vertrok een trein van Morelos naar Mexico, waarin zich
274 passagiers, grootendeels soldaten, bevonden. f)m 11 uur des avonds
kwam deze trein op de ongeveer 1000 meiers lange brug, die over den
diepen afgrond bjj het dorp Malpaïs leidt. Deze brug, van welke een
Engelsch deskundige den correspondent een paar dagen vroeger verklaard
had, dat zij zelfs geen vrachtwagen zou kunnen dragen, bezweek en twee
locomotieven met 11 wagens stortten in den zwarten afgrond. De meeste
passagiers vonden terstond een vreesselijken dood. Vijftig vatengedeeltelijk
met brandewijn en gedeeltelijk met petroleum gevuld, geraakten in brand en
(de angstkreten der ongclukkigen, die in hun wanhoop als levende fakkels
heen en weder vlogen, waren hartverscheurend. Een officier, die eveneens
in brand geraakt was, viel in een vat met patronen en er volgde eene
vreessselijke ontploffing. Naar alle rigtigen vlogen thans de overblijfselen
der ongelukltigen uiteen en na deze ontzettende catastrophe bcerschte de
stilte des doods in de vallei van Malpaïs. Den volgenden ochtend om 9 uur
kwam er menschelijke hulp opdagen, die echter naauwelijks meer noodig
was; want men vond nog slechts drie vreesselijk verminkte soldaten in
leven en slechts één dezer ongelukkigen was in staat iets van het gebeurde
mede te deelen. Niet minder dan 271 menschen hadden bij deze ramp het