BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsche Courant
van Maandag 4 Julij óS8dJV". ó53.
BUITENLAN ÜSCIIE BERIGTEN.
Bij de voortzetting der akademie-feesten te Utrecht heeft Donderdag
avond het muziekcorps der Guides uit Brussel een concert in Tivoli gege
ven, dat gevolgd werd door het afsteken van een vuurwerk door den heer
Ruysch. Zoowel het concert als het vuurwerk voldeden zeer goed. Tivoli
was tot stikkens toe vol, want, invitaliën en doorloopende kaarten buiten
aanmerking gelatenwerd er nog aan de kas 3000 aan entrée's ontvan
gen. De feestavond werd met een bal besloten, maar de zaal was in een
oogenblik zoo vol, dat er bijna geen plaats was om te dansen.
Nabjj de spoorwegbrug te Oosterbeek passeerden eergisteren twee sche
pen en kwamen daarbij met elkander in aanraking, met het gevolg, dat
een der masten neersloeg en op een knaapje van 8 jaar tcregt kwam, dat
op de plaats dood bleef.
De jongedochter onder Ambt Hardenberg, die eenige dagen geleden bij
ongeluk door haar broeder met een geweerschot is verwond, is overleden.
Te Vriezenveen waren Woensdag avond eenige jongelieden uitgegaan
om eksters te schieten; een er van had zijn geweer zoodanig volgeladen,
dat bij het afschieten de loop aan stukken sprong, waardoor hij aan den
linkerarm zwaar gekwetst is geworden.
Te Vlissingen heeft een zware brand gewoed in de machinefabriek van
de maatschappij »De Schelde". De fabriek en de modelmakerij zijn vernield.
De ketelmakerij en scheepskappendie ernstig bedreigd werdenbleven be
houden. De schade aan gebouwen en goederen is aanzienlijk. Alles was
echter verzekerd.
Te Raamsdonk begaf zich eergisteren een boerenarbeider, welke in
den polder het Overdiep aan het hooijen was, te water in het Oude Maasje
om zich te verfrisschenmet het ongelukkig gevolg, dat hij verdronk. Eenige
uren later heeft men zijn lijk opgevischt.
De commissie uit de tweede kamer, belast met het onderzoek der inlich
tingen van den minister van marine op twee adressen omtrent het verzoek der
klerken aan het marine-etablissement te Amsterdamom verhooging van salaris
en omtrent de hun deswege opgelegde straf, heeft rapport uitgebragt. Wat de
feiten aangaat blijkt, dat de straffen toegepast zijn krachtens art. 42, 45
en 47 van de verordeningen voor 's rijks werven. De commissie kan niet
ontveinzen, dat zij met verwondering kennis heeft genomen van de bepa
lingen die bet indienen van verzoekschriften der mindere geëmployeerden
aan 'srijks werven heeten te regelen. Wat kwaad, mag de commissie
vragen, steekt er in, dat de mindere geëmployeerden desverkiezend zich
regtstreeks tot den minister wenden? Het practisch nut nu daargelaten,
betwijfelt de commissie of de medegedeelde bepalingen met de beginselen
van art. 9 der grondwet zrjn overeen te brengen. Zij meent, dat een
tweede voorbeeld van zoodanige bepalingen bij onze administratie bezwaar
lijk zou zijn aan te wijzen. Bij de landmagt was vroeger straf bedreigd
tegen het requestreren van minderen zonder de tusschenkomst van den
onmiddellijken superieur (vgl. oud Recueil Militair 1817). Maar in het nieuwe
Recueil is dit niet herhaald. Van ernstige correctie of strenge straffen
wordt daarin niet meer gesproken. Het marine-departement is hier ach
terlijk gebleven bij het departement van oorlog. Uit al het aangevoerde,
zegt de commissie, blijkt duidelijk, dat althans geen koninklijk besluit
belemmering of censuur op het regt van petitie kan aanbrengen. Waar de
grondwet geene uitzondering maakt, mag de uitvoerende magt zulks niet
doen. De commissie bepaalt zich tot de verklaring, dat de medegedeelde
inhouding van 50 cents per dag gedurende drie maanden haar, ook afge
scheiden van al de voorafgaande beschouwingenonmatig zwaar en niet in
verhouding voorkomt, tot de handelingdoor de verordeningen als straf
waardig gequalificeerd.
De commissie heeft voorgesteld: 1" den minister dank te zeggen voor de
gegevene inlichtingen; 2". als het gevoelen der kamer te kennen te geven,
dat de wijze, waarop in het medegedeeld extract uit de verorderingen voor
's rijks werven het gebruik van het regt van petitie voor de mindere ge
ëmployeerden en werklieden wordt gereglementeerd, noch doeltreffend is,
noch overeenkomstig de beginselen omtrent dat regt in de grondwet neder-
gelegd; dat alzoo gemelde verordeningen op dit stuk dringend herziening
vorderen.
Een lid der commissie (de heer Brouwers) kon zich met die beschou
wingen niet vereenigen. Niets verbood hen de voorwaarden, wanneer zij
zulks in hun belang achtten, aan te nemen. Maar eens aangenomen, ont
stond voor hen ook de verpligting om die na te komen, en stelden zij
zich, in geval van nicl-nakoming van hun contract, aan de bepaalde poena-
lileilen bloot. Nu staat hel vast, dat de adressanten de gestelde voor
waarden, die een deel uitmaken van hun contract, tegen beter welen in,
en, in weerwil van de hun gedane herinnering daaraan, niet zijn nage
komen, en daarvoor gestraft zijn geworden overeenkomstig de poenaliteits-
clausule van dat contract. Dat lid stelt mitsdien voor: den minister dank
te zeggen voor de gegeven inlichtingen en over te gaan tot de orde van
den dag.
'sGRAVENHAGE2 Julij
Door Z. M. is de heer dr. A. A. G. Guye, te Amsterdam, benoemd lot
ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw.
Ook heeft, meldt het D. v. 'sGr., Z. M. de koning den lieer dr. Stöcker,
den geneesheer, onder wiens behandeling HD. te Wildungen was, benoemd
tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw. Verder heeft Z. M. in
de orde van de Eikenkroon benoemd: lot kommandetir den heer Freese,
kreis-amtmann, en tot officier den heer Rörig, burgemeester van Wildungen.
Tot kantonregter-plaatsvervangcr te Roermond is benoemd de lieer mr.
P. A. J, L. Truyens, advocaat en procureur aldaar.
Ter vervanging van A. M. Bogaerts, overleden, is tot onderwijzer aan
's rijks kweekschool voor onderwijzers te 's Hertogenbosch benoemd de heer
F. G. Heymans, hoofd der openbare lagere school te Grave.
De bode bij het departement van marine H. Thijssen is eervol uit die
betrekking ontslagen, en tot bode bij gemeld departement is benoemd de
vaste knecht J. van Weenen. Tot vaste knecht bij dat departement is aan
gesteld J. C. Jansen.
Bij het personeel van de militaire administratie is benoemd tot 2en
luit.-kwartiermeester de, op zijn verzoek, eervol ontslagen le luit.-kwartier-
meester M. 11. Kroonenburg.
Het bevel over het ramschip Buffel is, in stede van aan den kapi
tein-luit. ter zee jhr. C. C. Six, opgedragen aan den kapitein-luit. ter zee
C. F. T. van Woeldcren.
De luit. ter zee 2' kl. L. J. K. A. Jeekel, uit 0. 1. teruggekeerd, is
op non-activiteit gesteld.
De minister van koloniën zal Vrijdag aanst. geen gehoor verleenen.
In de heden gehouden zitting van de vacanliekamer van den hoogen
raad werd o. a. behandeld het beroep in cassatie, ingesteld door J. P. en
nog een ander persoon, legen een arrest van het geregtshof te Arnhem,
waarbij zij ter zake van poging tot moedwiliignn doodslag ieder veroordeeld
Zijn tot 6 jaren tuchthuisstraf.
Bij het arrest werd als bewezen aangenomen dat de beide beschuldigden
óp zekeren dag in de maand October ji. zich onledig hielden met het uit
oefenen van het jagtbedrijf onder de gemeente Tubhergen en bij het vervól
gen van een vlugt patrijzen zjjn gekomen op Pruissisch grondgebied,alwaar
zij niet jagen mogten. Terstond vertoonde zich een Pruissisclie gendarme,
die de jagers tot op Hollandsch grondgebied achtervolgde, maar daar door
beiden op geweerschoten werd onthaald. Aan de vlugheid van diens paard
had hij het te danken, dat de kogels, die hem werden achterna gezonden,
hun doel misten; alleen werd aan de kleeding van den gendarme eenige
schade en aan zijn paard eene ligte verwonding loegebragt. Hel hof oor
deelde mitsdien, dat alleen door van des daders wil onafhankelijke omstan
digheden de poging hare uitwerking heeft gemist.
Ter ondersteuning van het beroep was eene memorie aan den hoogen
raad ingediend, waarbij een drietal cassatie-middeleu werden voorgedragen.
Hel openb. ministerie zal aanst. Dingsdag 5 Julij in deze zaak conclusie
nemen.
Z. K. H. prins Albert van Pruissen is heden ten half twaalf ure met
gevolg hier ter stede aangekomenten einde eenige weken van het bad-
saizoen te Scheveningen door te brengen. H. K. H. prinses Marianne ver
welkomde Z. K. H. aan het Rijnspoorstation en begeleidde haar zoon naar
het groot stedelijk badhuis te Scheveningen, alwaar hij zijn intrek geno
men heeft.
De telephonische proef van den heer Lefèbvre om te constateren, dat
gemengde muziek op groote afstanden duidelijk waarneembaar is over te
brengen, waartoe hij in het station alhier muziek deed maken, die te Gouda
moest worden gehoord, is niet gelukkig geslaagd. Slechts bij groote in
spanning kon men iets hoorenterwijl b. v. het eerste nummer van het
programma was afgespeeld, zonder dat men er in Gouda iets van be
merkt had.
In de afgeloopen maand Junij zijn met den stoomtram van den Haag
naar Scheveningen 80000 personen vervoerd.
E M K li A W
LONDEN. 1 Julij.
lil de jongste bijeenkomst van de Land-league te Dublin deelde de heer
Sexton mede, dat van de 80000 die ter bevordering van het doel van
de Land-league geteekend werden, reeds de helft uitgegeven is en dat ook
de andere helft spoedig zal volgen, daar eerstdaags groote uitgaven gedaan
zullen worden. Hij wekte daarom op tot meerdere bijdragen. Sedert de
vorige vergadering was slechts 241 ontvangen, maar de Amcrikaansche
post was nog niet aangekomen.
Uit Tralee wordt gemeld, dat aldaar weder een agrarische aanval heeft
plaats gehad. Men had het op een geregtsbode gemunt, die onlangs voor
het geregt verklaringen had afgelegd, bezwarend voor pater Mttrphi, presi
dent van de Land-league. Hij werd door geweerschoten zwaar gewond.
Zijn broeder, die hem vergezelde, werd mishandeld en beiden werden van
eene geldsom ten bedrage van 35 beroofd.
Generaal Joubert heeft uit de Transvaal een schrijven gezonden,
waarin hij hel beweren van den heer Lanyon, ex-adminislrateilr der Trans
vaal, bestrijdt, dat de bevolking der Transvaal gedurende den oorlog, dien
hij met haar voerde, verscheidene Engelschgezinde inlanders onwettig heeft
doodgeschoten. Generaal Joubert. vernomen hebbende, dat deze lasterlijke
brief in het parlement was voorgelezen, zou gaarne van den administrateur
der Transvaal vernemen, hoeveel Boeren, die Kaffers zonder gegronde reden
doodschoten, wel, terwijl hij nog aan het bewind was, gevangen genomen
zijn. Zoo hij de namen kan opgeven, verklaart generaal Joubert, dat het
bewind der republiek hen straffen zal. Verder meldt Joubert nog, dat het
inlandsche hoofd Montsua, bijgestaan door zestig Engelschgezinde blanken,
Matjuba's stad aangevallen en meer dau veertig van zijn volk gedood heb
ben, de stad verbrandende en vee wegvoerende. Dat zijn nit blanken, die
inlanders omgebragt hebben. Verder zegt Joubert, dat de eenige beschul
diging voor de kon. commissie ingebragt tegen zijn volk, wegens het dood
schieten van inboorlingen, geweest is die door generaal Wood ingebragt
tegen Marthinus Oosthnizen van Leiden, Wakkerstroom. Er werd beweerd,
dat Oostlniizcn een Kaffer had doodgeschoten, Utztahanzi genaamd. Bij
onderzoek bleek, dat de beschuldiging allen grond miste. De Kaffer is