LEIDSCHE COURANT, 1881. VRIJDAG 10 JUNIJ. STADS-BERICIITEN. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. N°. 133. f^3r— De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel ja ars 1,50, franco p. p. f 2.—. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar voor 5 cents. De prjjs der Adverlentiën is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN; Gezien ari. 6 der Verordening van den 27,l,e November 1879 Gemeente- Had n". 10); Brengen ter algemeene kennis dat door ben is benoemd: lol Heer der Gebuurte n°. 21 of n°. 3 van Wijk VI de Heer LOUIS CHRIS Tl AAN AFFOURTIT, in de plaats van den Heer Johakkes Cohkelis Vak Vcurex, die overleden is; tot Raad der Gebuurte n°. 14 of li". 1 van Wijk V de beer JACOBUS JOBANNES KRAK, in de plaats van den lieer Jacobcs Eveiihaiujus Vlaak- derek overleden tot Raad der Gebuurte n°. 38 of n°. 5 van Wijk VIII de Heer PAULUS FONTEIN Jr., in de plaats van den Heer Johakkes Christiaak Fischeb, die lot Heer dier Gebuurte is benoemd. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in dc l.eiclsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTERBurgemeester. Leidek 9 Juni 1881. E. KIST, Secretaris. LEIDEN, 9 Jung, zitting van den gemeenteraad van den gemeenteraad deelde de voor- was het vonnis van het geregtshof in de daaromtrent een voorstel aan den raad In de lieden gehouden titter mede, dat hem beteekend zaak van Alkemade. Nader zou worden gedaan. Ingekomen was eene missive van prof. Rijke, waarvan voorlezing werd gedaan. De hoogleeraar achtte zich, nu de raad besloten had zijne missive aan commissarissen der gasfabriek en de daarop door den directeur dier fabriek gegeven inlichtingen openbaar te maken, veipligt op Ie komen tegen de zware beschuldiging door dien directeur tegen hem ingebragt als zou hg bij de aanhaling van den tekst der Engelsche wet niet de juiste woorden hebben weergegeven. Een exemplaar dier wet had hij daarom aan de mis sive toegevoegd, alsmede een exemplaar der gewijzigde wet, waarbij de bedoeling van den wetgever nog duidelijker aan het licht trad. De raad zou het billgkendat hij niet in verdere wederlegging trad. Alleen zou hij zich een paar aanmerkingen veroorloven. De eerste liep over proeven, die hij, in overleg met den controleur der Haarlcmsche gasfabriek, had genomen, en de tweede over hel beweren van den kant der gasfabriek, dat hy de alhier gebruikte photometer had goedgekeurd. Hij had de schaal wel geve rifieerd, maar toch bestond er bij hem eenig vermoeden, dat hij geen echte Evans-photometer voor zich hadmaar een Dttitsch namaaksel, bij verge lijking met een echten Evans-pholomeler tc Haarlem was hem thans geble ken dal dit vermoeden gegrond was. Aan de orde was het voorslel van dr. M. J. de Goeje, betreffende het on derzoek naar de lichtsterkte van het gas, waarover de beraadslagingen in de voorlaatste vergadering werden afgebroken. De heer de Fremery wees w op, dat hjj, blijkens het verhandelde in de zitting van 12 Mei, zooveel mogelijk had getracht alle moeijeiijkheden te voorkomen. De direcieur der fabriek was werkzaam onder commissarissen. Volgens zijne instructie had hij de voorschriften van commissarissen op le volgenen deze waren steeds met het vertrouwen van den raad vereerd. De heer van Iterson verklaarde, dat hem, even als andere leden, de ge- legenheid welkom was, om over de gewisselde stukken te spreken. Niet loader ophef was er een geheim stuk aangekondigd, dat afdoende argu menten bevatte, en die kwamen in dat stuk niet voor. De grond van het voorstel van den heer de Goeje lag in de meening, dat de opgaven van Prol. Rijke niet te vertrouwen waren en daarom was het rioodigdat de dukken in het licht verschenen. De indrukdien de brief van den directeur dor gasfabriek op hem gemaakt had, was ongunstig, omdat hij prof. Rijke onge- gronde insinuation naar het hoofd slingerde en dat commissarissen onder Jen indruk slaan van den direcieur, daar zij zijn schrijven hem niet hadden 'omggezondenmaar het als een gewigtig stuk hadden aangekondigd. Spre ker onderwierp vervolgens het schrijven van den directeur aan eene scherpe Wiek. Na de toelichting van een viertal punten, zeide hij, dal hij niet meer behoefde te verklaren, dat het hem wenschelijk voorkwam de contróle voort te zetteii en in handen te laten van den bekwamen en onafhankelijken man tot hiertoe daarmede belast. Door den heer de Fremery werd in eene we derlegging gelreden van het door den heer van Iterson aangevoerde, alleen moest hy erkennen, dat dc directeur, wat betreft de aanhaling der Engelsche wel, wat te boud gesproken had, hetgeen hij door voorlezing der oorspron kelijke woorden aantoonde. De heer de Goeje gaf nog een antwoord op het door den heer Cock in de voorlaatste vergadering aangevoerde, waartoe hem toen de gelegenheid werd afgesneden door hel afbreken der discussifin. lig hield zgn gevoelen staande, dat, wanneer men een onderzoek steeds doet voortduren, het iden tiek is met voortdurende contróle. Hij vond het vreemd, dal de heer Cock, een zoo scherpzinnig regtsgeleerde, hierin niet wist te onderscheiden. No echter de deskundige zich nader in betrekking heeft gesteld met den per soon. die heiast is met het onderzoek der lichtsterkte van het gas te Haar lem, zou het onheusch zijn tegenover den deskundige thans met het onder zoek op te houden, en daarom had hij besloten zgn voorstel in te trekken. Alvorens nu van dit onderwerp werd afgestapt, vestigde de beer Cock nog de aandacht op eene drukfout, die in de stukken op bladz. 40 voor komt. Uit de woorden, waarvan hij zich daarbjj bediende, meende de voorzitter te moeten opmaken, dat de spreker ter zake dezer fout achter docht koesterde ol verdachtmaking bedoelde, heigeen door hem met klem werd tegengesproken. De heer Cock vroeg daarop het woord voor een per- soonlgk feit. Hij had slechts gewezen op eene drukfout, die alleen gecon stateerd. Echter moest hij vragen of hg geen regt zou hebben achterdochtig te zgn, wanneer door ligt vaardige aanhalingen de eer wordt in de waag schaal gesteld van een man die hoog staat aangeschreven. Aan de orde was verder het verzoek van hel bestuur der afdeeling Leiden en omstreken der Iloll. maatschappij van landbouw, betreffende de boter- waag. Hieromtrent werd met algemeene stemmen besloten de bij het rap port van burg. en weth. voorgestelde voorzieningen te doen uitvoeren. Een staat van af- en overschrgving op de begrooting van 1880 werd goedge keurd, even als een staat van begrooting en staat van af- en overschrgving op de begrooting voor 1881. Het verzoek van P. Dingjan Pz., betredende het verleenen van standplaat sen op de Vrijdagsche weekmarkt, houdende klagt over het uitsluitend toe laten op de veemarkt van eene Delftsche firma voor den verkoop van paar dentuig, koedekken enz., werd met 17 tegen 4 stemmen van de hand ge wezen. De heer Dercksen verklaarde, dat hij met het advies van burg. en weth. niet kon medegaan; de markten toch moeten, zijns inziens, uilsluitend dienen voor hetgeen waartoe zij bestemd waren. De voorzitter zeidedat de toestand altijd zoo geweest was; daarbij woonde de adressant vlak bjj de veemarkt. Achtervolgens werden met algemeene stemmen goedgekeurd het voorslel tot restitutie van schoolgeld voor de leerlingen der 1' afdeeling der meisjes school l»1' kl., en (oegeslaan het verzoek van hel bestuur der Vereeniging Bouwkunst eu Vriendschap, tot hel aanhouden van den verkoop van eenige percelen bouwgrond, en dat van het bestuur der r. k. begraafplaats, om het houten hek door een ijzeren hek te vervangen. Hel voorslel betreffende den aan te leggen stoomtram lusschen Nnordwjjk en Leiden lokte discussie uit. Van den ondernemer S. A. Klaassen was een nader adres ingekomen, waarin hij zgn leedwezen uitdrukte, dat aan zijn verzoek tot aankoop der bermen niet werd voldaan en bezwaar inbragt tegen dc voorgestelde erfpacht van 9100, die gelyk zou staan met den prijs waarvoor men flink bloembollenland koopt en niet in evenredigheid staal met de waarde van den grond. Hg vroeg een aanzienlijk minder bedrag der erfpacht. De heer Verster bragt bezwaar in tegen het afslaan van den grond. De rigting, die de tram zou nemen, zou den weg onmo gelijk makeu voor rytiiigen. Bgna 1 uren lang zonden de rijtuigen geplaatst worden tusschen de tram en de vaart. Het verkeer met Noord- wijk per rijtuig zou onmogelijk worden. De prys vonJ lig nog te laag wegens het verlies aan houtgewas en tolgelden. De heer de Goeje stelde voor de erfpacht van 3% op 2 cis. per centiare, dus op/560, te brengen. De opbrengst was, naar hij vernomen had, slechts f£00. Door 960 le eischen zou het den schijn hebben dat men de onderneming wilde tegenwerken. Dat voorstel werd echter niet ondersteund. De heer van der Litli stelde voor de erfpacht slechts le verleenen voor 30 jaren. De heer Cock was van ge voelen dat men met de beslissing nog wel kou wachten. Het voorslel, zooals hel daar lag, was te weinig ontw ikkeld. Er was grond genoeg om de zaak

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1881 | | pagina 1