BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsche Courant van Maandag 30 Mei óH8ó324. franhbijk. duitschlakd. rusland. oost-indik. Den hertog van Edinburg en zijne gemalin is dezer dagen bijna een groot ongeluk overkomen. Zij wilden bij Sidmouth met eene kleine stoom- barkas landen, doch de zee was zoo hoog, dat zij zich in eene reddings boot moesten begeven. Bij deze gelegenheid viel de eere-secretaris der red dingsboot-maatschappij in het water en werd met moeite door een paar matrozen gered. Aan land gekomen stegen zij in een rijtuig, doch voor de stad brak de boom en moesten zij ten slotte den weg naar Exmouth te voet afleggen Uit Indië is het berigt ontvangen van het overlijden van den heer Adamden eerst kortelings opgetreden gouverneur van Madras. De weinige schepelingen, die er het leven afbragten bij het veronge lukken van de Doterel, zijn te Lissabon aangekomen. De kommandant van het schip telegrafeerde aan de admiraliteit, dat de oorzaak van de ont ploffing onbekend is. Men onderstelt dat het springen van den stoomketel, of wel zelfontbranding van steenkolende kruidkamer ontploffen deed. Aan stooten op eene torpedo schjjnt niet gedacht te moeten worden. Het schip lag rustig voor anker, en zonk onmiddellijk. Te Londonin Canadaheeft eene vreesselijke ramp plaats gehad. De stoom boot Victoria, beladen met over de 600 pleizier-reizigersmeerendeels vaders en moeders met hunne kinderenis op de rivier omgeslagenmet het gevolg dat er ruim 200 menschen verdronken zijn. De oorzaak was ook hier weder te zoeken in overlading. Al deze zeshonderd menschen zaten op het dek opeengepakt. Op een oogenblik helt de boot, een oud vaartuig, een weinig links over. Terstond dringt zich de gedachtelooze menigte naar de regterzjjde, het schip kantelt en alles spartelt in het water. Bij den senaat is het tractaat, met Tunis gesloten, ingekomen en urgent verklaard. De heer de Gavardiedieofschoon de stemming reeds begonnen was, het woord wilde nemen, werd tweemaal tot de orde geroepen. Toen hij zich eindelijk had laten bewegen om de tribune te verlaten, deed de voorzitter twee boden daarbij post vatten, om te beletten, dat hij of anderen gedurende de stemming haar zouden beklimmen, waarop de heer de Gavardie bij wijze van protest tegen dezen «gewelddadigen maatregel" er weder heen vloog en de voorzitter door zich te dekken de vergadering schorsen moest. Op last van den minister van oorlog zal in de gezelschapszaal van alle kazernes in Frankrijk en Algerië het borstbeeld van den president der republiek geplaatst worden. Op zjjne reis naar Cahors werd Gambetta door den maire van Mo- sempron-Libos aldus toegesproken: /'Men spreekt van uwe eerzucht; men legt u ten laste, dat gij de dictatuur overweldigen wilt. Uwe eerzucht heeft geen ander doel dan de grootheid en de welvaart van Frankrijk. Uwe dictatuur is die van het genie, van hel verstand, van de welsprekendheid, en deze dictatuur zijt gij geregtigd uit te oefenenuwe vijanden kunnen er zich evenmin aan onttrekken als uwe vrienden". Gambetta bedankte voor deze welwillende woorden. Volgens den Temps zal Gambetta te Cahors weinig rust hebben. Uit de omliggende departementen zijn eene menigte deputatiën daarheen gezon den, om hem sympathie te betuigen. Hij moet reeds 1500 aanvragen heb ben ontvangen om ten gehoore bij hem te worden toegelaten. In de Lyceum-straat te Cahors leest men in den gevel van een der huizen in gouden letteren op eene marmeren plaat de woorden: »Ici, dans cette maison naquit lc 3 Avril 1838 Léon Gambetta". Maarschalk Mac Mahon zal binnen kort een werk uitgeven, getiteld: //Histoire de ma présidence". Het berigt omtrent het ontdekken cener fabriek van ontplofbare ko gels te Montrouge heeft weinig te beteekencn. Aldaar hielden drie Russi sche studenten, die te Parijs de lessen in de geneeskunde volgen, zich bezig met scheikundige proeven. De eigenaar van het huis, waarin zij hun klein laboratorium hadden, maakte zich ongerust. Hij zag in die proeven gevaar voor zijne woning en maakte de politie met het geval bekend. Deze deed onderzoek en vond niets, dat argwaan kon wekken. Volgens berigten uit Tunis gaan de zaken aldaar naar wensch. Van generaal Forgerol is bij de regering eene depêche ontvangen, houdende dat eenige gouverneurs en opperhoofden van tot dusver weêrspannige stammen in het regentschap zich onderworpen hebben. Zij hebben daarbij verklaard, dal de Bey hun gelastte zich van alle vijandige handeling tegen de Fran- schen te onthouden. De Spaansche regering heeft het besluit opgeheven, waarbij aan Ruiz Zorrilla het verblijf in Spanje werd ontzegd Zorrilla was minister tijdens de republiek en werd in 1875 verbannen. Naar men uit Hamburg aan de Köln. Zeit. meldt is Donderdag na middag de overeenkomst tusschen het rijk en Hamburg onderteekend, en wel namens Hamburg door de senatoren Versman en Oswald, benevens den heer Kriiger als gezant der Hanzesteden. Ingevolge dat verdrag treedt Hamburg na verloop van een zeker aantal jaren in het Tolverbond, maar behoudt het voor den groothandel en het wereldverkeer een vrij terrein, hetwelk, zonder controle van het Tolverbond, voor vrije ligging en lossing toegankelijk zal zjjn voor zeeschepen, die het Tolgebied onder Tolverbonds- vlag, of 's nachts met licht, passeren. De bouw van dokken zal geschieden voor gemeenschappelijke rekening van het rijk en Hamburg. De hoogeschool te Greifswald, die vroeger vrij slecht bezocht werd en die in 1856 bij het feest van haar 400-jarig bestaan slechts 232 studen ten telde op 45 professoren, heeft door de ontwikkeling der geneeskundige faculteit een buitengewone vlugt genomen. Zjj wordt thans door 641 stu denten bezocht, waarvan er 311 in de medicijnen studeren. Het getal hoogleeraars is thans 67. De stad Posen is in opschudding gebragt doordat des nachts billetten waren aangeplakt, welke Jodenvervolging predikten. Men hoopt echter dat de goede ontvangst, welke de Israëlitische deputatie bij den Russischen Czaar heeft ontvangen, den ijver der Russische beambten zoodanig zal opwekken, dat het kwaad binnen de Russische grenzen gehouden wordt. De gebeurte nissen in Rusland hebben er intusschen toe geleid den ijver der Duitsche anti-semieten wat te verkoelen. Bij het regelen der nalatenschap van prinses Caroline van Denemar ken, heeft men in eene kast, die nooit geopend werd, omdat de sleutel zoek was, eene menigte kostbare met diamanten en allerlei edelgesteenten bezette voorwerpen ontdekt, terwijl in de vertrekken der overledene allerlei kost baarheden en rariteiten gevonden werden, die op de zonderlingste plaatsen verborgen waren. De chef der tweede afdeeling van de keiz. kanselarij, in overleg met den minister van justitie, heeft den keizer eene memorie overhandigd, waarbij de instelling eener commissie vyordt voorgesteld tot het ontwerpen van een nieuw wetboek van strafregt. De keizer heeft daaraan zijne goed keuring gehecht. De /Jgence Russe zegt, naar aanleiding van de opmerkingen in het Engelsche lagerhuis over de Jodenvervolgingen in Rusland, dat de Russische regering geene vermaningen van buitenaf noodig heeft om haren pligt te vervullen. Het zenden van troepen naar het zuiden tot bescherming der Joden, de maatregelen door de plaatselijke autoriteiten ten gunste van de Joden genomen, en 'skeizers woorden tot de Joodsche deputatie gerigt, dit alles bewijst, dat alle ingezetenen, zonder onderscheid van ras of gods dienst, in Rusland gelijke bescherming van de regering genieten. Naar men uit Kiew meldt stond aldaar aan het hoofd der plunderende bende de voor twee jaren aldaar veroordeelde socialist üebosori Mokrije- witsch, wien het op den weg naar Siberië gelukte te ontvlugten. Te Odessa liggen, naar men zegt, op de reede vier groote barken, waarop een paar duizend personen, die aan de gewelddadigheden tegen de Joden deel namen, gevangen gehouden worden. De procureur-generaal zou van plan zijn deze lieden aldaar gedurende veertien dagen onder den blooten hemel op water en brood gevangen te houden en hen dan naar huis te zenden. TURKIJE!. Nadat het losgeld voor den Engelschen ingenieur Suter, naar men zegt f 60000, aan de Grieksche roovers nabij Salonika was betaald hebben zij weder een rjjken Turkschen grondbezitter, Mchemed Tahir-effendi genaamd, weggevoerd, voor wien zij 70000 gulden als losprijseischen. Derooverbende moet 39 man sterk zijn. BATAVIA, 27 April. Den 5en April kwamen de hh. Pruys van der Hoeven en Haus op Atjeh aan. Den volgenden dag had de overdragt van het bestuur plaatsin tegen woordigheid van de officieren, ambtenaren, Atjehsche en Chinescheofficieren, en eenige burgers. De generaal van der lleyden sprak daarbij den nieuwen gouverneur volgenderwijze aan: "De toestand van het gewest, waarover UH Edg. het bestuur gaat aanvaar den, is, onder de gegeven omstandigheden, zonder overdrijving gunstig te noemen. Gestadige vooruitgang valt te erkennen; sedert u verleden jaar in andere betrekking in Atjeh waart, is weder op verbetering te wijzen. Veel, zeer veel blijft nog te doen over. Naarmate de toestand verbetert en eene rustige toekomst verzekert, zal men kunnen overgaan tot vermindering der troepenmagt. Groote voorzigtigheid blijft geboden om de vrucht van jaren niet in gevaar te brengen". Voorts bragt de generaal dank aan allen, die door hunne toewijding en pligtsbetrachting hem zijne taak hadden verligt. De nieuwe gouverneur antwoordde hierop in hoofdzaak het volgende: Dat hij besefte hoe moeijelijk de taak was, die op hem rustte; dat het echter aangenaam voor hem was die bestuursveranderingen te kunnen invoe ren, welke hij de eer had gehad in commissie met generaal van der Heyden voor te stellen en dat hij rekende op de pligtsbetrachting van ambte naren en officieren. Vervolgens had de overgave van het militair kommando plaats, waarbij de generaal van der Heyden en de kolonel Haus het woord voerden. Op den avond van 7 April bragten de onderofficieren van het 3e bat. inf., waarbij zich vele hunner collega's van andere corpsen hadden aan gesloten, met muziek en fakkellicht eene ovatie aan hunnen hooggcachten generaal. De luit.-adjudanl van het 3e bat. inf., de le luit. Smits, hield uit naam dier officieren eene toespraak. Vrijdag avond werd den generaal en familie eene schitterende afscheids partij door de- ingezetenen van Kotta Radja aangeboden. De weg van de hoofdpoort tot de sociëteit was door flambouwen verlicht; het sociëteits gebouw en de brug over de Atjeh-rivier waren geïllumineerd. Aan de hoofd poort werd het rijtuig, dat de familie van der Heyden naar de sociëteit bragt, door een groot getal officieren met de muziek ingewacht en ging men van daar in optogt naar de sociëteit. Nimmer was dan ook de Atjeh- club zoo goed bezocht; de partij was zeer geanimeerd. Ook de heer Pruys van der Hoeven en kolonel Haus woonden het feest als genoodigden bij. De echtgenoote van eerstgenoemde was echter afwezig. In eene rede, door den overste Luymes, president der feest-commissie, gehouden, schilderde deze den levensloop van van der Heyden. van diens in diensttreden af tol op heden, deed zijne verdiensten uitkomen, schetste zijn moed, pligtsbetrachg

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1881 | | pagina 5